Terwijl Manchester City zich als rijkste club ter wereld bij de Engelse top wil hijsen, werkt Vincent Kompany verbeten aan zijn revalidatie. ‘Over twee maanden wil ik weer op het veld staan.’

J eff Salkie moet de enige taxichauffeur in Manchester zijn zonder voorkeur voor United of City. Tot zijn veertiende was hij, zoals de rest van de familie, fan van City: “Tot ik het bestaan van vrouwen ontdekte.” Als amateurvoetballer lag hij na een knieoperatie ooit op de kinetafel naast Bryan Robson op Uniteds trainingscentrum Carrington. “Mijn kine werkte toevallig voor United en vond het makkelijker dat ik daar kwam. Op een dag lag ik tussen een blanke en een zwarte speler. Ik hoorde dat een van hen Brian Robson was. Ik dacht: dat zal die zwarte wel zijn. Ik kende Robson niet. Twintig jaar later werd ik op een liefdadigheidsbal aan hem voorgesteld door mijn vrouw. Ik schrok en zei: ‘God, ik dacht dat u zwart was.'”

Salkies collega’s zijn ietwat fanatieker. Wanneer na het interview met Vincent Kompany een taxi wordt besteld op City’s trainingscentrum, doet de chauffeur alsof hij de bestemming niet goed gehoord heeft. Nochtans liggen beide trainingscentrums nog geen twee kilometer van mekaar. De man vraagt het nog eens nadrukkelijk: “Willen jullie écht dat ik jullie naar Carrington voer?” en geeft dan toe. Kompany, meegevraagd om op de Nike Premier Cup een wedstrijd van de U15 van Genk te volgen, aarzelt ook. Hij is nog nooit op Carrington geweest. “Kan ik dat wel doen?”

Wanneer hij uit de auto stapt, wordt hij aangegaapt als een buitenaards wezen. Aarzelend betreedt hij de lounge van de Academy. Het ijs breekt wanneer een paar ballenjongens, jeugdspelers van United, hem bij het betreden van de velden, om een handtekening vragen en bekennen: “Wij zijn supporter van City!” Vervolgens wil iedereen met Kompany op de foto, spelers van Genk én toeschouwers. Terwijl de Belg wegwandelt, zegt de terreinverantwoordelijke van United tegen een paar bezoekers: ” That’s Kompany! He’s a great player.”

Eerst kon het interview niet in het trainingscentrum. Een telefoontje van Kompany, en het kan wél.

Kompany heeft nog één voet in een speciaal verband. Het interview dat City’s sterspeler Robinho geeft, is nog niet afgelopen. Het loopt zo lang uit dat de persverantwoordelijke zijn eigen bureau, naast het perszaaltje, afstaat.

Het is transfertijd. Bekijk jij nu elke dag in de krant wat er over jou verschijnt?

Vincent Kompany: “Nee, ik heb nu het gevoel dat ik op de juiste plek zit, ik ben vooral met mijn revalidatie bezig.”

Jij kwam voor zeven miljoen euro, Robinho kostte vier keer meer. Voelde je dat hij vier keer hoger ingeschat werd?

“Nee. Stephen Ireland is bij ons een topper, maar hij heeft niets gekost: hij komt uit de jeugdwerking, net zoals ik uit de jeugdwerking van Anderlecht kwam. Je prestaties op het veld bepalen je waarde.”

Roger Blanpain, professor arbeidsrecht, vindt dat spelers gekocht en verkocht worden als vee: Kaká wilde niet weg bij Milan, maar hij zit wel bij Real. Heeft hij een punt?

“Ik voel me geen stuk vee. Als ik onze situatie vergelijk met de Amerikaanse basketters uit de NFL, die overstappen van het collegebasket naar de profcompetitie, vind ik dat wij nog veel rechten hebben: zij worden gedraft, hebben helemaal geen inspraak in waar ze heen gaan. Zij hebben niets te zeggen. Wij wel. Als ik hier mijn contract wil uitdoen, kan men het me moeilijk maken, druk uitoefenen, maar onder dat contract komen ze niet uit. Je kan je bij de transferbedragen ethische vragen stellen, maar die kan je ook stellen bij wat in het bankwezen en bij topmanagers gebeurt.”

Heb je vorig jaar in die warrige periode met Hamburg en de olympische ploeg zelf je parcours bepaald?

