Als Erik Gerets zegt dat hij op 55 jaar stopt als trainer, zegt Georges Leekens (54) dat hij met hem wil praten. ‘Want ik geloof hem niet. Ik ontplooi me nu pas ten volle, als mens én als trainer.’

Gerinkel van scherven. Er breekt een kopje in de perskamer van Moeskroen, iemand slaakt een gil. Geeft niet, sust een ander : “We hebben nu toch geld genoeg !” Het is de dag dat Mbo Mpenza zou tekenen voor Anderlecht of Club Brugge, wat Moeskroen twee miljoen euro zou opleveren. Desondanks komt Georges Leekens fluitend zijn bureau binnengestapt. “Hoe ik me voordoe, is niet hetzelfde als hoe ik me voel”, zegt hij. Een paar dagen later komt het bericht dat Club en Anderlecht (voorlopig) afhaken.

Waarom is Mbo zo belangrijk voor jullie ?

Georges Leekens : “Als Mbo gaat, verlies je niet alleen een goede voetballer en een goed mens, maar ook iemand met een enorme impact op de prestaties van de spelers rond hem. Zonder Mbo gaan die allemaal dertig procent minder presteren. Waar dat toe leidt, zag je vorig jaar, toen te snel aan te veel jonge spelers die daar niet klaar voor waren verantwoordelijkheid werd gegeven. Voorlopig haal ik dus opgelucht adem, nu het ernaar uitziet dat hij het seizoen hier uitdoet, zoals ik ook verwacht had. Ik zie dat hij ook niet ontgoocheld is wegens het afspringen van de transfer. Integendeel, hij heeft het hier naar zijn zin. Als hij straks evengoed blijft presteren, komt er belangstelling van buitenlandse topclubs. Hij moet de juiste keuzes maken : een ploeg die Champions League speelt. Daarom weigerde ik hem in het begin van het seizoen te laten gaan naar Santander, dat een huuroptie wilde.”

Club en Anderlecht hapten om budgettaire redenen niet toe. Jij suggereert nu dat ze daar straks wel eens spijt van zouden kunnen krijgen.

“Dat denk ik wel. Vooral als tweede spits was hij heel beslissend, dat vind ik zijn beste positie. Hoé beslissend viel op wanneer hij er eens niet bij was : dan deden we gewoon niet mee.”

Omdat hij blijft, is er ook geen geld voor de drie Bosniërs.

“Zonder Mbo was het absoluut noodzakelijk geweest die drie te houden. Ze zijn intensief gescout en goed bevonden, daar bestaat geen twijfel over. Misschien kunnen we ze nu laten tekenen en in juli laten overkomen, als ze dat nog willen. Ik begrijp dat het budgettair niet haalbaar is om ze nu meteen te kopen, maar ik leg me daar niet bij neer. Ik moet mijn club nú waarschuwen, niet als het te laat is. Ik kan geen wonderen blijven verrichten.”

Hoe bedoel je ?

“Met beperkte middelen een zo groot mogelijk rendement halen schrikt me niet af. Als je naar België terugkeert, weet je dat je een stuk aan ambitie moet inbinden omdat de budgetten van de meeste clubs beperkt zijn. We zijn niet op trainingskamp geweest om geld uit te sparen, we lieten Eddy Mestdagh als trainer naar Deinze vertrekken, ik kromp de kern in door spelers die op dit niveau niet aan bod komen naar andere clubs te laten gaan : nóg meer besparen is geen optie. Me neerleggen bij bepaalde situaties zit niet in mij. Ik blijf een ambitieus man. Men mag zich hier niet blind staren op het huidige succes. Er zitten hiaten in mijn team die de tegenstander nog niet heeft opgemerkt of heeft kunnen uitbuiten.”

Welke waren dat ook alweer ?

(Grinnikt.) Sommige jongens speelden op een te hoog toerental en vaak met lichte blessures. Als Moeskroen ambitie heeft, moet de invulling aan de onderzijde op tijd gebeuren. Het alternatief is dat we straks Mbo verkopen en ons dan pas realiseren dat we plots de markt op moeten. Zo wil ik niet werken, want dan ben je niet voorbereid. Als je Beloufa straks niet kan houden omdat hij te duur is, moet je daar nu al op anticiperen. Als je niet herinvesteert, haal je je niveau omlaag. Zelfs mét Mbo erbij moet de kwaliteit hier straks met minstens twintig procent omhoog. Spijtig voor de mensen die dan niet mee kunnen.

