‘Zal ik weggaan en alvast rustig een stukje eten?’ Halverwege het interview onderbreekt Matías Suárez met een kwinkslag een op dreef zijnde Lucas Biglia. De twee Argentijnen blikken terug op het seizoen van Anderlecht, in wat misschien hun laatste interview in paars-wit is.

Timide en bescheiden. Zo maakte het Belgische publiek zes jaar geleden het debuut mee van Lucas Biglia (26). Zes jaar later zit voor ons een zelfverzekerde man, aanvoerder van Anderlecht, dat met hem op het middenveld drie keer kampioen werd. Aan zijn zijde Matías Suárez (24), twee jaar jonger, maar talent zat. Hij was al Gouden Schoen en kreeg nu ook de trofee van Profvoetballer van het Jaar overhandigd. In de gang achter ons loopt Silvio Proto, Doelman van het Jaar. Biglia, droog: “Zo gaat dat hier. Zij de prijzen, ik de armband en de kritiek.”

Blij dat het voorbij is?

Lucas Biglia: “Neen. Dat aan een kampioenschap een einde komt, is maar normaal. Ik ben vooral gelukkig dat we ons doel hebben bereikt.”

De weg ernaartoe was lastig.

Biglia: “Ik denk dat wij de enigen waren die onze verantwoordelijkheid opnamen en openlijk voor de titel gingen. Dat heeft ons met extra druk opgezadeld en dat zag je in de play-offs. Maar tijdens de reguliere competitie hebben we getoond dat we de beste waren.”

Was het een goed kampioenschap?

Biglia: “Ik vond het niet zo slecht, al geef ik toe dat we in de play-offs iets meer hadden kunnen tonen. Maar op bepalende momenten stonden we er. Nationaal vond ik het oké, Europees blijf ik met een slecht gevoel zitten. Daar hadden we voorbij AZ moeten kunnen raken, vind ik. We moeten wat minder respect voor de tegenstander hebben en wat meer uitgaan van de eigen kwaliteiten. We moeten ook proberen de afwezigheid van een belangrijke speler die het verschil kan maken, op te vangen. Dat is ons in Alkmaar niet gelukt, en evenmin in een paar andere wedstrijden. Daar moeten we in de toekomst ook meer op werken.”

Suárez: ( komt tussen) “Mag ik weg? Dan kunnen jullie rustig verder babbelen.”

Schouderletsel

Zitten blijven. Wat vond jij van het kampioenschap?

Suárez: “Ik denk net hetzelfde als Lucas. Mag ik nu gaan? ( lacht) Lucas heeft gelijk, het was een goed jaar, zowel voor mij persoonlijk als voor de club. Ook ik heb spijt dat we Europees niet verder kwamen. Nationaal zijn we goed omgegaan met de druk om kampioen te worden, vind ik.”

Biglia: “Daar wil ik toch wat over kwijt. In België worden Club Brugge en Standard gezien als grote ploegen. Op geen enkel moment hebben die ploegen dit seizoen hun verantwoordelijkheid genomen.”

Suárez: “Die hebben ze doorgeschoven naar ons.”

Biglia:”Terwijl die ambitie toch niet alleen Anderlecht toekomt? Het is toch niet dat wij in één kampioenschap spelen en de rest in een ander? Ik snap dat niet. Als Club Brugge echt een grote ploeg is, moeten ze die verantwoordelijkheid ook nemen. Standard idem.”

Beide deden veel transfers. Ik kan me wel inbeelden dat ze het daarom een overgangsseizoen noemden.

Biglia: “Wij hebben dat ook meegemaakt, maar toen we geen kampioen werden, kregen we wel kritiek. Zowel wij als de trainer. In het voetbal is er voor niks tijd, zeker niet voor een overgangsjaar. Alleen resultaten tellen. ( op dreef) Toen ik geopereerd werd aan de schouder, voorspelde men een onbeschikbaarheid van vier maanden. Door keihard te werken stond ik er terug na twee. Toen ik vervolgens weer ging spelen, werden mijn prestaties omschreven als “een ramp, Biglia: 4.” Niemand schreef: ‘Biglia keert terug uit blessure en is duidelijk nog geen 100 procent.'”

Was het achteraf bekeken verkeerd om zo snel weer op het veld te willen staan?

Biglia: “Neen. Het enige wat ik me verwijt, is dat ik niet voldoende tijd doorbracht met mijn vrouw en dochtertje. De club wilde niet dat ik me in Argentinië liet opereren, die wilde dat hier zien. Ik heb doorgeduwd en gezegd: vertrouw me, op 15 januari ben ik terug. En die belofte ben ik nagekomen.”

