Als er vorig seizoen één man glorieerde in Duitsland, dan wel Klaus Toppmöller, de trainer van Bayer Leverkusen. Een exclusief interview aan de vooravond van een nieuwe Bundesliga.

Het is een prettig weerzien met Klaus Toppmöller. Vijf jaar geleden had hij als trainer van het bescheiden Bochum, toen de tegenstander van Club Brugge in de Europabeker, nog alle tijd voor een gesprek. Nu minder, maar toch loopt het gesprek opnieuw uit. Onder zijn leiding domineerde Bayer Leverkusen vorig seizoen het kampioenschap in Duitsland én Europa, maar aan het eind van de rit had het naast alle prijzen gegrepen. Tweede in de Duitse competitie én beker, tweede in de Champions League. Topmoller (die deze week 51 wordt) babbelt en rookt er ruim een uur op los. Vraagt hoe je vanuit Noordwijk het snelst in Brugge komt, want hij wil Club-Dinamo Boekarest zien. En informeert of Wesley Sonck nog van plan is om dit jaar te vertrekken. “Sonck kan een type- Wilmots worden”, bedenkt hij.

Plots schrikt Toppmöller op als hij naar zijn uurwerk kijkt. Straks is hij nog te laat voor de training. Er wacht hem daar werk, want vandaag voegen de WK-gangers zich voor het eerst bij de groep.

Geen andere trainer ter wereld kan er zich op beroepen dat hij zes spelers heeft die een halve finale op het WK betwisten. En dan vertrokken Ballack en Zé Roberto nog naar Bayern, of u had er acht.

Klaus Toppmöller : Daar ben ik best trots op. Elke ploeg wil spelers die meetellen. Het was een bewijs te meer dat we een goed seizoen maakten. Opmerkelijk is dat de betrokken spelers, net als bij ons, ook op dat WK een bepalende rol speelden. Hoe dat komt, weet ik niet. Vergeet niet dat niemand meer wedstrijden speelde dan onze spelers. Sinds juli vorig jaar werkten we met Leverkusen 63 wedstrijden af. Terwijl de andere WK-gangers even konden recupereren, kregen die van ons er nog een bekerfinale en een Champions Leaguefinale bovenop. Vervolgens reisden ze in zeven haasten naar het trainingskamp van hun nationale ploeg af om wéér te gaan voetballen. Maar toch : Neuville was niet fit toen hij in het Duitse kamp arriveerde, en Ballack speelde met een blessure die hem al parten speelde tijdens de competitie. Dat zag je op het WK. Het maakt er hun prestaties des te opmerkelijker op. Daarom ook kregen ze van mij extra vakantie.

Opmerkelijk was ook de mentale kracht die ze opbrachten, wat niet evident is voor spelers die met hun club overal naast grepen.

Eigenlijk hebben zij alles gewonnen, ook al werden we drie keer tweede. In alle individuele ranglijsten staan onze spelers aan de leiding. Het was een reuzenjaar voor de hele club, het meest succesvolle seizoen uit de hele clubgeschiedenis. Natuurlijk is het jammer dat we geen enkele prijs haalden, maar dat maakt onze verdiensten er niet kleiner op.

Hebt u drie eerste plaatsen verloren of drie tweede plaatsen gewonnen?

Drie tweede plaatsen gewonnen. Absoluut. Ik ben meer trots dan ontgoocheld. Pas over een paar jaar zal men hier pas echt beseffen welke prestatie Leverkusen in de Champions League heeft neergezet. Qua impact en leerproces was het veel groter dan een landstitel.

U hebt iedereen verrast. In de prognoses voor vorig seizoen werd uw ploeg door de meesten hooguit een plaats in de subtop voorspeld. De grootste optimisten gokten op een derde of vierde plaats.

Allemaal zaten ze er naast. Hoewel ik de kenners gewaarschuwd had dat we voor de titel zouden meespelen. Ik wist dat mijn team beter was dan algemeen gedacht. Toch was iedereen achteraf ontgoocheld omdat we maar tweede werden. Terwijl dat een stuk beter was dan zij in hun stoutste prognoses hadden durven te voorspellen.