(Diept het rapport op dat zijn spelers met Kerstmis kregen). Statistieken bewijzen mijn gelijk. Sommige jonge spelers die bij de A-kern kwamen, waren zestig procent van de tijd geblesseerd. Ging de overstap te snel, konden ze het niveau niet aan, verzorgden ze zich genoeg ? Stuk voor stuk nam ik dat met ze door. De criteria voor jonge spelers zullen veel strenger worden, zodat we degenen die klaar zijn straks kunnen doorschuiven. Liever twee hele goeie dan vier of vijf die uiteindelijk voor derde klasse gevormd worden. Dat is niet onze bedoeling. Ik kan er niet tevreden mee zijn als we maar negentig procent uit een speler halen.”

Dus zet je de talenten van vorig jaar zonder pardon terug naar de B-kern.

“In de A-kern komen is één zaak, er blijven iets anders. Soms gebeurde de overstap gewoon uit noodzaak, maar ik vind nog altijd dat jongeren die stap moeten verdienen. Ik eis dat ze straks niet tevreden zijn met de status van regionale vedette. Laat ze in die B-kern maar eens mijn ongelijk bewijzen. Ik leg de lat hoog, geef ik toe. Daarom zette ik de voorbije maanden redelijk wat druk op Christophe Grégoire. Omdat hij iets meer kan en omdat het in goede tijden het moment is om hem bij te sturen. Er is nog veel te weinig concurrentie in mijn selectie, maar gelukkig profiteren deze spelers daar niet van.”

Er zijn ook lichtpunten, Georges. Je kreeg Francky Vandendriessche en Geoffrey Claeys weer op niveau.

“Het eerste wat ik Francky aanraadde, was om te zwijgen over die match in Kroatië. Oké, hij was daar niet goed, maar hij was niet de enige. Door te blijven hameren op een probleem wordt het alleen maar groter. Geoffrey heb ik gehouden omdat ik hem ken : grote mond, klein hartje. Even heeft hij gedacht dat hij groter was dan hij in feite is. Het deed hem goed om van zijn paard te vallen. Toen ik hier arriveerde, was hij weer een klein jongetje dat zich moest bewijzen. Hij zat al met één voet bij Denderleeuw, maar ik adviseerde om hem nog zes maanden te houden. Dat hij nu nog altijd hier is, komt omdat hij zich zelf heeft bijgestuurd.”

Met Luigi Pieroni heb je wel een van de revelaties van de laatste maanden.

“Eddy Mestdagh haalde hem nog bij Luik. Luigi Pieroni maakte acht goals, maar in het begin had hij het moeilijk met alles : de omschakeling van tweede naar eerste klasse, spelen zonder bal, fysieke conditie. Hij probeerde aanvankelijk ook drie tegenstanders tegelijk te dribbelen. Zijn opdracht is : zo veel mogelijk in de buurt van de zestien meter opereren. Hij heeft voorzetten nodig, dus probeer ik hem die te geven. Heb ik die buitenspelers niet, dan speelt hij maar tegen vijftig procent van zijn mogelijkheden. Als Mbo niet naast hem staat, verzuipt hij nog een beetje. Nu jubelt iedereen, maar hij is nog niet klaar om het gewicht van de aanval alleen te dragen. Talent moet je niet in de ploeg gooien als het slecht gaat, je moet het een kans geven naast sterkhouders. Mbo draagt de verantwoordelijkheid van onze aanval, niet Pieroni.”

Waarom denk ik, als ik je bezig hoor : straks is Georges Leekens hier weer weg ?

“Dat ben ik niet van plan, maar ik ben ook niet teruggekeerd om efkes bezig te blijven. Wel om plezier te hebben in mijn werk. Veel vraag ik niet. Ik wil alleen gehoord worden. De ambities moeten een béétje parallel lopen. Het is niet mijn bedoeling om voor de vijftiende plaats te spelen. Met de voorzitter kan ik het opnieuw goed vinden. Na mijn laatste vertrek heeft er een paar maanden iets scheef gezeten, maar dat is uitgepraat. Zonder Jean-Pierre Detremmerie bestond Moeskroen niet meer. Wat is Moeskroen zonder Excelsior ? Een provinciestadje zoals er honderd zijn. Excelsior heeft deze stad op de landkaart gezet. Knap ! Maar het is aan mij nu om aan te geven wat we moeten doen om straks niet in de vicieuze cirkel te belanden waar anderen niet meer uitraken. Ik moet nu waarschuwen, niet als het te laat is.”

