Liefst acht eersteklassers wisselden in het tussenseizoen van trainer, maar Hugo Broos zit ondanks een straf palmares gewoon thuis in Varsenare.

Natuurlijk heb ik tijd voor een interview”, zegt Hugo Broos. Voor het gesprek op het terras van het Oud Gemeentehuis van Varsenare plaatsheeft, toch maar eens gepolst bij de acht clubs die van trainer wisselden. Wie heeft aan Hugo Broos gedacht of met hem gesproken? En als ze niet voor hem gekozen hebben, waarom niet?

Bij Charleroi is de naam van Broos nooit gevallen, zegt Raymond Mommens: “Er zijn hier trouwens weinig namen gevallen, omdat het profiel vanaf het begin dat van Jacky Mathijssen was. Daar stond iedereen achter.”

Fi Vanhoof, sportief directeur KV Mechelen: “Toen Peter Maes kwam, hadden wij twee kandidaten: Maes en Marc Brys. Intern is toen beslist: de dag dat Maes vertrekt, gaan we voor Brys. De enige andere kandidaat-trainer met wie we gepraat hebben, is Bart De Roover.”

Vincent Mannaert, manager van Zulte Waregem: “We hebben een profiel opgesteld. Ofwel kies je voor iemand die het klappen van de zweep kent, of voor jong en beginnend. We zijn van bij de start voor het tweede profiel gegaan, omdat we veel geïnvesteerd hebben in een volledige sportieve infrastructuur en iemand wilden die zich daarin kon vinden, die niet zou vragen om andere accenten te leggen. Niet dat we twijfelen aan het vakmanschap van Broos: onze hoofdscout Eddy Mestdagh, die nog met hem werkte bij Moeskroen, is vol lof over Broos.”

Joseph Allijns, voorzitter KV Kortrijk: “Vorig jaar hadden we, voor we Georges Leekens contacteerden, een gesprek met Hugo Broos. Omdat het een trainer is die respect uitstraalt en die resultaten haalt. Toen voelden we van de kant van mijnheer Broos weinig ambitie om bij ons aan de slag te gaan. Dat gesprek is wat ons betreft niet zo positief verlopen. Daarom stond hij dit jaar niet op de shortlist bij de mensen die gemandateerd waren om een nieuwe trainer te zoeken.”

De andere vier hebben wel aan Broos gedacht. Germinal Beerschot belde zelfs met hem.

Herman Kesters, voorzitter Germinal Beerschot: “Ik wens geen commentaar te geven waarom ik niet aan Hugo Broos heb gedacht. Ik kan over Broos niets zeggen omdat ik hem niet ken. Het is inderdaad zo dat Gunther Hofmans niet wist dat ik al met Glen De Boeck onderhandelde. Met Broos heb ik nooit gepraat, met zijn manager, die hem had aangeboden, evenmin. Waarom ik niet aan hem dacht, daar ga ik niet op in, ik wil daar niet op reageren. Ik had me vastgepind op Glen en na ons eerste gesprek heb ik dat doorgedrukt.”

Willy Reynders, sportief directeur Lokeren: “Bij ons is over Broos gesproken, hij was bij de laatste drie kandidaten, maar we hebben niet met hem gepraat. Waarom hij het niet werd, dat is interne keuken. We zijn uiteindelijk voor een ander profiel gegaan.”

Yvan Vandamme, managing director van Cercle Brugge: “Wij hebben aan Broos gedacht, hij was een van de 25 kandidaten, maar we zochten een jonger profiel. Een nieuw, fris gezicht, iemand die nieuwe ideeën zou brengen, zoals we drie jaar geleden al eens deden met Glen De Boeck.”

Ivan De Witte, voorzitter AA Gent: “Uiteraard was Broos bij de mogelijke pistes waar we aan gedacht hebben, Hugo staat voor degelijkheid, heeft persoonlijkheid, het is een integer en betrouwbaar man, maar uiteindelijk zijn we voluit voor Francky Dury gegaan omdat we in zijn aanpak geloofden. Bij Zulte Waregem bewees hij dat hij meer kan doen met minder. Als je in iemand gelooft, moet je geen andere kandidaten meer laten opdraven. In deze wereld kan je moeilijk dingen uit de media houden. Zonder die mediadruk kan je al eens een vrijblijvend gesprek hebben met iemand als Broos. Nu niet want het verschijnt in de media. Als je je op iemand focust, moet je die persoon niet het gevoel geven dat hij er maar één uit het rijtje is.”