“Toch wel. Het ging heel snel, maar ik wilde zelf weg. Ik had een meningsverschil, bijna een ethisch verschil, met één man: de voorzitter. Daarom was ik blij dat ik zo snel naar het kampioenschap kon waar ik altijd al naartoe had gewild.”

Als je niet met België naar de Spelen gaat, zit je dan nu nog bij Hamburg?

“Meer dan waarschijnlijk wel, ja. Toen ik een maand daar zat, besefte ik pas dat ook Hamburg een grote club was, waar voor elke thuismatch 60.000 toeschouwers zaten, dat ik in een ongemeen interessante en hoogstaande competitie speelde en in een stad leefde waar ik me heel goed voelde. Ook bij Manchester City vind ik het beter dan ik vooraf ingeschat had. Uiteindelijk belandde ik een jaar vroeger in de Premier League dan ik gedacht had.”

Kleine federatie

Was het meningsverschil met HSV onoplosbaar?

“Vanaf dag één had ik eruit kunnen komen. Op voorwaarde dat ik alles wat ik in mijn opvoeding heb meegekregen naast me neer zou leggen, dat ik niet voor mijn mening zou uitkomen, en dat ik me hypocriet zou gedragen. Ik koos ervoor mijn mening te zeggen op een besliste, maar beleefde manier. In heel die discussie heb ik nooit de controle verloren. Het enige waar ik achteraf spijt van heb, is dat ik het olympische toernooi niet kon uitspelen. Na mijn vertrek bij HSV hield ik met iedereen een goed contact, behalve met de voorzitter.”

Na je terugkeer uit Peking gaf je in Hamburg een opmerkelijk tv-interview van ruim twintig minuten in het Duits waarin je begrip vroeg voor jouw standpunt, omdat je liefst op de Spelen was gebleven. Je zei: ‘Ik ben maar een speler uit een klein land en een kleine federatie.’

“Ik vond dat men in Duitsland het overzicht verloor. Was Duitsland op het olympisch voetbaltoernooi in Peking aanwezig geweest en een club had Podolski verboden voor zijn land te spelen, had de Duitse pers zich tegen die club gekeerd, niet tegen de speler. Nu gebeurde het andersom. Diego is niet moeten terugkeren naar Werder, hé.”

Hij kwam uit een groot voetballand.

“Absoluut. Ik speel niet voor Brazilië of Argentinië. Dat is nu eenmaal zo.”

Waarom wilde je zo graag op de Spelen blijven?

“Omdat ik graag voor mijn land speel, omdat het een groot toernooi betreft, maar ook omdat veel van mijn ploegmaats jeugdvrienden zijn: Yves Makabu Ma-Kalambay ken ik van mijn zes jaar, FarisHaroun en AnthonyVanden Borre vanaf mijn zevende. Het was meer een hechte groep dan een selectie, dat was ook wat ons zo sterk maakte.”

Uiteindelijk stelt voetbal op de Spelen niet zo veel voor: het is een veredeld jeugdtoernooi, iedereen deed wat hij wilde en jij bepaalde de tactiek. Of niet?

“Vierde worden op de Spelen is gewoon een goeie prestatie. Ik was er niet bij toen ze op het EK de finale haalden, ik was er niet bij toen ze Italië klopten, dus zal de trainer wel de tactiek bepaald hebben. We hebben daar een paar keer samen over gepraat, maar zo gaat dat ook bij grote clubs.”

Wat heeft dat incident je over het voetbalwereldje geleerd?

“Dat je, wanneer het woelig is, meester moet zijn over je emoties, je uitspraken en je gedrag. Dat is me toen gelukt. Ik heb een paar keer krachtig laten weten wat ik dacht, maar meteen daarna deed ik weer waar het om gaat: presteren op het veld.”

Wat heb je in Duitsland geleerd?

“Dat de Bundesliga toch wel indrukwekkend is. Ik speel nu in de Premier League, met veel fantastische stadions, maar de beste stadions vond ik toch de Duitse. Als kind groeide ik niet met de Bundesliga op, maar toen ik er kwam vond ik de Bundesliga met haar nieuwe volle stadions een ongelofelijke gebeurtenis. Ik speelde er ook met de betere voetballers uit de toplanden. Je wordt enkel beter als je omringd bent door goeie spelers.”

Je sprak ook goed Duits.

