Mémé Tchité, de toptransfer van Club Brugge, maakte voor zijn nieuwe club pas zondag zijn eerste doelpunt in een officiële wedstrijd. Tot dan kon hij alleen tegen de West-Vlaamse tweedeprovincialer FC Knokke en de Zeeuwse zaterdagamateurs van HSV Hoek scoren. Hoe komt dat?

Het was op 21 juni, het begin van de zomer, dat bekend raakte dat Mémé Tchité van Luik naar Brugge zou verhuizen. Dankzij een clausule in zijn contract kon Club hem van Standard overnemen voor een transferbedrag van niet eens anderhalf miljoen euro, vernamen we toen. De transfer was een bekrachtiging van de titelambities van Club Brugge, en in Sport/Voetbalmagazine lichtte Alfred Raoul, zijn persoonlijke adviseur, de strategie van de speler toe: Tchité, in januari 29, kwam naar Club om Belgisch international te worden en dan een transfer te maken naar een grote buitenlandse club. Samen kampioen worden, Mémé ondertussen selecteerbaar maken voor de Rode Duivels en dan met de gouden handdruk weer afscheid van elkaar nemen. Dat was de deal.

’s Anderendaags verscheen Tchité op training, in de oefenpartij tegen Standaard Wetteren maakte hij zijn wedstrijddebuut en tegen HSV Hoek en FC Knokke maakte hij zijn eerste goals voor Club Brugge. Maar dan hield het plots een hele tijd op. In de vriendschappelijke wedstrijd tegen KV Kortrijk liep hij een enkelblessure op, in de derde voorronde van de Champions League kon hij zijn nieuwe club niet voorbij FC Kopenhagen helpen en na de derde speeldag in de Jupiler League luchtte hij op vraag van de media zijn hart: hij had het moeilijk, zei hij, om alleen in de spits te staan. Hij liep veel, maar het leverde weinig op, en als hij dan eens in balbezit kwam, moest hij wachten op de aansluiting van ploegmaats. En om te kunnen scoren, moet je ballen krijgen. Vooraan klopte het nog niet, legde hij uit, er moest nog veel gecorrigeerd worden in het spel van de ploeg. “Maar wees gerust,” besloot hij, “Mémé gaat nog scoren. Misschien al tegen Beerschot.”

Maar tegen Beerschot bleef Tchité negentig minuten op de bank, stond Carlos Bacca op zijn plaats en stal die meteen de blauw-zwarte harten met een heerlijke goal. Waarna meer dan ooit de vraag rees: waarom rendeert Tchité nog niet bij Club Brugge, een ervaren spits die het al maakte bij Standard, Anderlecht en Santander en die net gekocht werd om meteen te renderen in een competitie die hij heel goed kent?

Profiel

Welk type spits is Tchité en hoe rendeert hij het best? We vroegen het aan Peter Balette, assistent-trainer die vorige zomer van Club Brugge overstapte naar Standard en daar een jaar lang met hem werkte. “Mémé is enorm explosief, voetbalt graag met het gezicht naar het doel, wordt het liefst in de rug van de verdediging aangespeeld en is heel opportunistisch voor doel”, zegt hij. “De beste periode kenden wij vorig seizoen rond november, toen hij en Cyriac voorin voor vuurwerk zorgden. Zij trokken zich aan elkaar op en de ploeg aan hen. De ruimte in de rug van de tegenstander belopen is zijn geliefkoosde tactiek. Al dan niet gesteund door een tweede centrumspits, maar zeker met iemand achter zich die hem kan lanceren. Bij ons speelde hij heel graag met Nacho González, vertelde hij mij, omdat die zijn looplijnen snapte, aanvoelde wanneer hij wegliep en de verfijning bezat om die laatste pass tussendoor te geven. Daar heeft hij zeker behoefte aan.

“Mijn indruk is niet dat hij alleen maar in 4-4-2 kan renderen. Cruciaal is wel de aanvoer, van de buitenkant en door de as, zodat hij niet altijd zelf de actie moet maken om te kunnen scoren. Natuurlijk, met een tweede centrumspits, een beweeglijke of een statische, naast zich moet hij niet alléén tegen twee centrale verdedigers optornen. In die zin diende Cyriac als een bliksemafleider voor hem. Maar wanneer Mémé scherp is, over al zijn fysieke capaciteiten beschikt en goed is in het hoofd, kan hij ook alléén in de spits – met iemand kort achter hem die hem begrijpt – veel ploegen pijn doen.

“Wij probeerden hem ook een paar keer op de flank uit, omdat we op een bepaald moment met een overtal aan goeie aanvallers zaten. En daar doet hij zijn werk, verdedigt hij mee, te veel zelfs, maar is zijn rendement veel minder. Omdat het te veel energie kost en omdat hij niet de man is die op techniek de actie zal maken. Mémé is meer: power, snelheid, diep voorin de een-tegen-eensituatie opzoeken. Het best is hij door het centrum. Maar niet als targetspits, niet door tegen een centrale verdediger aan te leunen en vanuit de kaats te voetballen. In de lucht is zijn gestalte uiteraard een nadeel ( 1 meter 77, nvdr), maar zijn kopspel is zeker geen minpunt. Zijn sprongkracht is goed, zijn positiekeuze is goed én hij is vinnig. Daarom was hij een van diegenen die we heel actief betrokken bij hoekschoppen, voornamelijk in de eerste zone. En mochten er veel flankvoorzetten voor doel komen, dan zal hij er zeker geregeld binnen prikken. Maar zijn kwaliteit ligt vooral in diepgang, in versnellingen, in positiespel en in het voor de man komen. Je moet hem met de neus naar doel gericht krijgen en dat lukt natuurlijk het best tegen een tegenstander die iets verder van zijn goal af speelt. Daarom is Mémé bijvoorbeeld in Europese uitwedstrijden aartsgevaarlijk.”

