Geen Brazilië voor de doelman van Torino, maar toch heeft hij een reden om te glimlachen: op 16 augustus zal hij eindelijk weer kunnen herademen na een jaar in de hel.

Het WK? Welk WK? Turijn lijkt in niets op een stad in de ban van het voetbal. Hier en daar hangt nog een vergeten vlag aan een balkon en dat is het zowat. Enkele jongetjes lopen nog rond met een truitje van de Squadra – misschien hebben ze hen niet alles verteld. Geen grote voetbalaffiches. Geen aankondigingen meer waar je wedstrijden op een groot scherm kunt volgen. De kranten brengen het WK zelfs niet meer op de voorpagina. Het lijkt een andere stad geworden, zeker na het geweldige seizoen dat ze heeft gekend. Juventus heeft met de vingers in de neus (een voorsprong van 17 punten) nog maar eens de scudetto en Torino mag dankzij een zevende plaats de Europa League betwisten (in de plaats van Parma, dat geen Europese licentie kreeg). Er zaten zes spelers van Juve en drie van Torino in de Italiaanse kern voor Brazilië. De kampioen had zelfs een dozijn spelers op het WK als je de andere nationaliteiten meetelt. Het calcio was de op een na best vertegenwoordigde competitie: met tachtig internationals deed het beter dan de Bundesliga of de Primera División.

En toch is daar niets van te merken wanneer we de ochtend na de kwalificatie van de Rode Duivels tegen de VS door de stad wandelen. Het raakt de Italianen hun koude kleren niet. Jean-François Gillet (35) ontvangt ons in een hotel in het centrum om daarover te praten. Over de kloof die ontstaan is tussen de tifosi en hun nationale ploeg. Over Torino dat in de stad Turijn zelf meer aanhangers telt dan Juventus. En natuurlijk ook over het parcours van de Belgen op het WK. Dat laatste is niet gemakkelijk voor hem, want hij had er in Brazilië moeten bij zijn. Dat Sammy Bossut mee mocht, is te wijten aan de schorsing van dertien maanden die Gillet opliep en die eindigt op 16 augustus. Dan zal hij weer officiële wedstrijden mogen spelen. De Luikenaar werd geschorst na een vreemde affaire, die zich boven zijn hoofd heeft afgespeeld. Een affaire waarop hij liever niet meer zou terugkomen. Maar hij is bereid om het toch te doen. Ongedwongen. Maar ook omzichtig.

Het is verbazend hoe onverschillig de Italianen zijn terwijl het WK volop aan de gang is…

Jean-François Gillet: “Ja, maar dat is niet nieuw. Zelfs vóór het toernooi hing er niet die gebruikelijke WK-koorts. Er was zelfs geen optimisme, alsof ze op voorhand wisten dat het in een groep met Engeland en Uruguay erg moeilijk zou worden. En er heerste nogal wat ongenoegen, de trainer werd in vraag gesteld en er kwam kritiek op zijn keuzes bij de samenstelling van de selectie. Het kwam een beetje los na de zege tegen Engeland, maar toen ze hun tweede match verloren tegen Costa Rica was het alsof ze al uitgeschakeld waren.”

Heb je de indruk dat het volk nu kwaad is? Getraumatiseerd? Beschaamd?

“Het is vooral onverschillig. Ze zijn ontgoocheld door de vroege uitschakeling en daar blijft het bij. Een voorbeeld dat alles zegt: vóór het WK merkte ik meer respect voor de Belgen dan voor de Italianen. Ik hoorde zeggen dat België de verrassing kon worden, samen met Colombia. Dat waren de twee outsiders waar ze hier schrik voor hadden. Je had de gezichten hier moeten zien toen België op achterstand kwam tegen Algerije. Dat was onbegrijpelijk voor hen, want ze dachten dat België in de eerste ronde telkens op één been zou winnen. Maar van de overwinning tegen de VS hebben ze genoten. Ze spraken over het geweldige totaalvoetbal van de Belgen, hun verbluffende fysieke paraatheid in de hitte van het Braziliaanse noorden en van de karrenvracht kansen die je zelden ziet op dit niveau. En die winnende wissels deden hen verstomd staan.”

Wat moet er nu gebeuren met het Italiaanse voetbal?

