Voor het grote werk gunt Belgisch kampioen Jürgen Roelandts zichzelf nog wat tijd. ‘Binnen twee, drie jaar moet ik er volledig staan in de échte klassiekers.’

Samen met een zevental andere renners uit de streek heeft na-tionaal kampioen Jürgen Roelandts (23) er vandaag een trainingstocht van amper twee uurtjes opzitten. ‘Losrijden’ heet dat dan in wielerjargon, want het is maandag, de dag na het Belgische openingsweekend. Laat ons het daar dan maar meteen over hebben, over die eerste koersen op vaderlandse bodem, die voor Silence-Lotto niet bepaald succesvol verliepen. Vooral in Kuurne-Brussel-Kuurne, waar Roelandts als kopman werd uitgespeeld, ging het team van manager Marc Sergeant met de billen bloot.

Voor ons in de woonkamer, boven de bakkerij van z’n ouderlijke woonst in Sint-Martens-Bodegem, zit Roelandts er nochtans ontspannen bij. Uiteindelijk treft hem nog de minste schuld aan het collectieve falen van zijn ploeg. Tot halverwege de Oude Kwaremont volgde hij immers vlot in het spoor van de beteren, maar toen ging plots het licht uit.

Hoe kwam dat?

Jürgen Roelandts: “Ik was gewoon niet sterk genoeg, door de omstandigheden. Het seizoen liep voor mij nog niet zoals het zou moeten. In Qatar viel ik twee keer zwaar, waarna ik drie dagen moest rusten. In de Ruta del Sol koerste ik als gevolg van een voedselvergiftiging ook maar twee ritten mee. De lastige ritten, waarin je kan verbeteren, zag ik aan mijn neus voorbijgaan. Ik kon andermaal niet trainen en dan zaten we al op een week van Kuurne.”

Voor sommigen volstaat die verklaring niet. Michel Wuyts noemde jou ‘nog wat te groen’ voor het kopmanschap. Wat vind je daar zelf van?

“Vorig najaar heb ik al bewezen dat ik dergelijke koersen aankan. Als ik de goede vorm te pakken heb, dan ben ik zeker mee in die eerste groep. Bwah, te groen? Wat betekent dat? Heinrich Haussler is bijna even jong en Greg ( Van Avermaet, nvdr) stond er vorig seizoen in zijn derde profjaar ook al. Dus, als het erin zit, dan komt het er ook uit.”

Marc Sergeant en Dirk Dewolf klonken na afloop van Kuurne-Brussel-Kuurne behoorlijk boos voor de tv-camera’s. Wat is er gezegd in de bus?

“We moeten het niet onder stoelen of banken steken: het was slecht. Dan is het normaal dat de ploegleiding naar verklaringen zoekt. Of die gevonden werden? We reden niet echt met een ploeg voor dat soort klassiekers. De mannen hebben hun best gedaan, maar ze zijn niet die wringers die je nodig hebt in die wedstrijden. Ze wilden iedereen de kans geven om te rijden, terwijl het misschien beter was om de beste renners op te stellen … Maar achteraf is het natuurlijk makkelijk praten.”

Extra geprikkeld

De druk op de ploeg neemt al meteen toe?

“Er zat sowieso wat meer druk op deze winter dan twaalf maanden eerder. De ploeg is duidelijk versterkt en ook de begeleiding is professioneler. Alles wordt perfect opgevolgd door het nieuwe Powertech-systeem, dat onder meer via de wattage je vormcurve kan weergeven. Volgend jaar gaan we dus kunnen zien of bijvoorbeeld een andere trainingsaanpak betere waarden oplevert.

“Nu, het is logisch dat een en ander de verwachtingen doet toenemen. Als de eerste belangrijke afspraak gemist wordt, dan vermindert de druk niet. Maar ik zie er vooral het positieve van in: we zijn nu extra geprikkeld.”

Waar moet dat voor jou persoonlijk toe leiden?

