Een dag in zijn spoor meelopen lukt nog net. Op het veld zijn de infiltraties van middenvelder Tony Sergeant (SV Zulte Waregem) stilaan onnavolgbaar. Een impressie.

De geboorte van een kind vraagt niet alleen meer verantwoordelijkheid, het vergt ook een betere planning en organisatie van je dag”, ervaart de 28-jarige Tony Sergeant sinds ruim een halfjaar. Toen werd de aanvallende middenvelder van SV Zulte Waregem voor het eerst vader. Zoontje Thibaud zorgt ervoor dat de wekker bij Sergeant en zijn vrouw Evelyne Dhaenens iets vroeger afloopt dan vroeger. Dat betekent tegenwoordig om zeven uur ’s morgens opstaan en ontbijten. Een wereld van verschil met pakweg twee jaar geleden, toen Sergeant nog van het profstatuut genoot bij R Antwerp FC en graag eens wat langer in bed bleef liggen.

Met de hand gemaakt

7.45 uur Van zijn appartement in Olsene, een deelgemeente van Deinze, vertrekt Sergeant met de wagen naar zijn ouderlijk huis in Zeveren, waar op maandag Thibaud in de watten wordt gelegd. Op dinsdag, donderdag en vrijdag brengt zijn echtgenote de kleine bengel naar de opvang in Astene, terwijl op woensdag de familie Dhaenens oppas mag zijn. Een taak die hoofdzakelijk wordt waargenomen door de grootmoeder. Want het ontbreekt sportief manager en jeugdvoorzitter Luc Dhaenens, die ook nog deel uitmaakt van het directieteam op het VTI in Waregem, vaak aan tijd om dat nog eens aan zijn rijkgevulde dagschema toe te voegen. Vanaf juli komt daar misschien verandering in, wanneer Dhaenens voltijds aan de slag gaat bij de eersteklasser. Sergeant ondervindt eigenlijk weinig last van het feit dat zijn schoonvader ook bij de club is betrokken. “Iedereen denkt dat ik daardoor van wat privileges kan genieten of meer weet van de interne keuken. Dat klopt niet, integendeel. Het enige wat voor mij telt, is het voetbal”, stelt hij. “De rest zijn mijn zaken niet. We praten wel eens over voetbal, maar niet alleen over Waregem.”

8.30-12 uur Hij trekt naar zijn werk bij verzekeringskantoor Joris Verschuere, gelegen op amper tweehonderd meter van het Regenboogstadion. Zijn tweede jobervaring, want Sergeant, die over een diploma kinesitherapie beschikt, werkte al eens een jaar in een rusthuis voor bejaarden. “Gelukkig was dat maar tijdelijk, want ik streefde toch meer naar de begeleiding van jonge sporters. Training geven aan tennissers of voetballers, dat spreekt me aan. Ik wou zelf nog iets naast het voetbal doen. Anders heb je maar een leeg bestaan, duurt het lang vooraleer de avondtrainingen daar zijn”, zegt hij. “Ik ben blij dat ik deze kans kreeg. Op die manier krijg ik toch meer inzicht in verzekeringen en beleggingen. Iets totaal nieuws, maar ook nuttig en leerrijk. Op dit moment is dit ideaal. Ik doe het nu al twee jaar met volle goesting.”

Verschuere, geboren en getogen in Roeselare en sinds de fusie in 2001 bestuurder bij SV Zulte Waregem, schakelt Sergeant in voor het administratieve werkgedeelte. “Hij is de tweede speler die hier halftijds komt werken”, stelt het lid van de sportieve cel, dat er graag op wijst dat we aan de onderhandelingstafel voor het afsluiten van de spelerscontracten zitten. ” David Geeroms ging hem twee jaar geleden vooraf. Beschouw dit als een depannage, het paste perfect in mijn kraam, want ik was op zoek naar een geschikte kracht. Soms moet je eens vanuit het buikgevoel werken, hé. Ik ben bijzonder tevreden over Tony : hij heeft de juiste mentaliteit, is correct en eerlijk. Het is iemand die nog met de hand is gemaakt, zoals vroeger. Wat me vooral opvalt, is dat hij een heel gemotiveerde indruk maakt”, oppert Verschuere, wiens broer Lieven nog een tijdje sportief bestuurder was bij Cercle Brugge. De passie voor het voetbal is groot in de familie Verschuere. Dirk, een andere broer, is aan de slag bij de West-Vlaamse derdeprovincialer Dosko Beveren.

