Hij speelde tien jaar voor gemiddeld 50.000 toeschouwers in het Borussia-Park van Mönchengladbach, maar zal straks in de kleine thuishaven van Westerlo met evenveel zin doen waarvoor de Duitsers hem een decennium lang prezen. Filip Daems (36) over een carrière ‘alles geben’.

Eigenlijk’, stelt Filip Daems op het einde van het gesprek in zijn villa in Geel vast, ‘ben ik veel bekender in Duitsland dan in België. Op reis tikken Duitse voetbalfans op mijn schouder voor een selfie, maar zelden klampt een Belg mij op vakantie, of zelfs in eigen land, aan.’ Logisch, nadat de Kempenaar, na zijn profdebuut bij SK Lierse (1998-2001), liefst veertien seizoenen in het buitenland voetbalde: drie en een half jaar bij het Turkse Gençlerbirligi, tien en een half bij Borussia Mönchengladbach. Als je geen vedette à la Eden Hazard of Kevin De Bruyne bent, dan vlieg je als linksachter van een Duitse subtopper vlug onder de radar van de Belgische media. Al heeft Daems daar nooit om gemaald, benadrukt hij. ‘Nooit gesnakt naar aandacht, ik toefde altijd liever in de schaduw.’

Ver hoefden de vaderlandse journalisten nochtans niet te rijden, want Mönchengladbach ligt vlak over de Nederlands-Duitse grens. Vijf jaar geleden keerde de verdediger zelfs terug naar zijn heimat in Geel. ‘Tijdens mijn eerste periode in Gladbach woonden mijn vrouw Katrien en ik er in een appartement, maar toen Lenno (nu 10, nvdr) schoolplichtig werd en Line (7) erbij kwam, beslisten we om hier te bouwen. Een vertrouwde omgeving, dicht bij familie en vrienden. Enig nadeel: de 270 kilometer heen en terug richting Duitsland – zo’n drie uur in de auto, gelukkig op file-arme wegen. Na een avondmatch of op dagen met twee trainingen overnachtte ik wel op ons appartement in Mönchengladbach, want elke dag op en af werd op den duur wel lastig. Soms dacht ik: waren we toch niet beter daar gebleven? Anderzijds kon ik door in Geel te wonen mijn carrière en gezinsleven perfect scheiden. In Duitsland was ik anders continu in die voetbalsfeer blijven hangen.’

Een veel grotere stap voor Daems bleek zijn verhuizing in 2001 naar Ankara, de thuisstad van Gençlerbirligi. ‘Een weloverwogen, maar geen vanzelfsprekende keuze op mijn bijna 21e. Ik had wel al drie seizoenen bij Lierse achter de rug, maar je weet nooit hoe zo’n avontuur zal uitdraaien, hé. Met Katrien, met wie ik toen al samen was, had ik bovendien nog niet samengewoond en dan beland je als jong koppel plots in een vreemde stad met een totaal andere cultuur en een taal waar je niks van snapt. Moeilijke eerste maanden… Bij elke break van twee, drie dagen vlogen we zelfs terug naar België, op zoek naar dat thuisgevoel.

‘Na dat eerste halfjaar geraakten we echter steeds beter aangepast: we begonnen Ankara te kennen, ik leerde via ploegmaats die in Nederland gespeeld hadden een mondje Turks, Katrien sprak af met andere buitenlandse spelersvrouwen terwijl ik vaak op afzondering zat… Een sterke vrouw, ja. Als zij had gezegd: ‘ik wil hier weg’, dan waren we nooit zo lang in Ankara gebleven. De laatste twee jaar voelden we ons zelfs zo goed thuis dat we alleen nog in de kerstperiode en in het tussenseizoen weer naar België gingen.’

Ook sportief maakte Filip Daems een goede keuze, vindt hij. ‘Toen ik Lierse voor Gençlerbirligi ruilde, fronsten velen de wenkbrauwen. En aanvankelijk leken die critici gelijk te krijgen. Ik was samen met Walter Meeuws naar Turkije gegaan, maar die kreeg in november al zijn C4 wegens de slechte resultaten. Ikzelf had voor vier seizoenen getekend en hoewel ik speelde, dacht ik in het begin – mede gezien de totaal nieuwe levensomstandigheden – soms ook: oei, wat heb ik nú gedaan?

‘Na dat moeilijke openingsjaar liep het echter veel beter: bekerfinale in 2003, derde in de competitie na Besiktas en Galatasaray, ikzelf speelde een topseizoen met zeven goals en acht assists, en het jaar erop haalden we de vierde ronde in de Europa League. Had ik Lierse niet verlaten, dan weet je nooit hoe mijn carrière was verlopen, maar feit is dat ik als jonge gast in Turkije heel veel ervaring heb opgedaan, op sportief én menselijk vlak. Een snelcursus volwassen worden. Dé test ook voor Katrien en mij als koppel. Als je daar overleeft, kun je alles aan met zijn tweeën.’

