Toen Axel Merckx na de Tour van 2007 zijn fiets aan de haak hing, verhuisde hij met zijn vrouw en twee dochters naar Canada. Hij vond er rust en een droomjob als ploegleider van het belofteteam van Lance Armstrong. ‘Het perfecte leven? Het scheelt toch niet veel.’

Wie geen halve dag in een vliegtuig wil zitten, moet er tijdig bij zijn om een interview met Axel Merckx te regelen, want de weinige keren dat hij in België vertoeft – “een à twee weken per jaar” – zit de agenda van de bronzenmedaillewinnaar van de Spelen in Athene overvol met familiebezoeken. Bovendien koppelt hij de visites aan zijn thuisland meestal aan een aantal wedstrijden die zijn ploeg Trek-Livestrong in Europa rijdt. Toch vindt Merckx op zijn laatste dag in België – zijn vrouw Jodi en dochters Axana Taylor (10) en Athina Grace (5) zijn in Canada gebleven – nog een gaatje. Kort na de middag, want ’s ochtends staat een fietstocht met vader Eddy op het programma. “Vaste prik als ik op bezoek ben. Vijftig kilometer, op het gemak. Ideaal om bij te praten over zijn en mijn leven. Als dat thuis moet gebeuren, wordt hij om de vijf minuten gestoord. Hij is altijd met iets bezig.” ( lacht)

Geen 24 uur na het interview zal de ex-Belgische kampioen weer in de lucht hangen. “Brussel, Montréal, Vancouver en als laatste stop Kelowna, mijn thuisstad. Vijftien uur onderweg”, vertelt Merckx. Het reizen is hij ondertussen al gewoon, maar aan deze vlucht is wel een nadeel verbonden, merken we op. Hij lacht. “Ik weet het… Ik zal game seven van de finale van de NHL-play-offs missen… Hopelijk houdt de piloot tijdens de vlucht Vancouver-Kelowna zijn passagiers op de hoogte.”

Voor wie de wenkbrauwen fronst: game seven is de beslissende wedstrijd om de Stanley Cup, de trofee die uitgereikt wordt aan de beste ijshockeyploeg van Noord-Amerika. In de finale van dit jaar kruisten de Boston Bruins en de Vancouver Canucks de sticks. En van die laatste ploeg is Merckx – Kelowna ligt op ‘amper’ vierhonderd kilometer van Vancouver – supporter geworden. “In Canada raak je automatisch besmet met het ijshockeyvirus. Het is er bijna een religie. In Vancouver, en zelfs in de hele provincie British Columbia, zul je tijdens de match geen kat op straat zien. Net alsof België de finale van het EK voetbal zou spelen.” (Vancouver verloor uiteindelijk de zevende wedstrijd met 0-4, met grote rellen tot gevolg, nvdr)

Een diehardfan wil Merckx zich niet noemen. “Als ik thuis ben, kijk ik meestal naar de matchen en op de meeste gezichten van de Canucksspelers kan ik een naam plakken, maar een echte kenner ben ik niet.” De ex-renner aarzelt nochtans geen seconde als we vragen waar hij de avond van 28 februari 2010 was, toen Sidney Crosby in de verlenging van de olympische ijshockeyfinale in Vancouver de beslissende 3-2 tegen de aartsrivaal uit de VS scoorde, een van de meest historische momenten uit de Canadese sportgeschiedenis. “Ik zat in een skihut voor tv, net als ruim zestien miljoen Canadezen, ruim de helft (!) van de bevolking. Zelden mensen zo uit de bol zien gaan”, vertelt Merckx die op uitnodiging van het BOIC de Spelen – “ijsschaatsen, langlaufen en snowboarden” – ook drie dagen ter plaatse volgde.

Niet terug naar België

De grote interesse voor het ijshockey geeft aan hoe goed Axel Merckx zich geïntegreerd heeft, sinds hij na zijn carrière naar Kelowna verhuisde . “Jodi, een Canadese uit British Columbia, had meer dan tien jaar met mij in Monaco gewoond, dus besloten we om de rollen om te draaien. Monaco was ideaal om te trainen, maar geen plaats om onze kinderen op te voeden.”

