Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

2006 was een bewogen jaar voor sportmakelaar Paul De Geyter. Na een aanslepend meningsverschil met Dirk Degraen werd SEM opgedoekt en Celio Sport & Image opgericht. Voor eens en dan nooit meer, exclusief voor Sport/Voetbalmagazine : De Geyter over de breuk.

Augustus 2006 bezegelden Paul De Geyter en Dirk Degraen het einde van Sport & Entertainment Management, kortweg SEM. Degraen verkocht zijn aandelen aan medeoprichter De Geyter en verdween in de anonimiteit. Het pand in Heverlee waar het sportmakelaarskantoor was gevestigd, staat te koop. Voorlopig werken De Geyter, zijn broer Bart, oud-wielrenner Guy Nulens en Evert Maeschalck, zoon van sportpleiter Johnny, vanuit een vierkantshoeve in Jeuk, op de taalgrens tussen Tienen en Luik. “Ik had kunnen voortdoen met SEM,” begint Paul De Geyter zijn verhaal, “maar het is een heel moeilijk jaar geweest. SEM waren twee mensen : Dirk en ik. Als het niet meer gaat, is dat heel onaangenaam. Eens de scheiding achter de rug was, had ik dan ook iets van : nu begin ik van nul af aan.”

Het einde van SEM heeft ook het einde betekend van de jarenlange vriendschap tussen u en Dirk Degraen.

Paul De Geyter : “Ja, maar ik ga daar niks over zeggen. Wat tussen Dirk en mij is gebeurd, is privé.

“Dirk en ik hadden een ander idee van hoe het verder moest met de zaak. Heel simplistisch gezegd : Dirk wou een kortetermijnpolitiek voeren en ik had, en héb, nog altijd het idee om een sportmanagementkantoor uit te bouwen, wat betekent dat je soms investeert op de lange termijn. Ten tweede : in het begin hadden we zestig voetballers en tien wielrenners, op het einde was het omgekeerd. Dan wringt er iets. In onze laatste balans heb ik met het wielrennen een grotere omzet dan het voetbal, terwijl het idee altijd was dat we 25 procent wielrennen moesten draaien en 75 procent voetbal. Dat is ook een normale verhouding. Komt daarbij dat ik in het wielrennen meer kan anticiperen. Commercieel is 2006 een goed jaar geweest : ik ken mijn commissies voor de volgende twee jaren. De omzet van 2007 daalt – ondanks het vertrek van het voetbal – maar met ongeveer 30 procent, misschien zelfs minder. Ik denk niet dat ik de enige was die zag dat er minder schwung zat in het voetbal.”

Met andere woorden : er werd niet hard genoeg gewerkt ?

“( voorzichtig) Laat ons zeggen dat we niet meer dezelfde gedrevenheid hadden.”

De toppers onder het voetbalcliënteel liepen de een na de ander weg, met Karel Geraerts en Kevin Vandenbergh als laatsten.

“Dan heb je een probleem.”

Was u daarom boos toen Paul Courant na de scheiding zei in Sport/ Voetbalmagazine dat hij het wielrennen niet langer wenste te “bedruipen” ?

“Ik heb altijd een heel goede band gehad met Paul. Dacht ik. Dan zeg je zulke dingen niet, vind ik. Ik krijg nu opmerkingen als : ‘ Awel, gestopt omdat het wielrennen niks opbracht ?’ Die opmerking heeft mij dus schade berokkend. Maar wat mij vooral stoort, is dat Paul hier een bediende was en we een zéér goed contract voor hem hadden onderhandeld. Dat is uitbetaald tot de laatste euro, waarna geopteerd is voor een statuut als zelfstandige. Ik zie niet in waar Paul het wielrennen ooit bedropen zou hebben. We waren één vennootschap, maar hadden twee aparte departementen omdat ik dat al snel zo wilde om te zien wie wat verdiende. Ik vond het onnodig natrappen van Paul, zeker omdat het wielrennen op het eind een grotere omzet draaide.”

Illustreert het niet dat de goede verstandhouding tussen beide afdelingen al langer zoek was ?

