De sportclub die het hoogste bedrag inzamelde voor Music For Life – dit keer gewijd aan de bestrijding van malaria – won een exclusieve reportage. De winnaar werd KFCM Hallaar. Tot hun eigen verbazing, want niet de club zelf maar een anonieme weldoener had het bedrag gestort.

Ik werd opgebeld met oudejaar”, vertelt voorzitter René Van Eester. “Natuurlijk viel ik compleet uit de lucht. Ik dacht dat ze met mijn voeten aan ’t spelen waren.” Maar het was geen grap: de persoon die het hoogste bedrag had gestort, wou de reportage aan vierdeprovincialer KFCM Hallaar schenken. Onder meer uit bewondering voor de vele vrijwilligers en de goede jeugdwerking van de club.

En zodoende werd vorige week in de kleinste deelgemeente van Heist-op-den-Berg zowaar een bescheiden receptie in elkaar gebokst om die reportage de nodige luister bij te zetten. Nadat de jeugd de kans gekregen had om zich in groep te laten vereeuwigen, schoof de harde kern van de Molenzonen voor een goede babbel aan tafel.

De Frutos van Hallaar

Vroeger was dat gewoon de naam van de club: FC Molenzonen. Schatbewaarder Jef Goyvaerts (al 40 jaar in dienst!) toont de scriptie die ene Joëlle Vekemans in 1997 aan de K.U. Leuven over de club schreef. In dat boekwerk staat een afbeelding van de oude molen in Hallaar, waar de club naar vernoemd is. Ook de door Jef handgeschreven brief aan Boudewijn, waarmee in 1991 de eretitel Koninklijke werd aangevraagd, valt daarin te bewonderen. Toen de club in 1991 een halve eeuw oud werd, veranderde ze haar naam in KFC Molenzonen Hallaar. “We zijn tenslotte de club van Hallaar”, zegt Jef niet zonder enige trots. “Heel wat spelers komen uit het dorp.”

Zeker de jeugdspelers, en daar wil iedereen toch graag de nadruk op leggen. Jeugdvoorzitter Luc Van den Broeck: “We hebben twaalf jeugdploegen, wat vrij uitzonderlijk is in vierde provinciale. Geen enkele leeftijdscategorie ontbreekt, in sommige categorieën zijn er zelfs meerdere ploegen. Groot-Heist telt 40.000 inwoners en met KSK Heist hebben we vlakbij natuurlijk een club die in derde klasse naar de kop speelt, maar niet elke jeugdspeler past daarin. Wij willen gewoon kinderen de kans bieden om hun sport te beoefenen. Voor ons is dat een investering, want ze krijgen echt de kans om door te groeien tot de eerste ploeg. Daarom willen we ook meegaan met de tijd, door jeugdtrainers cursussen te laten volgen bijvoorbeeld.” Niettemin beseft de club ook dat de grote buur de jeugdploegen onvermijdelijk afroomt. “Dit jaar zijn ze er weer acht, negen komen halen”, zegt voorzitter Van Eester.

Maar er blijven in de verschillende categorieën nog heel wat talenten over. Mi-niementrainer Peter Ceulemans stelt er enkele voor: ” Siebe Vandenbrande, dat is onze Frutos, de pechvogel die het hele seizoen out is door een blessure aan de ligamenten van de knie.” Siebe heeft ook steil blond haar zoals de spits van Anderlecht, maar de vergelijking is niet zo aan hem besteed. Hij is middenvelder en bovendien: “Ik ben supporter van Club Brugge!”

Ook Chiel, Peters oudste zoon, is dit seizoen al enkele weken buiten strijd geweest, maar dat wordt gecompenseerd door zijn broertje Ward. Die straalt wanneer hij vertelt dat hij met zijn papa naar het Glazen Huis is geweest. Vrijgevigheid zit daar in Hallaar blijkbaar in het bloed.

Organisatie tiptop

De miniemen die Peter Ceulemans nu traint, zorgden vorig seizoen als laatstejaars preminiemen – toen getraind door de papa van Siebe – voor een heuse stunt door het grote Pallietertoernooi te winnen. Ze mochten de finale spelen op het hoofdterrein van Lierse. Die finale werd met strafschoppen gewonnen tegen … Emblem, nog zo’n kleine club. “En dat terwijl ze eerder de provinciale ploegen van Diegem en Rupel Boom uitschakelden”, zegt Ceulemans. “Onze duiveltjes speelden trouwens de halve finale. In Lier wisten ze niet wat ze zagen. Nadien gingen we vieren in het stamcafé van de eerste ploeg. Voor één keer mochten die elfjarigen mee.”

