Zaterdag speelt België tegen Estland (en Kroatië tegen Bulgarije) voor een plaats in de barrages voor het EK 2004 in Portugal. Philippe Clement mag zich dan nog eens uitleven op het middenveld. ‘Ik heb het gevoel’, zegt hij, ‘dat ik herontdekt ben.’

Winnen van Estland volstaat niet voor de barrages, Kroatië moet punten laten tegen het al gekwalificeerde Bulgarije. Maar in speculeren over allerhande factoren die van invloed kunnen zijn op het verloop van die ook voor België cruciale wedstrijd, heeft Philippe Clement geen zin. “Als we Bulgarije van de Uefa niet mogen sponsoren,” lacht hij, “wat kunnen we dan nog meer doen dan onze eigen wedstrijd winnen en wachten op de uitslag van Kroatië ? We zullen wel zien wat er gebeurt. Als we ons alsnog voor het EK plaatsen, zal het alleszins een grote stunt zijn. Want als je de campagne start met nederlagen tegen je grootste twee concurrenten, waarvan één met 4-0, dan zit je al bijna in een hopeloze situatie.”

Hij is er graag bij, het is hem aan te zien. “Ik vind het heel plezant om erbij te zijn. Iedereen zal weer zeggen : daar komen de clichés weer, maar de sfeer in de groep ís gewoon super. Ik denk dat de ploeg dat op het veld ook uitstraalt. Er is heel veel onderlinge vriendschap, er kan echt een heel sterk blok staan. Er is een goeie mix tussen jongeren en ouderen. Er zijn veel gretige jongere spelers, maar misschien ook gretige oudere spelers. Er is een goeie band tussen Vlamingen en Walen, terwijl er in het verleden toch dikwijls twee kampen waren. Het heeft ook altijd te maken met resultaten natuurlijk. En het is ook de verdienste van de trainers, zeker ook van de assistent die er alles aan doet om de goeie sfeer te bewaren. Misschien dat Aimé An- thuenis ook wel op menselijke kwaliteiten selecteert. Belangrijk is ook dat Bart Goor een kapitein is die in eerste instantie aan de groep en niet aan zichzelf denkt.

“Ook het aantal goeie jonge talenten is opvallend. Misschien hebben we gewoon geluk met deze generatie, maar ik denk dat er ook iets anders speelt : zeker de laatste vijf jaar is er een veel betere samenwerking tussen de scholen en de voetbalwereld û met de topsportscholen. Ik heb in mijn tijd zelf genoeg ondervonden hoe ver die werelden van elkaar stonden en totaal geen begrip voor elkaar hadden.

“Weet je, toen ik er ben bijgekomen voor het WK in Frankrijk was ik 24 en op Mbo, EmileMpenza en Eric Deflan- dre na de jongste. De rest waren heel veel dertigers. Terwijl ik nu 29 ben en er mij journalisten komen vragen of ik ga stoppen als international indien we ons niet plaatsen voor Portugal. Neen dus, ik hoop nog heel wat toernooien te kunnen meemaken.”

Hij is polyvalent. Bij de nationale ploeg is hij momenteel verdedigende middenvelder, bij Club Brugge doorgaans centrale verdediger. Ooit was het andersom en, wie weet, wordt het dat in de toekomst ook weer. “Mijn favoriete positie is in de ploeg”, zegt hij. “Ik speel het allebei graag. Er is in principe ook niet echt veel verschil, vind ik. Met de manier waarop wij in Brugge voetballen, speel je als centrale verdediger de rol die in andere ploegen de verdedigende middenvelder speelt. Bij ons begint de opbouw centraal achterin, je zal bij ons zelden een uittrap van de keeper zien. Het is niet zo dat je bij ons alleen maar een man moet uitschakelen en nooit een bal ziet, of er alleen maar een lel op moet geven. Je moet meevoetballen en aanspeelbaar zijn. Het maakt de omschakeling van verdediger naar middenvelder makkelijker.

“Bij de nationale ploeg staat er centraal op het middenveld wel een mannetje minder, wat consequenties heeft voor je positie en de manier van verdedigen. Je rol hangt daar ook af van de tegenstander. Terwijl bij Brugge de rol van verdedigende middenvelder door de veldbezetting en de manier van spelen veel vaster omlijnd is, tegen wie je ook speelt.”