Cake

12.45 uur Via de oude weg Waregem- Deinze en het Burgemeester Van de Wielestadion van SK Deinze, waar Sergeant van 1995 tot 2000 voetbalde, komen we in Zeveren. De ouderlijke woonst ligt op amper vijfhonderd meter van Zeveren Sportief, waar Sergeant op 9-jarige leeftijd zijn eerste aansluitingskaart tekende. “Een gemakkelijke keuze, want je was snel thuis. Logisch ook, want van klein af was ik bezeten van de bal. Ik speelde er maar vijf jaar, want daarna vertrok ik naar Cercle Brugge. Samen met Stijn Dhont, de broer van Bert, die nog dichter bij het voetbalterrein woonde. Onze vaders reden afwisselend op en af naar Brugge. Op het einde kregen we ook steun van de familie van Steve Cooreman. Echte idolen had ik niet, maar ik kijk wel op naar Michel Platini, Marc Degryse, Pär Zetterberg en Zinédine Zidane. Creatieve voetballers, ik weet het.”

Het middagmaal, de traditionele Vlaamse kost in plaats van specifieke sportvoeding, wordt onderbroken door een telefoontje van een Antwerpsupporter die wekelijks belt. De familiale gezelligheid komt boven wanneer Sergeant aan tafel aanschuift bij zijn vader, moeder en jongere broer Andy. De 18-jarige student met een passie voor muziek is de enige die nog thuis woont. De oudere zussen Anja (34) en Sonja (33) zijn al iets langer de deur uit. Terwijl er snel een tante even binnenglipt, is het hoofdthema het feit dat de kleine Thibaud niet wil slapen. Ook de resultaten van Vinkt en Zeveren, de eeuwige streekrivalen, en de hoogconjunctuur van SV Zulte Waregem komen ruimschoots aan bod in de geanimeerde gesprekken. Een praline als dessert is een mooie afsluiter.

14-16.30 uur Tony Sergeant trekt naar huis voor een siësta van een halfuurtje, informeert naar de toestand van zijn echtgenote, die ziek te bed ligt, speelt wat met Thibaud en zet nog even de computer aan. “Samen met tennis en snookeren mijn favoriete bezigheden buiten het voetbal.”

17 uur Aangekomen op de club, komt Lander Van Steenbrugghe aangewandeld met een cake. “Gebakken door mijn oma”, zegt hij fier. Na een rondje in de kleedkamer is zijn bord leeg. Doelman Pieter Merlier zet de muziekinstallatie aan, terwijl Sergeant in de kleedkamer zijn plaatsje opzoekt naast Tjörven De Brul. Die kreeg, door zijn Vikinglook, de bijnaam Lars mee. “Tony is een sympathieke knul”, vertelt de oud-international, die dit seizoen op een heel hoog en constant niveau voetbalt. “Eerder het rustige type, heel gemoedelijk in de omgang. Hij is zeker geen losbol, maar zal zich ook niet naar de achtergrond laten drummen. Tony durft op te komen voor zijn mening, neemt met veel plezier deel aan het groepsgebeuren. Bescheiden mag je hem ook noemen. Hij zal nooit te hoog van de toren blazen of zweven na een goede prestatie. Tony kent als geen ander zijn mogelijkheden en beperkingen. Dat is heel belangrijk, want het betekent dat je over een groot inschattingsvermogen beschikt. In offensief opzicht is hij wat de exponent van onze gedurfde speelstijl.”

Weinig show

17.25 uur Net voor aanvang van de training maakt Sergeant nog een praatje met aanvoerder Stefan Leleu, met wie hij vier jaar lang carpoolde naar Antwerp. De centrale verdediger is blij dat zijn ploeggenoot eindelijk de waardering krijgt die hij verdient. “Vooral van de buitenwereld dan. Spelers en trainers kennen al langer zijn waarde”, beweert de routinier. “Hij is een toonbeeld van niet-aflatende inzet. Op het veld is hij de eerste die de mouwen opstroopt. Tony weet goed waarmee hij bezig is. Een beschaafde, slimme persoon. Geen lawaaimaker, maar iemand op wie je altijd kan rekenen. Tony is vaak de rust zelve, iemand die niet graag op de voorgrond treedt. In de schijnwerpers lopen is niet voor hem weggelegd. Staat altijd klaar om zijn steentje bij te dragen.” Leleu vindt dat Sergeant een kans verdient bij de nationale ploeg. “Kan je me iemand bij de Rode Duivels noemen die even sterk in de zestien meter infiltreert als hij ? Natuurlijk moet je dan wel op zoek naar een struise diepe spits, die de bal kan bevriezen, goed kan afleggen en gemakkelijk kaatst.”

