Zaterdag begint Ivan Basso zijn jacht op een derde eindoverwinning in de ronde van zijn land. ‘Maar zelfs tien Girozeges zouden niet volstaan in ruil voor vergeving van mijn supporters.’

Zouden in het hart van een Girowinnaar ooit meer tegenstrijdige emoties hebben opgelaaid dan bij Ivan Basso in 2006? Op het eindpodium in Milaan heeft de laureaat zijn kenmerkende glimlach om de lippen, maar diep in hem woedt een hevige storm. Op het hoogtepunt van zijn carrière beseft Basso dat hij tegelijk aan de rand van een diepe afgrond staat.

Zijn tweeslachtig gevoel kan de Italiaan op dat moment met niemand delen. De massa voor het podium verliest zich in de feestvreugde en scandeert onophoudelijk “Ivan, Ivan, Ivan”. De pers gaat helemaal op in verhalen over hoe de zachtaardige Basso in die Giro “Ivan de Verschrikkelijke” werd, zo verpletterend was hij op zijn fiets tekeergegaan. Zelfs Basso’s vrouw, Micaela, heeft dan nog geen idee van wat de roze trui boven het hoofd hangt. In haar ogen kan het familiegeluk niet op. Op haar kraambed zag ze de dag voordien op televisie haar man naar zijn derde ritzege stormen en bij het zegegebaar een foto van hun zoontje Santiago uit zijn achterzakje de lucht in steken.

“Op het eindpodium had de gelukkigste man ter wereld moeten staan”, vertelt Basso in zijn autobiografie In salita controvento (Bergop tegen de wind in). “Ik hield de trofee in mijn handen waar ik altijd van gedroomd had. Ik had in staat willen zijn om te genieten van alles wat me die dag overviel. Ik had willen doen alsof en me ervan willen overtuigen dat alles goed gegaan was. Maar hoeveel inspanning ik ook deed, ik slaagde er echt niet in om gelukkig te zijn zoals ik wilde.”

Verleidelijke duivel

Vijf dagen eerder is Basso bruusk uit zijn schijnwereld ontwaakt. Door één berichtje. Eén nieuwtje dat de ronde doet in de bus van CSC, het team van Bjarne Riis waar Basso dan al zijn derde seizoen voor fietst. Het valt als een donderslag bij heldere hemel. In de bus hangt een feeststemming, want Basso heeft net de Dolomietenrit gewonnen met aankomst op de legendarische Monte Bondone en een nieuwe tik uitgedeeld aan zijn rivalen. Net wanneer de roze trui zijn hoogzwangere Micaela wil bellen, komt hem ter ore dat in Madrid Eufemiano Fuentes is aangehouden, de dopingdokter die in zijn praktijk bloedzakjes bewaart van een hele batterij topsporters. Het begin van Operación Puerto. Basso beseft goed dat als Fuentes zijn naam noemt, hij wordt meegesleurd in een verschrikkelijke hel. “Ik was doodsbang en tegelijk moest ik verder rijden en het beeld van de glimlachende roze trui gaaf houden.”

Het eerste contact tussen Basso en Fuentes gaat terug tot 2002. Basso brengt een korte vakantie door op de Canarische eilanden. Fuentes, jarenlang ploegarts bij Kelme, is in het peloton een bekend gezicht. Op een avond zitten renner en arts samen. Het gesprek gaat over familie, gemeenschappelijke vrienden, wielrennen, maar ook over bloedtransfusies. Fuentes legt uit dat hij een methode ontwikkeld heeft om eigen bloed af te tappen en later weer in te spuiten. Een techniek die aanzienlijk de prestatie bevordert en bovendien geen gevaar inhoudt voor de gezondheid van de atleet, beweert hij. “In die tijd kwam niet eens het idee in me op om in te gaan op zijn aanbod”, zegt Basso. “Ook al omdat ik om de twintig dagen bij Fuentes in Madrid zou moeten langsgaan om bloed te laten aftappen. Hij slaagde er niet in om het bloed lang te bewaren. Toen toch nog niet.”

De renner en de arts knopen hun contact opnieuw aan begin 2005. In die periode bellen ze elkaar geregeld, want Fuentes is de wanhoop nabij. Zijn dochtertje is ernstig ziek: een tumor aan het oog. De dokter polst Basso of hij iemand kent die haar kan redden. Ook in het leven van de Italiaan neemt kanker op dat moment immers een prominente plaats in. Bij zijn 49-jarige moeder, die dan nog maar enkele weken te leven heeft, is nauwelijks een halfjaar tevoren een kwaadaardig gezwel aangetroffen. De renner had hemel en aarde bewogen om zijn moeder te laten genezen en daarvoor zelfs een beroep gedaan op het netwerk van Lance Armstrong, zijn tegenstander op de fiets.

