Paarden grazen op de weiden van het Vlaamse platteland. De natuur heeft haar herfstkleuren uitgezocht en het roestige rood zal binnenkort alle landschappen tooien. De maïs is nog niet geoogst, maar lang zal dat niet meer duren, want de grond moet klaargemaakt worden voor de troosteloze dagen die komen. Moortsele, een dorpje in Oost-Vlaanderen, hult zich net als de verder westelijk gelegen Flanders Fields in een serene rust.

“Wees welkom”, zegt Sandy Martens (41), oud-speler van AA Gent, Club Brugge, Beveren en Oudenaarde, wanneer hij ons ontvangt in zijn prachtige moderne woonst, vol ruimte en licht. De tuin is verzorgd en een speelhuisje voor de kinderen verbergt niet dat Sandy, zijn echtgenote en hun twee kinderen van het buitenleven houden. Twee eksters vechten in de tuin om een nootje.

Martens is geen haar veranderd. Zelfde scherpte, zelfde oogopslag, zelfde vriendelijkheid. Hij begon zijn carrière bij Olsa Brakel, de club waar Westerlo onlangs een pak slaag van kreeg in de beker van België. Vierde klasse liep toen over van de interessante spelers. In 1994 kwam Gent hem scouten en een contract aanbieden, het begin van een mooie carrière. “Ik voorzag dat de kloof tussen de twee clubs groot zou zijn en dat hard werken de enige manier was om te slagen”, herinnert hij zich. “Ik kom uit een familie waar iedereen weet wat dat wil zeggen. Mijn vader was ploegbaas in de bouw. Daar moet je de mouwen opstropen, elkaar helpen, karakter hebben en alle werk willen opknappen.”

De opgeschoten Martens (1m92) was als voetballer ook een werker. Hij begon in eerste klasse als diepe spits en schoof geleidelijk naar achteren, tot op de rechtsback. Gent had hem voor een peulschil (32.500 euro) weggehaald bij Olsa Brakel om hem vijf jaar later, in 1999, voor een slordige 1,75 miljoen aan Club Brugge te verkopen. Kassa kassa voor Gent, dat destijds op zwart zaad zat.

In het Jan Breydelstadion beleeft Martens hoogtes en laagtes. Hij herinnert zich de emoties van een titel (2003), twee bekers (2002 en 2004), tien selecties voor de nationale ploeg en een fameuze Champions Leaguewedstrijd in San Siro. Het Club van Trond Sollied versloeg op 22 oktober 2003 AC Milan met 0-1, een goal van Andrés Mendoza. In de 78e minuut kwam Martens toen Gert Verheyen vervangen. Na de match mocht hij truitjes wisselen met Paolo Maldini. “Mijn ploegmaat Bengt Sæternes stapte op Maldini af, maar die zei dat hij zijn truitje al aan een andere Bruggeling had beloofd. Ondanks de nederlaag kwam Maldini zijn belofte na, grote klasse.”

Zijn hart blijft altijd in Brugge, maar Martens keert als speler toch terug naar de Buffalo’s (2004-2007), tekent vervolgens een jaar in Beveren (2007-2008) om tenslotte bij SV Oudenaarde te belanden. Hij traint er de spitsen en wordt nadien speler-trainer bij Windeke in tweede provinciale. Op dit moment heeft hij geen club meer. Zijn charmante echtgenote werkt in de juwelenhandel. “En ik heb een 4/5-job gevonden in de levering van farmaceutische producten”, preciseert hij. “Ik bevoorraad ziekenhuizen, apotheken, artsen… Mijn vrouw en ik missen de sfeer van eerste klasse wel, maar dit rustiger leven bevalt ons ook, want Victoria heeft er sinds een goed jaar met Gabrielle een zusje bij gekregen. Onze dagen zijn dus flink gevuld.” Een invallende zonnestraal zet dit huiselijke geluk nog wat in de verf.

DOOR PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content