17.30-19.30 uur Terwijl Francky Dury met kegeltjes een terrein afbakent voor een partijtje op de korte ruimte, leidt assistent-trainer Eddy Van den Berge de opwarming. Sergeant zit in een groepje met Nathan D’Haemers, Ludwin Van Nieuwenhuyze, Wouter Vandendriessche en Stijn Meert. Het gaat er ernstig aan toe. Even dollen kan, als de fotograaf in de buurt komt. “Samen met Stefan Leleu had Tony het Antwerpritme in de benen, toen hij hier aankwam”, herinnert de trainer zich. “Jongens die bezeten hadden willen trainen, maar dat – om welke reden dan ook – niet konden of mochten. In het begin hadden zij het moeilijk, ook in de tweede klasse. Tony ondervond in de heenronde moeilijkheden om zijn status te bevestigen. Maar door onze trainingsmethodiek bloeiden ze open en drukten beiden hun stempel op de titel. Dit seizoen is Tony beresterk : hij scoort in de rug van Salou Ibrahim met de ogen dicht, is een constante dreiging, op en top prof, altijd perfect met alles in orde, beschikt over een hele goede technische bagage, schiet zowel met rechts als links gemakkelijk op doel. Komt op de juiste momenten voor doel, heeft een uitstekend kopspel, goede timing, voldoende recuperatie en een groot loopvermogen. Qua uithouding en snelheid zit dat gewoon perfect. Met andere woorden : een voorbeeld. Misschien mist hij alleen een beetje werkelijke kracht. Een fantastische jongen om mee samen te werken. Nooit een woord te hoog of te laag, maar wel iemand met een eigen mening. Je voelt zijn ambitie. Het is een kerel die vooruit wil. Hij moet, net zoals Steven Gerrard bij Liverpool en Frank Lampard bij Chelsea, het uithangbord van de club kunnen worden. Als er in de toekomst over SV Zulte Waregem wordt gepraat, dan moet hij, als regiospeler én topper, voor die uitstraling kunnen zorgen. Tony heeft leiderschapscapaciteiten. Hij wordt vaak onderschat, ook inzake communicatievaardigheden. Door zijn attitude heeft hij een aangeboren leiderschap in zich. Als je Tony ontmoet tijdens de training, voor of na een wedstrijd, dan heb je daar een zekere bewondering voor. Hij is geen losbol die zal uitgaan tot vroeg in de ochtend. Hij is bezig met zijn job, straalt rust en zelfvertrouwen uit. Hij is geen Erik Gerets, eerder een Jan Ceulemans. Geen uitgesproken leider, maar een persoon die liever vanuit de schaduw komt. Iemand voor wie je respect hebt, die het allemaal niet te moeilijk maakt. Weinig show, geen woorden maar daden.”

20 uur Een kleine maaltijd in het spelershome sluit de training af. Vandaag staat er witloof in hesprolletjes op het menu. Er wordt veel gelachen. Het meeste lawaai wordt gemaakt door doelman Pieter Merlier.

21 uur Tony Sergeant trekt naar huis. “Ik zit zeker nog niet aan mijn maximum als voetballer, ben nog niet volledig ontbolsterd. Er is meer mogelijk”, beseft hij. “Mocht ik nu vijf jaar ouder zijn, dan zou SV Zulte Waregem een mooi eindpunt zijn. Ik lig hier nog twee seizoenen onder contract. Maar ik zou graag eens mijn limieten aftasten. De leuze van de club is grensverleggend. Dat wil ik ook doen. In principe zit ik nu in mijn topjaren, zowel fysiek als lichamelijk. Ik ben een collectief ingestelde speler. Zeker geen Ronaldinho, die vier man kan dribbelen, maar iemand die door zijn inzicht en loopvermogen gemakkelijk de ruimtes induikt en vlot scoort. Als er belangstelling komt van de topploegen, ben ik gerust bereid te praten. Dat moet je durven overwegen. Je streeft toch altijd naar het maximum. Alles laten vallen voor het geld is niet aan mij besteed. Er zijn andere waarden in het leven die veel belangrijker zijn. Ik zal altijd eerst luisteren naar mijn hart en verstand.”

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content