“Voor het seizoen maakte ik van het openingsweekend een eerste doel. Nu dat tegenviel, mik ik vooral op Waregem en De Panne. In die koersen wil ik revanche nemen voor het falen in Kuurne. Gent-Wevelgem en Parijs-Roubaix staan in principe ook op mijn programma. De Ronde van Vlaanderen? Het valt wat af te wachten wie er goed rijdt en wie niet. Ik wil er in de wedstrijden die komen voor zorgen dat ze niet om mij heen kunnen, maar in de échte klassiekers een hoofdrol spelen zal allicht nog niet voor dit jaar zijn. Hoewel je nooit weet. Vorig jaar verwachtte ook niemand mij op het hoogste schavotje na het BK.”

Had jij daar zelf niet stiekem op gehoopt?

“Ik had me wel goed voorbereid, ja. Na de Ronde van Zwitserland wist ik dat ik met een uitstekende conditie aan de start zou staan. Ik had al enkele tweede plaatsen behaald ( in de Ronde van de Algarve, Nokere Koerse en de Ronde van België, nvdr), maar die overwinning ontbrak nog. Dat het juist op het Belgisch kampioenschap gebeurde, was fantastisch.”

Daarna volgden onder meer overwinningen in een rit van de Ronde van Polen en de Franco-Belge. Heeft het jou verrast dat je in je debuutjaar onmiddellijk dergelijke resultaten kon neerzetten?

“Met mijn start in Qatar, de Ronde van de Algarve en de Omloop Het Volk verbaasde ik mezelf een beetje. Het jaar voordien bij de beloften beëindigde ik het seizoen met winst in Parijs-Tours en het is een voordeel als je goed de winter in gaat. Maar dat het zo vlot ging lopen, had ik niet verwacht.”

Je won, zoals je zei, Parijs-Tours bij de beloften, op het einde van het seizoen. Ook vorig seizoen pakte je je zeges in het tweede deel van het wielerjaar. Is daar een verklaring voor?

“Ook bij de jeugd kwam ik in augustus, september en oktober nog serieus op toeren. Hoe dat komt? Misschien dat het nog te maken heeft met mijn studies. In juni trainde ik een maand niet om in juli weer op te bouwen. Nick Nuyens heeft dat ook overgehouden van vroeger.”

Gretiger

Hoe moeilijk was het om je bachelor in LO te halen?

“Het was best lastig. Je ziet jongens overgaan die je de baas bleef bij de junioren en dat steekt. In mijn derde jaar bij de beloften deed ik dan wat minder voor mijn studies omdat ik me wou bewijzen. Toen bood Marc Sergeant me een contract aan, maar niet voor het daaropvolgende seizoen 2007, wel voor 2008. Echt veel zin had ik er niet meer in, maar uiteindelijk ben ik toch blij dat ik het diploma behaald heb.”

Hebben die studies je geremd in je ontwikkeling als renner?

“Tot voor vorig seizoen had ik nog nooit die volumetrainingen gedaan en die heb je echt wel nodig om sterker te worden. In die zin heeft het mijn progressie enerzijds waarschijnlijk wat vertraagd. Anderzijds ben ik nu misschien gretiger dan veel anderen. Ik heb een beetje van het leven buiten de koers gezien en ik besef nu dat je als renner een heel mooi leven hebt. In elk geval moet er nog een bepaald percentage winst in zitten. Binnen twee, drie jaar moet ik er volledig staan in de echte klassiekers.”

Deze maand rijd je nog Milaan-Sanremo. Je bent niet bang van de afstand?

“Met het Belgisch kampioenschap, een rit in de Ronde van Polen en een rit in de Franco-Belge won ik vorig seizoen drie koersen die tussen 220 en 250 kilometer lang waren. Met afstand heb ik met andere woorden weinig problemen. Milaan-Sanremo is natuurlijk nog wel iets anders dan de Ronde van Polen ( lachje). We zullen er hoe dan ook met zijn allen voor Philippe Gilbert rijden. Of ik in aanmerking kom als schaduwkopman als hij het niet kan afmaken? Nee, ik vermoed dat Greg de man zal zijn die zich het laatst gedeisd mag houden.”

Hoe is jouw relatie eigenlijk met Greg Van Avermaet? Volgens José De Cauwer in onze Wielerspecial van oktober kostte het Van Avermaet veel tijd om zich erbij neer te leggen dat niet hij maar jij Belgisch kampioen werd.