Plafond

Daems ontwikkelde zich bij Gençlerbirligi nog meer als een linksback met zeven longen en een puntgave voorzet. En dat merkten ook andere clubs op. ‘Mönchengladbach leek me de beste optie: dicht bij huis, een Traditionsverein in een topcompetitie, een schitterend stadion, hondstrouwe, fanatieke supporters (zie kader, nvdr). Van bij het begin wist ik: dit zit goed.’

Zo goed dat de Kempenaar er liefst tien jaar vertoefde, van de winter in 2004 tot afgelopen seizoen, uitzonderlijk in het hedendaagse topvoetbal. ‘Ik ben niet het type dat elk jaar nieuwe lucht wil opsnuiven. Andere Duitse teams toonden nochtans weleens interesse – ook Club Brugge in 2012 – maar geen topploegen à la Bayern of Borussia Dortmund. Logisch, want Mönchengladbach was mijn plafond. Dat besefte ik zelf heel goed en dat is allerminst een schande. Waarom dan weggaan? Zeker als je een vaste waarde bent, geliefd bent bij de fans, de clubleiding je waardeert…’

In 2009 verkozen de Borussiaspelers via een stemming de Belgische verdediger zelfs tot kapitein. En dat terwijl hij nooit bekend had gestaan, ook bij Lierse niet, als de grootste prater. ‘Maar’, nuanceert Daems, ‘wel als een speler met een professionele ingesteldheid die zich elke training inzette, elke match vooropging in de strijd, nooit opgaf… En dat wordt in Duitsland erg geapprecieerd. Uiteindelijk telt vooral wat je óp het veld toont. Daarnaast heb ik inderdaad nooit het hoge woord gevoerd of keihard op tafel gebonkt. Veeleer ging ik, zeker met de jongere kerels, apart praten en hen advies geven. Teammaats hard aanpakken, opnaaien met woorden, dat was en is mijn stijl niet. Ook nu niet bij Westerlo.’

Die aanvoerdersband heeft de geboren Turnhoutenaar dan ook niet veranderd, beklemtoont hij. ‘Ik ben altijd een rustige en nuchtere kerel gebleven. Waarom je plots anders beginnen te gedragen? Onnatuurlijk, en dat merken je ploeggenoten meteen. Jezelf zijn duurt het langst. In de oppervlakkige voetbalwereld én in het gewone leven.’

Daems’ voorbeeldige mentaliteit hielp hem in 2006/07 ook over een heel moeilijk punt in zijn carrière: geen minuut gespeeld wegens twee delicate operaties aan de achillespees, telkens gevolgd door een maandenlange revalidatie. ‘Ik was pas 26 en dan sloeg de twijfel soms toe: komt dat ooit nog goed? Maar dan dreef mijn karakter boven, hé. In de put heb ik nooit gezeten, ik ben keihard blijven werken. Toen ik me afbeulde in het stadion van Borussia, in de fitness met zicht op de oefenvelden, dacht ik slechts aan één ding: ik wil daar zo vlug mogelijk weer staan. Dan besef je écht welke mooie job je hebt, en dat voor een profvoetballer vroeg gaan slapen, op je voeding letten en niet uitgaan geen opofferingen zijn, maar doodnormale zaken.’

Met als beloning, na dat ellendige blessurejaar, een onvergetelijke comeback in de herfst van 2007 tegen FC Köln. ‘Gevoelsmatig wellicht mijn mooiste moment bij Gladbach’, aldus Daems. ‘Bij mijn terugkeer in de basis – na twee korte invalbeurten – in de geladen derby de 2-2 scoren, voor een vol Borussia-Park. Een onbeschrijfelijke ontlading.’ Evenzeer herinnert hij zich de barragematch voor de degradatie in 2011 tegen VfL Bochum. ‘1-0 in de 93e minuut, via Igor De Camargo. Zelden een stadion zo zien ontploffen. Een levensbelangrijke zege en achteraf gezien een kantelpunt in de geschiedenis van de club.’

