Volgend weekend wordt in de Serie A de 181e Derby della Madonnina gespeeld. De naam komt van het beeld van Maria op de koepel van de Duomo van Milaan. De competitiecijfers zijn evenwichtig verdeeld: 60 zeges voor de rossoneri, 67 voor Inter en 53 gelijke spelen. In totaal speelden de teams al 279 keer tegen elkaar, en won Milan 108 keer, tegenover 98 zeges voor Inter.

Dit keer betreft het geen absolute topper: Inter staat vierde, Milan is een middenmoter in een competitie die uitzonderlijk gedomineerd wordt door ‘de anderen’: Juventus, AS Roma en Napoli. AC Milan is sinds februari 1986 eigendom van de bedrijvengroep van Silvio Berlusconi en verkeert nu in een sportieve en bestuurlijke crisis, met een conflict tussen Silvio’s dochter Barbara Berlusconi en Silvio’s kompaan sinds de jaren tachtig Adriano Galliani. Inter is dan weer sinds vorige maand in handen van de Indonesische investeringsgroep onder leiding van Erick Thohir waardoor het na AS Roma de tweede Italiaanse eersteklasser is in handen van een buitenlandse groep. Thohir kondigde al aan in januari flink te willen investeren om de ploeg te versterken.

Beide ploegen dromen ook elk van een eigen stadion. Sinds 1947 bespelen ze samen San Siro, dat tot 1980 de naam droeg van de wijk waarin het stadion in 1926 opgetrokken was. Eerst was het de thuishaven van Milan, dat ook eigenaar was, tot de stad het stadion in 1935 kocht. In 1980 kreeg het de naam van de één jaar eerder overleden Giuseppe Meazza, een vooroorlogs Italiaans international die voor beide clubs uitkwam, al speelde hij de meeste jaren van zijn leven voor Inter. Meazza, die als spits twee keer wereldkampioen werd, was in zijn tijd een van de beste spelers ter wereld én liefhebber van zijn cabrio, champagne en vrouwen, niet noodzakelijk in die volgorde.

Van het sociologisch verschil uit de begindagen blijft weinig over. Van oudsher was Milan, gesticht in 1899, de club van het volk. Internazionale, in 1908 opgericht uit ontevreden Milanleden die niet akkoord gingen met het toenemend aantal Italianen in het spelersbestand en die voorstanders waren van meer buitenlanders (met name Zwitsers), was de club van de gegoede burgerij.

Beide clubs blijven van alle Italiaanse eersteklasseploegen het meeste volk trekken, ondanks de tegenvallende resultaten dit seizoen. Dat is niet onlogisch, in het stadion met de grootste capaciteit (81.277 plaatsen), al moet Inter het dit jaar stellen met 30.700 abonnees en is Milan met 23.490 seizoenskaarten zelfs voorbijgestoken door competitierevelatie AS Roma, dat 23.941 abonnees heeft.

Opvallend: de allereerste Milanese derby ooit tussen beide teams werd op 18 oktober 1908 afgewerkt in het Zwitserse Chiasso. Milan won met 2-1. Ook de inauguratiematch in San Siro op 19 september 1926 was een derby. Inter zegevierde met 3-6 in wat toen nog het stadion van de vijand was.

DOOR GEERT FOUTRÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content