Nu schuift u Leverkusen zelf niet naar voor als titelfavoriet.

Dat we zo hoog zijn geëindigd, kwam mede door de sterke prestaties van Ballack en Zé Roberto. Zonder hen wordt bevestigen een stuk moeilijker. De anderen schilderen ons graag af als kandidaat-kampioen, terwijl zij op zijn minst even sterk zijn. Dortmund en München lieten niemand vertrekken, terwijl wij zwakker zijn door het vertrek van die twee, die op hun beurt München een stuk sterker maken. Maar maakt u zich geen zorgen : de favorietenrol geef ik graag af, maar wij zullen wel bovenin meedraaien.

Als u dit jaar de keuze krijgt tussen weer drie keer tweede worden of één prijs winnen, waar gaat u dan voor ?

Zelf teken ik onmiddellijk voor nog eens drie keer tweede worden. Omdat je dan bevestigt dat het succes niet eenmalig was. Maar in Leverkusen droomt men al zolang van de landstitel, die ze hier nooit wonnen, dat ik toch maar voor die titel kies. Omdat het belang van de club boven de wensen van een trainer staat.

Hoe belangrijk was Ballack voor het succes ?

Een individu is maar belangrijk als hij zijn kwaliteiten ten dienste stelt van het team. Ballack deed dat voorbeeldig en zonder morren. Toen onze verdedigende middenvelders tijdelijk uitvielen, voelde hij zich niet te goed om die rol over te nemen. Ook al kwam hij er niet aan scoren toe.

Voor het seizoen al was bekend dat hij zou vertrekken. Vreesde u niet dat dat zijn motivatie om met Leverkusen iets te bewijzen zou aantasten ?

Absoluut. Het was mijn grootste zorg, ook al omdat hij op het eind van het seizoen daarvoor al een paar keer uitgefloten was door ons eigen publiek. Dat hij naar Bayern zou overstappen, maakte het voor hem niet makkelijker. Veel hing af van de teamprestaties. Tijdens de voorbereiding werkte hij daarom hard en voorbeeldig. Drie dagen voor de competitiestart blesseerde hij zich in de laatste oefenmatch, maar tegen Wolfsburg stond hij wél op het veld. Ik had hem apart genomen voor een gesprek onder vier ogen. Het resultaat is dat hij drie goals meer maakte dan daarvoor in 96 Bundesligamatchen samen.

Een persoonlijkheid was hij al, maar het werd niet altijd geaccepteerd, zoals dat wel vaker met jonge spelers het geval is. Maar vorig jaar liep het als vanzelf. Vooral in de terugronde drukte hij zijn stempel en was hij samen met Jens Nowotny degene die het team stuurde. Ook omdat ik hen dat nadrukkelijk vroeg. In de rust nam ik hen na het groepspraatje altijd even apart om samen alle scenario’s door te nemen, zodat zij wanneer er iets veranderde meteen de ploegmaats konden instrueren. Zo maak je het jezelf als trainer een stuk makkelijker.

U geldt als een trainer die spelers beter maakt. Niet alleen Ballack is een voorbeeld, ook Schneider en Bastürk, twee van de WK-revelaties. Hoe doet u dat ?

Ik heb geen geheim. Ik geef ze alleen rugdekking, voldoende vertrouwen, iets wat elke voetballer nodig heeft. Ik heb van Schneider geen goeie voetballer gemaakt, dat was hij al. Maar misschien kreeg hij geen vertrouwen. Hij weet dat hij in ruil alles moet geven, hij heeft geen alibi om zich weg te stoppen, omdat hij weet dat ik hem ook in een mindere dag laat staan.

