Big Dan over zijn nieuwe job bij Standard, de kritiek die hij krijgt en het voorstel van Wilmots. ‘Ik was zijn eerste keus om de beloften te coachen.’
Pas teruggekeerd uit München, waar hij mee de 26e landstitel van Bayern ging vieren, laat Daniel Van Buyten op zijn smartphone een foto zien waarop hij vrolijk uit de bol gaat met Pep Guardiola en Luca Toni. ‘De top van de top, dat feestje’, zegt hij. ‘Grandioos! Helemaal Bayern. Ze hadden een heleboel oud-spelers uitgenodigd, minstens één per kampioensjaar. Ik was de uitverkorene van 2013, het meest prestigieuze jaar uit de geschiedenis van de club. Alles wonnen we toen, onder meer de Champions League en de wereldbeker voor clubs.’
Een weekend lang verkeerde hij in het gezelschap van Franz Beckenbauer, Uli Hoeness, Karl-Heinz Rummenigge, Michael Ballack, Roy Makaay, Giovane Elber, Luca Toni en andere grote namen uit de rijke clubgeschiedenis van Bayern. ‘We werden allemaal het veld op geroepen. Er waren mensen van het Oktoberfest met ongelooflijke kanonnen. Telkens als er een kampioensjaar werd omgeroepen, werd er een speler voorgesteld die symbool stond voor dat jaar en weerklonk er een kanonschot.’
Terwijl hij praat, is de nostalgie in zijn stem hoorbaar. ‘Guardiola is er niet in geslaagd Bayern de Champions League te bezorgen, maar hij is wel drie keer landskampioen geworden. Zijn laatste titel was zelfs de vierde op rij voor de club. In zijn speech legde de voorzitter daar zwaar de nadruk op: dat dit nog nooit eerder was gebeurd in de geschiedenis van de Bundesliga en dat de mensen zich daar goed bewust van moesten zijn.’
Met Hoeness, Rummenigge en Guardiola had Van Buyten het over zijn nieuwe leven als clubleider bij Standard. ‘Ik stelde hen veel vragen, ik wilde hun advies. Ik vroeg Hoeness hoe hij het aanpakte toen hij in dit beroep stapte. Zijn antwoord liet aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Keihard werken en je goed omringen. Je entourage is van het allergrootste belang’, zei hij.’
JEUK IN DE BENEN
Sinds Van Buyten zijn schoenen aan de haak hing twee jaar geleden, kende Bayern geregeld problemen in het hart van de defensie. Ook bij de Rode Duivels was het vaak zoeken door het afwisselend uitvallen van Vincent Kompany, Thomas Vermaelen en Nicolas Lombaerts.
Dus vraag ik het je toch maar: had je er nog bij kunnen zijn op het aanstaande EK in Frankrijk?
DANIEL VAN BUYTEN: ‘Vraag je me nu of ik nog zin heb om te voetballen? Daar hoef ik niet over na te denken: ja, natuurlijk! Ik ben naar een training van Bayern gaan kijken. Wel, ik voelde het kriebelen in mijn benen. Ik heb er met Guardiola over gesproken, maar hem zegt het niets meer. Ook Mark van Bommel niet. Het is gek, moeilijk uit te leggen ook, maar ik slaag er maar niet in om uit te spreken dat ik geen profvoetballer meer ben. Mentaal blokkeer ik dan. In mijn hoofd is het nog altijd mijn beroep. Ik heb nog wat tijd nodig, vrees ik, maar ik weet wel dat het de juiste beslissing was om te stoppen. Ik kan genoeg spelers opnoemen die het elastiek te lang hebben uitgerekt, hun krachten te boven zijn gegaan en er nooit meer van zijn hersteld. Op een gegeven moment moet je beseffen dat er nog een leven is na de sport. Het menselijk lichaam is niet gemaakt voor voetbal aan de top. Ik ken er die niet meer kunnen lopen. Mij is verteld dat Gabriel Batistuta niet eens nog tien meter vooruit kan. Zijn knieën zijn een ramp. Ik heb het er ook dikwijls met Marc Wilmots over gehad, hij is vaak genoeg geopereerd. Soms heb ik last aan de enkels: als ik opsta, lijken ze wel eens vastgeroest. Mijn rug: niets aan te doen. Oké, misschien had ik nog één of twee seizoenen door kunnen gaan. Maar wie kon me garanderen dat het goed zou zijn verlopen? Zou mijn leven er anders hebben uitgezien als ik nog wat meer geld had verdiend? En als het op een kruisweg was uitgedraaid, hoe zou het er dan nadien hebben uitgezien? Als ik daarover nadenk, weet ik dat ik de juiste beslissing heb genomen.’
De goesting die je nog hebt, de hoge verwachtingen bij de Rode Duivels, de problemen centraal achterin: het brengt je allemaal niet aan het twijfelen?
