Elimane Coulibaly kon in januari naar Standard vertrekken, maar bleef uiteindelijk toch bij AA Gent. De Senegalees praat uitgebreid over alweer een bewogen seizoen in zijn bizarre carrière.

Elimane Coulibaly (30) oogt chill als hij de bar van de Holiday Inn Gent UZ binnenkomt – hij zal het woord uit de jeugdtaal die in de multiculturele spelerskern van AA Gent gesproken wordt later op de avond zelf een paar keer gebruiken met betrekking tot enkele jonge, “coole en relaxte” ploegmaats. “Nú gaat het heel goed”, beantwoordt hij bij de handdruk grijnzend onze vraag hoe het met hem gaat, “Beter alleszins dan in januari.” Waarop hij Friedrich Nietzsche citeert: “Het is zoals men zegt: wat je niet doodt, maakt je sterker.”

Standard

“Er zijn dingen gebeurd die mij verbaasden”, vertelt hij. “Als een club als Standard belangstelling voor je toont, ben je vereerd. Maar dat Gent bereid was om mij te verkopen, daar ben ik toch wel van geschrokken. Bovendien: ik werd vorig seizoen aangetrokken als doublure voor Zlatan Ljubijankic en ondertekende een contract dat bij die status hoort, en toen ik in Luik moest gaan onderhandelen, kreeg ik de indruk dat ze er wisten hoeveel ik verdien.” Hij legde er medische testen af, maar kwam uiteindelijk niet tot een financieel akkoord en kreeg bij Gent ook nog niet de verwachte contractaanpassing. “Het probleem is dat er mensen zijn die denken dat ze nog altijd te maken hebben met ‘de Coulibaly van provinciale’. Dit is wel nog maar mijn derde jaar in de eerste klasse, maar ik leerde op alle vlakken al veel bij.”

Hij kent AA Gent toch? Spelers komen en gaan, waarom zou Eli blijven staan? Bovendien loopt eind volgend seizoen zijn contract af en kan hij dan transfervrij vertrekken. Mboyo in en Coulibaly out, zo werkt het daar. Kijk naar Randall Azofeifa: met vrouw en kinderen gesetteld in het Gentse, maar in januari plots verkocht aan de Turkse club Gençlerbirligi.

Vorig seizoen kwam Elimane Coulibaly transfervrij over van KV Kortrijk en verbaasde hij iedereen: met elf competitiedoelpunten werd hij topschutter van AA Gent en ook in de bekerfinale maakte hij het verschil. “Blijkbaar vergeten mensen snel”, concludeert hij. “Waar ik mij ook aan stoorde, is aan de foute informatie die door sommigen bewust werd rondgestrooid en zelfs in de krant raakte. Het was niet voor het eerst dat ik mij gebruikt voelde. Ik wil dat het stopt.”

Grote honger

Na een rumoerig seizoensbegin kwam het toch vrij snel goed met AA Gent en Elimane Coulibaly. “Ik maakte de winning goal in onze eerste competitiewedstrijd, op Westerlo, en het doelpunt van de kwalificatie voor de poulefase van de Europa League tegen Feyenoord”, vertelt hij. “Jammer van die drie weken schorsing na dat incident met Carl Hoefkens en die twee weken dat ik out was met een blessure, maar ik was heel tevreden over de heenronde. In vergelijking met vorig seizoen zette ik weer een stap vooruit. Ook daarom was ik zo verwonderd over wat er in januari gebeurde.”

Hij bleef dus bij AA Gent, maar viel wel naast de ploeg. Tegen KV Kortrijk, zijn ex-club, stond Shlomi Arbeitman op zijn plaats. “Niet alleen ík was verrast. Mensen kwamen mij vragen of ik geblesseerd was, Hein Vanhaezebrouck maakte zelfs de opmerking dat hij niet ontevreden was dat ik niet meedeed. Ook tegen Woluwe en Lokeren startte ik op de bank. Het was zwaar, maar ik deed mijn werk en sleurde mij erdoor. Wat moest ik doen? Ik begrijp de trainer, een werknemer die het beleid van de club moet volgen, en hij begrijpt mij. Hij slaagt er soms zelfs in om mij te kalmeren. ( lacht)”

Tegen Germinal Beerschot verscheen hij weer aan de aftrap en scoorde hij. Tegen Standard speelde hij een belangrijke rol in de ruime overwinning en was Couli weer helemaal terug. “De bladzijde is omgeslagen. Ik besef dat je in het voetbalmilieu op alles voorbereid moet zijn. Leye, Rosales, Azofeifa en Custovic zijn weg: allemaal mannen die tijdens het fantastische vorige seizoen elk hun momenten kenden waarop ze het verschil maakten. Ik ben er nog en ik geef mij honderd procent, als het nodig is ga ik zelfs ballen wegkoppen voor mijn eigen doel. Mijn honger is groot om nóg beter te doen. Ik wil kampioen worden met AA Gent.”