In een van de telefoontjes tussen Basso en Fuentes komen ook de bloedtransfusies weer ter sprake. De dokter heeft belangwekkend nieuws: het bloed kan hij inmiddels tot tien jaar lang bewaren. Voor een dopingkuur hoeft Basso dus geen twee keer per maand naar Madrid over te vliegen. “Ik deed van alles om die gedachte ver weg te houden”, aldus de ex-Girowinnaar. “Maar ze kwam steeds weer in me op, als een verleidelijke duivel. Een ziekte die me uiteindelijk zou overwinnen.”

Dubbelleven

In de herfst van 2005 gaat de CSC-kopman ten onder aan zijn tomeloze ambitie. Hij is dan net als tweede geëindigd in de Tour, de zevende en laatste van Armstrong. Op het eindpodium had de Amerikaanse Tourwinnaar de microfoon genomen en tijdens zijn afscheidsspeech Basso uitgeroepen tot ” the future of the Tour“. Voor de hele wielerwereld stond daarmee de naam van Armstrongs erfgenaam vast. Wat The Boss bedoeld had als een compliment voor zijn bondgenoot in de strijd tegen kanker, voelde voor Basso als een genadeslag aan. De klap die zijn weerstand tegen dopinggebruik brak.

“Armstrongs woorden bleven in mijn hoofd galmen”, zegt Basso. “Iedere dag, iedere nacht. Ze verstoorden mijn rust. Ze maakten mijn hart ziek van ambitie. De Tour was geen droom meer, maar een obsessie die me verblindde: iets wat ik moest winnen koste wat het kost, een enorm monster dat mijn blik en geest benevelde. Beetje bij beetje overtuigde ik mezelf ervan dat er in de grond niets verkeerds was met die bloedtransfusies.”

Tussen november 2005 en februari 2006 reist Basso drie keer naar Madrid om bloed te laten afnemen bij Fuentes. Later zal hij beweren dat hij de bedoeling had om de zakjes pas tijdens de Tour van 2006 weer in te spuiten. Een hele of een halve bekentenis? Wat er ook van zij, met deze versie van de feiten zal Basso er netjes in slagen om zijn Girozege van 2006 te behouden. Een Giro waarin hij – in de woorden van zijn aartsrivaal Gilberto Simoni – “buitenaards” presteerde.

Vanaf de avond van de Girorit naar de Monte Bondone leeft Basso met een zwaard van Damocles boven het hoofd. “Ik wist dat vroeg of laat een storm zou losbarsten. Maar met niemand kon ik erover praten, want niemand was op de hoogte van mijn reisjes naar Madrid.” Uiteindelijk ontploft de bom aan de vooravond van de Tour van 2006. Basso wil als eerste Girowinnaar sinds zijn mythische landgenoot Marco Pantani in 1998 in een en hetzelfde seizoen ook de gele trui veroveren. Hij zal echter niet eens de Grand Départ in Straatsburg halen.

Basso zit in de wagen op weg naar de hoofdstad van de Elzas wanneer hij op de radio de naam Eufemiano Fuentes hoort, meteen gevolgd door enkele rennersnamen waaronder de zijne. De topfavoriet voor de Tour probeert het hoofd koel te houden en de schijn te bewaren. Maar de ochtend erna breekt de hel los. Basso is met ploegmaats een laatste fietstochtje aan het afhaspelen als plots uit de volgwagen het bevel weerklinkt om onmiddellijk terug te keren naar het hotel. Aan het Holiday Inn staat de teambaas, Bjarne Riis, zijn kopman op te wachten. Ernstig, lijkbleek en met vochtige ogen beperkt de Deen zich tot een paar woorden: “Ivan, pak je koffers. Je gaat naar huis.” Het explosieve dossier van Operación Puerto was in handen gekomen van de Tourorganisatie.

Een auto van CSC voert Basso tot aan de Frans-Zwitserse grens. In Basel stapt de gebroken man over in de wagen van zijn advocaat, die hem naar huis brengt. Een surrealistische reis, waar kilometers lang geen woord gezegd wordt. De Girowinnaar denkt aan de confrontatie met zijn vrouw. Hij heeft haar vertrouwen ernstig geschonden. Hoe zal zij reageren? Zal zijn dopingzonde het hele gezin mee de dieperik in sleuren?

Bij thuiskomst biecht Basso meteen zijn betrokkenheid in de affaire-Fuentes op. Een pijnlijk moment dat de Italiaan later het diepste punt van zijn leven zal noemen. Bijna de hele nacht lang is hij met Micaela in gesprek. Zij vergeeft hem het dubbelleven dat hij heeft geleid. Dat hij uiteindelijk beetje bij beetje uit het dal zal klauteren, dankt Ivan in de eerste plaats aan haar. “Zonder Micaela was Ivan Basso er nu niet meer geweest”, zegt hij stellig.