Frustrerend

Hugo Broos (58) luistert aandachtig naar de reacties. “Dat men voor een ander profiel kiest, of voor een beginnende trainer, daar kan ik mee leven. Maar dat men dat niet vlakaf aan me zegt, of aan mijn manager ( Evert Maesschalk, nvdr), die me aanbood bij de clubs die vrij waren – behalve bij Charleroi – dat vind ik niet netjes. Evert heeft met een paar clubs nog een paar keer gebeld, of mijn profiel hen interesseerde. Jaja, was het dan. Zeg dan gewoon: nee, en eventueel waarom niet. Dan heb ik er ook iets aan. Dit vind ik frustrerend.

“Alleen Gunther Hofmans, met wie ik een afspraak had op Germinal Beerschot, belde om zich te excuseren dat het niet doorging, omdat de voorzitter langs hem heen al Glen De Boeck had gecontacteerd. Via via liet Herman Helleputte me weten dat Lierse waarschijnlijk met Aimé Anthuenis zou doorgaan, omdat ik mijn kandidatuur daar had ingediend toen nog niet duidelijk was of ze met Aimé zouden doorgaan.”

Was Lierse niet de club die je niet zag zitten omdat je geen zin had om elke dag door de Kennedytunnel te rijden?

“Nog zo’n belachelijk verhaal. Genk was wel een pak verder dan Lier, hoor. Met Lierse had ik na het vertrek van Gerets naar Club een gesprek, tot ik hoorde dat een aantal spelers niet op mijn komst zat te wachten. Daarom ben ik daar toen niet naartoe gegaan.”

Met hoeveel Belgische clubs sprak je vorige zomer?

“Met Kortrijk. Ik vond dat een positief gesprek, maar blijkbaar was mijn antwoord op hun opmerking dat ze negen nieuwe spelers moesten halen (“dat zal niet gemakkelijk worden”) er te veel aan. Plots hoorde ik niets meer, terwijl we toch al drie keer aan tafel hadden gezeten.”

Dit jaar praatte je alleen met Germinal Beerschot?

“Ze belden met de vraag of we eens konden praten. Een dag later belde een journalist me dat er bij Cercle een plaats vrijkwam omdat De Boeck er wegging. Op mijn vraag waar die dan naartoe ging, was het antwoord: Germinal Beerschot. Ik zei: wablief? Ik had voor de volgende week een afspraak met hen.”

Bij de nationale ploeg was je ook niet in beeld?

“Nee.”

Heeft dat iets te maken met het feit dat Philippe Collin, met wie je bij Anderlecht botste, in de technische commissie van de bond zit?

“Ik denk het wel, anders kan ik me niet voorstellen dat ze met iedereen gaan praten en niet met iemand met mijn palmares, die vier keer trainer van het jaar was.”

Misschien heb je al te veel gewonnen.

“Het verhaal dat Michel Louwagie ooit op de vraag waarom Gent mij niet nam, geantwoord zou hebben ‘die heeft al te veel gewonnen’, kan ik niet eens geloven. Is het dan beter dat je minder wint, omdat men denkt dat je dan nog meer honger hebt? Als ik geen sportieve honger meer had, zou ik niet zo ziek geweest zijn van mijn ontslag bij Anderlecht.

“Als ik een beetje reclame mag maken voor mezelf durf ik te zeggen: de club die straks Hugo Broos haalt, zal daar een goeie zaak aan doen. Ik heb nog dezelfde drive als toen ik 20 jaar geleden in dit vak stapte, plus de honger om te bewijzen dat al die mensen die nu niet eens met mij wilden praten, zich vergist hebben.”

Van de Belgische topclubs heb je alleen Standard niet getraind. Heeft Luciano D’Onofrio je nooit aangesproken?

