Twee jaar geleden speelde Lens Annab nog in derde provinciale. Vandaag geeft hij met Westerlo KV Mechelen partij in de kwartfinales van de beker. ‘Qua techniek kunnen weinig spelers aan mij tippen.’

Voetballers in lagere reeksen mogen volgens Lens Annab (21) blijven hopen op een profcarrière. “Op doorbreken staat geen leeftijd, kijk maar naar mij”, verzekert hij. Annab voetbalde twee seizoenen geleden nog bij Eisden Sport in derde provinciale, waar hij een opmerkelijke transfer naar Westerlo versierde. Na een jaartje rijpen bij de beloften speelde hij dit seizoen al veertien wedstrijden. Onlangs liet ook de nationale ploeg van Algerije zijn oog vallen op Annab, die de dubbele nationaliteit heeft.

Had je twijfels over de grote stap naar eerste klasse?

“Ik twijfelde om naar Westerlo te komen, want ik had de clubs voor het uitkiezen. Veel mensen vonden dat ik beter een tussenstap zou nemen naar derde of vierde klasse, maar ik dacht bij mezelf: ‘Als het mislukt, dan mislukt het, ik kan het er maar op wagen.’ Na vijf maanden bij de beloften kreeg ik een fulltimecontract voor twee jaar voorgeschoteld en zo gaf ik iedereen lik op stuk.”

Hoe was die periode bij de beloften?

“Ik heb veel geleerd van de trainer, Barry Hulshoff. Hij was heel streng en hamerde op discipline. Mijnheer Hulshoff wou me absoluut naar Westerlo halen en dat vertrouwen heeft mij over de streep getrokken. Toen ik ging tekenen, vertelde mijn broer dat vervoer een probleem was. De eerste training kreeg ik te horen dat ik een wagen van de club kreeg. Ik was de enige beloftespeler met een wagen, dat wil toch iets zeggen.”

Was het verschil tussen derde provinciale en eerste klasse niet te groot?

“Op tv lijken profvoetballers machines die heel weinig fouten maken, dus ik dacht dat ik ging onderliggen. De eerste training verliep tegen de verwachtingen in heel goed, ik had enkel problemen met verdedigen en positiespel. Daaraan heb ik dus heel hard moeten werken. Mijnheer Hulshoff heeft daar veel tijd in gestoken.”

Op technisch niveau kwam je niet te kort.

“Qua techniek kunnen weinig spelers aan mij tippen. Ik heb altijd op straat en in zaal gevoetbald. Het viel mij ook meteen op dat er weinig op techniek wordt getraind, het gaat vooral om de duels. Passeerbewegingen zie je heel zelden in de Belgische competitie, maar daar probeer ik iets aan te veranderen. De meeste spelers gaan naar hun goede voet, ik ga naar alle kanten. Links of rechts, dat maakt me niet uit. Let op, altijd maar acties maken is niet goed, je moet er ook rendement uit halen.”

Het busje

Mis je het zaalvoetbal?

“Eigenlijk wel, al wou mijn moeder nooit dat ik in zaal voetbalde. Als ik ergens een toernooi had, glipte ik stiekem het huis uit. Twee jaar geleden had ik gezegd dat ik naar een vriend ging, maar ik ging een toernooi in Maaseik spelen. Mijn broers waren toevallig aanwezig en die hebben me van het veld gesleurd. Nu ik wat ouder ben, begrijp ik hen wel. Voor hetzelfde geld werd ik van het veld geschopt.”

Heb je je levensstijl moeten aanpassen?

“Vroeger speelde ik PlayStation tot midden in de nacht, sliep ik tot na de middag, keek ik een film, begon ik opnieuw te spelen, keek ik nog een film en voor je het weet is de dag om. Mijn ritme lag overhoop, dat was niet goed. Pas op, ik weet wel wat werken is. Als vakantiewerk heb ik in ploegenstelsel in een staalbedrijf en in de bouw gewerkt. Als ik niet wil trainen, denk ik aan die vreselijke ochtendshift en komt de zin meteen terug.”

Waarom ben je op jongere leeftijd nooit weggeplukt door een grotere club?

“Er was veel interesse, maar mijn club liet me nooit gaan. Zo weet ik nog heel goed hoe ik op 15-jarige leeftijd met vijftien andere jongens geselecteerd werd om met de Belgische nationale selectie op stage te gaan naar Frankrijk. Onze voorzitter weigerde echter de papieren te ondertekenen en mij zo vrij te geven. De selectiecommissie was woedend en zei dat ik nooit meer opgeroepen zou worden omdat ik geen geldige reden had. Als ik die stage had kunnen meemaken, was mijn carrière misschien sneller van start gegaan. De zomer erna is die voorzitter gestopt en ben ik toch bij Eisden Sport gebleven. Er zijn veel voorbeelden: zo ben ik ooit eens thuis moeten blijven van een toernooi omdat er geen plaats was in de wagen, zoiets houd je toch niet voor mogelijk. Die ervaringen hebben mij wel sterker gemaakt.”

Voor de wedstrijd tegen Standard zei je dat je niet bang was van Ricardo Rocha. Zijn er verdedigers die je wel schrik aanjagen?

“Ik kende die speler niet, dat moet ik toegeven. Maar waarom zou ik bang zijn? Er is altijd een beweging waar je iemand mee kunt uitschakelen. Iedereen heeft een zwakke plek. Ik heb respect voor andere spelers, maar als je bang bent, moet je niet aan de wedstrijd beginnen. Dit seizoen heeft er trouwens maar één speler indruk gemaakt op mij en dat is Bart Goor. Wat die nog allemaal kan op zijn leeftijd is ongelooflijk.”

Blijf je ondanks alles met je voeten op de grond?

“Mijn moeder geeft mij soms een lap om me weer bij de zaak te krijgen. Zij heeft het altijd voor mij opgenomen en ging ruzie maken als ik niet speelde. Die trainers moeten zich nu toch schamen. We hadden thuis een busje en als mijn moeder in aantocht was zei iedereen altijd: ‘Daar is het busje weer.’ Mijn moeder heeft altijd volgehouden dat ik profvoetballer zou worden. Nu heeft ze haar gelijk gekregen en daar ben ik echt blij om.”

Net als Zidane

Je bent zelfs in beeld bij Algerije.

“Daar heb ik zelf niets van gehoord. Ik kreeg een telefoontje van mijn neef uit Algerije, die me vertelde dat ik in Le Buteur (Algerijnse sportkrant, nvdr) stond. Ik geloofde het niet tot iemand me op het internet feliciteerde met het nieuws.”

Voel je je Belg of Algerijn?

“In mijn hart voel ik me Algerijn, maar ik woon al heel mijn leven in België en ik heb respect voor dit land. Als Advocaat me zou bellen, zou ik niet weten wat ik moet doen. Met het oog op mijn carrière kies ik voor Algerije. Zij doen immers mee op het WK. Zo vind ik ZinédineZidane geen verrader, hij heeft voor zijn carrière gekozen en dat zou ik ook doen.”

door jef kerremans

“Mijn moeder geeft mij soms een lap om me terug bij de zaak te krijgen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content