Afgelopen weekend sloeg Standard een bladzijde om: voortaan wordt er zonder Marouane Fellaini gevoetbald. Welke sportieve gevolgen heeft dat voor de landskampioen?

Het hoofdstuk Fellaini is gepasseerd”, zo stelde Bonfim Dante zaterdagavond omstreeks 23 uur na de 2-0-thuiszege tegen KV Kortrijk. Of dat écht zo is, zal nog moeten blijken. In de eerste wedstrijd sinds het vertrek van Marouane Fellaini naar Everton City bleek het vooral zoeken naar evenwicht in de ploeg, waarbij Standard pas in het laatste halfuur meermaals voor doelgevaar kon zorgen.

In de basisopstelling koos Laszlo Bölöni enigszins verrassend níét voor Benjamin Nicaise als vervanger voor Fellaini. “Eigenlijk een logische keuze”, analyseert Kortrijktrainer Hein Vanhaezebrouck, die net als de pers vorige week met de vraag worstelde hoe Bölöni het vertrek van Fellaini zou opvangen. “Hij zal het zelf niet met zoveel woorden zeggen, maar door Nicaise niet op stellen wilde Bölöni hem beschermen. Je weet immers dat die jongen automatisch zal worden afgewogen tegen zijn voorganger en als hij dan door de mand valt, wordt hij meteen afgebrand. Je wacht beter tot die hele heisa rond Fellaini overgewaaid is om Nicaise op te stellen. Bovendien is Standard met Nicaise makkelijker op te vangen dan met een duo WitselDefour centraal, want die switchen meer.”

En dus speelde het duo Steven Defour -Axel Witsel voor de verdediging. Waarbij Defour duidelijk de opdracht meekreeg om voor de defensie te blijven, Witsel mocht iets meer diepgang brengen. Ook opvallend was de keuze voor drie spitsen, met zowel Milan Jovanovic, Igor De Camargo als Dieumerci Mbokani in de voorlinie. Hoewel, zo markant was die ingreep in feite niet, ook Michel Preud’homme greep vorig seizoen terug naar een driespitsensysteem in twee van de drie wedstrijden dat Fellaini geschorst was. Tweemaal eindigde de partij op een 0-0 (uit op Cercle en uit op Moeskroen). In de derde wedstrijd zonder Fellaini vorig seizoen (thuis tegen Dender) probeerde Preud’homme het in een 4-4-2 met Witsel en Defour centraal op het middenveld. Standard won met 3-0. Ook vroeg in dit seizoen bleek die combinatie de beste oplossing bij een eventueel wegvallen van Fellaini. In de supercup tegen Anderlecht blies Standard paars-wit met 3-1 van de mat, met opnieuw een glansrol voor het duo Defour – Witsel in de as van het middenveld.

Minder kwetsbaar op corners

“Op Belgisch niveau zal het verlies van Fellaini weinig impact hebben”, klinkt het bij Stan van den Buijs, vorig seizoen nog assistent-trainer op Sclessin en tegenwoordig assistent van Preud’homme bij AA Gent. “Maar internationaal zal je hem missen. Witsel kan die rol van Fellaini aan, maar zal die op een andere manier invullen. Witsel is meer het voetballende type. Vooral in de topwedstrijden zal je Fellaini missen, omdat hij een aanjager was die iedereen op scherp zette. Ook op training trouwens. Fellaini is van de zeldzame soort middenvelders die constant vooruit verdedigt, hij zoekt de man op in plaats van af te wachten. Bovendien zit zijn verlies ook in details: zo was Marouane bijvoorbeeld een zeer belangrijke pion bij het verlengen van inworpen. Ik zie niemand die zijn rol daarin kan overnemen. Het enige minpunt van Fellaini was dat hij bij corners al eens zijn man durfde te laten lopen, daar zal Standard in principe nu dus minder kwetsbaar op zijn.”