Ook een terugkeer naar Brussel, dicht bij Merckx’ familie, bleek geen optie. “We wilden Axana en Athina zien opgroeien als normale kinderen, niet als ‘de dochters of kleindochters van’, zoals ik meegemaakt heb. Ikzelf zou in België ook voortdurend over mijn schouder moeten kijken, alleen omdat ik Axel Merckx ben. Een ding verkeerd doen – al is het maar een simpele verkeersboete – en het staat in de krant. Niet dat ik in Canada zotte toeren uithaal, maar het is toch… anders. Ik heb het gevoel dat ik er gewoon Axel kan zijn en geapprecieerd word om wie ik bén, niet om wat ik als renner gepresteerd heb of om wie mijn vader is. Onbewust wordt in België die link altijd gelegd, terwijl ik in Kelowna nooit over mijn carrière of mijn vader praat. Alleen als ze er zélf naar vragen, zeg ik daar iets over.”

Maar de anonimiteit is niet de enige reden voor de verhuizing naar Canada, zegt Merckx, die nog altijd vlekkeloos Nederlands praat. “Het leven is er heel rustig, veel minder gejaagd dan hier. Kelowna – een van de warmste steden van Canada – telt wel honderdduizend inwoners, maar wij wonen in de groene rand, op zo’n achttien kilometer van het centrum. In België zit je dan al vier gemeentes ver… ( lacht) Ons huis bevindt zich tegenover een natuurreservaat en in onze achtertuin ligt een groot meer. Het gevoel van vrijheid is enorm groot. We kunnen waterskiën, in de bergen joggen en mountain-biken en in de winter langlaufen en skiën… Wat moet je meer hebben? Al moet je er wel van houden. Niets voor mijn vader bijvoorbeeld. Die zou er niet kunnen aarden. Véél te rustig.”

Of Axel ooit terugkeert naar zijn geboorteland, weet hij niet. “Natuurlijk mis ik af en toe mijn familie, maar ik heb er zelf voor gekozen en heb zeker geen spijt van mijn beslissing. Bovendien hebben we via e-mail en skype nog veel contact. Tot de kinderen afgestudeerd zijn – minstens nog vijftien jaar dus – blijven we allicht in Canada, daarna zien we wel.”

Net als zijn dochters, die worden opgevoed in het Engels en Frans, zal Merckx tegen dan allicht ook de dubbele nationaliteit bezitten. “Daarvoor moet je effectief drie jaar in Canada gewoond hebben, maar omdat ik de laatste jaren veel gereisd heb, voldoe ik nog niet aan die voorwaarde. Bovendien moet je ook een examen over de grondwet en de geschiedenis van het land afleggen. Dat betekent dus studeren, maar ook een hoop papierwerk. Een van de komende jaren zal ik daar eens tijd voor vrijmaken, maar er is geen haast bij.”

Perfecte leven

Dat Merckx nog altijd veel sport, blijkt uit zijn scherp gezicht. “Na mijn carrière was ik de fiets wel beu en heb ik een aantal jaar bij de plus 35-jarigen van een caféploeg in Kelowna gevoetbald. Ondertussen fiets en jog ik weer meer en staat het voetbal op een laag pitje. Ik ergerde me te veel aan sommige medespelers die elke match als de finale van het WK beschouwden. Winnen is leuk, maar het moet niet meer. Ik wil nu gewoon plezier beleven aan het sporten. Dat is net het leuke: ik móét niet meer keihard trainen of op mijn voeding letten. Dat afzien op en naast de fiets mis ik zeker niet. Integendeel: mijn leven is een pak gemakkelijker geworden.

“Het perfecte leven? Het scheelt toch niet veel. Mijn vrouw en kinderen zijn gezond, we zijn gelukkig, hebben weinig of geen problemen… Ik zou misschien iets meer thuis willen zijn, maar ik heb niet genoeg geld om nu al te rentenieren. Ik ben ook niet zo opgevoed. Kijk naar mijn vader: die zou zich wél in zijn zetel kunnen zetten, maar is nog altijd met van alles bezig. En twaalf uur vrije tijd per dag hebben, is ook niet leuk, hé.”

Als Merckx dan toch een uitdaging zoekt, dan heeft hij, als ploegleider van Trek-Livestrong, nu de ideale job, vertelt hij. “Na mijn carrière ben ik begonnen met Axel Merckx Cycling Tours, fietsvakanties voor wielertoeristen in Europa en Canada. Leuk – ik leerde veel mensen kennen – maar ploegleider zijn geeft me meer voldoening. Als mijn renners winnen, ben ik even blij als zij, zeker als ze naar de profs overstappen en ook daar een mooie carrière uitbouwen.

