De finale van de Champions League haalden ze net niet, maar geen fan die daar vorige week echt om maalde. Chelsea is immers kampioen ! Op bezoek in Stamford Bridge, waar de nieuwe trots van Engeland huist.

Fulham Road, West Brompton. Het is zaterdagmiddag, de zon schijnt en Chelsea kan vandaag kampioen worden, als het wint bij Bolton. Een paar uur voor de wedstrijd zit de Shed Bar van Stamford Bridge eivol. Bouncers – buitenwippers – houden al wie geen stempeltje heeft, beslist tegen. Kijken mag, binnengaan niet. Ook in het leuke restaurant aan de overkant van de straat, voor de gelegenheid omgebouwd tot café met groot scherm, staat zo’n besliste buitenwipper. In zijn tent kan zeker nog vijftig man binnen, maar dat deert niet. Hij kiest voor comfort. Dit blijft het Kensington-Chelseagedeelte van de stad, een beetje chic. Knightsbridge, het dure Sloane Square en Harrods liggen slechts een paar kilometer weg, hier woont de beau monde van Londen, de MargaretThatchers, Richard Bransons en Roman Abramovitchen van deze wereld. Hier zoeken Prada, Gucci en Armani hun klanten en werven de winkels tegenwoordig bedienden aan die het Russisch meester zijn, want Russen zijn de nieuwe rijken van Londen.

De Johns, Carls, Petes en Franks van Chelsea FC moeten wat verderop hun ponden verteren, in een pub rechtover Fulham Broadway, het metrostation op de District Line die hen naar hier brengt. Op Jerdan Place zitten de pubs afgeladen vol. Gezopen wordt er, grote pinten lager, of, dit blijft Chelsea, witte wijn voor de paar vrouwen die in een hoekje kruipen. Er wordt constant gezongen of geschreeuwd als een speler van Chelsea close in beeld wordt gebracht. Dat het tijdens de eerste helft op het veld van Bolton niet al te best wil lukken, deert hen niet, hier hebben ze lang op gewacht. Vijftig jaar, de meesten heel hun leven.

Buiten profiteren ondertussen verkopers van het moment. Twee jongens uit Manchester, fans van City, maar ze hebben liever dat we dat laatste detail verzwijgen, lieten vlaggen en T-shirts drukken met daarop Chelsea Champion. Voor de wedstrijd verkopen ze die voor vijf pond, ongeveer 7,5 euro per stuk. Erna zal de prijs plots stijgen naar zes en zeven pond. Geld heeft geen kleur, koopmansgeest geen clubtrouw….

In de pub genieten we meer van de spanning op het gezicht van de fans dan van de match. Vijfentwintig jaar geleden waren we hier ook, voor een niemendalletje, op een warme nazomeravond. Chelsea bengelde toen ergens troosteloos onderaan in tweede klasse, maar we waren jong en gek op Engels voetbal en profiteerden van een stage voor school om alle clubs met naam aan te doen. Het was september toen, en elke avond kon je wel ergens in groot-Londen naar een match. Arsenal, Tottenham (3-0 tegen Ajax Europees, met Ossie Ardiles), West Ham, Chelsea, we deden ze allemaal aan. Voor weinig geld, één tot anderhalve pond, kon je toen nog binnen. Nu kost een seizoenskaart op Stamford Bridge meer dan 1200 euro…

Je riskeerde toen wel lijf en leden, want het was de tijd van de hooligans en het getimmer op mekaar, de politie kwam bij relletjes nog in grote getale mee timmeren. Van dat bezoek aan Stamford Bridge, een oude onoverdekte kooi waar je wel 150 meter van de spelers leek te staan, herinneren we ons vooral het gezicht van de supporter naast ons. Een gast van een jaar of twintig, die achter ieder woord een belediging liet volgen en zijn fucking poor fucking team that fucking was playing fucking shit 90 minuten met de fucking grond gelijk lag te fucken. En dat onderstreepte door bij elke krachtterm zijn middenvinger in de lucht te steken. De intense emotie in de ogen van die man werd na een tijdje interessanter om volgen dan de match.