Dendercoach Jan Boskamp, de man die twee seizoenen geleden de carrière van Fellaini lanceerde, ging op de openingsspeeldag van dit seizoen met 1-3 de boot in tegen de Standard. Toen nog mét Fellaini. Hoe ziet hij de sportieve consequenties van het vertrek van de Marokkaanse Belg bij de Rouches? Boskamp: “Een Standard zonder Fellaini is makkelijker te bekampen. Met zijn duelkracht, infiltraties en kopbalsterkte in de zestien gaat er toch een serieus wapen verloren. Er stond met Fellaini een figuur op dat middenveld waar je als tegenstander toch wat tegenop keek. Nicaise is niet van hetzelfde niveau, een harde werker, dat wel. Het duo Defour – Witsel centraal op het middenveld heeft ook al zijn waarde bewezen, maar ik vrees dat ze daarmee in de topaffiches te kort komen. De kleine zal nog meer voor de ploeg moeten werken, hij kan dat, maar als ik zie dat hij al enkele malen op de bank werd gehouden om hem te sparen, stel ik me daar wel vragen bij.”

Zoals Deschamps

“Ik heb hier een test gedaan”, stelde een niet helemaal tevreden Bölöni na de partij tegen Kortrijk, en doelde daarbij vooral op de keuze om met Jovanovic, De Camargo en Mbokani te starten. De drie spitsen ontnamen elkaar de ruimte en sloten zo de passlijnen van middenveld naar aanval af. Vooral Jovanovic kneep te vaak naar binnen, waardoor de bewegingsvrijheid van Mbokani – zichtbaar geërgerd – beperkt werd. Standard greep terug naar de lange bal, hét beproefde concept toen Fellaini er nog bij liep en een wedstrijd op slot zat. Het is in die optiek dat de keuze voor De Camargo als hangende spits gezien moet worden, oordeelt Boskamp: “Met De Camargo in de ploeg vang je het verlies in gestalte van Fellaini op, zodat je toch een aanspeelpunt in de lucht behoudt wanneer het moeilijk wordt.”

Halfverwege de tweede helft schakelde Bölöni met de inbreng van Benjamin Nicaise over op de vertrouwde 4-4-2, waarbij Defour een rij opschoof en Witsel naar de rechterflank verhuisde. Standard voetbalde plots vrijer en zocht vaker de combinatie via de flanken op. Vooral aanvoerder Defour kon zo nadrukkelijker zijn stempel drukken en voor doelgevaar zorgen. Het mag duidelijk zijn dat de kleine zich niet 100 procent goed voelt bij de tactische keuzes van zijn trainer. Het vertrek van Fellaini had een bevrijding moeten zijn voor hem, want zoals Defour zaterdagavond stelde: “Ik ben vandaag al meer voor doel gekomen dan in het begin van het seizoen.” Waarmee hij eigenlijk bedoelt: ik moest vroeger vaker rugdekking geven aan Fellaini dan omgekeerd. Dit terwijl Bölöni in de pers steeds benadrukte dat hij Defour dichter tegen de zestien wilde zien opereren. Toch enigszins vreemd dat hij hem nu dan als controlerende middenvelder gebruikt.

“Niet echt”, vindt Stan van den Buijs, “Defour is iemand die zijn taken uitvoert. Als je hem vraagt om voor de verdediging te blijven, weet je dat hij dat zal doen, hij heeft die discipline. Dat kan je als trainer alleen maar appreciëren. Bovendien vind ik dat hij die rol als controlerende middenvelder zeker aankan, maar dan moeten de mensen stoppen met hem te beoordelen op zijn assists of goals. Vorig seizoen had hij er niet veel achter zijn naam, maar hij speelde wél een superseizoen en lag zeer vaak aan de basis van een aanval. Ook zo kan Defour belangrijk zijn voor de ploeg. En Witsel vind ik ook sterker in de as dan op de flank, hij heeft net als Fellaini die neus voor infiltraties.”

Bölöni ziet alvast veel potentie in de nieuwe (controlerende) rol voor Defour en haalt zowaar de vergelijking met Didier Deschamps aan: “Deschamps was ook geen stevige bonk. Bovendien is Defour nog altijd maar 20, niet vergeten, hé. Deschamps speelde op zijn 20ste nog in Nantes, Defour is al kampioen en international.” Maar of hij met die lovende woorden zijn aanvoerder tevreden houdt …

door matthias stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content