Sterfbed

Terwijl de Tour van 2006 zonder hem van start gaat, werkt Basso samen met zijn advocaat zijn verdediging uit. Maandenlang blijft hij zich in leugens wentelen. Dat hij die Spaanse dokter nooit gekend heeft en zijn hond niet Birillo heette – de naam op Basso’s bloedzakjes die bij Fuentes waren gevonden – maar Tarello. “Ik voelde me beschaamd als een dief”, herinnert Basso zich. “Zelfs tien Girozeges zullen niet volstaan in ruil voor vergiffenis van mijn tifosi. Maar ik bleef in die periode bij mezelf herhalen dat ik tenslotte niemand vermoord had. Ik hield me voor dat ik, om in leven te blijven, weer moest kunnen koersen. Daarom bleef ik liegen.”

Basso wordt in het kader van Operación Puerto op het matje geroepen bij het Italiaans olympisch comité. Verschillende keren reist hij met de trein naar Rome. ’s Avonds laat, bij terugkeer in het station van Milaan, wordt hij twee keer aangeklampt door onbekenden. ” Amico, heb je spul nodig?”, vragen ze hem. “Ze lazen de angst in mijn ogen en boden me een ontsnappingsroute aan”, aldus Basso. “Ik besefte dat ik in de afgrond dreigde te belanden. Dat was het moment waarop ik besloot om een einde te maken aan alle leugens. Ik hoefde geen proces voor een dopingtribunaal te winnen, ik wilde de Giro winnen.”

Op 8 mei 2007 belegt Basso een persconferentie in Milaan waarop hij zijn betrokkenheid in de zaak-Fuentes toegeeft. Een maand later wordt hij voor twee jaar geschorst, met terugwerkende kracht. “In jaren had ik me niet meer zo gelukkig gevoeld als die dag. Ik wilde de maximumstraf. Alleen zo zou ik iedereen weer recht in de ogen kunnen kijken”, verklaart de renner zijn paradoxale gevoel.

Het kleed van de boetedoening lijkt Basso minder zwaar te zullen wegen dan dat van de leugen, maar zijn opluchting wordt algauw weer verdrongen door donkere gedachten. Zijn schorsing doet hem in een depressie belanden. Basso: “Met mijn eigen ogen heb ik de hel gezien.” Wekenlang komt de renner de zetel niet uit. Ook niet voor de trouwe wielertoeristen, die iedere ochtend een tiental minuten vergeefs aan het hek van zijn huis verzamelen in de hoop enkele kilometer met hun held mee op training te kunnen. Het hek blijft gesloten. Iedere dag opnieuw.

Het is Micaela die haar man op een ochtend weer de weg wijst. Ivan ligt in zijn pyjama ongewassen in de zetel als ze hem zijn koerstenue aanreikt en hem, tegen zijn goesting, op training stuurt. Het groepje wielertoeristen, zoals dagelijks voor Basso’s huis op post, gelooft zijn ogen niet en bezorgt de gevallen kampioen een warm onthaal. Basso zal die dag een tochtje maken van niet meer dan een halfuur, maar de wil om terug te vechten naar de top laat hem vanaf dan niet meer los. Nauwelijks een paar weken later rijdt hij zijn trainingsmakkers alweer genadeloos uit het wiel.

De schorsing maakt van Basso een andere mens. “Ik ben een betere man geworden, een betere echtgenoot, een betere papa”, zal hij na afloop verklaren. “Ik heb kleine gebaren leren waarderen, die ik vergeten was of waar ik nooit de kans toe had ze te proeven. Mijn dochtertje naar school brengen, de luier van mijn zoontje verversen, koffie zetten voor mijn vrouw. Die alledaagsheid hield me in leven.”

Veranderd is Basso ook als renner wanneer hij op 26 oktober 2008 in de Japan Cup voor het eerst weer een rugnummer opspeldt. “De schorsing maakte van mij een betere renner. Wie moet lijden als een beest, gaat eraan ten onder of komt er versterkt uit. In mijn geval was het het laatste.” Opnieuw deel uitmaken van het peloton voelt voor Basso aan als een overwinning op zich. Maar tegelijk is het maar een stap op weg naar een hoger doel: opnieuw de Giro winnen. De wedstrijd die hem voor altijd zal herinneren aan de laatste woorden van zijn moeder, die ze hem op haar sterfbed in het oor had gefluisterd: “Ivan, ga nu maar slapen, want morgen moet je trainen: je moet de Giro winnen.”