Niks daarvan nu. O, ja, nog genoeg fucks in de liedjes, ze hadden immers lang op hun titel moeten wachten, maar nu is iedere speler een god, een held. Robben, Lampard, Terry, Gudjohnsen, ze kunnen de hele wereld aan met hun ploegje. En gelukkig staan we bij de deur als Lampard scoort, want die goal, die zekerheid brengt over de titel, zorgt voor een mini-tsunami. Een vloedgolf van geluid en bier, de inhoud van alle glazen gaat spontaan de lucht in. Voetbal is emotie. Oudere mensen beginnen, jongeren huilen, koppels vermengen vreugdetranen met zoenen. Van John, op het eerste gezicht zo’n gevaarlijke kale getatoeëerde skinhead van 25 jaar geleden, krijg ik spontaan een zoen. Page en Josh hebben vandaag een vrolijke pa. Vanwaar ze allemaal komen, is amper te volgen, maar letterlijk seconden na het laatste fluitsignaal nemen de fans Fulham Road in. En rijst de prijs van een vlag naar een nog interessantere acht en negen pond…

Na een paar uur op de terugweg naar de stad, valt in de metro ook Pete in onze armen. Hij looft luid zijn team, maar heeft tegelijk oog voor nuance. Dat de club nog veel te danken heeft aan Claudio Ranieri, de vorige zomer doorgestuurde Italiaan, want hij haalde spelers als Cech of Robben naar Stamford Bridge. Maar dat Mourinho er wel een soort geest van onoverwinnelijkheid in pompte. “Vroeger hadden we klasse, maar deden de spelers het in hun broek als ze naar het kille noorden moesten. Mourinho heeft dat probleem weggevlakt. Wat we nu nog missen, is een goeie spits, want Drogba, dat is niks. Mist veel te veel kansen. Geef ons Sevchenko en we winnen alles !”

Amper twaalf uur later zijn we weer op Stamford Bridge, samen met een aantal lezers van dit blad die een weekendje Londen wonnen bij een wedstrijd. Ze worden verwend, de al langer geplande Stadium Tour wordt plots een rondleiding bij de kampioen en ’s middags krijgen ze er Tottenham-Aston Villa bovenop. Dat wordt, tot groot jolijt van Spursfan Bernard, een spectaculaire wedstrijd die zal eindigen op 5-1.

In de buurt is amper nog wat te zien van het feest van gisteren, de laatste restjes worden door een vuilniswagen – in passend blauw – opgehaald. In een van de twee hotels die vlakbij het stadion werden gebouwd, krijgen we een ontbijt en daarna bezorgt Adam ons een rondleiding. Krachtige stem, schitterend gevoel voor humor, op en top Engelsman. Hij leidt ons rond achter de schermen van de kampioen. We mogen overal binnen, in de tribunes, de perszaal, in de twee kleedkamers zelfs en op het veld waar één lezer ongemerkt wat grassprietjes meepikt. Voor zijn kinderen, maar als u er straks eentje op ebay kan kopen, ze zijn echt !

In de voorbije tien jaar onderging Stamford Bridge een grondige metamorfose. De muur die langs het stadion loopt en het scheidt van Fulham Road is nog een overblijfsel van de staantribunes van weleer. Staantribunes die destijds van het veld werden gescheiden door een piste die werd gebruikt voor atletiek- en autowedstrijden en… hondenraces. Twee keer per week, op dinsdag- en donderdagavond, werden die gehouden en telkens vergokten ongeveer 5000 mensen hun ponden. Adam : “Op een avond in 1927 liep er wat mis en waren er geen honden beschikbaar, terwijl wel 4000 toeschouwers opdaagden. De verantwoordelijke belde toen zijn broer, die voor Londen Zoo werkte. Hij vroeg hem om het even wat te sturen, als het maar vier poten had en snel kon lopen. Zijn broer stuurde zes shuma-katten en naar het schijnt was het een hele klus om de nummers op de beestjes aan te brengen…”

Het stadion was destijds immens, in 1935 kwamen er voor een duel tegen Arsenal 82.910 toeschouwers opdagen. Het absolute record volgde echter tien jaar later, net na de oorlog, voor een vriendschappelijke wedstrijd tegen Dinamo Moskou, toen iedereen gratis binnen mocht. Om tien uur ’s morgens waren er al 80.000 mensen in het stadion. Buiten stond nog eens 40.000 man aan te schuiven, waarna de club besliste die ook binnen te laten. De overlevering wil dat de kinderen over de hoofden van de mensen werden doorgegeven, zodat ze aan de rand van het veld konden zitten. Anderen leunden tegen de goal. Mensen kropen ook op het dak om de match te volgen.