Goh … Ik had er meer van verwacht, laat ik het zo zeggen. Ik heb altijd gezegd : het interesseert mij niet om manager te gaan spelen. Ik wilde iets anders : een sportmanagementkantoor. Dat heeft, om het wat lullig te zeggen, meteen goed verkocht. We kregen wat cliënteel, zeker in het voetbal, waar we op een bepaald moment meer dan de helft van de nationale ploeg als klant hadden. Mijn idee was : ik wil met het wielrennen top drie worden in Europa en met het voetbal top drie in België. Op het einde waren we dat helemaal niet meer met het voetbal.”

Bonne chance !

Ooit gedacht dat dit zou gebeuren ?

“Nee, anders was ik er nooit aan begonnen. Dirk is de omslag een jaar of drie geleden al beginnen maken. Op den duur werd ik er zot van. Het enige waar ik nog door geobsedeerd was, was de vraag : hoe gaan we uit elkaar ?”

Omdat het ten koste ging van de zaak ?

“( zucht) Hadden we normaal gedraaid, zoals het van bij het begin de bedoeling was, dan was SEM nu het kantoor dat voor een heel groot stuk het sportmanagement in België beheerste. In het wielrennen én in het voetbal. Met toppers, wat middenmoot en verder jongeren. Toen ik de aandelen van Dirk overnam en hem vroeg wie ik in het voetbal moest opzeggen, bleek er nog een tiental man te zijn. Ik heb geld en tijd geïnvesteerd in deze zaak : als je partner dan zegt dat hij het allemaal niet zo belangrijk meer vindt … Het zat mij heel diep. Pas op, het gaat mij ook niet uitsluitend om geld, geld, geld. Toen ik hieraan begon, had ik helemaal geen verstand van voetbal of wielrennen en was ik door geen van beide sporten gepassioneerd. Ik heb gekozen voor het wielrennen omdat ik graag contracten onderhandel : dat is mijn lange leven.”

Met SEM zou alles anders en beter worden. Dat leverde jullie vooral veel afgunst op. Nu gaan jullie mooi op je gezicht.

“Dat is zo. Kijk, ik vind SEM een mislukking geworden. We hebben niet bereikt wat ik had gewild, maar binnen de zaak heb ik wel mijn doelstelling bereikt : ik bén top drie in het wielrennen in Europa, ik bén een factor waarmee op het Europese vlak rekening wordt gehouden. We hebben 75 procent van de Australische nationale ploeg, het merendeel van de Amerikaanse toppers, Nederlanders …”

Courant ging op zelfstandige basis werken nadat eerder Vincent Mannaert opstapte : waren dat al signalen dat het niet goed meer ging ?

“Op een bepaald moment werkten we in het voetbal met vijf man, op het einde nog met twee. Een goed teken is dat niet, hè ? We waren nog niet waar we moesten zijn en er werd niet aan gewerkt om er te raken. Tien voetballers hadden we nog : dat is niet veel waard. Zo bouw je niets op. Ik heb contractueel nog twee jaar commissie op het contract van Tom Boonen, Leif Hoste, Michael Rogers, Brad McGee, Dave Zabriskie … Dát betekent een meerwaarde voor de zaak.”

Fiets opvreten

Is het niet makkelijker een nauwe band te hebben met renners dan met voetballers, die veel afhankelijker zijn van hun werkgever, van wie ú uiteindelijk ook uw commissie ontvangt ?

“Uiteindelijk gaat het allemaal om vertrouwen : het gevoel bij de sporter dat de beslissing die voor hem wordt genomen, de goede beslissing is. Natuurlijk zijn er verschillen : bij de wielrenners hebben wij op het fiscale vlak voor een kleine revolutie gezorgd. Het voetbal had al zijn pensioenfonds. Het soort inkomsten in het wielrennen en het voetbal is ook anders, maar belangrijker is de vraag : kan je een kantoor runnen met een schoon cliënteel uit verschillende sporten ? In de paar jaar dat het hier goed heeft gemarcheerd, heb ik gezien dat je de sporters de beste service kunt geven als je in één groot kantoor zit.

“De bottomline is : waarom zitten alle sporters bij managers ? Omdat ze nood hebben aan goed advies. Zowel de voetballers als de renners zitten hier in de eerste plaats voor hun contract, want dat is hun inkomen. Weet je wat mij altijd heeft verbaasd ? Dirk zei vaak, als er weer een voetballer vertrok, dat voetballers niet loyaal zijn. Maar bij andere makelaars zie ik dat grote verloop niet. Dat betekent dat je hen wél kan binden als je goed werk levert.