“Eerst volgde ik de cursus op de club, maar na twee maanden had ik dat niveau al ingehaald. Dat heeft zeker mijn integratie geholpen. Op school kreeg ik al Duits en Engels, maar het meeste Engels leerde ik door naar tv te kijken. Ze zouden op alle zenders films in originele versie moeten tonen, met onderschriften.”

Middenvelder

In Hamburg verdedigde je de kleuren van een hele stad, Manchester is op het voetbalvlak een verdeelde stad. Voel je dat?

“Nee. Het is raar, in de stad ontmoet ik alleen fans van City. Misschien klopt het dan toch dat de inwoners van Manchester zelf fans van ons zijn, terwijl de mensen uit de streek rond Manchester voor United supporteren. De rivaliteit is groot, maar het respect dat men in Engeland tegenover spelers heeft, is al even groot.”

Na hoeveel tijd wist je: dit is mijn competitie?

“Al na een paar minuten in de eerste match, thuis tegen West Ham, voelde ik: hier had ik altijd al moeten spelen. Het ging snel, er komt fysiek bij te pas en er wordt direct gevoetbald. Was ik meteen van België naar Engeland gegaan, zou het waarschijnlijk moeilijker geweest zijn. In Duitsland speelde ik vaak wedstrijden voor 60.000 man. Er moet al veel gebeuren opdat ik nog ergens van onder de indruk zou komen tijdens een wedstrijd.”

Hoe lang heb je met injecties in je teen gespeeld?

“Drie maanden. Al die tijd ging ik over mijn pijngrens. Ook dat heb ik in Duitsland geleerd. Als je niet over die grens kunt gaan, zul je nooit het maximum uit je mogelijkheden halen. Ik heb ook niet getwijfeld om met inspuitingen te spelen. Je kunt wel zeggen dat ik zonder die inspuitingen nu misschien fit was geweest en dat ik drie maanden minder presteerde dan ik tevoren deed, maar het volstond voor een basisplaats en om mijn team te helpen. Ik heb, door op die vraag in te gaan, binnen de club ook veel respect afgedwongen. Pijn is nu iets waarmee ik kan omgaan. Over twee maanden hoop ik weer op het veld te staan.”

Waarom zijn jullie maar tiende ge-eindigd?

“Omdat we er buitenshuis weinig van bakten. Qua thuisresultaten waren we bij de top drie, qua uitresultaten waren we degradatiekandidaat.”

Speelden jullie buitenshuis dan met knikkende knieën?

“Nee, maar thuis konden we ons eigen spel opleggen. Wij voetbalden bij voorkeur met snel en technisch combinatievoetbal, heel aanvallend. We scoorden ook veel. Thuis hadden we een fantastisch veld, heel groot, het gras kort geknipt, met een publiek dat ons vooruit stuwde. Op Stoke is het veld al iets meer bruin dan groen en na een kwartier is het omgeploegd, want al die mannen wegen minstens honderd kilo. Wij waren fysiek meestal niet sterk genoeg om buitenshuis die veldslagen aan te gaan.”

Had er, achteraf bekeken, meer ingezeten dan die tiende plaats?

“Ik denk het niet.”

Wie zijn de titelkandidaten voor komend seizoen?

“Dezelfde vier: United, Arsenal, Chelsea en Liverpool. City ambieert een plaats bij die eerste vier, dat wordt al moeilijk genoeg. Ik heb geen zin om tijd te verliezen met een overgangsjaar, maar het lijkt me niet onlogisch dat we nog wat tijd nodig hebben om de top te halen.”

Jullie spelen straks niet Europees. Hoe lang is dat voor jou geleden?

“Ik heb het nooit eerder meegemaakt. Maar misschien is het niet eens zo slecht in de ontwikkeling van deze club dat we een week hebben om naar de volgende wedstrijd toe te leven en de vorige te analyseren.”

Je zit, zeg je, in je droomcompetitie. Wat wil je nog meer?

“Ik wil prijzen pakken. In de grote competities voor de prijzen meestrijden zoals ik dat in België gewoon was.”

Wat vind je zelf het grootste verschil tussen de voetbalbeleving in Duitsland en die in Engeland?