Hij is in vorm. “Ten eerste omdat ik in de voorbereiding alles heb kunnen meedoen, in tegenstelling tot vorig seizoen”, legt hij het uit. “Ten tweede heb ik het gevoel dat ik door de wedstrijden met de nationale ploeg tegen Bulgarije en An- dorra herontdekt ben, dat de meningen van veel mensen herzien zijn en dat ik weer op een andere manier bekeken word. Omdat ik toen op het middenveld heb gespeeld en omdat het vlot liep, hebben mensen blijkbaar kwaliteiten teruggezien die ze achterin niet meer zagen. Alleen maar van iemand die nieuw is achterin, wordt er op de goeie dingen gelet. Als je lange tijd als verdediger hebt gespeeld, wordt er alleen nog opgemerkt als je een fout maakt. Als verdediger kan je een langere carrière maken, maar ben je veel vatbaarder voor kritiek. Eén fout kan daar fataal zijn. Op het middenveld is het makkelijker om appreciatie te krijgen. Over welke verdediger wordt er in België positief gesproken ?”

De lat ligt hoog voor centrale verdedigers bij Club Brugge. “We hebben een aanvallend systeem, dat is de voorbije jaren ook onze sterkte geweest. Het gevaar kwam van alle kanten. Het biedt grote voordelen, maar heeft zoals alles ook nadelen. Maar ik denk dat je er veel mee bijleert. Ik herinner mij dat Lierse, geroemd om zijn verdedigende organisatie, vorig seizoen op Beveren helemaal het noorden kwijt was en een pandoering kreeg omdat ze 20 meter hoger dan normaal hadden verdedigd. Terwijl wij nóg hoger spelen, altijd en overal.”

Soms ook tot hun eigen scha en schande. Zo verloor de kampioen in deze competitie al veel te veel punten.

“Vooral omdat we voor het eerst in vier jaar geconfronteerd zijn geweest met vrij veel blessures in de voorbereiding”, aldus Clement. “Vrij veel jongens misten een stuk van de voorbereiding of een deel juist erna. Of ze speelden wel, maar waren niet honderd procent fit. Als je dan zo kort na elkaar wedstrijden hebt, dan zit je op een bepaald moment plat. Mij is het vorig seizoen ook overkomen, omdat ik in juni tijdens het WK als een gek had zitten trainen om mijn frustraties te verwerken, om niet te hoeven nadenken. Zoniet had ik andere hulp nodig (lacht). Ik zat daardoor al helemaal in het rood toen met de voorbereiding de zwaarste periode startte. Ik raakte niet meer fris, ik was helemaal kapot getraind. Uit bloedtesten bleek een ijzertekort. Dat een geleidelijke opbouw waarin rust en ontspanning even belangrijk zijn als trainen noodzakelijk is, heb ik op die manier wel goed geleerd (lacht). Anders gaat je rendement naar beneden en ook dat van de ploeg.”

Toch ging Dortmund er nog aan. Tegen Celta de Vigo speelde Club gelijk, in Ajax verloor het, de volgende match is op AC Milan. “Ik ben ervan overtuigd dat als iedereen fit is, we een heel stuk verder kunnen staan dan vorig seizoen. Anderzijds vind ik deze groep zwaarder dan die van verleden jaar”, meent Clement. “Galatasaray kan je niet vergelijken met Celta, Ajax niet met Lokomotiv Moskou. Maar hoewel we nog niet in onze beste vorm zitten, slaagden we er toch in om met tien man de situatie om te keren tegen Celta. Dat getuigt toch van veel mentaliteit en vertrouwen. Dan zie je ook dat een Spaanse ploeg niet gewoon is dat er zo’n hoge druk wordt gezet, dat die bal opeens niet meer zo vlot rondgaat. Het is iets dat we moeten meenemen naar de terugmatch. Milan is natuurlijk een ploeg die aan één kans genoeg heeft. Daarna gaat elke bal de tribune in (lacht). Mochten wij zo spelen, ik denk niet dat de mensen in Brugge blij zouden zijn. Dat is een heel andere cultuur.