De Molenzonen hebben zelf drie terreinen, waarvan het C-terrein geschikt is voor trainingen en sommige jeugdwedstrijden. Het stelt hen ook in staat om jaarlijks een groot jeugdtoernooi te organiseren. Op één weekend komt er een vijftigtal ploegen over de vloer. De organisatie, gestoeld op vele ouders en andere vrijwilligers, is tiptop in orde, zo geven de bezoekende ploegen graag toe.

En daar houdt het niet op, elk jaar is er ook de paasstage. Van den Broeck: “Die richt zich zowel op spelertjes van onze club – die op die manier tijdens de paasvakantie kunnen blijven voetballen – als op kinderen die niet aangesloten zijn. Zo kunnen die eens komen kennismaken en zien de ouders ook of hunne kleine echt geïnteresseerd is.” Om het nog aantrekkelijker te maken worden bekende spelers uit de buurt uitgenodigd. Zo kwamen Jef Delen en Jan Moons al langs, en ook Yannick Rymenants, die bij Jong PSV speelt en zijn eerste schoenen met noppen aanbond bij de Molenzonen, voor hij bij Westerlo en Lierse en uiteindelijk PSV terechtkwam.

Op naar derde

Met de jeugd zit het dus wel snor, maar hoe is het gesteld met de eerste ploeg? Er ontspint zich meteen een geanimeerde discussie.

“We staan ongeveer in het midden van het klassement. Tiende.”

“Dat is ongeveer zoals vorig jaar, toen waren we zevende.”

“Was het niet negende?”

“Neen, dertiende!”

“Echt? Als het dertiende was, moet je het niet schrijven, hoor!”

Helaas voor hen, maar het klopt wel: vorig seizoen werd op de dertiende plaats afgesloten. Dit jaar gaat het dus beter, al was de start moeizaam. De laatste weken zit de club echt in een winning mood, zegt trainer Rudi Vogeleer. “Van de laatste zeven wedstrijden verloren we er maar één. We hopen de tweede of de derde periode te pakken en zo de eindronde te halen.” De lange winterstop komt hen dus erg ongelegen, al heeft oudgediende Jef Goyvaerts daar een andere mening over: “Die andere ploegen hebben stilgelegen, maar wij zijn blijven … drinken.” Een van de recente activiteiten was inderdaad een jenevertraining, waar uiteindelijk het aspect ’training’ uit geschrapt werd. Voetbal en plezier hangen nauw samen bij de Molenzonen. “Maar”, legt kapitein Stefan Thys uit, “het plezier is toch veel groter als de resultaten goed zijn. Nu het beter gaat, voel je dat ook aan de ploeg, op en naast het veld.”

De ambitie van KFCM Hallaar is een solide derdeprovincialer worden, want dat schept extra mogelijkheden. “Veel spelers willen niet in vierde spelen, maar wel in derde”, legt coach Vogeleer uit. Kapitein Thys bevestigt: “Niet dat het niveauverschil zo groot is – al krijg je in vierde wel eens potige ploegen tegen die het voetballen wat achterwege laten – maar het imago wel. Het is voor veel spelers psychologisch moeilijk om in vierde te gaan voetballen.”

De infrastructuur om een stap hogerop te zetten is in elk geval aanwezig: drie terreinen, extra kleedkamers en een vrij nieuwe kantine. Nu nog een nieuwe tribune. En het sportieve succes uiteraard.

Een week van vijf dagen

Hoewel de meeste jeugdspelers ondertussen naar huis zijn, gonst het in de kantine nog altijd van leven. KFCM Hallaar is een club met veel ambiance en dat maakt dat er ook veel mogelijk is. Er worden tal van nevenactiviteiten georganiseerd waarvoor er telkens een heleboel vrijwilligers moeten klaarstaan. Op 5 februari vindt al voor de achtste keer een familiequiz plaats en op 28 februari is het restaurantdag.

De jaarlijkse blikvanger is evenwel de mosselweek in juli, wanneer in een grote tent op de parking de zomerse lekkernij bereid en geserveerd wordt. Jawel, je leest het goed: geen mosseldag, maar een mosselwéék. Of toch een vijfdaagse, want de week loopt van vrijdag tot dinsdag. En om de zo veel jaar duurt ze zelfs zes dagen omdat 21 juli, de nationale feestdag, dan op een woensdag valt en er ineens bijgenomen wordt. Dat is ook dit jaar weer het geval. Ze worden er nu al enthousiast van.

door peter mangelschots

Twaalf jeugdploegen, dat is uitzonderlijk in vierde provinciale. jeugdvoorzitter Luc Van den Broeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content