Suárez: ( neemt zijn verdediging op) “Waarom zeggen jullie dat hij zijn niveau niet meer haalde? Hij heeft zéér veel inspanningen gedaan om sterker dan ooit terug te keren en op het moment dat hij er niet bij was, kostte ons dat veel krachten. Na zijn terugkeer hebben we ons spel opgekrikt.”

Voel je je aangevallen?

Biglia: “Neen, de kritiek stoort me niet. Omdat ik na een wedstrijd de eerste ben om op mezelf kritiek te geven. Wat me boos maakt, is kritiek …”

Suárez: “… met slechte bedoelingen …”

Biglia: “Ja. Werk dat ik normaal in vier maanden moest doen, deed ik in twee. Twee maanden waarin ik vooral werkte op het terugwinnen van de mobiliteit van mijn arm. Ik heb weinig algemeen fysiek werk gedaan en weinig met de bal. Dat zorgde ervoor dat ik moeite had bij mijn terugkeer. Het ging niet direct goed, soms waren de resultaten er niet en het vertrouwen zakte weg. Dat ik mijn niveau van voor die blessure niet bereikte, is een terechte vaststelling. Maar begrijpelijk, door alles wat me was overkomen. Dat las ik echter niet in de kritiek op mijn spel.”

Wordt er niet te veel van jou verwacht? Recuperatie, spelverdeler, doelpunten, assists, mee naar voren …

Biglia: “Dat zijn dingen die ik ook allemaal wil. Ik wil mezelf vervolmaken als speler. Daarbij zijn er automatisch dingen waarin je beter bent. Maar ik neem voor alles de verantwoordelijkheid.”

Genieten

Matías, de individuele prijzen zijn dit seizoen voor jou. Ben je er al achter waarom net nu?

Suárez: “Dankzij mijn ploegmaats. Ik heb van hen zeer veel vertrouwen gekregen en dat straalde van me af op het veld. Ze doen me plezier, die twee prijzen, maar ik dank ze aan de samenwerking met anderen.”

In het begin van het seizoen klaagde je nog over een gebrek aan respect vanwege de trainer.

Suárez: “Klagen, klagen? Ik klaagde nergens over, alleen …”

Biglia: ( komt tussenbeide) “Ik zal het eens zeggen. Zodra hij zich geaccepteerd wist in België, werd hij de speler die ze in Argentinië al zagen.”

Suárez: “Mag ik …”

Biglia: ( onverstoord) “Toen hij het vertrouwen kreeg dat hij verdiende, barstte hij los. Het is zoals in de relatie tussen Messi en Guardiola. Toen daar een vertrouwensband ontstond, ontplofte Messi. Matías had vertrouwen nodig en dat vroeg tijd.”

Suárez: “Vertrouwen is zeer belangrijk. Dat ze met je praten, ploegmaats en trainer, en dat ze in je geloven. De trainer liet me alle wedstrijden spelen, gaf me meer minuten en ik had het geluk dat de zaken goed gingen. Het einde was wat minder, vanwege die knieblessure. Die speelde me toch een goeie twee maanden parten.”

Moet je straks onder het mes?

Suárez: “Ik denk dat rust zal helpen.”

Twee keer kon Club de kop overnemen. Gingen jullie nooit twijfelen?

Biglia: “Waarom? We hadden in de reguliere competitie al het verschil gemaakt. Brugge uit was een kritiek moment, maar we wonnen. Een paar dagen later idem in Genk. Ook daar hebben we getoond dat we de beste waren.”

Heb je er een verklaring voor waarom het in de play-offs zo moeizaam liep in eigen huis?

Biglia: ” . Na het gelijkspel tegen Kortrijk leek het wel alsof het publiek ons niet meer accepteerde. Het eiste te veel van ons, en dat was extra druk. Dat zag je. Daarom ging het buitenshuis beter, daar was die druk er niet.”

Het publiek vond dat het wat meer mocht zijn. Had het gelijk?

Biglia: “Het publiek heeft altijd gelijk. Zeker met de kritiek op ons niveau, want tegen Kortrijk, Gent en Club Brugge hebben we niet goed gespeeld. Waarom? Tegen Kortrijk was er de druk van een zege van Brugge de dag ervoor. Niks lukte die dag. Punt twee: bepaalde spelers – ik noem geen namen – speelden tijdens de reguliere competitie zogoed als perfect, maar haalden dat niveau niet meer in de play-offs.”

Had ruimte er ook mee te maken? Jovanovic en Suárez zijn gebaat bij wat meer ruimte op het veld?

Biglia: “Als de tegenstander het goed gesloten houdt, hebben wij niet veel spelers die het verschil maken. Eigenlijk maar eentje. ( wijst) Die daar.”