Praktijk

De manier waarop Tchité het best rendeert, is niet de manier waarop Club Brugge voetbalt. Georges Leekens doet het doorgaans in 4-5-1, met maar één centrale spits en zonder iemand die kort achter die centrale spits speelt. De centrale spits maakt ruimte en/of legt ballen af voor de inkomende flankspelers Lior Refaelov en Thomas Meunier, die niet toevallig met elk vier doelpunten de topschutters van de ploeg zijn.

Vorige donderdag in de heenwedstrijd van de play-offs van de Europa League in Hongarije tegen Debrecen raakte Tchité de meeste van zijn ballen op de flanken en in de zone tussen de zestien meter en de middencirkel: ofwel week hij uit naar links of naar rechts, ofwel zakte hij terug op het middenveld om zich aanspeelbaar te maken. Zijn eerste balcontact was een hoge center van zijn voet vanop de rechterkant richting Refaelov aan de tweede paal. Wanneer hij zelf de voorzet geeft, kan hij hem natuurlijk niet ook nog eens afwerken.

Op de momenten dat hijzelf zich voor doel bevond, vielen drie dingen op:

1. Als Refaelov vanaf de linkerkant de zestien meter komt in gesneden, dan gaat hij vaak zijn eigen kans. Hij beschikt over de verbeeldingskracht, de techniek, de startsnelheid en het killersinstinct om individueel het verschil te kunnen maken, maar zodra zijn actie richting doel is ingezet, vallen beter geplaatste ploegmaats dikwijls buiten zijn gezichtsveld. Het overkwam Tchité in Hongarije één keer en Meunier twee keer. Hun lichaamstaal, alsook die van de coach in de dug-out, was veelbetekenend.

2. Op de rechterkant is Meunier wel een ploegspeler maar geen typische flankspeler. Zijn centers zijn geregeld onzuiver, omdat hij van nature meer een spits is die de ruimte zoekt om een actie te maken en op doel te schieten. Eén keer trapte hij een bijna perfecte bal in de rug van de verdediging die een verdediger nog net met de tip kon wegwerken. Tchité stak veelbetekenend de duim omhoog.

3. Eén keer werd hij vrijgespeeld in de zestien meter, aan de rechterkant, net voor de rust, maar hij schoot de bal naast. Het was een trap van een spits die niet honderd procent in het moment aanwezig was. Het knaagt zo te zien dat hij nog niet scoorde en zich nog geen onbetwistbare basisspeler voelt.

Maar hij werkte hard en verdedigde zelfs een paar keer mee tot op de linksbackpositie. Voor de rest vlogen nogal wat ondankbare ballen zijn richting uit, zoals uittrappen van de keeper en onzorgvuldige verre voorzetten die hem dwongen in de lucht de ongelijke strijd aan te gaan met veel grotere kopbalsterke verdedigers. Op het middenveld werd er te veel gelopen met de bal en zaten met Víctor Vázquez de beste passeur (aanvoer voor Tchité) en met Jesper Jørgensen de beste infiltreur (steun voor Tchité) op de bank.

Na de uitsluiting van een thuisspeler ging het in de tweede helft tegen tien man makkelijker en kwam er meer tijd en ruimte voor infiltraties vanuit het middenveld. Jonathan Blondel, de defensieve middenvelder, scoorde op die manier en trapte ook nog eens op de paal, en Tchité zette in de rol van targetspits Niki Zimling alleen voor doel met een voorbeeld van een steekpass waarmee hij zelf bediend wil worden. Na driekwart van de wedstrijd bracht Leekens er Bacca in, maar niet als bijkomende centrumspits in steun van Tchité: Tchité moest zelf voor hem plaats ruimen – en in de extra tijd scoorde Bacca met een plaatsbal.

Tchité of Bacca? Zondag in Bergen, weer een uitwedstrijd, stond Tchité weer in de spits en dat vertrouwen deed hem zichtbaar deugd. Met zijn snelheid was hij er een gesel voor de thuisdefensie én was hij voor het eerst beslissend voor zijn nieuwe club. Op een van de ballen in de rug van de verdediging ging onder druk van Tchité de ene centrale verdediger in de fout en beging de andere een overtreding die hem de uitsluiting kostte. Tegen tien man bracht Leekens bij aanvang van de tweede helft Bacca in de ploeg, náást Tchité, en ging hij in 4-4-2 in plaats van in 4-5-1 spelen. Tchité scoorde en Bacca ook, beiden diep gestuurd door Vázquez. En een spits die scoort, is gelukkig. Net op tijd voor de komst van Standard naar Brugge zondag.

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“Tchité is niet de man die op techniek een actie zal maken. Hij moet het hebben van zijn power en snelheid.” Peter Balette

“Mémé is iemand die af en toe een schouderklopje behoeft.” Peter Balette

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content