Acht jaar geleden verliet Kathy Lindekens de VRT voor de politiek, sinds vorige herfst is ze terug. Samen met Dirk Vermeylen is ze het anker van de sportprogramma’s op Radio 1 en 927 Live.

Ga je zelf naar het voetbal ?

Kathy Lindekens : “Ja. Mijn zoon is een gepassioneerd voetballer bij de nationale miniemen van Berchem. Als ik ga kijken, is het meestal naar hem. Maar ik zal straks ook in het stadion zitten bij België – Frankrijk. Ik hou van de sfeer rond het veld.

“In de studio volgen we tijdens het programma vier matchen tegelijk. Dat helpt ons om snel over te schakelen naar onze verslaggevers ter plaatse, als er wat gebeurt. Af en toe is het wat hectisch : vier wedstrijden volgen, luisteren naar wat onze verslaggevers zeggen en ook nog eens in het oog houden hoe het met de platen zit…”

Bereid je je voor door te lezen wat er allemaal in de media verschijnt ?

“Ik moet eerlijk zeggen dat ik de evolutie van de laatste jaren, om eerder met moeders van ex-lieven van voetballers te gaan praten dan met de spelers zelf, wat jammer vind. Ik wil weten waar die voetballers mee bezig zijn. Verder mis ik heel dikwijls visie bij de clubs, die meedraaien in het gemarchandeer met spelers.”

Eerst wat die evolutie betreft : brengen mensen uit de omgeving van de voetballers soms niet een andere kijk op de mens achter de topsporter ?

“Als je hem beter wil leren kennen, praat dan met hém. Desnoods in heel filosofische gesprekken. Trouwens, die verschuiving merk je niet alleen in de sport, maar ook in de media, de politiek, de film. Er is een verkleutering gekomen in de media. Een generatie geleden kon je nog wel met trainers en spelers praten, over wat zij dachten, waar zij mee bezig waren… Nu lees je haast meer over de babes naast de sporter dan over de sporter zelf. Ze zien er ook heel aardig uit, die meisjes, maar mijn indruk is dat daar het accent op ligt. Terwijl ik graag zou hebben dat men nadenkt over een manier om het voetbal in België weer aantrekkelijk te maken.”

Het gemarchandeer met spelers dan. Veel clubs klagen hoge nood, maar anderzijds gebeurden er wel vijftig wintertransfers. Ergens klopt er iets niet.

“Neen. Vaak zijn het ook paniektransfers en zijn het uitgerekend de noodlijdende clubs die spelers aantrekken. Ik kan begrijpen dat je wat probeert als je dreigt te zullen zakken, zoals Antwerp, maar het lijkt allemaal ondoordacht te gebeuren. Op het laatste moment nog wat schuifjes opentrekken en een Chinees tevoorschijn toveren.

“Vorige week las ik een boek van Raf Willems : Kan voetbal de wereld redden ? Daarin krijg je een duidelijk overzicht van hoe men met veel visie, ook maatschappelijk, in landen als Frankrijk, Duitsland, Engeland of Nederland nadenkt : over hoe men aan klantenbinding kan doen, hoe men op het maatschappelijke vlak meer kan betekenen met de club dan alleen maar winst maken op het aantrekken en verkopen van spelers. In Engeland heeft men goed ingespeeld op het grote voetbalplan dat vanuit de regering werd ontwikkeld. De stadions zitten er vol, het weefsel rond de clubs is intens, de sfeer zoveel positiever : kortom, het is een succesverhaal geworden. Dan denk ik : waar blijven ze toch bij óns ?”

Engeland is ook : wangedrag, ook seksueel, van topvoetballers, misstanden bij transfers, clubs die failliet gaan of dreigen te gaan. Er is een duister kantje aan het succesverhaal.

“Ja. Over de hele wereld heeft het voetbal in de voorbije tien jaar een evolutie doorgemaakt. In de positieve, maar ook in de negatieve zin. De lonen zijn ongelooflijk de hoogte ingegaan, de clubs konden niet volgen en ze gaan er één voor één onderdoor. Ook in de toplanden.”