“Ik heb altijd naar transparantie gestreefd. Wij waren een van de eersten in het voetbal van wie iedereen wist wat we pakten : acht procent – toen kon dat nog. In de meeste gevallen werd het loon van de makelaar nog apart onderhandeld, maar bij ons niet. Die duidelijkheid vond ik enorm belangrijk. Je bent een jongen van achttien jaar en je komt binnen in een wereld waar je totaal geen idee hebt wat een goed of een slecht contract is. Daarom boden wij graag die bredere service aan. Die zal áltijd nodig zijn.”

Is het uitgesloten dat u zich opnieuw op het voetbal gooit ?

“Nee. Er zijn contacten, van mensen die contact met mij hebben gezocht en die willen praten. Ik heb mijn droom van een groot sportmanagementkantoor nog altijd niet laten varen, maar ik wil eerst goed kijken waaraan ik begin. Ik ben niet voetbalgepassioneerd, maar dat was ik ook niet met het wielrennen : daar heb ik dus nog het minst schrik van. In het boek waaraan hij momenteel schrijft, vertelt Frank Vandenbroucke een anekdote. Tijdens de onderhandelingen met Cofidis vroeg ik hem : ‘Zeg, zo’n Ronde van Vlaanderen, is dat geen koers voor u ?’ Waarop hij antwoordde : ‘Paul, ik ben tweede geworden dit jaar.’ ( lacht)”

Met voetbal erbij bent u weer gewoon SEM.

“Ja. Ik zou het nog altijd zonde vinden als het kantoor zich moet beperken tot wielrennen en individuele toppers zoals Kim Gevaert, Steve Ramon enzovoort. Voetbal is een belangrijke sporttak en we hebben er in die zes jaar een zekere expertise opgebouwd.”

Maar u hebt hen niet meer in huis.

“Dat is duidelijk : die moet ik aankopen. Ik ben altijd enorm onder de indruk geweest van Paul Courant. Ik vond zijn inzichten fenomenaal. Guy Nulens heeft dat bij ons in het wielrennen.”

Advies voor Ronaldo

Gelooft u nog steeds in de uitgangspunten van SEM ?

“Ja. Ofwel zeg je : het werkt niet, omdat je cliënteel vertrekt. Ofwel vertrekt dat cliënteel om heel andere redenen dan dat je uitgangspunten niet werken. Ik geloof nog altijd dat je met een goede dienstverlening het verschil kunt maken. Kijk, ik zou hier iedereen kunnen buitengooien en nog twee jaar de commissies van de lopende contracten incasseren. En daarna zou ik iets anders kunnen beginnen. Maar ik eindig niet graag met een mislukking.”

Voor het geld hoeft u het niet meer te doen. Voor u naar België kwam, verstrekte u vanuit het Groothertogdom Luxemburg fiscaal advies aan de Zidanes van deze wereld. Dan kan er nu wat idealisme bij : is het dat wat u bedoelt ?

“Versta me niet verkeerd : ik ben ook niet vies van geld. Ik was fiscaal adviseur in Luxemburg : ik adviseerde iedereen, of het nu een schoenenverkoper was of Zinédine Zidane – voor wie ik trouwens níét heb gewerkt. Voor Ronaldo heb ik wel nog gewerkt.”

Werkte u ook niet voor een pak Franse internationals toen die wereldkampioen werden in 1998 ?

“Ja, voor EmmanuelPetit onder anderen. En voor een pak Zweden, zoals Brolin.