Geen bitter afscheid

Na enkele moeilijke jaren klom het pad van Die Fohlen daarna immers steil omhoog, het volgende seizoen eindigden ze zelfs als vierde. ‘Met dank aan het beleid van SportdirektorMax Eberl die stabiliteit bracht en goeie transfers deed. Maar ook aan Lucien Favre, coach sindsfebruari 2011. Een absolute topper. Nooit een trainer meegemaakt die zo gepassioneerd is, zo veel oog voor detail heeft en ons zelfs na een klinkende zege streng op fouten wees. Met één motto: steeds beter ingespeeld geraken als team, waardoor je ook individueel sterker werd. Onder Favre heb ik op mijn 32e à 33e mijn beste niveau gehaald.’

Diezelfde Zwitser hield de nu 36-jarige Filip Daems het voorbije seizoen echter steevast op de bank of zelfs uit de kern. ‘Ik was topfit, had het in de voorbereiding ook niet zien aankomen. Maar dan zie je enkele weken later je ploegmaats op vrijdag op afzondering vertrekken voor een competitiematch, terwijl je zelf alleen naar Geel moet rijden. Dan zie je hen ook na een zege in de kleedkamer vieren en voel je: ik hoor er niet meer bij… Niet dat ik depressief heb rondgelopen of me thuis heb afgereageerd – een voordeel van zo ver te wonen – maar na al die jaren in de basis toch heel moeilijk om te aanvaarden. Ik heb erover gediscussieerd met de coach, maar als hij uitlegt dat hij – om redenen waar ik niet dieper op wil ingaan – de voorkeur geeft aan Oscar Wendt en Alvaro Domínguez, dan moet je je daarbij neerleggen. In het verleden trok ik in de strijd met concurrenten altijd aan het langste eind, nu helde de balans naar de verkeerde kant. Niettemin ben ik – daarvoor word ik tenslotte betaald – keihard blijven trainen. Wachtend, hópend op een kans. Die er helaas nooit kwam.’

Bittere gevoelens tegenover de club heeft Daems, benadrukt hij, echter nooit gekoesterd. ‘Ik besefte: beter nu dan tien jaar geleden. En dat laatste seizoen weegt niet op tegen al die vorige. Mijn afscheid, voor en na de laatste competitiematch tegen Augsburg, was zelfs bijzonder mooi. Vooraf in de middencirkel van het bestuur een bos bloemen en een groot fotokader met een compilatie van beelden van mijn Borussiaperiode gekregen. En na affluiten een ereronde voor vijftigduizend fans die mijn naam scandeerden. Geen tranen, neen – ik ben geen emotioneel type – maar wel volop van elk moment genoten. Al gaf het ook een vreemd gevoel, adieu sagen na tien jaar.’

Nog veel goesting

Filip Daems wist dan al waar zijn toekomst lag: bij KVC Westerlo, dat in de winter al eens had gepolst en met de linksachter begin april een akkoord voor twee jaar had bereikt. ‘Stoppen kon ook – ik mocht bij Borussia zelfs direct als scout beginnen – maar dat was nooit een optie. Zeker niet na zo’n seizoen. En vooral: de goesting om nog elke dag te voetballen, de reden waarom ik indertijd als kind ben begonnen, is er nog altijd. Zelfs de voorbije maanden zonder wedstrijden is dat pure spelplezier nooit verdwenen. Veelzeggend zeker? Ik voel me bovendien absoluut nog niet versleten. Zeven longen heb ik wel niet meer, maar de fysieke testen zijn nog altijd meer dan oké. Ik mis alleen nog matchritme.’

En dus wil de Kempenaar bij Westerlo, op nauwelijks tien minuutjes rijden van zijn villa in Geel, tot 2017 tonen waarom ze hem in Duitsland zo waardeerden. ‘En daarna? Stoppen en een functie als scout, eventueel als jeugdtrainer, opnemen bij Mönchengladbach – wat mij beloofd is? Dat evalueren we dan wel. Nu focus ik op een mooi einde breien aan een carrière waar ik heel trots op ben en waar véél Belgische voetballers voor zouden tekenen.’

Dat hij niet meer opgezweept zal worden door vijftigduizend Borussiafans maar door gemiddeld een kleine zevenduizend Westelse supporters, maakt voor Daems geen verschil. ”t Kuipke is toch óók gezellig? Aan mijn ingesteldheid en motivatie zal het alleszins niets veranderen – daarvoor concentreer ik me te veel op de wedstrijd. En presteren, in gelijk welk stadion, is het énige wat telt. Negentig minuten alles geben, ook op je 36e bij Westerlo.’

DOOR JONAS CRETEUR – FOTO’S KOEN BAUTERS

“Als jonge gast heb ik in Turkije heel veel ervaring opgedaan, op sportief én menselijk vlak. Een snelcursus volwassen worden.”

“De goesting om elke dag te voetballen, de reden waarom ik indertijd als kind ben begonnen, is er nog altijd.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content