“Ze willen tabula rasa maken. Cesare Prandelli en de voorzitter van de voetbalbond zijn kort na de uitschakeling vertrokken. Nu gaan ze de kern hertekenen. In Brazilië had je een redelijk evenwichtige groep qua leeftijd. Aan de ene kant anciens als Gianluigi Buffon, Andrea Pirlo en Daniele De Rossi en aan de andere kant de nieuwe talentrijke lichting met Mario Balotelli, Ciro Immobile en Marco Verrati. Maar het heeft niet gewerkt, de twee clans zaten elkaar in de haren en dat lekte snel uit in de pers.”

Hongerige wolven

Een generatieconflict in de nationale ploeg… Dat hebben wij ook gekend.

“Ik niet. Ik ben bij de Rode Duivels gekomen onder Frankie Vercauteren, net voor Dick Advocaat bondscoach werd. Er werd toen al niet meer gesproken over die kleine stommiteiten die voordien soms het nieuws haalden. Af en toe wat ruzie kan heilzaam zijn omdat het een groep wakker schudt. Maar als het te veel wordt, dan gaat de focus verloren. Je moet een groep smeden die goed overeenkomt, dat is geen cliché. Een toernooi is iets speciaals. De opeenvolging van wedstrijden, de recuperatiedagen, de verplaatsingen, de hitte soms… Veel tijd om te trainen is er vaak niet. De spelers brengen enorm veel tijd met elkaar door naast het veld. Daar sluimert een groter gevaar op conflicten dan op de grasmat. De Rode Duivels van nu amuseren zich echt met onnozelheden als minigolf. Het stelt niks voor, maar het lijkt voor hen iets geweldig amusants.”

Toen Marc Wilmots de ploeg overnam, veranderden de resultaten van de ene dag op de andere. Omdat hij dingen begrijpt die andere trainers niet begrijpen?

“Neem er de opstelling bij van de eerste drie wedstrijden die hij als T1 heeft geleid en je zult het snel zien: hij zette de juiste spelers op de juiste plaats. Simon Mignolet was onberispelijk en ik had ook mijn matchen gespeeld, maar Wilmots hakte de knoop door: hij zette Thibaut Courtois in het doel. Een logische keuze. Kevin De Bruyne was een vaste bankzitter, maar Wilmots dropte hem in de basis. Idem voor Eden Hazard: hij maakte van hem een van de sleutelspelers. Axel Witsel posteerde hij voor de defensie. In de spits gaf hij Christian Benteke het vertrouwen. Allemaal spelers die al in de kern zaten maar die weinig aan spelen toekwamen of niet op de juiste plaats stonden.

“En dan is er de menselijke touch. De reservespelers worden in de watten gelegd. Wilmots wil dat ze er staan wanneer hij een beroep op hen moet doen. En wat zie je: als ze dan moeten invallen, dan zijn ze top. Ze willen voluit hun kans grijpen en lijken wel hongerige wolven. Die spelen alles kapot. Dat hebben we in Brazilië wel gezien. Als de reserven met hun hoofd tussen hun schouders op de bank zitten, dan kun je niet veel met hen uitrichten. Het is heel anders wanneer ze het gevoel hebben dat ze meetellen ook als ze niet spelen.”

Jij hebt een sterke band met Marc Wilmots. Hoe komt dat?

“De eerste keer dat we samen op het veld stonden… dat is al heel lang geleden. Dat was in het midden van de jaren negentig. Hij stond op het punt zijn periode bij Standard af te sluiten. Ik was zestien en zat nog op school, maar ik trainde soms al mee met de eerste ploeg. Hij had de gewoonte om nog wat op het trainingsveld te blijven wanneer de anderen al onder de douche stonden. Ik ging in de goal staan en hij nam me onder vuur met loeiend harde kanonballen. Dat deed hij nadien als coach van de nationale ploeg ook nog, hij heeft nog altijd kruit in de benen. Toen bij Standard marcheerde het al goed tussen ons. Zo gaat dat als je een nieuwe ploegmaat krijgt: het klikt of het klikt niet. En bij ons klikte het. We zijn elkaar uit het oog verloren, maar we hebben elkaar teruggezien toen hij assistent werd van Advocaat.”