“Maar wat dat idealisme betreft : wat mij stoorde toen ik in de sport kwam, was de pseudocamaraderie bij de makelaars. Het waren goede vrienden met hun sporters, ze gingen samen op café, en daar wou ik een beetje van af – al heb ik zelf ook Frank Vandenbroucke in mijn huis genomen natuurlijk. Als je een loodgieter nodig hebt, moet je geen tóffe loodgieter hebben, maar een die zijn job doet. Hetzelfde met sporters : je moet er een goede band mee hebben, er iets voor vóélen, dat is waar, maar het moeten je beste vrienden niet zijn. Die zakelijkheid streef ik na. Anderzijds ben ik financieel zo onafhankelijk dat ik ook zaken kan doen waaraan ik niks verdien. Die luxe heb ik. Dus als je het hebt over idealisme : dat is, denk ik, wat een aantal van mijn cliënten heeft gezien. Wij zíjn niet de pinailleurs van de laatste frank. Maar ik zou het heel ongezond vinden, mocht het onder het mom van ‘goede vrienden onder elkaar’ gebeuren, want dat vind ik niet professioneel. De kwaliteit van het werk mag niet lijden onder een vriendschappelijke band.”

U haalt zelf uw relatie met Frank Vandenbroucke aan : u was getuige op zijn huwelijk en werd peter van zijn tweede dochter. Hoe professioneel was u daar zelf ?

“Hoe noemen ze dat : de uitzondering die de regel bevestigt ? Ik vind het helemaal niet tot de taak van een manager behoren om zo close te zijn met een cliënt. Van je loodgieter verwacht je dat ook niet. Maar je kunt het niet uitsluiten : van Tom Boonen wist ik ook als een van de eersten wat er gaande was. Misschien heb ik een fout gemaakt met Frank, maar ik had en heb hem graag en het klikte bovendien met mijn vrouw. Toch blijf ik vinden dat je altijd een zekere afstand moet bewaren. Anders kan je niet objectief zijn of, wat ik misschien eerder had moeten doen met Frank, ingrijpen op het moment dat het moet. Van een vriend verdraag je veel, hè, maar soms ook té veel. Louter professioneel is dat niet goed.”

Admiral Freebee

Het stukje ‘entertainment’ in SEM is nooit echt van de grond gekomen.

“We kwamen terug uit Luxemburg en ik zou het wat rustiger aan gaan doen. Ik hou van muziek, ik zou dat er naast de sport bijnemen. Een halftijdse bezigheid, dacht ik. We hadden drie groepen, waaronder El Fish en Admiral Freebee. Toch niet slecht. En we hadden de Zamu Awards. Ik herinner me dat ik na een optreden van Admiral Freebee dacht : ik ga niet én overdag werken, én in het weekend naar de koers, én ’s avonds nog eens naar optredens. We hebben Tom ( Van Laere, de frontman van Admiral Freebee, nvdr) zijn eerste platencontract onderhandeld met EMI. Dat is een groot succes geworden, Tom was heel content, maar ik zei hem dat ik het niet verder deed.

“Met Admiral Freebee hadden we een topper in huis en de Zamu Awards hebben we afgestaan nadat het een mooi evenement was geworden. Die dingen stáán er. Zo stoort het mij niet om weg te gaan.”

Is Celio uiteindelijk niet gewoon SEM min voetbal ?

“Misschien wel, ja. Met een paar dingen die we al deden, komen we nu wat meer naar buiten. Het was niet mijn bedoeling om direct veel te zeggen over het stopzetten van SEM. Tot jouw stukje verscheen. Toen moest ik iets terugdoen om te laten zien dat we niet dood waren. Ik heb een brief gestuurd naar al mijn renners om hen de situatie uit te leggen en we zijn ons gaan profileren.

“Zes jaar geleden zijn Dirk en ik begonnen in een branche die we niet kenden : dan bega je stommiteiten. Maar belangrijker dan dat vind ik dat je ontdekt wat je kunt en wat niet. Daar maken onze nevenactiviteiten, zoals de internetsite sportsmarketing.be, deel van uit. We zijn dit seizoen ook met veldrijden begonnen : Sven Nys, Niels Albert, Sven Vanthourenhout en Tom Vannoppen zijn klant – iedereen eigenlijk die niet bij Fidea zit en die ons interesseert. En we organiseren nu in Mechelen onze eerste indoorcyclocross. Na een tijd zien we wat rendabel is en wat niet.

“Ik bouw liever weer rustig iets op. Het voetbal bij SEM was op het einde wheelen en dealen geworden. Het was niet meer de stijl van het kantoor dat ik in gedachten had bij de start en dat stoorde mij. Ik wil fier zijn op wat ik doe.”

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content