Met drie doelpunten en een paar opgemerkte acties begon Sacha Iakovenko bij Westerlo aan wat zijn ontbolstering moet worden. ‘Het is: go, go, go!’

De voorbereiding op het seizoen werkte Aleksandr Iakovenko nog met Anderlecht af. Althans in theorie. In de praktijk beleefde hij ze deels van aan de kant door een mondinfectie. “Veel miserie”, zegt hij. “Vijf dagen niet gedronken, tien dagen niet gegeten. Dan realiseer je je dat het er niet om gaat wát je eet, áls je maar eet. ( lacht) Ik verloor zeven kilo en woog nog 69 kilo; terwijl mijn gewicht normaal tussen 76 en 78 kilo ligt. Het moeilijkste was de eerste week weer beginnen te trainen. Ik was zero. Ik kon geen tien minuten lopen.”

Op 7 maart had hij daarenboven ook al drie tanden gebroken in een duel met Anderlecht tegen Zulte Waregem. “Mijn mond is mijn zwakke plek. ( lacht) Ik heb er meer problemen mee dan met mijn knieën”, lacht hij.

Ondertussen speelt Iakovenko op uitleenbasis voor Westerlo, waar hij de kwaliteiten laat zien die hem al van bij zijn komst naar België in 2005 worden toegeschreven: snelheid en techniek om acties te maken en assists te geven en een goed schot, vooral met rechts. Maar waarom lijkt zijn carrière na vijf jaar Belgisch voetbal en vijf jaar speelkansen nu pas te beginnen?

Uit het lood

Aleksandr Iakovenko is achttien als hij van het Oekraïense FC Metalist Kharkiv naar Lierse komt. Bij Genk legde hij tests af, maar op het Lisp reageerden ze doortastender. Iakovenko raakt er onder Paul Put en René Trost in door het omkoopschandaal vertroebelde omstandigheden sporadisch in de ploeg.

René Trost, destijds trainer bij Lierse: “Ik wou hem rustig brengen, alleen zitten er bij dit soort jongens vaak mensen omheen die sneller dingen willen dan je op dat moment belangrijk vindt. Ik heb een héél lang gesprek met zijn vader gehad, met Sacha zelf als tolk. Hij wilde wel eens weten hoe ik dacht met zijn zoon te werken. Ik was pas coach en het leek wel of ik op examen moest komen. (grijnst) Ik had een stabiel beeld van hem, maar – en dat vond ik zijn valkuil – hij was heel erg kritisch op zichzelf. Op zich is dat goed, maar als dat overgaat in te veel perfectionisme, wordt het gevaarlijk. Als hij bijvoorbeeld na de training op doel ging schieten, negen keer prachtig binnen en de tiende keer erover, dan kon het zijn dat hij de volgende vijf ballen niet meer raakte. Helemaal uit het lood. Maar dat was Sacha: altijd aan het uitkijken naar verbetering. “

Eén zaak is duidelijk: je vaders blik hangt over je carrière. Hij gaat er blijkbaar ver in om te weten dat je in goede handen bent.

Aleksandr Iakovenko: “Mijn vader heeft nooit als eerste een gesprek met Trost gevraagd. Wel Jos Eerdekens, die de manager was van Trost en ook partner is van mijn manager. Bovendien, volgt niet elke vader de carrière van zijn voetballende zoon?”

Maar niet elke vader heeft op het WK van Mexico in de achtste finale tegenover België en Jan Ceulemans gestaan met Rusland.

“Maar misschien zal ik óók op een WK staan. Eerst moet ik veel spelen bij Westerlo en dan zal ik onze bondscoach kunnen laten zien wat ik kan. Ik ben 22 en in 2012 organiseert Oekraïne het EK. Daar wil ik ook staan met de ploeg. Ik denk dat ik de ploeg kan halen in 2012.”

Hoe verliep je jeugd in Oekraïne, met een topvoetballer als vader?

“Toen ik zestien was, verliet ik ons huis om in een andere stad te gaan voetballen. Na één jaar besloten mijn vader en ik dat het voor mijn carrière beter was dat ik naar Europa ging. Maar als ik advies nodig heb, kan ik hem altijd bellen. Over fitnessoefeningen of wat ik het beste kan doen om te recupereren bijvoorbeeld.”

Je zou dat ook gewoon aan de trainer kunnen vragen.

“Ja, maar die heeft andere dingen aan zijn hoofd. ( lacht) Bovendien is mijn vader blij dat hij mij nog eens hoort. Mijn vader trainde mij veel toen ik klein was. Ik moest alles volgens schema doen: op tijd eten, op tijd slapen. Dat was niet zoals bij andere kinderen. Je krijgt discipline, maar je mist gewone dingen die andere kinderen doen. Ze hebben mij altijd vrij gelaten om te kiezen wat ik wou. Maar als ik wou voetballen, moest ik het goed doen, niet zomaar om de tijd te passeren. Het was zwart of wit. Alles of niets.”

