Ondanks een mindere partij tegen Standard mag Kenny Steppe, de jongste basiskeeper van België, tevreden zijn over zijn recente prestaties. Zijn lijfspreuk ? ‘Alles voor de sport.’

Zaterdag 3 februari 2007 is een datum die in het geheugen van Kenny Steppe (18) gegrift staat. Tijdens de wedstrijd op Bergen pakt Luciano rood in de drieëntwintigste minuut, waardoor Steppe zich spoorslags moet opmaken voor een debuut in de hoogste afdeling. Zijn invalbeurt berust op puur toeval : voor de post van reservedoelman bestond er een beurtrol met Kristof Maes, maar die avond was het toevallig aan Steppe. De achttienjarige goalie incasseert meteen een ingecalculeerd penaltydoelpunt van Dahmane, maar toont zich later een secuur sluitstuk op pogingen van Stolica. Ondanks de nederlaag van de Ratten betekende de wedstrijd op Bergen de kentering voor Steppe. Ook toenmalig trainer Marc Brys had na de match lovende woorden voor zijn beloftevolle doelman.

Toch zou Steppes doorbraak langer dan verwacht uitblijven. In de voorbereiding op het huidige seizoen speelde hij het gros van de wedstrijden, maar voor de eerste competitiematch koos Harm van Veldhoven onverwacht voor de ervaring van veteraan Jan Moons. Tegen Charleroi, op de zesde speeldag, kreeg de talentvolle goalie eindelijk zijn kans.

Knikkende knieën

Kenny Steppe : “Toen Jan het seizoen als eerste keeper startte, was ik teleurgesteld. Na de laatste training voor de competitiestart zaten we met de drie keepers samen. Ik had een degelijke voorbereiding achter de rug, maar de coach vond dat ik tijdens de laatste trainingen een zenuwachtige indruk maakte. Ik was effectief onrustig. Daarnaast voelde ik me geïntimideerd door de oudere spelers. Een keeper moet zijn verdediging coachen, maar hoe kon ik bevelen geven aan een ervaren speler als DidierDheedene ? In het begin lag dat moeilijk, nu probeer ik meer te coachen. Didier is trouwens zelf iemand die een hele match de longen uit zijn lijf schreeuwt. Als jonge speler schrik je daarvan. Hij zegt nu voor elke wedstrijd : ‘Je weet dat ik ga brullen hé !’ ( lacht). Uiteindelijk willen je ploegmakkers je alleen maar beter maken. Trouwens, ik heb altijd het vertrouwen van de groep gevoeld. Jongens zoals Cavens, Van Dooren of Dheedene praten veel op me in. Er wordt dikwijls al lachend gezegd dat ik – nu ik eerste keeper ben – niet moet gaan zweven. Opmerkingen met een knipoog, maar de boodschap komt over. Praten is cruciaal, ik heb iemand nodig die zegt : kom op, je kan het.

“In dat opzicht is mijn familie heel belangrijk. Met mijn vader heb ik geen contact meer. ( stil) Daar wil ik niet over praten, een afgesloten hoofdstuk. Soit, ik speel pas met een gerust gemoed als mijn moeder, mijn stiefvader ( Fred Caron, voormalig jeugdtrainer bij Antwerp, nvdr. ) en mijn vriendin op de wedstrijd zijn. De nervositeit die me aanvankelijk parten speelde, is minder. Tijdens de opwarming heb ik gezonde stress, maar ik sta niet te shaken. De knikkende knieën zijn passé.”

Moderne keeper

In de wedstrijden die volgden op zijn geslaagd debuut tegen Charleroi bevestigde Steppe zijn kunnen. De goalie lijkt tot een vaste waarde uit te groeien, hij wil zich profileren als een voetballende keeper : “Je ziet dat er een generatiekloof gaapt tussen keepers van de oude en de nieuwe garde. Patrick Nys van Brussels vind ik een typische lijnkeeper, dat is niet meer van deze tijd. Ik wil een technische doelman zijn, een die meespeelt, die met een geslaagde doeltrap of met een uitworp een tegenaanval lanceert, à la Logan Bailly. In de jeugdopleiding van GBA werd daar fel op gehamerd. Mijn grote voorbeeld is Iker Casillas, een complete keeper én ook iemand die op jonge leeftijd in de ploeg werd gedropt.

“Nu wil ik bevestigen, mijn grootste angst is een blessure. Pas op, ik ga me niet inhouden. Keepers zijn een beetje zot, dat geldt ook voor mij ! ( denkt) Maar toch, een plotse blessure zou ongelegen komen. Het is moeilijker voor een opkomend talent om terug in de ploeg te komen dan voor een routinier. Het gaat nu vlug bergop, maar het kan weer snel bergaf gaan. Kijk maar naar Silvio Proto. Ik hou rekening met een terugval, als zelfbescherming. Mijn stiefvader drukt daarop : mentaal anticiperen op een dipje. We zijn thuis met mijn carrière bezig hoor. ( lacht) Elke wedstrijd of training wordt extra geanalyseerd. Zelfs de voeding wordt aangepast : vandaag was het alweer pasta. Ik leef professioneel, in het teken van de sport.”

Prioriteiten stellen

Op de vraag of er geen keerzijde zit aan die professionele medaille, aarzelt Kenny Steppe even. Is het niet zo dat een bepaalde levensstijl een verlies meebrengt, zeker voor de jongste keeper in de hoogste afdeling ? “Qua uitgaan bedoel je ? Ach, mijn vriendin is al eenentwintig, zij kent dat uitgaansleven. De aantrekkingskracht ervan is uitgewerkt. Mocht zij voortdurend weggaan, dan zou het voor mij moeilijker zijn. Ik vind niet dat ik iets essentieels mis. Ik ga resoluut voor het voetbal. In vergelijking met vorig jaar is mijn leven veranderd, ik heb mijn bachelorstudie biochemie aan de kant geschoven. Je moet prioriteiten stellen en het geeft me een goed gevoel om prof te zijn. Ik wil elke training beter worden. Met Pierre Thijssen wordt er veel op explosiviteit gewerkt door korte snelle oefeningen : afwisselend links en rechts duiken, snelheid op de eerste meters, intercepties, in de voeten duiken. Vooral op flankvoorzetten wil ik sterker worden.”

Door Bert Boonen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content