Bastürk is een soortgelijk verhaal. Toen ik hem voor het eerst aan het werk zag met Wattenscheid, kon ik niet geloven dat iemand op zo’n jonge leeftijd al zo ver stond in zijn ontwikkeling. De manier waarop hij dribbelde, verdedigde, enkel af te stoppen was door een fout. Toch speelde hij vaak geen hele wedstrijd. Zelfs bij Bochum vroeg men zich af of hij eerste klasse aan zou kunnen.

U gaat wel eens een speler uit derde klasse halen.

Wat telt, is dat iemand goed kan voetballen, beweeglijk is en wendbaar. Als ik een speler scout, let ik op zijn ideeën, op wat hij probeert uit te voeren. Dat kan al eens mislukken, maar misschien heeft hij een slechte dag of staat hij in een slechte ploeg. Ik probeer een team te bouwen waarin elke speler meedenkt. Dan krijg je een grote ploeg. Ik vraag als trainer niet dat mijn club sterren koopt, wel spelers die beter willen worden en van wie je geniet. Wir mussen Spass machen… Spelers die iets extra kunnen, dat zijn mijn sterren, daar geniet ik van. En daar kan ik ook goed mee om.

Bij Bochum zei u ooit dat u zich kon voorstellen dat u er tot het einde van uw loopbaan bleef. Toch bent u er vertrokken.

Omdat het verloop van spelers te snel ging. Kwam er eens een goeie, was hij meteen weer weg. Dat frustreerde me. Eén keer dacht ik dat we uit die vicieuze cirkel zouden geraken en de ploeg zelfs zouden versterken, toen we in de Uefabeker zaten en onder meer Brugge uitschakelden. Maar ook toen lukte het niet.

Leverkusen is een andere wereld. Hier staat een organisatie waar je als trainer op kan terugvallen. In Bochum moest je soms een paar uur voor de wedstrijd nog een autobus bestellen. Of ’s ochtends zelf een lijstje opstellen van wie geblesseerd was en niet mee kon trainen. Hier krijg ik dat van mijn assistenten. Hier kan ik rekenen op een medische staf die zoveel beter is. Zo voel je je niet zo alleen als trainer. Het enige waar je hier meer tijd instopt, is praten met de media.

Bent u te laat naar een grote club overgestapt ?

Nee, de dingen gaan zoals ze gaan. Ik was graag bij Bochum gebleven, maar zag er geen mogelijkheid tot vooruitgang meer. In mei kreeg ik een interessante aanbieding van Trabzonspor. Maar ik koos voor Saarbrücken, dat me de volgende dag belde. Een ploeg in de Regionalliga, die al lang niets meer gepresteerd had en dicht bij huis lag. We promoveerden meteen.

Toen Leverkusen u wilde, wou Saarbrücken u in eerste instantie niet laten gaan. Waarop Leverkusen Vogts nam, maar acht maanden later toch weer bij u terechtkwam.

Ik was ontgoocheld dat ik niet naar Leverkusen mocht. Ik kon ook naar Kaiserslautern, maar dat zegde ik zelf af, omdat de regionale rivaliteit met Saarbrücken te groot was. Toen beloofde de voorzitter mij dat hij me zou laten gaan als er nog een goed bod kwam : van Bayern, Leverkusen, Hertha of Dortmund. Toen manager Calmund van Leverkusen vervolgens belde, kon hij daar niet meer onderuit. Leverkusen was een team zonder vertrouwen, met onrustige spelers die zich afvroegen wie ze nu weer voor zich kregen.

Op trainingskamp in Zwitserland brak het ijs. Op zo’n trainingskamp kan je elkaar leren kennen omdat je de hele tijd zo dicht op mekaar leeft. Er waren ook wrijvingen, hoor. Zoals met Zé Roberto die mokte omdat hij niet naar La Coruna mocht. Die hebben we er dan eens naast gezet voor een Champions Leaguewedstrijd. Hij werd zo woest, dat we hem hebben moeten tegenhouden opdat hij niet het eerste vliegtuig naar Brazilië terug nam. Ik wil best inpraten op een speler. Hoe meer talent hij heeft, hoe vaker ik het wil proberen. Soms lukt het niet, zoals met Paolo Rink. Dat doet dan pijn, omdat ik weet welk potentieel hij heeft.