Franky Vercauteren constateerde zaterdagavond in Beveren dat het feit dat Anderlecht dit seizoen nog niet verloor op verplaatsing, niet alleen te danken was aan de sterkte van de ploeg, maar ook aan de zwakte van de tegenstanders. Eerder die dag bleef Arsenal in Engeland voor de 24ste keer op rij ongeslagen. Kop en middenmoot lijken overal uit elkaar te groeien.

“Klopt. Ook op het niveau van de landen. Ik betreur het dat België haast niet meer mee kan. Vroeger betekende ons land toch meer, in de periode van Guy Thys, JeanMarie, Erik Gerets… Ik heb vooral nostalgie naar de persoonlijkheden van toen. Die zie ik nu nog weinig. Ik weet niet goed waar dat mee te maken heeft. Is het toeval of leefden ze toen in een minder vluchtige wereld en konden ze hun persoonlijkheid beter uiten ? Ik zie nu vaak mokkende jongetjes. Het bekervoetbal van afgelopen week was abominabel, maar dan hoorde ik spelers zeggen dat het stadion niet vol zat en dat ze daarom niet gemotiveerd waren. Moeten wij ons dan op de radio afvragen hoeveel volk er luistert en afhankelijk daarvan een goed of een slecht programma maken ? Als je zo redeneert, komt er de volgende keer nog minder volk kijken. Daarom vind ik een jongen als Kompany zo verfrissend. Ongelooflijk volwassen voor zijn leeftijd, iemand die zich door niemand het hoofd op hol laat brengen. Evenwichtige analyse, geen onbesuisdheid. Vergelijk dat dan met de opgang van Gilles De Bilde een aantal jaar geleden. Kompany zou zich het hoofd helemaal op hol kunnen laten brengen, maar hij blijft rustig. Ik denk dat hij zo’n grote persoonlijkheid op het veld kan worden.”

Zoals Mbo Mpenza, die de voorbije maand én Club Brugge én Anderlecht én Standard bedankte voor de belangstelling. Tot grote ergernis van Moeskroen.

“Ik dacht dat hij mikte op de titel van meest begeerde man. Misschien heeft GeorgesLeekens toch een geheim slot gevonden om al de deuren dicht te houden. Toen ik het allemaal zat te volgen, dacht ik de hele tijd dat er ergens nog iets is waarvan we voorlopig niks weten. Wie heeft hier met wie een akkoord ?”

Ondertussen levert nog zo’n monument van toen, Jan Ceulemans, in alle stilte meer dan degelijk werk.

Jan blijft altijd zijn rustige zelf. Ook zaterdag na de zege tegen Sint-Truiden, tegenover een heel enthousiaste radioverslaggever. Mooi hoe hij alles relativeert. Het is ongewoon dat een trainer lang bij één club blijft, maar van Jan Ceulemans kan ik me dat goed voorstellen. Ik denk ook dat hij zijn spelers goed begeleidt. Kijk naar De Bilde : zolang hij bij Ceulemans zat, ging het goed.”

Beveren is de attractie van het huidige kampioenschap.

“Enerzijds kan je je vragen stellen bij dat gemarchandeer met spelers, anderzijds is het ook een soort ontwikkelingsvoetbal. Op deze manier krijgen die jongens kansen. In dit geval zijn het tien Ivorianen in één ploeg, maar in andere teams lopen er evenveel buitenlanders rond, alleen komen ze daar uit verschillende landen. Als je daar afstand van neemt, is het gewoon leuk om te bekijken. Ik vind het ook fijn om te zien dat mensen die politiek geëvolueerd zijn naar een uiterste waar ze de zwarte medemens verfoeien, voluit gaan voor hun eigen Ivorianen en die jongens aanmoedigen.

“Raf Willems schetst in zijn boek ook het ontstaan van het fantasierijke voetbal. Hij stelt dat men niet bang was om vreemde invloeden binnen te laten door er bijvoorbeeld mensen uit andere continenten bij te betrekken. In ons land missen we soms dat vrolijke, artistieke voetbal. Zij hebben dat : ze amuseren zich op een veld en laten dat ook zien. Misschien hebben wij dat nog te weinig.”

Daarvoor wachten we op jouw zoon. Bedankt voor dit gesprek.

(Schaterlach.)

door Peter T’Kint

‘Mooi hoe Jan Ceulemans alles relativeert. Ook tegenover een heel enthousiaste radioverslaggever.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content