VAN BUYTEN: ‘Als men je zou zeggen dat je over twee jaar Euromillions kan winnen, maar ondertussen elke week 1000 euro moet spelen: doe je dat dan? Neem je dan dat risico? Achteraf is het altijd makkelijk praten. Maar het is duidelijk dat ik het prettig zou hebben gevonden om er met het EK een punt achter te zetten.’
VOORSTEL VAN WILMOTS
Marc Wilmots heeft je voorgesteld om voor hem te werken. Je had erbij kunnen zijn, maar dan in een andere rol.
VAN BUYTEN: ‘Ik heb zin om erbij te zijn, dus misschien ga ik wel. Het is dichtbij, ik ken het land en mocht Frankrijk snel uitgeschakeld zijn, zou het zich wel eens achter de Belgische ploeg kunnen scharen. Ik heb redelijk wat aanbiedingen uit de media gekregen, onder meer van ZDF en beIN Sports. Daar denk ik nog over na.’
Toch nog even over dat voorstel van Wilmots. Geen van jullie beiden heeft er ooit openlijk iets over gezegd.
VAN BUYTEN: ‘Laat ik dan maar meteen alles opbiechten: zijn aanbod geldt nog steeds! Dit waren zijn woorden: ‘Wanneer je maar wil, hou me op de hoogte als je geïnteresseerd bent.’ Hij weet hoe ik in elkaar steek. Volgens hem kan ik de bond iets bijbrengen.’
Zijn initiële voorstel was om een nationale jeugdselectie te gaan coachen, juist ?
VAN BUYTEN: ‘Hij stelde me voor om de beloften te coachen. Ik was zijn eerste keus. Ik zie me wel functioneren als coach, maar nu nog niet. Ik ben er nog niet klaar voor.’
Vergeleken met wat je nu meemaakt bij Standard zou het een rustige job zijn geweest.
VAN BUYTEN: ‘Ik zit nu in een ander project. Dat is een keuze.’
Je ligt behoorlijk onder vuur de laatste tijd.
VAN BUYTEN: (grijnst) ‘Ik heb altijd kritiek gekregen, en niet weinig, toen ik nog speler was. Ik ben eraan gewend. Het stoort me niet te erg om het nu ook als clubleider mee te maken. Wat me wel stoort, zowel nu als vroeger, is wanneer de aanvallen niet gegrond zijn en er alleen maar op gericht zijn om te kwetsen.’
Je hebt maandenlang elk interviewverzoek afgewezen. Denk je niet dat zich dat tegen jou heeft gekeerd?
VAN BUYTEN: ‘Weet ik niet. Mensen krijgen graag informatie. Ik heb me bewust in de luwte opgehouden, waardoor ik heb kunnen zien wie hen die informatie gaf. Daar zal ik nog wel op reageren. Ik denk niet dat ik vaker uitspraken had moeten doen tijdens het seizoen. Ik ben de sportief directeur niet, ik ben de trainer niet: ik ben een lid van de raad van bestuur. Bruno Venanzi heeft me er om één reden bij gehaald: hem met raad bijstaan. Ik heb hem gezegd hoe ik de club zag en hem gewezen op dingen die goed gingen en dingen die niet goed gingen. Ik weet dat hij helemaal achter mij staat. We hebben een lijn uitgestippeld: één lijn, geen zesendertig lijnen. Zij die die lijn niet willen volgen… bon, we zien wel. Je kan het niet altijd met iedereen eens zijn. Er zijn altijd momenten dat je keuzes moet maken.’
VRIENDSCHAP VS WERK
Je loon heeft de tongen losgemaakt. Een half miljoen euro per jaar voor een raadgever: dat is niet niks. Dit is België, niet de Bundesliga.
VAN BUYTEN: ‘Om te beginnen klopt het bedrag al niet. Ik weet niet wie het aan de pers heeft gegeven, maar van erg veel klasse getuigt het niet.’
Een heel seizoen lang heeft men zich afgevraagd wie wat doet bij Standard. Er zijn zo veel beslissers: Bruno Venanzi, Bob Claes, Olivier Renard, jij, tot voor kort ook nog Axel Lawarée, en ook spelersmakelaar Christophe Henrotay zou zijn invloed laten gelden.
VAN BUYTEN: ‘Bij grote clubs is er nog méér volk om beslissingen te nemen. Je noemt Cristophe Henrotay: hij is een vriend, ook van de voorzitter, maar verder gaat het niet. Hij is zeker niet de enige makelaar met spelers bij Standard. En als er één is die vriendschap en werk goed kan scheiden, ben ik het wel.’
Kom me niet vertellen dat jullie altijd allemaal op dezelfde golflengte zitten. We vóélen de spanningen, de wrijvingen, de meningsverschillen in bepaalde dossiers.