Zonder Ballack en Zé Roberto moet Leverkusen anders gaan voetballen.

Daar zijn we volop mee bezig. Ik ben geen trainer die uitgaat van één tactisch systeem. Real Madrid pakken we heel anders aan dan Cottbus. Mijn spelers moeten ook bereid zijn verschillende opdrachten uit te voeren. Soms spelen we achterin met vier op een lijn, soms met drie. Dat vereist flexibiliteit en aanhoudend trainen op systemen. In de voorbereiding zetten we Galatasaray en Bremen onder druk, practisch zonder één basisspeler van vorig jaar. Dat betekent dat we in drie weken al een nieuwe basis legden. Ik vind het belangrijk dat voetballers zichzelf en hun functioneren kunnen en durven in vraag te stellen en daarover te praten. Begin vorig jaar zagen sommige van mijn spelers de manier waarop we verdedigden niet echt zitten, maar toen het in een paar belangrijke wedstrijden bleek te werken, aanvaardden ze het snel.

U wil niet alleen resultaten zien, maar ook goed voetbal.

Absoluut. Ik wil voetbal spelen, niet voetbal kämpfen. Ik probeer mezelf altijd in de plaats te stellen van de toeschouwer in de tribune. Als die destructief voetbal ziet, denkt hij : hier kom ik niet meer terug. Die instelling had ik vroeger al. Ook al kan je met kleinere ploegen al eens een punt halen door een aanvaller minder op te stellen. Maar daar heb je toch geen plezier aan. Ik ben niet het type trainer dat een muur optrekt, catenaccio beoogt of met een 0-0 tevreden is.

Leverkusen scoorde vorig seizoen liefst 77 keer. Vindt u dat belangrijk ?

Ja. Ook al was het één goal te weinig om kampioen te worden. Maar het is wel een absoluut clubrecord. Ook dit seizoen wil ik offensief voetbal brengen. Dat sommigen mijn aanpak erg on-Duits vinden, beschouw ik als een compliment. In Portugal zat ik samen met de directeur van Bordeaux, later met de tweede trainer van Manchester United. Als zulke mensen zeggen dat je met onze manier van voetballen de mensen terug naar het stadion lokt, doet me dat iets. Na de Champions Leaguefinale zijn spelers van Real naar me toegestapt om te zeggen dat wij het beste voetbal brachten. Natuurlijk is zoiets makkelijk gezegd als je net gewonnen hebt, maar je moet je toch groot durven tonen om het uit je mond te krijgen.

Gaat het met het Duitse voetbal de goeie weg op ?

Die indruk krijg je afgaande op het tv-commentaar vorig seizoen of tijdens het WK. Ik frons de wenkbrauwen als ik Günther Netzer hoor zeggen dat alles weer goed gaat, dat er weer creativiteit te bespeuren valt. Tijdens het WK heb ik zitten wachten op die ene prachtige actie van de Duitse ploeg, maar ik heb ze niet gezien. Natuurlijk rendeerden ze tactisch optimaal. Maar extra dingen heb ik van niemand gezien. Ik had het er nog over met Bastürk. Die vond het als fijnbesnaarde speler ook geen goed WK. Maar het Duitse resultaat heeft straks gegarandeerd een positief effect op het Duitse voetbal. Elke Duitser verheugt zich weer op de volgende interland. De goede Europese resultaten van ons, van Bayern en van Dortmund zorgen ook voor een herwaardering van de Bundesliga. Veel stervoetballers keren terug. Ook al omdat ze hun geld hier krijgen zoals het hoort.

door Geert Foutré

‘Dat sommigen mijn aanpak erg on-Duits vinden, beschouw ik als een compliment.’

‘Eigenlijk heeft Leverkusen alles gewonnen, ook al werd het drie keer tweede.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content