“In Duitsland draait alles om de fans en de clubs. Geld is belangrijk, maar speelt geen bepalende rol. Behalve bij Bayern zit iedereen ongeveer in dezelfde looncategorie. Dat is in Engeland anders. Hier telt meer dan voetbal alleen, hier is ook marketing van de individuele speler belangrijk. In Duitsland zijn er geen vedetten. Spelers hebben er niet dezelfde privileges als in Engeland. Van der Vaart was een topvoetballer, maar geen vedette, terwijl hier een goeie speler bijna een bedrijf op zich is. Als in Duitsland 300 fans staan te wachten, moet je die allemaal een handtekening geven, anders krijg je problemen.”

City is druk bezig topspelers in te kopen. Ben je niet bang voor je plaats?

“Nee. Heel mijn carrière heb ik ernaartoe gewerkt om op dit niveau te komen, een niveau waarop je nooit zeker bent van je plaats. Concurrentie vind ik nodig om het beste uit jezelf te halen. Als ik bij Hamburg fit was, was ik er negentig procent zeker van dat ik speelde. Als je in een ploeg speelt waar het makkelijk is om een basisplaats te hebben, is dat doorgaans een ploeg die niet meedoet voor de prijzen.”

Je sponsor Nike voert campagne met de slogan Make the difference. Hoe wil jij voor City het verschil maken?

“Vorig seizoen toonde ik dat ik een enorme wilskracht heb. Wat ik nu veel beter doe dan vroeger is mijn leiderscapaciteiten meer ten dienste stellen van het team. Op termijn moet ik een belangrijke basisspeler worden in een grote ploeg.”

Je bent bij City meer een middenvelder dan een verdediger geworden.

“Ik heb hier alleen op het middenveld gespeeld, dat was me tevoren ook gezegd. Toch stond ik altijd in de basis, ook al zijn mijn concurrenten international bij grote voetballanden.”

Rode Duivels

Hoe ontgoocheld ben je dat jullie straks met de Rode Duivels niet naar het WK gaan?

“Daar wil ik pas over praten als dat mathematisch niet meer kan.”

Waarom lukt het bij de nationale ploeg niet, ondanks alle aanwezige talent?

“Misschien missen we nog wat ervaring. Ik heb altijd gezegd dat het fantastisch zou zijn als we 2012 haalden, maar ik vond dat de ploeg daarvoor iets rijper had moeten zijn. Ik heb het gevoel dat de volgende campagne onze campagne wordt. Het zou me zeer verbazen als we ons in de volgende campagne niet kunnen plaatsen voor de eindronde.”

Had Vandereycken iets anders kunnen of moeten doen?

“Als 23-jarige voetballer is het niet mijn rol een trainer iets te verwijten, en zeker niet via de media.”

Wat dacht je toen er een buitenlandse bondscoach werd aangesteld?

“Ik heb altijd gepleit voor een buitenlandse bondscoach. Wij zijn geen land als een ander. Een buitenlandse bondscoach zal veel dingen makkelijker maken. Niet tegenover de spelers, maar tegenover de media. De Belgische pers heeft een ongelofelijke invloed op de nationale ploeg.”

Overdrijf je niet een beetje?

“Nee. In andere landen raakt de pers moeilijker bij de spelers. Probeer meer eens David Beckham iets slechts te laten vertellen over een ploegmaat. Omdat wij zo toegankelijk zijn, en dus benaderbaar in emotionele momenten, kan dat bij ons wel. Als je niet bij de spelers raakt, krijg je die emotionele reacties niet. In Engeland is het voor de pers niet gemakkelijk om bij de spelers te raken. Vandaag gaf Robinho hier een interview, maar het kan zijn laatste zijn voor de komende maanden, op wat korte reacties voor Sky Sports op tv na.”

Je zet jezelf in voor ontwikkelingshulp. Maak je daar een verschil mee, of is het een druppel op een hete plaat?

“In Afrika kun je elke minuut het verschil maken voor iemand. Misschien niet structureel, maar met tien dollar kun je al iemands leven redden. Dat is misschien maar een druppel op een hete plaat, maar het is wel een persoon die je het leven aanbiedt. Mijn droom is het verschil te maken voor miljoenen mensen, maar ik ben nog maar 23. Ik wil gewoon andere mensen dezelfde kansen geven die ik heb gekregen.”

door geert foutré

Mijn droom is het verschil te maken voor miljoenen mensen.

Ik heb binnen de club veel respect afgedwongen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content