Roze trui

Voor zijn voorbereiding op de Ronde van Italië van 2009 neemt Basso de vermaarde trainer Aldo Sassi van het Mapei Center onder de arm. Op zijn aanraden blijft Ivan zelfs tijdens zijn schorsing zijn whereabouts invullen – ook al is hij daartoe niet verplicht – en plaatst hij zijn bloedwaarden open en bloot op het internet. Sassi is het ook die Basso een nieuw trainingsprogramma voorstelt. Het recept? De Giro op training zo goed mogelijk nabootsen. “Ik reed in mijn eentje bergritten gelijkaardig aan die van de Giro, vlakke etappes en tijdritten van vijftig kilometer alsof ik voor de roze trui aan het vechten was”, vertelt de renner. “Aldo volgde in de wagen en registreerde alles.”

Onder de hoede van Sassi vindt Basso de trainingsmaniak in zichzelf terug die hij tijdens zijn depressie verloren was. “Wielrennen is opoffering”, zoals zijn strenge vader de kleine Ivan ooit als basisregel had ingeprent. “Als een van mijn klasgenootjes een feestje gaf voor zijn verjaardag, ging ik er wel naar toe, maar ik mocht geen frieten eten of rotzooi drinken”, haalt de renner herinneringen op aan zijn jeugd. “Als er de zaterdagnamiddag voor de kinderen een activiteit op het speelterrein was en de dag nadien zou ik een koers rijden, dan moest ik thuis blijven.” Een levensstijl die Basso trouw zal blijven en die hij later zal cultiveren. Of zoals Pier Bergonzi, journalist van de Gazzetta dello Sport, het ooit zo mooi omschreef: “Als je een synthese wil van Basso’s leven, denk dan aan die cultfilm van Sergio Leone: Once upon a time in America. Wanneer je Basso zou vragen wat hij de laatste dertig jaar heeft gedaan, zou hij kunnen antwoorden als Robert De Niro: ‘Ik ben vroeg naar bed gegaan ’s avonds.'”

Ondanks spartaanse trainingen draait de Giro van 2009 op een ontgoocheling uit voor Basso. De Liquigasrenner heeft dankzij zijn schorsing echter geleerd om een punt achter een tegenslag te zetten en vooruit te kijken. Nauwelijks ligt de Giro achter de rug of zijn gedachten zitten al bij de volgende editie. Uit zijn tegenvallende resultaat trekt hij samen met Sassi ook lessen: “Ik begreep dat ik minder voorbereidingskoersen moest rijden en meer als een leider moest denken om het onvoorwaardelijke vertrouwen van de ploeg voor mij te winnen.”

Het traject van de Giro van 2010 staat Basso geweldig aan. Er is het uitgebreide klimmenu, maar ook en vooral de apotheose spreekt tot zijn verbeelding. Voor één keer eindigde de Giro toen niet in Milaan, maar in Verona waar een slottijdrit werd verreden. Die eer was de stad van Romeo en Julia al niet meer te beurt gevallen sinds de Giro van 1984, een editie die de toen zesjarige Ivan Basso helemaal op tv had gevolgd. “Een prachtige Giro”, herinnert hij zich. ” Francesco Moser tegen Laurent Fignon. Ik wilde Moser zien winnen en maanden daarvoor al hadden mijn ouders beloofd dat we in Verona ter plekke gingen kijken. Van de eerste tot de laatste renner: een voor een zagen we ze passeren. Toen ik Moser voorbij zag flitsen, wist ik meteen dat hij gewonnen spel had. Ik bewonderde hem in die prachtige roze trui op het podium en tegelijk zag ik in mijn dromen mezelf op zijn plaats staan.”

26 jaar later wordt Basso’s droom werkelijkheid. Op 30 mei 2010 mag Basso in de Arena van Verona zijn tweede Girotrofee kussen. Deze keer is zijn zege onbesproken. Aan de aankomst valt hij zijn vrouw in de armen en maakt hij wereldkundig dat ze samen een derde baby verwachten. Zijn zoontje en dochtertje neemt hij mee het podium op. Een oprechte omhelzing is er ook met Aldo Sassi, die dan al tegen een hersentumor vecht en het jaareinde niet meer zal halen. Zoals bij elk van zijn overwinningen richt Basso zijn blik ook even naar de hemel, in de richting van zijn moeder, om haar te zeggen: “Mama, heb je gezien wat ik gepresteerd heb?”

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER

“Hoeveel inspanning ik ook deed, ik slaagde er echt niet in om gelukkig te zijn zoals ik wilde.”

“De Tour was geen droom meer, maar iets wat ik moest winnen koste wat het kost.”

“Zonder Micaela was Ivan Basso er nu niet meer geweest.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content