Is het te laat ?

“De laatste tijd zie ik te veel noodoplossingen, alleen om te overleven. Er wordt weinig of niet opnieuw geïnvesteerd. Het gevolg is dat er alleen nog iets gebeurt in noodsituaties, waarin je doorgaans te weinig tijd hebt en beslissingen neemt die niet goed zijn. In het Belgische voetbal wordt de toekomst te weinig voorbereid. Ik zeg de dingen altijd op voorhand. Ook al lachte iedereen toen ik bij Kortrijk beweerde dat Lorenzo Staelens internationaal zou worden.”

Maar je stuurde hem bij Cercle wel eerst door omdat je niet in hem geloofde.

“Even rechtzetten : zijn tests waren goed, maar hij kon niet vaker trainen omdat hij zijn studies wilde afmaken. Daarom liet ik hem toen gaan. Ik vond dat op dat moment een juiste keuze.”

Moeskroen heeft geen geld om je te volgen in je ambities.

“Het heeft niet alleen met geld te maken. Ik heb veel clubs uit de nood geholpen, ik bewees al vaker dat ik met crisissituaties kan omgaan. Ik zou al heel tevreden geweest zijn met een twaalfde plaats bij de winterstop. We hebben ons huidige succes niet gekocht. Laybutt en Beloufa waren te duur voor ons, maar toch zijn ze hier, en ze geven een meerwaarde achterin. Laybutt was al terug naar Australië, maar ik heb Edy Krncevic opgebeld. Als je geen geld hebt, moet je hard werken en creatief zijn. Bijvoorbeeld door clausules in contracten toe te staan, waardoor zulke spelers tegen een minimale som weg raken. Anders krijg je hem niet hier. Of door op lange termijn te werken in de scouting. De spelers die Vidovic tipte, zijn niet zomaar gekomen. Drie maanden heeft hij ginder geleefd, hij praatte met hun ouders om te weten hoe ze in mekaar zitten. Dat bedoel ik met de toekomst voorbereiden. Ik geloof niet in scouting voor noodoplossingen. Morgen is belangrijker dan gisteren.”

Was je naar Moeskroen gekomen als Mbo hier niet had gespeeld ?

(Lange stilte. )

Je legt de lat hoog voor jezelf.

“Anderen doen dat ook voor mij. Waar Leekens komt, wordt er meer geëist. Dat stoort me niet, ik vul die rol graag in. Op voorwaarde dat ik respect voel. Respect is het belangrijkste in het leven.”

Na geld, bedoel je.

“Dan was ik niet naar Algerije gegaan, maar naar Qatar waar ik vijf keer zoveel kon verdienen in gemakkelijker omstandigheden. Maar daar draait het leven niet om. Ik wil gelukkig zijn. Als je niet gelukkig bent, moet je afscheid nemen.”

Valt hier iets tussen de lijnen te lezen ?

“Dat is nu niet aan de orde. Als 37-jarige trainer zou ik het moeilijker gehad hebben met deze situatie. Dan enerveer je je soms zo in zaken die je niet onder controle hebt, dat je jezelf niet goed meer voelt. Ervaring leert dat je daar niet altijd te zwaar aan moet tillen, dat de druk in het buitenland duizend keer groter is en dat de pers in België het nog correct speelt. Ik ben niet depressief geworden van een paar opstootjes, integendeel : mijn optimisme is er niet door aangetast. Op dat vlak ben ik misschien een beetje een Nederlander. Doorgaans heb ik me overal goed gevoeld.”

Omdat je overal tijdig bent vertrokken.