“Greg begon iets te vroeg op kop. Had ik niet gewonnen, dan was het iemand van een andere ploeg geweest. Maar om op je vraag te antwoorden: het heeft mijn relatie met Greg niet veranderd. We komen nog altijd goed overeen.”

Met Wim Vansevenant kon je het vorig seizoen heel goed vinden, hij was het die jou in de koersen op sleeptouw nam. Hoe ‘erg’ vond je het dat hij zijn carrière beëindigde?

“Het was heel plezant om met Wim te rijden. Ik vind het wel spijtig dat hij er niet meer bij is, maar in Qatar en in de Ruta hield Wilfried Cretskens zich bezig met mij en dat klikte ook. Willy beschikt over tonnen ervaring, hij kent de wegen door en door en weet waar je vooraan moet zitten. Hij is de ideale mentor.”

Minder koffiekoeken

Iets anders: voor het raam hier staat een beker, er hangt ook een aantal medailles. Dat zijn zaken die je koestert?

“Ja, dat zijn de vijf medailles die ik pakte op Belgische kampioenschappen, zowel in het tijdrijden als op de weg. Er hangen drie gouden tussen en twee bronzen. Zilver heb ik nooit gehaald, maar dat moet ook niet voor mij ( lachje).”

Je hebt kunnen weerstaan aan de verleiding van de koffiekoeken hieronder?

“Na 23 jaar in een bakkerij kan je daar wel afblijven, hoor. Je wordt ze niet beu, maar je laat ze wel wat vaker liggen. Ik sta zelfs twee kilo lichter dan vorig jaar rond dezelfde tijd, daar zal het dus niet aan liggen.”

Heb je dan meer of anders getraind?

“Ik maalde 500 kilometers meer af, ietsje meer dus maar het verschil is miniem. Het was mijn bedoeling om na Qatar wat meer op explosiviteit te trainen door in blokken sprintjes te trekken, maar die val gooide roet in het eten. Voordien zat het conditioneel helemaal goed. In de tweede etappe in Qatar zat ik in de kopgroep van vijftien en werd ik derde achter Boonen en Napolitano. Dan kwam die val, maar in de Ruta stond ik er weer met een vijfde plaats in de proloog, voor mannen als Pozzato en Flecha, die tijdens het openingsweekend toch hun conditie etaleerden. Een tijdrit liegt meestal niet, hé.”

Het werk tegen de chrono ligt jou wel?

“Zolang de tijdrit niet langer is dan 15 kilometer, kan ik het goed aan. Veel hangt dan weer af van het parcours. Vorig jaar werd ik achtste in een tijdrit van 25 kilometer, met slecht één seconde achterstand op Klöden. Het ging daar bergop en bergaf met het nodige bochtenwerk, dat ligt me. Lange, rechte stukken daarentegen … Nee, dat is niet mijn ding. Op prologen ga ik me wel specifiek toeleggen. Ik ga wat meer blokken trainen en meer met de tijdritfiets buitenkomen. Dat zal misschien maar enkele seconden schelen, maar in een proloog betekent dat misschien vijf plaatsen.”

Sterker

Je bent ook snel. Zie je jezelf uitgroeien tot een potentiële winnaar van massaspurten?

“Als ik goed gebracht word en nog fris zit, dan kan ik het afmaken in een sprint. De kans is groot dat ik dit jaar met de Vuelta mijn eerste grote ronde ga rijden. Ik zal me misschien wel proberen te mengen in massaspurten, maar een supersprinter ben ik niet. Mijn sportieve dromen gingen vroeger en ook nu nog over de Vlaamse klassiekers. De Ronde van Spanje rijd ik dan ook in de eerste plaats om sterker te worden.”

Dat zal niet meer in de Belgische driekleur zijn, tenzij …

“Dit jaar, in Aywaille, wordt het bijzonder moeilijk voor mij om kampioen te worden, maar volgend jaar in Leuven ga ik nog eens proberen. Gilbert zal ditmaal ongetwijfeld heel gemotiveerd zijn. Hij was al een keer tweede en een keer derde op het BK en nu vindt de wedstrijd plaats in zijn streek. Weet je, hij mag de trui voor een jaartje hebben, ik zal hem nadien weer overnemen ( lacht).” S

door roel van den broeck – beelden: belga

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content