Het werd een symbolische wedstrijd, tussen een Engels team en een Russisch team, na de oorlog niet meteen de beste vrienden. Adam : “De scheidsrechter kreeg dus als opdracht om het op een draw af te laten stevenen, niemand wilde verliezen. Chelsea leidde op het einde met 3-2, zodat er maar liefst zeventien minuten blessuretijd volgden. Toen ging een van de Russen langs de flank door. Een Chelsea-verdediger gooide er een tackle in, maar de bal botste op de knie van een kind dat vlakbij de lijn zat. De scheidsrechter liet doorspelen en de Russen scoorden. Toen dat gebeurde, floot de man af. Rusland is ons nadien heel goed gezind geweest, echt boos kunnen we niet zijn. Zestig jaar later heeft het geld van een Rus ons immers een van de rijkste clubs ter wereld gemaakt. ( Schreeuwt het uit.) Russiais great. ( En dan wat stiller.) Ik moet dat zeggen, want overal in dit stadion hangen microfoontjes…”

De club beweegt en groeit, op alle niveaus. Shirtsponsor Fly Emirates gaat naar Arsenal, waar het nieuwe stadion het Emirates Stadion zal heten. De opvolger, Samsung, betaalt voor vijf jaar shirtreclame 75 miljoen euro. Umbro wordt na komend seizoen vervangen door Adidas. Adam : “Maar de grootste vernieuwing voor de fans komt er met de verandering van logo.” De reden is ook commercieel, mensen buiten Engeland weten amper waar de CFC voor staat. Bij de meeste clubs staat de naam van het team voluit op het logo en dat geldt ook voor het nieuwe Chelsealogo. Het oude heeft twintig jaar gediend.

De clubnaam heeft ook zijn geschiedenis. Eerst wilde men de ploeg London FC noemen, maar zowat alle fans van andere Londense clubs vonden dat niet kunnen. De naam naar de buurt noemen, was ook lastig, Stamford Bridge ligt immers in Fulham en er was al een club met die naam. Dus werd gekozen voor het nabije Chelsea. Adam : “Gelukkig Chelsea en niet Kensington. Anders zaten we nu met de afkorting KFC en in Amerika denken ze dan aan gebakken kip, niet aan voetbal.”

We mogen naar het heilige der heiligen, de kleedkamer. Eerst die van de bezoekers, vorige zomer vernieuwd. Twintig jaar lang was de kleedkamer van de bezoekers op Stamford Bridge de kleinste uit het Engelse voetbal. Spelers konden er amper draaien of keren en bij Chelsea vonden ze dat best leuk. Tot ze er een sportpsycholoog bijhaalden. Die vertelde hen dat de aanpak volledig fout was, want fantastische spelers bij de tegenpartij in een kruipkot opsluiten, maakt ze op voorhand al een beetje nijdig. Dus moest de club bijsturen. De nieuwe kleedkamer is groter, met meer licht en comfort. Het tactische bord voor de bezoekende trainer hangt in een hoek, achter de deur, zodat het amper te zien is… Toeval of niet, maar sindsdien klopte niemand de Blues nog in eigen huis. Adam : “In Middlesbrough hebben ze de bezoekende kleedkamer niet in een vierkant gemaakt, maar in L-vorm, de L van loser, zodat ze mekaar amper kunnen zien. De muren zijn er ook niet mooi wit, maar groen en bruin. In Liverpool boenen ze de vloer elke dag, zodat die er ontzettend glad bij ligt.” Sinds het bezoek van Barcelona en de 4-3-nederlaag van de Spanjaarden, hangt er geen ijskast meer. Die werd toen aan diggelen geslagen…

Ook over de Chelsea-kleedkamer, nog groter, nog ruimer, met tv en een stevige stereo-installatie om er wat sfeer in te brengen na de zoveelste zege, werd nagedacht. Het plaatsen van de spelers gebeurde op basis van friendshipgroups. Iedereen mocht zelf kiezen naast wie hij ging zitten. En dus zitten links de Engelse internationals, met Terry uiteraard naast Frank Lampard, zit Eidur Gudjohnsen naast zijn goeie vriend Joe Cole, zitten Kezman en Robben, twee ploegmaats bij PSV, naast mekaar, kan Smertin met buurman Jarosik wat Russisch spreken en hokken in een andere hoek de Franstaligen Gallas, Geremi, Drogba en Makelele bij mekaar. Aan de rechterkant vind je de drie amigos, de drie Portugezen, en daarnaast de drie keepers.