Het kan, vindt hij. Al bij de start van de competitie zei hij in Sport/Voetbalmagazine: waarom zouden we de landstitel uitsluiten? “Het doel van AA Gent is een Europees ticket te halen, maar persoonlijk streef ik naar het hoogst haalbare en de realiteit is dat de titel nog altijd binnen ons bereik ligt. Play-off 1 is speciaal: tien topwedstrijden, om de drie à vier dagen één, waarin dertig punten te verdienen zijn. Daarin kan een ploeg die in vorm is een groot verschil maken met één die dat niet is. Ons voordeel is dat we kunnen winnen als we slecht spelen. Dat is ook mijn sterkste punt: als ik niet scoor, maak ik de spelers rond mij beter.

“Ik geloof er alleszins in en ik ben niet de enige, merk ik op training. Dit is geen gemakkelijke groep. We zijn met veel uitstekende voetballers en veel verschillende persoonlijkheden die zich allemaal laten gelden en allemaal willen spelen. Als we verliezen, dreigt er explosiegevaar. Alleen winnen kan ons kalmeren. Lukt het ons nu niet om als eerste te eindigen, dan zal het volgens mij zeker gebeuren eens al dat jonge talent wat rijper is.”

Jonge flanken

AA Gent speelt onder Francky Dury anders dan onder Michel Preud’homme. “Het is indirect en moeilijker, maar ik pas me aan. Zoals gewoonlijk: Coulibaly past zich altijd en overal aan. Vorig seizoen was het spel direct en was mijn manier van spelen meer op de afwerking gericht. Het vergde veel tijd en opoffering om er onder Preud’homme te raken, maar nu moet ik mijn stijl dus weer veranderen. Dit seizoen word ik meer in de opbouw betrokken en raak ik meer ballen buiten de zestien meter. Dat is goed voor mijn ontwikkeling, maar mijn sterkte ligt toch nog altijd in het strafschopgebied.”

Maar soms, zoals tegen Standard onlangs, staan links en rechts van hem twee jonge dribbelaars, Yaya Soumahoro (21) en Yassine El Ghanassy (20), en dat vergt ook weer een andere instelling van een targetspits. “Zulke jongens zijn een meerwaarde voor een ploeg, maar gemakkelijk is het niet altijd om met hen samen te spelen. Meestal weet je niet wanneer de bal zal komen. Je moet hen heel goed kennen en dan nog kom je voor verrassingen te staan. Het voordeel voor mij is dat ik met zulke types zelf niet meer naar de flanken moet uitwijken. Als zij worden aangespeeld, weet ik dat ik in de zestien kan gaan staan.

“Yaya is wel iemand die niet altijd de dribbel zoekt, hij kan ook een center van veertig meter trappen. Yassine maakt élke keer een actie, al lost hij toch al iets sneller de bal. Vorig seizoen bleef hij dribbelen. Nu waren de meeste van mijn doelpunten zelfs assists van hem én scoort hij ook zelf. Hij evolueert, maar zijn progressiemarge blijft groot. Yaya is de snelste van ons allemaal en maakt gemakkelijk een doelpunt, maar sukkelt af en toe met spierblessures omdat hij vorige zomer geen rust kende. Hij ging zonder vakantie van het ene seizoen in het andere over. Ik denk dat hij het heel ver zal schoppen. Maar het meest verwacht ik van Conte, een Boussoufa-type. Hij kan de beste van de Belgische competitie worden.”

Standard bis

Beiden, Soumahoro en Conte, rijden met hem mee naar de training. Maar op een ochtend bleven ze tevergeefs op hem wachten. “Dat was toen ik bij Standard medische testen moest gaan doen”, vertelt Coulibaly met een glimlach om de lippen. “Ik was hen vergeten te zeggen dat ik in Luik bleef slapen en hen ’s ochtends niet zou kunnen komen oppikken. Dat besefte ik pas toen ik zag dat ze mij die ochtend vele malen hadden proberen te bereiken.” Daardoor kwamen ze ruim te laat op het oefencomplex aan en kregen ze een boete. “Ik zei tegen Yaya dat ik ze zou betalen, maar ik vergeet het altijd. Nu we erover praten: moet ik dat eigenlijk wel doen? Tenslotte was het niet mijn schuld dat ik die dag in Luik was en niet kon komen trainen. ( schiet in een heerlijke lach)”

De kans is reëel dat hij Standard dit seizoen nóg vier keer zal tegenkomen: twee keer in de halve finale van de Cofidis Cup en misschien ook nog twee keer in play-off 1. Het zou kunnen dat de belangstelling weer oplaait. “Dat weet ik niet. Sinds ons gesprek hoorde ik niets meer van Standard. Na onze onderlinge competitiewedstrijd kreeg ik van een paar van hun mensen wel felicitaties voor mijn prestatie. Een journalist van Belgacom TV vertelde mij zelfs dat hij van hen vernomen had dat het hen speet dat ze mij uiteindelijk toch niet aangetrokken hadden. Ik ben in elk geval enorm ambitieus. Straks ben ik op een jaar van het einde van mijn contract en wat in januari is gebeurd, blijft veelbetekenend. We zullen zien wat er dan gebeurt.” Zijn gsm gaat al voor de derde keer over. Hij bekijkt op de display het nummer en neemt niet op. “Het zijn mensen uit Dakar die mij bellen om geld te vragen”, zegt hij. “Als het echt dringend is, sturen ze mij wel een bericht.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“Conte kan de beste speler van de Belgische competitie worden.”

“We zijn geen gemakkelijke groep. Alleen winnen kan ons kalmeren.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content