(lacht) “Toch wel. Maar ik kende hem niet en heb hem weggestuurd uit de perszaal. Na een Standard-Moeskroen klampte iemand die ik niet kende me aan op weg naar de persconferentie, met de mededeling: ‘Ha, hier de trainer die ook buiten het veld commentaar heeft.’ Ik had inderdaad in een interview vooraf gezegd dat je het op Standard nooit tegen slechts elf man moest opnemen. Ik zei tegen hem: ‘Volgens mij bent u geen journalist, en moet u hier dus weg.’ Achteraf zei de man die me naar de persconferentie bracht: ‘ Monsieur Broos, dat was wel Lucien D’Onofrio!’ Meteen wist ik dat ik Standard van mijn verlanglijstje kon schrappen.”

Je hebt, op je debuut bij RWDM na, alleen nog maar grote clubs in België gehad. Zou het je interesseren als pakweg Eupen je belt?

“Ik heb in Genk gewerkt, wat zou die honderd kilometer extra me dan uitmaken?

“Denk nu niet dat ik Kortrijk, Cercle of Zulte Waregem te min vind om er te werken. Twee weken geleden zei een Cerclesupporter nog dat hij me bij Cercle verwacht had. ‘Maar wij kunnen jou niet betalen’, voegde hij eraan toe. ‘Hoe weet jij dat, en hoe weet Cercle dat?’, heb ik hem gevraagd. Want dat is het net. Dat verhaal leeft, maar niemand heeft me al eens gevraagd wat ik wilde verdienen.

“De laatste weken pieker ik me suf: hoe zou het komen dat ik nergens meer aan de bak kom? Misschien heb ik één grote fout gemaakt: ik ben overal te lang gebleven. Wat is het beste wat je tegenwoordig kan doen? Weggaan waar en wanneer het goed gaat, ook al heb je nog een contract. Ik had na twee jaar moeten weggaan bij Club, Moeskroen en Anderlecht. Maar een negatief trekje van mij is dat ik graag blijf waar ik het goed heb. Waarom zou ik, als ik met Anderlecht kampioen werd en Champions League mag spelen, naar Panathinaikos gaan, alleen om daar meer geld te verdienen? Zo zit ik niet in mekaar.”

Teheran

Je kon nu toch naar Teheran?

“Als geld mijn doel was, zat ik nu daar. Op een dag kreeg ik een telefoontje van Milan Ruzic, ex-speler van Gent. Of Steel Azin uit Teheran me interesseerde? Nee. Of een vriend van hem me eens mocht bellen. Drie keer heb ik nee gezegd, toen liet ik me toch overhalen om eens te gaan kijken. Steel Azin is de enige privéclub in een competitie met overheidsclubs, sportief zag het er goed uit. Ik kon daar heel veel verdienen, ik mocht mijn staf zelf samenstellen zolang ik binnen het vooropgestelde budget bleef. Ik kon zo tekenen, ik was echt niet zo duur als Denizli, die tot voor kort bij Besiktas zat. Die vroeg zeven miljoen dollar per jaar. Voor mij mocht het net iets minder zijn.”

Waarom ben je daar dan niet?

“Als je dat doet, moet het met je volle goesting zijn, heb ik van mijn ervaring bij Trabzon geleerd. Daar ben ik halsoverkop ingesprongen, omdat ik toen al voelde dat het in België moeilijk zou worden. Alleen had ik me vooraf beter moeten informeren over de situatie ginder. Ik mocht een hulptrainer en een physical trainer meenemen, maar toen ik daar aankwam, hadden ze die al. In Teheran zou mijn vrouw in een gouden kooi zitten, en de vrouwen van mijn kandidaat-assistenten ook.”

Een beetje Nederlander was wel naar Teheran gegaan, al was het maar voor het geld.

“Geld is nooit mijn voornaamste drijfveer geweest. Wel is het zo dat de Nederlandse vakvereniging voor trainers zijn coaches uitstekend promoot. De belangen van de Belgische trainers behartigt niemand. Wij moeten voor onszelf zorgen. Terwijl er toch een aantal zaken zijn die dringend aangepakt moeten worden.”

Zoals?