Je weet dat hij geëmotioneerd was bij de bekendmaking van de selectie voor de wedstrijd tegen Frankrijk in augustus vorig jaar? Je schorsing was net uitgesproken en hij kon je niet oproepen.

“Ik heb dat horen zeggen, ja. Dat doet me plezier. Op zulke momenten zie je wie er nog is en wie je laten vallen heeft. Er waren er heel wat van wie ik plots niks meer hoorde. Maar zowel Torino als de KBVB heeft me geweldig gesteund. Ik kan ze niet op beide handen tellen, al degenen die me lieten weten dat ik hen mocht bellen als ik iets nodig had. Dat bevestigt één ding: in de huidige kern van de Rode Duivels heb je een pak grote spelers maar het zijn in de eerste plaats grote persoonlijkheden, ondanks hun jonge leeftijd.”

Geen verklikker

Je hebt nu twee uitdagingen: weer titularis worden bij Torino en opnieuw een plek veroveren in de kern van de nationale ploeg.

“Ik moet vooral tonen dat ik mijn oude niveau weer haal. De rest komt dan wel vanzelf.”

Je bent weer beginnen te trainen terwijl het WK volop aan de gang is. Dat moet hard zijn?

“Ja, maar het is nu eenmaal zo. Ik moet die bladzijde omdraaien.”

Je kunt nu wel de hele voorbereiding met je club meemaken. Dat zou anders geweest zijn als je in Brazilië was – waar je uiteindelijk geen minuut gespeeld zou hebben…

“Ik probeer het glas halfvol te zien. Het is inderdaad belangrijk om heel de voorbereiding mee te doen. Maar goed, een WK dient zich niet vaak aan. Ik heb EK’s gespeeld met de jeugd en een WK bij de U20, maar dat is natuurlijk niet hetzelfde. Terwijl ik al wel een voorbereiding of vijftien heb meegemaakt.”

Wat vind je het ergste: niet naar het WK kunnen door een blessure zoals Christian Benteke, omdat je niet geselecteerd wordt zoals Timmy Simons, of vanwege een schorsing zoals jij?

“Ik denk niet dat het ene erger is dan het andere… het is in alle gevallen even pijnlijk.”

Er is sprake van geweest dat je toch naar Brazilië zou gaan, is het niet?

“Ja, de bond heeft me uitgenodigd. Ik had de matchen kunnen gaan bekijken en wat tijd met de groep doorbrengen, maar ik heb dat aanbod afgeslagen. Mijn ouders kwamen namelijk op hetzelfde ogenblik hun vakantie in Italië doorbrengen. En ook omdat ik er eigenlijk geen behoefte aan had. Ik denk dat Marc Wilmots dat wel snapt.”

Vorig jaar zei je: ‘Marc Wilmots kent mijn dossier. Daarom behoudt hij het vertrouwen in mij.’ Kun je daar wat meer over zeggen?

“Wie weet wat er in mijn dossier staat, afgezien van de mensen van Torino, de KBVB en nog enkele anderen? Die historie van vervalste wedstrijden lijkt heel erg op andere affaires die het Italiaanse voetbal heeft gekend. Het slaat in als een bliksem, er wordt veel tamtam rond gemaakt en uiteindelijk, als puntje bij paaltje komt, gaat het bijna nergens over. Op den duur stelt het niks meer voor. Ik werd veroordeeld voor schuldig verzuim: ik zou aan de politie moeten gaan vertellen zijn dat er bepaalde ploegmaats waren die ik ervan verdacht dat ze matchen zouden willen vervalsen…”

Als je het kon overdoen, zou je dan wel naar de politie gegaan zijn?