“Ik heb ook de luxe dat ik me niet veel van de administratie moet aantrekken en me vooral op het sportieve kan focussen: beloften coachen en opleiden, kandidaat-renners scouten en aannemen. Een paar keer per jaar ben ik wel twee à drie weken onderweg voor stages en wedstrijden, maar in vergelijking met ploegleiders bij de profs valt dat goed mee. Vanaf oktober tot januari ben ik zelfs bijna iedere dag thuis en kan ik Jodi, die huisvrouw is, wat helpen en vooral fulltimepapa zijn: opstaan met de kinderen, hen naar school brengen, hun sportwedstrijden volgen… Axana verbeterde al een paar records in de plaatselijke zwemclub, nam onlangs deel aan een triatlon en is lid van een voetbalclub, waar ik coach van haar ploeg ben. Athina voetbalt ook en is begonnen met ijsschaatsen. En in de winter gaan ze ieder weekend mee skiën. Tussen al die activiteiten door volg ik de trainingsschema’s van mijn renners op de voet, maar zolang dat in orde is, kan ik doen wat ik wil, ook in de rest van het jaar.”

Weinig druk

Lang moest Merckx dan ook niet twijfelen toen hem onlangs voorgesteld werd om zijn contract bij Trek-Livestrong met twee jaar te verlengen. “De onderhandelingen zullen wellicht eerstdaags afgerond worden. Ik had snel uitgemaakt dat ik zou blijven, ook omdat het budget wellicht verhoogd wordt en we daardoor misschien meer in Europa zullen koersen. Bovendien wordt de ploeg ook internationaler: we mikken niet alleen op Engelstalige renners, maar eventueel ook op Belgische, Franse of Italiaanse toptalenten.”

Een stek bij een WorldTourploeg ambieert Merckx dan ook niet. “Als Trek-Livestrong gestopt was, had ik hier en daar eens gepolst, al zie ik het voorlopig niet zitten om weer tweehonderd dagen per jaar op hotel te leven. Maar: zeg nooit ‘nooit’, hé. Misschien krijg ik binnen twee jaar, als de kinderen wat ouder zijn, een voorstel dat me erg aanstaat.”

Een job als sportdirecteur bij de profs zou hij nu wel al perfect aankunnen, aldus Merckx. “In mei was ik tijdens de Ronde van Californië assistent-ploegleider bij RadioShack. Omdat de omkadering er veel uitgebreider is, vond ik het zelfs gemakkelijker werken. Al is de druk natuurlijk wel groter. Ik heb bij Trek-Livestrong nog nooit een sponsor aan de lijn gehad die klaagde over een gebrek aan prestaties.”

Als er sprake is van druk, is het vooral de druk die zijn jonge toptalenten zichzélf opleggen. “Bijna allemaal willen ze liever gisteren dan vandaag prof worden, waardoor ik hen vooral moet leren geduld te hebben. Op training, maar ook in wedstrijden. Ze willen zo veel mogelijk rijden, in de veronderstelling dat ze dan meer kansen krijgen om zich te tonen, maar ik vind dat je goed moet zijn als het écht telt: tijdens een stage bij een profploeg, de Ronde van de Toekomst, het WK… Dat beperkt programma is trouwens een van de sleutels tot ons succes. In tegenstelling tot veel andere belofteploegen, waar ze te veel koersen, gaan mijn renners langer mee en komen ze mentaal frisser aan de start.”

Merckx probeert van Trek-Livestrong vooral een ploeg te maken waarin teambelang en communicatie centraal staat. “Een renner mag gerust zijn mening geven, ook al is die anders dan de mijne. Ik sta open voor elk voorstel, maar ik neem altijd de eindbeslissing en zal ook geen seconde aarzelen om in te grijpen als iemand weigert om de ploegtactiek te volgen. Eigenlijk kun je het vergelijken met een kind opvoeden, want veel van die beloften zijn nog halve tieners. Ze moeten respect tonen en beseffen wie er de baas is, maar ze mogen ook niet bang zijn van mij. Ik probeer daarom ook tussen mijn renners te staan: aan tafel zit ik naast hen en lach ik evenveel met hun grappen en gekke verhalen als zij. Ik probeer hen ook vrijheid te geven, want uiteindelijk is het hun verantwoordelijkheid om de mooie kans die ze krijgen te grijpen. Doen ze dat niet, dan moeten ze niet op mij rekenen als ze ooit bij een profploeg willen raken.”

DOOR JONAS CRETEUR – BEELD DANNY GYS (REPORTERS)

“In Kelowna praat ik nooit over mijn carrière of mijn vader.”

“Mijn vader zou niet kunnen aarden in Canada. Het is er véél te rustig.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content