Psychologische aanpak

Toen René Trost na zijn vertrek bij Lierse met de beloften van Roda JC tegen die van KRC Genk speelde, zag hij daar tot zijn verbazing ook Sacha Iakovenko meedoen. Alsnog bij Genk, dat hem niet vergeten was, terechtgekomen dus.

Pierre Denier, assistent-trainer bij KRC Genk: “Wij hadden in die tijd een vrij sterke ploeg en hij heeft misschien niet lang genoeg geduld gehad. Maar ik begrijp hem ook: hij zag dat anderen eerder kansen kregen dan hij. We hebben hem destijds een paar keer ingebracht, we verwachtten die flits, maar dan viel hij af en toe volledig door de mand. We konden zelf de reden niet vinden en ik denk hijzelf ook niet in die tijd. Dat bleef voor ons onverklaarbaar. “

Waarom liet je niet méér zien als je inviel?

“Ik denk niet dat ik kansen kreeg. In voetbal heb je zelfvertrouwen nodig en als je het gevoel krijgt dat ze niet in je geloven, wordt het moeilijk om goed te spelen. Ik heb er veel geleerd over psycho-logische aanpak, over concurrentie. Ik ben sterk geworden in Genk. Ik heb er geleerd dat je nooit mag opgeven.”

Broos liet in de pers herhaaldelijk weten dat het volgens hem met de druk en het verwachtingspatroon van je vader te maken had.

“In dat anderhalf jaar dat ik onder Hugo Broos werkte, heb ik een of twee keer met hem gepraat. Hoe kan hij dan over druk en verwachtingen van mijn vader spreken? Hij weet niets van mij. Ook niet dat ik elke dag nog op mijzelf trainde. Nadat ik bij Genk weg was, heb ik met Anderlecht tegen Bayern München voor 60.000 man gespeeld en gescoord. Over welke druk heeft Broos het? In Anderlecht mógen ze mij. Ze bellen mij nog altijd, dat geeft vertrouwen.

“Hugo Broos traint nu Trabzonspor, dus dat betekent dat hij een goeie trainer is. Hij zag het alleen niet in mij. Iedereen heeft recht op zijn eigen visie, dus daar kan ik niet kwaad om zijn. Ik heb mijn les geleerd. Ik zal nooit meer doen wat ik daar deed: naar Genk gaan en niet met de trainer spreken. Want Broos kende mij niet, hij vroeg mij: op welke positie speel jij?”

Misschien zijn manier om je te laten voelen waar je moest staan: met de voeten op de grond.

“Ik kwam van Lierse, dus ik stónd met mijn voeten op de grond. We hebben alleen geen conversatie gehad over wat hij van mij verwachtte. Als ik nu ergens heen ga, wil ik zeker zijn dat de trainer mij wil. Hij is het uiteindelijk die de ploeg opstelt. Voor ik naar Westerlo kwam, heb ik met Ceulemans gepraat. Ik hield daar een goed gevoel aan over.”

‘Ik bewonder Boussoufa’

Dat Iakovenko van KRC Genk, waar hij niet doorbrak, overstapt naar Anderlecht doet wenkbrauwen fronsen. Waarom van de bank van een grote club naar een nog grotere club? Een goedmakertje voor zijn makelaar wordt gezegd.

Daniël Renders, assistent-trainer bij Anderlecht: “Wij zaten met veel spelers op aanvallend gebied en hij had dus niet veel kansen om iets te tonen. Daarom hebben we hem nu ook uitgeleend, om hem speelgelegenheid te geven en zo te tonen wat hij kan. We hopen dat hij dit seizoen zijn echte waarde laat zien. Zijn mentaliteit is schitterend, met de glimlach. Maar hij was nog wat te zenuwachtig als hij de kans kreeg. Te snel iets willen bewijzen en dan niet constant genoeg zijn. Maar dat is begrijpelijk voor een jonge speler. Hij wordt 23, met meer wedstrijden nu kan het gaan gebeuren.”

Ook in Oekraïne waren ze verrast dat je op de bank gaat zitten in Genk en Anderlecht, terwijl je ginder naar verluidt bij de top aan de slag zou kunnen.

“Ik had aanbiedingen van een paar goede Oekraïense ploegen, maar het is makkelijker om van hier naar Duitsland, Engeland of waar dan ook te gaan, dan vanuit Oekraïne. Mijn doel was mijzelf aan de rest van Europa te laten zien. Toen ik het lastig had in Genk verklaarde iedereen mij gek dat ik naar Anderlecht ging. Maar ik tekende daar wel een langer contract, hé. In Anderlecht zijn ze goed geweest voor mij, daar heb ik mijn vertrouwen teruggewonnen.”