“Wat we in de Champions League geleerd hebben, is dat je heel goed in blok moet blijven. Als je te veel ruimte tussen de linies laat, ben je verloren. Je weet ook dat je weinig kansen krijgt en aan een hoog percentage moet afwerken. En dat je heel weinig mag weggeven, want dat de minste kans binnenzit. Onze nochtans heel degelijke prestatie tegen Ajax was daar het perfecte voorbeeld van. Het grote verschil is dat je een hoge concentratie moet halen in die matchen. Van organisatie moeten we het sowieso veel hebben, want we weten dat die jongens technisch beter zijn.”

Philippe Clement begon met tien jaar te voetballen bij Sint-Anneke, speelde ook nog voor Berchem, Beerschot, Genk en Coventry, alvorens hij in 1999 bij Club Brugge terechtkwam. En wie weet waar hij straks speelt. Afgelopen zomer al werd hij gesolliciteerd door Standard en München 1860.

“Op vakantie in Kreta kreeg ik een telefoon van mijn manager ( SEM, nvdr) dat ik naar meneer Vanhove moest bellen, omdat er blijkbaar een goed bod van Standard was gekomen”, vertelt hij. “Ik vond het op dat moment niet de beste opportuniteit, ook omdat ik in Brugge kans maakte om weer Champions League te spelen. Toen is München 1860 gekomen. En dan spreek je natuurlijk over Bundesliga – een competitie die mij aanspreekt en ook zou moeten liggen – en over een contract dat je een bepaalde toekomstzekerheid geeft. Er was blijkbaar snel een akkoord over een transfersom en ook om die over drie jaar te spreiden, maar er stelde zich een probleem met de bankgarantie. Op dat moment heeft ook het probleem met Marek ( Spilar, nvdr) zich voorgedaan en is alles stroever beginnen verlopen. Dat de transfer uiteindelijk niet is doorgegaan, is een combinatie van beide factoren, denk ik.

“Je moet weten dat ik in mijn laatste contractjaar ben en dat dit voor mij een heel groot risico is. Krijg ik morgen een kwalijke stamp, dan kan ik in juni met een heel groot probleem zitten. Ik zit in een delicate situatie. Ik heb de voorzitter toen gevraagd of er te spreken was over een contractverlenging. Hij heeft mij geantwoord dat hij van het exploitatieverlies af wilde en eender wie maar een voorstel kon doen als hij wist of we de Champions League zouden halen. Toen is de afspraak gemaakt om in oktober te praten.”

Een groot risico ? Is het toch niet vooral voordelig ? Straks is Philippe Clement transfervrij, dan hoeven geïnteresseerde clubs geen transfersom meer te betalen, dan heeft München 1860 geen bankwaarborg meer nodig, en dan krijgt de vrije speler doorgaans aanzienlijk meer voor zijn handtekening. “Ik denk dat ik beter dan eender wie besef hoe relatief het in voetbal allemaal is”, repliceert hij. “Zie mijn blessures. Hoe klein ze ook waren, ze vielen altijd op het slechtste moment. Bij Coventry een week voor de competitiestart, hier bij de komst van Sollied en juist voor het WK in Japan. Drie cruciale fasen in mijn carrière. Misschien wel drie keer dat ik van nul ben moeten beginnen om weer alles te bewijzen. Ik weet dat de trainer en iedereen van het sportieve beleid van München 1860 mij heel graag wilden, ik weet ook dat ze nog niemand anders hebben gehaald, maar misschien gebeurt het volgende week wel.

“Ik bedoel : in voetbal kan alles zo snel veranderen. Er is de voorbije maanden ook niet gepraat. Ik heb hen gevraagd mij met rust te laten tot ik weet wat de bedoelingen van Brugge zijn. Als ik dat weet, kan ik dat naast andere mogelijkheden leggen en dan sportief, financieel en sociaal de beste keuze maken voor mijn toekomst.”

door Christian Vandenabeele

‘Als verdediger ben je veel vatbaarder voor kritiek dan als middenvelder.’

‘Ik weet dat München 1860 nog altijd niemand anders heeft gehaald.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content