VAN BUYTEN: ‘Ieder heeft zijn verantwoordelijkheden. De voorzitter heeft me gehaald om de sportieve knopen door te hakken. Ik ben het soms niet eens met anderen, maar ik maak mijn keuzes en draag daar ook de verantwoordelijkheid voor.’
Je bent het niet altijd eens met Bob Claes en je relatie met Axel Lawarée was niet goed. Twee figuren uit de periode nog van Roland Duchâtelet. Toeval?
VAN BUYTEN: ‘Da’s een moeilijke… Ik kan je alleen dit zeggen: hoelang nu al heeft Standard niets meer gewonnen? Op een gegeven moment moet je durven zeggen waar het probleem ligt. Ik heb mijn contract getekend toen de ploeg helemaal in de kelder van de rangschikking stond. Erg top was het hier niet. Ik had in een stabielere club terecht kunnen komen, maar heb gekozen voor een club met een hart omdat ik er een echte uitdaging zag. Dat ik dan zelf beslissingen neem, is normaal. Ik verkies ten onder te gaan met mijn ideeën dan iets te proberen met die van een ander. Ik heb Olivier Renard gehaald omdat ik overtuigd ben van zijn kwaliteiten. Het is goed om ook zijn mening erbij te hebben. We moeten ons ervan bewust zijn dat de leiding van deze club in erg jonge handen is, met een voorzitter die debuteert in zijn rol, Lawarée en Claes voor wie hetzelfde geldt, mezelf ook, tot en met Yannick Ferrera. Ik zeg niet dat we allemaal beginnelingen zijn, maar toch…’
LEEGLOOP ACADEMIE
Ik weet dat je nu het tegendeel zal beweren, maar gezegd wordt dat je relatie met Renard al niet meer zo hartelijk is als in het begin.
VAN BUYTEN: ‘Daar moet ik nu eens hard om lachen. We bellen elkaar zowat dagelijks en staan bijzonder dicht bij elkaar. Zelfs onze gezinnen kunnen het goed met elkaar vinden. Beweren dat Van Buyten een probleem heeft met Renard, of omgekeerd, slaat nergens op. Ik weet wat hij waard is en de mensen in Mechelen weten het ook: er was niet één spoor van kritiek op zijn werk daar. Dat ze alles in het werk hebben gesteld om hem te houden, zegt genoeg. Heb je gezien welke goede transfers hij daar in geen tijd heeft gerealiseerd? Hij heeft een goed oog. Ik plaag hem er soms mee: verdorie, zeg ik dan, en nochtans was je maar een keeper! Ik had het volste vertrouwen in hem toen ik hem de job aanbood. Hetzelfde geldt voor Tierry Verjans op de Academie. Dat Anderlecht hem niet graag liet gaan, zegt ook iets over hem.’
Wat verwijt je Christophe Dessy, Verjans’ voorganger?
VAN BUYTEN: ‘Ik spreek liever niet over degenen die er niet meer zijn. Maar als er op hetzelfde moment tien talenten vertrekken uit je opleidingscentrum, dan scheelt er iets. Bij die tien waren er vijf met het niveau om het tot het eerste elftal van Standard te schoppen. Nu zijn ze weg: naar Stoke, Milaan of elders. Ik was geschokt toen ik het vernam bij mijn aankomst hier. Zoals het mij ook schokt om te horen dat een erg goede jongen, die op minder dan één kilometer van Sart Tilman woont, naar Brugge is vertrokken. Zodra ik de werking van de Academie onder de loep ben beginnen te nemen, heb ik de ouders uitgenodigd van de jongens die waren vertrokken. Dat leidde tot stevige discussies, waarin zij mij de redenen van hun vertrek uitlegden. Velen hebben mij gezegd: ‘Meneer Van Buyten, als we dit gesprek eerder hadden gehad, zou mijn zoon nog altijd bij Standard zitten.’ Vandaag zie ik dat er niemand nog vertrekt. Een enorm verschil met het verlies van een jaar geleden. Op de lange termijn moet dit een winstgevend verhaal worden. Standard heeft geen voorzitter uit Abu Dhabi, hein!’
Heb je echt overwogen om ontslag te nemen? Ook dat is een gerucht dat de ronde doet.
VAN BUYTEN: ‘Nog zoiets waar ik echt om moet lachen. Misschien komt dat ook wel van mensen die eens in de schijnwerpers willen staan. Ik heb een contract van twee jaar en dat doe ik uit. Daarna zien we wel.’
DOOR PIERRE DANVOYE – FOTO’S BELGAIMAGE – VIRGINIE LEFOUR
‘Ik heb altijd kritiek gekregen, en niet weinig. Ik ben eraan gewend.’ DANIEL VAN BUYTEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier