Welke bloedgroep heb je? “Oei … Dat kan ik niet uit mijn hoofd zeggen. Maar dat groene kaartje zit wel in mijn portefeuille. Mijn ouders zeiden dat ik dat altijd bij me moet hebben.

“Ik kan goed tegen bloed. Toen Line en Ella geboren werden, had ik geen last bij de bevalling. De verpleegsters vertelden me dat er vaak mannen wit wegtrekken of even moeten gaan liggen, maar ik maakte alles heel bewust mee.”

Bood je jouw vriendin je hand aan om erin te knijpen of te bijten?

“Ja, maar Marij wou dat niet. Ze was tevreden dat ik er was, maar had het liefst dat ik van alles afbleef. Bijna drie jaar geleden, bij de bevalling van mijn eerste dochtertje, was het wel heel erg warm. Toen mocht ik met een washandje over haar voorhoofd gaan en haar wat water geven. Voor de rest voelde ze zich meer op haar gemak als de gynaecoloog en de verpleegsters zich met haar bezighielden.”

Wat is in jullie nieuwbouwwoning geweldig mislukt omdat jij je er te veel mee moeide?

“Niks, want ik bleef ver weg van het fijnere werk. Dat is niet aan mij besteed. Ik ben beter met mijn voeten dan met mijn handen. Enkel aan ruwere en zwaardere dingen waag ik mij soms. Op onze grond stond bijvoorbeeld nog een klein gebouwtje dat neergehaald moest worden. Daarbij assisteerde ik. Dat vond ik nog tof. Eens je daarmee bezig bent, haal je daar voldoening uit. Ik hielp ook enkele bomen afzagen. Dingen opbouwen is altijd lastiger dan ze afbreken. En toch heb ik zelfs bij dat laatste elke keer een zetje nodig om eraan te beginnen.

“Gelukkig hielpen mijn vader en schoonpa goed. Zij legden zich er al bij neer dat ik dat allemaal niet kan. Die zijn nog van de oudere, geweldig handige generatie. Vroeger probeerden zij ook alles altijd eens. Bij ons wordt iets nu sneller uit handen genomen als het niet direct lukt.”

Waarmee had je het meeste last tijdens de autorijlessen?

“Mooi achteruit rijden tussen die paaltjes. Zeker in de eerste uren had ik er zo regelmatig eentje mee. Ook als ik tussen twee auto’s moest parkeren, was ik rap aan het sukkelen. Toen ik pas mijn rijbewijs had, vermeed ik dat. Een gaatje waar ik mij in moest wringen, reed ik meestal voorbij om daarna enkele honderden meters verderop op een gemakkelijke plaats te parkeren. Nu staan er gelukkig sensoren op mijn wagen, die piepen als je dicht in de buurt komt van de auto achter je. Dat vergemakkelijkt de zaak.”

Wanneer trapte je de laatste keer in stront?

“Onlangs, tijdens een wandeling in het bos. In de auto rook ik het.

“We gaan tegenwoordig regelmatig eens met de meisjes naar de speeltuin, die in Heppe net naast het bos ligt. Line is nog niet de heldin die overal op haar eentje inkruipt, haar papa moet haar nog geregeld bijstaan. Ik hou haar vast als ze van de glijbaan komt. Ze vraagt me ook vaak om met haar op de wipwap te gaan. Daar zit ik eigenlijk nog graag op.

“Zelf was ik als kind nog meer in de ban van een schommel. Met vriendjes hadden we trouwens de gewoonte om daarvan af te springen op het moment dat je het hoogst vloog. Pijnlijk.”

Met welke schone had je altijd al graag eens op de wipwap gezeten?

Heidi Klum. Blond, zoals mijn vriendin. En een mooie vrouw. Je hebt geen woorden nodig om dat uit te leggen.”

Scheer jij je van boven naar beneden of van beneden naar boven?

“Van boven naar beneden. Ik moet wel toegeven dat ik me soms een paar dagen niet scheer. Het is niet bepaald mijn favoriete bezigheid. Ik kan het me ook veroorloven om dat niet elke dag te doen, want ik heb niet echt een hele zware baardgroei.”

Hoe secuur ga je om met je rekeninguittreksels?

“Ik hou die heel goed bij. Tussen mijn papieren vind je die allemaal, zelfs heel oude. Ik heb ook nog al mijn loonfiches, mooi in een kaftje. Mijn ouders leerden me om die allemaal heel zorgvuldig te verzamelen en op orde te houden. Je weet nooit waar dat later goed voor is.” S

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content