Opvallend : het hokje van nummer zeven is leeg. Adam : “Dat nummer lijkt hier vervloekt. Dit jaar werd Adrian Mutu eruit gegooid ( wegens cocaïne-gebruik, nvdr) en daarvoor droeg Winston Bogarde dat nummer. Hij speelde hier vier jaar lang, verdiende 40.000 pond (60.000 euro) per week en speelde exact twee en een halve wedstrijd voor de A-ploeg.”

De muziekkeuze van de spelers is er eentje die je kan verwachten. R Kelly, Naz, 50 Cent, dat soort dingen. De enige die zijn muziek niet mag spelen, is naar verluidt Smertin, een zware fan van Metallica. José Mourinho is een liefhebber van Bob Marley en zijn reggae…

Wie de Belgische velden met hun tralies gewoon is, valt het direct op. In Engeland adem je in de nek van de spelers, die quasi aan te raken zijn. Ook hier. Stamford Bridge is voorlopig nog steeds het grootste voetbalstadion in Londen. Capaciteit : 42.552. Arsenals nieuwe stadion wordt er wel eentje van 60.000 en het nieuwe Wembley zal 90.000 zitjes tellen.

De hoofdtribune dateert van 1973 en betekende ei zo na het einde van de club. Omdat ze drie keer duurder uitviel dan verwacht, moest Chelsea de beste spelers van de ploeg die Real in 1971 klopte in de finale van EC2, verkopen. Pas twintig jaar later, nadat de ploeg zelfs een tijdje met de degradatie naar derde klasse flirtte, werd er verder uitgebreid. De harde fans zitten nu vooral in de Matthew Harding-stand, genoemd naar de ex-vice-voorzitter van de club die als geslaagd zakenman vijf miljoen pond uit eigen zak betaalde voor de tribune. Harding kwam om het leven bij een helikoptercrash op de weg terug van de match in Bolton. Dat de club uitgerekend ginder kampioen werd, was dan ook een stuk emotie.

De baby van Chelsea is de West Stand, die werd gebouwd in 2001. Als de BBC tijdens de wedstrijd een shot laat zien van Roman Abramovich, dan is dat van diens box in die tribune. Zijn stoel heeft armleuningen en aan de zijkant een knopje. Als de Rus daarop drukt, wordt de hele stoel binnen de drie minuten opgewarmd. Adam : “Vindt u dat niet gek voor een Rus ?”

Opvallend : de bezoekende supporters zitten vlakbij de dugout, die niet afgeschermd is door een plastic dak. Dat zou je in België eens moeten proberen.

Uitbreiden kan amper, bij gebrek aan ruimte, maar ook bij gebrek aan uitvalswegen. Fulham Road is de enige weg die langs het stadion loopt. In principe zou de club nog een derde vleugel boven een van de zijkanten kunnen bouwen, maar dan moeten de hotels die bij de tribune aanleunen, weer tegen de grond. En net die stellen Chelsea in staat Stamford Bridge iets meer te rendabiliseren. Daarom zijn er trouwens ook de stadionrondleidingen, de shops, een night club en een fitnesscentrum.

O, wie denkt bij het boeken van zijn hotelkamer uitzicht op een wedstrijd te hebben, is eraan voor de moeite. Slechts één raam kijkt uit op het veld en dat ligt in de kamer van Ken Bates, de inspirator van het project. In 1982 werd hij voorzitter voor 1 pond. Adam : “Nog 90 pence te veel, want Chelsea was toen niks waard. Het stadion viel uit mekaar, we hadden geen supporters, we keken naar de bodem van tweede klasse en het hooliganisme tierde welig.”

Maar er is een zijpoortje… Rechts naast de tribune staat een gebouw met negen appartementen. Je kan dus in het stadion wonen en vanaf het dakterras op de hoogste verdieping zie je het veld. Het staat momenteel zelfs te koop !

Voor 2,55 miljoen euro. Waar wacht u nog op ?

door Peter T’Kint

Het oude stadion was immens, in 1935 kwamen er voor een duel tegen Arsenal 82.910 toeschouwers opdagen.

Twintig jaar lang was de kleedkamer van de bezoekers op Stamford Bridge de kleinste uit het Engelse voetbal.

In Engeland adem je in de nek van de spelers, die quasi aan te raken zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content