Over je trainers bij Anderlecht heb je je altijd positief uitgelaten.

“In principe spreek ik nooit over iemand slecht. Jacobs is goed. Zelfs na mijn vertrek hou ik een goed gevoel over aan hem. Hij heeft veel spelers, dus het is niet zijn schuld dat ik niet zo veel speelde. Als ik niet ziek was geworden, was de situatie anders geweest. Maar nu miste ik de voorbereiding. Naar Westerlo komen is een goede beslissing geweest. Soms moet je één stap terug zetten om er twee vooruit te kunnen zetten. Al is dit niet echt een stap terug, want hier spéél ik.”

En je neemt de hoekschoppen en vrije trappen voor je rekening. Met succes.

“Bij Anderlecht hadden ze Boussoufa en nog anderen, dus daar heb ik toen niet meer zo op geoefend. Mijn corners zijn ondertussen al verbeterd en aan mijn vrije trappen heb ik hard gewerkt. Ik bewonder Boussoufa: hij heeft al veel bereikt en is nog altijd gemotiveerd om hard te werken. Zelfs op training.”

Zorg dragen

Westerlo, dat met Lukas Zelenka ooit een talent van Anderlecht huurde, kreeg met Sacha Iakovenko opnieuw een creatieve speler in bruikleen. Daardoor lijkt Iakovenko na vijf jaar eindelijk op de juiste plaats terechtgekomen: onder de top, waar hij kan spelen en zo naar een hoger niveau groeien.

Jan Ceulemans, trainer van Westerlo: “Hij moet niets forceren. Hij weet: als ik mijn best doe, gaan ze content zijn. Als je een jaar kunt spelen, kan je niveau alleen maar omhoog gaan en ik heb de indruk dat hij dat beseft. Hij heeft de combinatie van voetballen en werken in zich en dat is in het hedendaagse voetbal heel belangrijk geworden. Anders zat je dood op het middenveld (met Zelenka, nvdr); nu blijf je negentig minuten gaan. Je moet het kunnen belopen. Hij zou ook kunnen denken: ik kom van Anderlecht, het zal wel gaan. Maar hij heeft die knop in de goede richting omgedraaid.”

Wat hoop je, behalve speelminuten, bij Westerlo te vinden?

“Ik wil mezelf laten zien. Ik stond in de schaduw van anderen bij Anderlecht. Nu wil ik bewijzen dat ik niet slechter ben. Niet alleen tegenover Anderlecht, maar gewoon voor mijzelf.”

Je Oekraïense makelaar, Andrei Golowash, zag je bezig tijdens Westerlo-Club Brugge en praatte daar naar eigen zeggen aan de telefoon lang over na met je vader, die hij al dertig jaar kent. Hem viel vooral een tactische bijsturing op na twintig minuten. Hij zegt: ‘Ceulemans was een grote speler en dat is goed voor Sacha, om een trainer te hebben met zo veel ervaring. Ik zag tegen Brugge dat hij hem zaken rustig uitlegde, met een paar juiste woorden zei hij wat hij wou en Sacha veranderde zonder problemen zijn tactische invulling. Een trainer met autoriteit en vertrouwen is belangrijk voor een jonge speler.’

“Ik kan overal dribbelen, maar ik speel graag centraal, daar ben ik op mijn best, denk ik. Van daar kan ik ook het meest scoren. Maar door onze plaats in de rangschikking moeten we af en toe de opstelling bijsturen. Ceulemans ziet waar de vrije ruimtes liggen in een wedstrijd. In Oekraïne kennen ze hem ook. Hij is zelfs daar beroemd. ‘Wauw, werk jij met Ceulemans?!’, vragen ze.”

Je komt van een ploeg uit de top twee terecht bij een ploeg die het seizoen onder aan de rangschikking begon.

“Het is beter om voor een doel te kunnen vechten en elke week te moeten winnen dan in het midden van het klassement mogen winnen en verliezen en er niet om geven. Maar we willen naar de top zes. Dus het is go, go, go! Die druk ben ik gewoon van bij Anderlecht, daar moesten we ook elke week winnen.

“Ik heb alleen nog niet de constante omdat ik in het verleden veel ritme miste. Maar ik ben van niks bang. Ik kan niet altíjd goed spelen, maar onder een bepaald niveau zal ik nooit zakken. Door meer te spelen, moet ik bovendien meer stabiliteit in mijn spel krijgen. Nu hoop ik dat het beter zal gaan. Ik ben overtuigd van mijn kwaliteiten.”

door raoul de groote – beelden: belga

Ik wil in 2012 met Oekraïne op het EK staan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content