“Maar neen, natuurlijk niet. Ik ben geen verklikker. Zoiets doe ik niet. Dan moet ik er maar voor boeten. Bovendien had ik ook geen enkel bewijs. Alles is begonnen met een speler van Bari en die heeft anderen in opspraak gebracht. Ik had eerder al eens problemen met die gast gehad, buiten het voetbal. Hij dacht waarschijnlijk dat hij zelf een lichtere straf zou krijgen als hij maar zo veel mogelijk namen noemde. Ik ben er nog altijd niet goed van hoe de pers me toen heeft aangepakt, zowel in Italië als in België. De wind is pas gedraaid toen een journalist van Humo contact opnam met een Italiaanse collega die over het dossier beschikte. Vooraleer hij me definitief aan het kruis zou nagelen wou hij zich toch even informeren, om zeker te zijn. Die Italiaan heeft hem toen verteld dat ik eigenlijk helemaal niks te maken had met die affaire. Geen enkele andere journalist had ooit de moeite genomen om het dossier te lezen. Geen wonder, het is ook vuistdik… Bovendien ben ik gewoon een goeie speler, geen vedette. Het is gemakkelijker om een goeie speler neer te sabelen dan een vedette. Men had geen greintje respect voor mij. Niemand hoeft het met mij eens te zijn, maar dat is hoe ik de zaken zie.”

Als je niet de kapitein geweest was bij Bari ten tijde van die verdachte wedstrijden, dan was je dus net als veel andere spelers gespaard gebleven?

“Daar ben ik honderd procent zeker van. Die aanvoerdersband is me zuur opgebroken.”

Chapeau voor Torino

Tel je af naar 16 augustus? Hoeveel dagen zijn het nog?

“Sinds het laatste fluitsignaal van de laatste match van afgelopen seizoen was het voor mij achter de rug. Vanaf toen was alles weer oké. Ik werk een normale voorbereiding af en ik train nu zonder dat ik moet denken: ik speel toch niet.”

De doelman die dit seizoen voor Torino keepte, heeft het goed gedaan…

“Ik was er niet en de afwezigen hebben altijd ongelijk… De ene zijn dood is de andere zijn brood. Het is aan mij om de coach te tonen dat ik niks heb ingeboet. Ik was ook zes maanden out omdat ik me heb laten opereren aan een dubbele liesbreuk. Maar de club heeft alles gedaan om me te helpen bij mijn herstel. Chapeau. Ze hebben oefenwedstrijden georganiseerd zodat ik kon terugkomen zonder veel ritme te verliezen.”

Mocht je dan toch wedstrijden spelen?

“Ja hoor. Er was maar één voorwaarde: de wedstrijd mocht niet gefloten worden door een officiële arbiter of iemand van de Italiaanse voetbalbond. Ik zou zelfs tegen Real Madrid mogen spelen hebben als die match gefloten werd door een niet-erkende scheidsrechter.”

Een heel jaar geen echte wedstrijden spelen, dat is riskanter wanneer je 35 bent dan als je 25 zou zijn, niet?

“Dat weet ik niet. Ik kan alleen maar zeggen dat je mentaal heel, heel sterk moet staan, ongeacht je leeftijd. Toen Antonio Conte vier maanden geschorst was, zei hij dat hij zijn ergste vijand dat niet toewenste. En hij voegde er nog aan toe: ‘Mensen vellen zo snel een oordeel. Je moet hopen dat je nooit zoiets overkomt.’ Daar ben ik het helemaal mee eens.”

Eerst was er de schorsing voor 43 maanden. Die werd in beroep bevestigd. Nadien werd die voor het sporttribunaal teruggebracht tot 11 maanden. Wat ging er door je hoofd in die periode?

“Dat is simpel: ik was een zombie. Twee weken lang zat ik totaal aan de grond.”

Tot tranen toe?

“Ben je gek? Tranen voor iemand die ons erin geluisd heeft? Dat gun ik hem niet. Ik heb geen traan gelaten, maar ik heb wel verschrikkelijke dagen meegemaakt. En omdat ik net geopereerd was, kon ik amper bewegen. Ik kon alleen maar zitten, zelfs mijn zoontje in mijn armen nemen ging niet. Ik zeg het je: een zombie! Ik voelde niks meer.”

Kun je becijferen wat die affaire je heeft gekost? Het ereloon van de advocaten, geen premies met Torino, noch met de Rode Duivels…

“Laat maar. Daar wil ik zelfs niet aan denken.” ?

DOOR PIERRE DANVOYE IN TURIJN – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Antonio Conte wenste zo’n schorsing zelfs zijn ergste vijand niet toe. Daar ben ik het mee eens.”

“Hoeveel die affaire mij gekost heeft? Daar wil ik zelfs niet aan denken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content