“Destijds had ik hier een clausule in mijn contract dat ik naar de nationale ploeg kon als de kans zich aanbood. Dat was namelijk mijn ambitie. Misschien was ik iets te jong op dat moment, maar ik had hier gedaan wat ik moest doen : Moeskroen naar eerste klasse brengen. Dat was geen makkelijke stap. De eerste vier maanden trok het hier toen op niets omdat ik te veeleisend was en zij niet konden volgen. Na de promotie liep alles hier op wieltjes. Dan moet je geen trainer zijn. Een goede trainer bewijst zich wanneer het moeilijk gaat. Als het vanzelf loopt…”

… ben jij weg.

“Bij Club Brugge vertrok ik om van onder de kerktoren weg te raken. Bij KV Mechelen zegde de voorzitter na twee maanden vlakaf dat hij zijn ploeg wilde verkopen om zijn bedrijf te redden. Terwijl ik daar net een prestatiegericht contract had getekend. Bij Charleroi zegde ik ook na één jaar mijn contract op, omdat ik voelde dat men mij niet volgde. Bij Lokeren wou ik aanvankelijk niet beginnen, ik wilde na de nationale ploeg een maand of vier stoom aflaten. Maar Willy Verhoost, die me naar Moeskroen had gehaald, bleef maar aandringen. Goed ook, want na Roda JC voelde ik dat vier maanden stilzitten niets voor mij is.”

Roda was jouw club, zei je. Maar na één jaar was je ook daar weg.

“Ik was nieuwsgierig naar de Nederlandse competitie. Ook de pers viel er goed mee. Hard, maar correct. Ik wilde wel langer blijven, ook al zag ik veel slechte wedstrijden, waardoor je beseft dat we soms te smalend doen over onze eigen competitie. De uitdaging was groot : ze stonden achttiende toen ik er kwam, de spelersgroep was een mesthoop. Het ging goed, tot ik ineens kritiek kreeg van bovenuit, van Nol Hendriks. Op dat moment weet ik : hier ben ik straks weg. Als de belangrijkste man in een club zijn twijfels uitspreekt over mijn professionele aanpak, is het over.”

In Algerije bleef je ook niet lang.

“Na Roda wilde ik opnieuw wat afstand nemen, maar in de winter begon het al te kriebelen en werd ik zenuwachtig. Ik was vooral nieuwsgierig naar Algerije, ik hou van zulke uitdagingen. Misschien heb ik het een beetje onderschat. In een andere privé-situatie was ik er wel langer gebleven. Ook al belde mijn broer me eens met de vraag : leef je nog ? Domme vraag, vond ik dat. Anders had ik toch de telefoon niet opgenomen ?”

Wat motiveert je nog ?

“Ik ben 54, nu pas kom ik tot volle ontplooiing van mezelf. Als mens én als trainer.”

Erik Gerets stopt op zijn 55e.

“Ik ga eens met hem praten. Ik geloof hem namelijk niet. Zelf heb ik één groot probleem : mijn verwachtingspatroon ligt zo hoog dat ik mezelf altijd achterna hol. Pas nu voel ik me volwassen genoeg om optimaal te functioneren, hoewel ik al destijds bij Crossing Schaarbeek leerde hoe ik me moest bewegen in een multiculturele wereld. Mijn leefwereld kan me niet ruim genoeg zijn, ik ben nog altijd leergierig. Het lijkt wel of alles nu pas begint, terwijl leeftijdsgenoten zich misschien uitgeblust voelen. De rol van een trainer is ook veranderd : je moet coördineren en delegeren. Bij de bond wou ik nog te veel zelf doen. Ik gooide me verbeten op mijn werk om mijn eigen innerlijke onrust weg te stoppen. Maar de oplossing ligt alleen in jezelf. Nu heb ik die rust wel gevonden, maar ik ben nog altijd gepassioneerd.”

Kortom : je blijft hier tot je pensioen.

“Dat zou een slechte uitdaging zijn. Maar als ik het hier niet zag zitten, had ik hier nooit voor drie jaar getekend. Alleen kan ik maar functioneren als men mij volgt in mijn ideeën. Ik zou heel graag eens ergens lang blijven. Maar : op voorwaarde dat men me volgt. Een trainer is een dirigent die afhangt van de kwaliteiten in zijn orkest. Dat moet hier goed kunnen klinken, vind ik. Ik wacht af.”

door Geert Foutré

‘Ik heb rust gevonden nu, maar ik ben nog altijd gepassioneerd.’

‘Ik eis van jonge spelers dat ze niet tevreden zijn met de status van regionale vedette.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content