Maar eentje … Is dat niet triest voor Anderlecht?

Biglia: “Eentje, en twee die scoren.”

Suárez: ( sust) “De rest doet ook zijn best.”

Biglia: “Dan kom je terecht bij de economische realiteit van de club. De club heeft vandaag wat ze heeft aan potentieel, en daar moet je mee werken. Niet om de drie, vier dagen veranderen, omdat het slecht gaat of omdat een speler het team uit evenwicht brengt. Het publiek moet ook eens onder ogen zien dat wij twee jaar geleden de titel met een grote voorsprong wonnen, en dat we nu óók een grote voorsprong hadden. Vorig seizoen is Genk maar op de laatste speeldag kampioen geworden. Dat wil zeggen dat wij altijd het verschil maken. Ik zeg zelfs meer: van de zes jaar dat ik hier ben, was deze ploeg de beste van allemaal. Alleen: Anderlecht is een ploeg waar de supporters nu al – en we zijn net kampioen geworden – praten over de titel van volgend jaar. Ik vind dat de supporters meer van het moment moeten genieten. De uitdaging voor volgend seizoen nemen wij wel op.”

Van het voetbal viel niet zo veel te genieten, zeggen de critici.

Biglia: “Niet als je op de laatste weken terugblikt, maar een seizoen duurt tien maanden. En dan was het lang niet altijd zo slecht. Vandaag zijn er over de hele wereld twee ploegen die altijd goed voetbal brengen. Twee: Real Madrid en Barcelona. Geen andere. Wij hebben in de play-offs maar drie goeie wedstrijden gespeeld ( het interview vond vrijdag plaats, nvdr). Drie van de negen. Akkoord. Maar die drie zorgden er wel voor dat wij kampioen werden.”

Alleen de trainer bleef met lege handen achter toen de individuele prijzen werden uitgereikt.

Biglia: “Een trainer die een kampioenschap wint, is toch de beste trainer, neen? Ik vond hem de beste omdat hij de beste spelers managede en omdat hij de beste club van België de titel bezorgde. Dat kan niet iedereen.”

Transfer

Het is je derde titel en misschien de laatste in België, want je vertrekt.

Biglia: “Ja. ( lacht) Naar huis. ( ernstig) Na de vakantie zien we wel. Als voetballer leer je elk jaar bij, of je nu 23, 24 of 25 bent. Maar ik vertrek als een man, als een ander persoon. Ik heb in dit land veel geleerd als mens. Daar zal ik België altijd dankbaar voor zijn. Het is hier aangenaam wonen, mijn dochter heeft een Belgisch paspoort, mijn vrouw is hier graag, we worden stipt betaald. Maar ik wil zien tot waar mijn niveau reikt. Het is nog gebeurd dat iemand dacht dat hij het elders ook kon, maar dat het niet lukte, waarna hij moest terugkeren.”

Mbokani, Jovanovic …

Biglia: ” Exactamente. Noem het dromen die ik nog wil vervullen. Kijken of ik klaar ben voor wat anders.”

Matías, jij vertrekt misschien ook.

Suárez: “Met vakantie! ( lacht) Ook ik moet zeggen: daarna zien we wel. Met een beetje geluk wil een belangrijke club me. Ik heb dezelfde droom.”

Biglia: “Ik weet niet of zijn valies al klaar staat, maar hij is wel klaar.”

Heeft hij niet nog een extra jaar nodig?

Biglia: “Neen. Omdat je nooit weet wat er gaat gebeuren. Gaat hij nog eens een goed seizoen maken?”

Suárez: “Zo denk ik er ook over. Neem Romelu. Goed jaar, Chelsea komt. Misschien te gehaast, dat kan. Maar stel dat hij neen zegt, dan komt de kans misschien nooit meer…”

Concreet was er nog geen bod voor Biglia, zeggen ze op Anderlecht.

Biglia: “Dat klopt, ik weet ook nergens van. Ik heb mijn manager gevraagd om zodra ik terug ben in Argentinië, tijdens de vakantie, alles op tafel te leggen. Als daar iets beters tussen zit dan Anderlecht, zal ik erover nadenken. Is er niks beter, dan blijf ik.”

De economische realiteit in de wereld kan de zaken gecompliceerd maken.

Biglia: ” . Dat weten we. Daarom zeg ik ook dat we alles goed moeten kanaliseren en dat het een goede, duidelijke stap moet zijn, niet iets waarover ik kan struikelen.”

DOOR PETER T’KINT

“Het publiek eiste te veel van ons, en dat was extra druk.” Lucas Biglia

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content