“Dat Bob Peeters in eerste klasse mag trainen zonder dat hij een diploma heeft. Dat Cercle al twee keer iemand neemt zonder diploma en dat verdoezelt door daar iemand naast te zetten die wel een diploma heeft. Dat kan in geen enkel ander land. De eerste vraag die ik in Griekenland, Turkije en Iran kreeg, was: laat uw diploma eens zien. Jacky Munaron moest bij Trabzon eerst zijn diploma tonen, of hij mocht terug naar huis. In Nederland mocht Boskamp ook niet binnen omdat hij het juiste papier niet had.”

Bob Peeters moet toch een keer kunnen beginnen?

“Ik voel me niet beter dan Bob Peeters of Danny Ost. Het gaat om het principe. Als je het in het buitenland moet hebben, waarom dan hier niet? Je denkt toch niet dat Marco van Basten direct hoofdtrainer was bij Ajax? Die heeft ook eerst een jaar met de jeugd gewerkt, tot hij zijn papieren had.”

Tien jaar geleden antwoordde je op de vraag of het buitenland je niet trok: ‘In Griekenland of Turkije zie ik mezelf geen trainer worden. Jamais.’ Intussen ben je daar wel al geweest.

“Ik wilde dat inderdaad liever niet, maar men laat me geen keus. Ik zit nu zeven maanden thuis, en heb alleen één telefoontje van Gunther Hofmans gehad. Ik heb niets tegen het buitenland, maar een aanbod van Twente, PSV of Wolfsburg heb ik nog niet gehad, wel één van Trabzon dat de laatste 25 jaar 21 trainers versleet. Trabzon had ik nooit mogen doen, zeker niet omdat ik na veertien dagen hoorde dat ze eigenlijk niet mij wilden, maar Senol Günes ( de huidige trainer, nvdr). Die was pas in december vrij, en tegen dan zou ik wel al ontslagen zijn.”

Is het wereldje veranderd?

“Je moet nu, naast resultaten halen, al eens opvallende dingen doen. Succes alleen volstaat niet meer. Anderzijds stel ik vast dat men nu weer waardeert wat men me vroeger verweet. Men vond dat er een generatiekloof was tussen mij en de jonge spelers, maar nu wordt de discipline weer aangescherpt. Geen iPods meer bij Advocaat! Toen wij bij Anderlecht Kompany aanpakten, kwam Colin ons tot voorzichtigheid aanmanen, ‘anders zou die jongen wel eens van de ene op de andere dag kunnen stoppen met voetballen.’ Diezelfde Colin die na een werkbezoek bij Arsenal verbaasd uitriep dat niemand na de training met de schoenen in de kleedkamer mocht, en dat zelfs Thierry Henry zich daaraan hield. Terwijl wij dachten: als dat daar de afspraken zijn, waarom zou Henry zich daar dan niet aan houden?”

Hoe lang houd je dit nog vol?

“Het moet geen zes maanden meer duren, dat ziet mijn vrouw ook aan mij.”

En als het wel zes maanden duurt? Je gaat toch niet in de Damse Vaart springen?

(grimmig) “Zover gaan ze me niet krijgen, hoor.”

Maar de tijd dringt. Was jij niet degene die verzekerde dat je op je 60e niet meer op de bank zou zitten als trainer? Of ben je van mening veranderd?

“Nee, maar men moet je ook de kans geven om nog eens alles uit de kast te halen.”

Waarom ga je gewoon niet eens een jaar op wereldreis?

“Eerst wil ik nog eens iets bewijzen. Dat gevoel heb ik wel, dat ik mezelf opnieuw moet bewijzen. Dat wil ik ook. Ik ben niet bang van de jonge wolven. Ik voel mezelf een oude jonge wolf. Als ik nog eens heb bewezen wat ik kan, dan ga ik op wereldreis. Niet andersom.”

door geert foutré – beelden: reporters

Denk nu niet dat ik Kortrijk, Cercle of Zulte Waregem te min vind om er te werken. Misschien heb ik één grote fout gemaakt: ik ben overal te lang gebleven. Als geld mijn drijfveer was, zat ik nu in Teheran.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content