Bruno Govers

Op 7 februari 2005 werd Frank Vercauteren aangesteld tot hoofdcoach van Anderlecht. Na één jaar valt de balans nogal negatief uit. ‘Ik zie geen stempel van een coach op deze ploeg.’

Het is crisis bij Anderlecht, zeg dat Herman Van Holsbeeck het gezegd heeft. Want wat beweerde de manager in het vooruitzicht van de uitwedstrijd van de Brusselaars tegen Germinal Beerschot ? “Een nederlaag op het Kiel zou een synoniem zijn voor crisis.”

En verliezen deed Anderlecht bij Germinal Beerschot. Nadat het eerder thuis tegen Cercle Brugge ook al niet verder dan een gelijkspel was gekomen, en nadat het de winterstop was ingetrokken met een nederlaag tegen Standard en een schamele puntendeling op La Louvière. Tussendoor was er nochtans een stage, die door alle betrokkenen als bijzonder constructief werd beschouwd.

Twee punten op twaalf. Meer is er natuurlijk niet nodig om Anderlecht in een crisissfeer onder te dompelen. In de vuurlijn van de kritiek komt dan automatisch de coach terecht. In dit geval Frank Vercauteren. De man die precies één jaar geleden – op 7 februari 2005 – na de verwijdering van Hugo Broos als een Messias werd verwelkomd. Die de ploeg weer op de rails zou zetten alvorens als technisch directeur het sportieve beleid van de club te gaan uitstippelen.

Een jaar later straalt Vercauteren niet meer dezelfde glans uit. De resultaten ogen mager, veel champagnevoetbal valt er niet te bekennen en zelfs de individuele prestaties van de vedetten stellen ronduit teleur.

Balans van één jaar Frank Vercauteren als hoofdcoach van Anderlecht. Met commentaar van mensen die het huis kennen omdat zij er zelf hebben gewerkt, hetzij als speler, hetzij als trainer. In hun analyse hekelen ze niet alleen de trainer. Maar evenzeer de spelers, die hun coach niet begrijpen. En het bestuur, dat op het vlak van rekrutering niet altijd de beste keuzes heeft gemaakt.

Minder punten

Met 37 punten uit 20 matchen komt coach Vercauteren dit seizoen aan 61,6 procent van de in totaal te behalen punten. Dat is ongeveer 10 procent minder dan wat hij vorig seizoen bereikte. Na een scoreloos gelijkspel in Gent nam Vercauteren het toen over van Broos en pakte 30 punten op een maximum van 42 (of 71,4 procent). Het is een bijzonder magere oogst voor een kandidaat-kampioen. Ter vergelijking. In 2003 behaalde Anderlecht 71 punten uit 32 wedstrijden (en geen 34 matchen vanwege het forfait van Lommel), goed voor 73,9 procent. Het jaar daarop werden in 34 matchen 81 punten verzameld (79,4 procent) en vorig seizoen 76 punten, wat 74,5 procent vertegenwoordigt. In pure cijfertaal boekt Vercauteren dus minder goede resultaten dan zijn voorganger Broos, die op zijn beurt moet buigen voor de man die hem voorafging : in het kampioenschap 2000/01 rijfde Anderlecht onder Aimé Anthuenis 83 punten binnen, en dat komt neer op 81,3 procent.

Anderlecht schitterde in dat seizoen 2000/01 niet alleen op nationaal niveau. In de Champions League drong paars-wit tot de tweede ronde door. Het haalde eerst 12 punten op 18 in een groep met Manchester United, Dynamo Kiev en PSV Eindhoven, en naderhand 6 op 18 in een poule met Lazio Rome, Real Madrid en Leeds United. Even in herinnering brengen dat Hugo Broos voor een 0 op 18 tekende in een groep met Valencia, Inter Milaan en Werder Bremen. En dat Vercauteren dit seizoen 3 punten sprokkelde in confrontaties met Chelsea, Liverpool en Betis Sevilla. Dankzij een uitzege tegen Betis op de ultieme speeldag.

“Dat was dan ook de enige keer dat de ploeg toonde welke mogelijkheden ze heeft”, vindt Aad de Mos, trainer van Anderlecht op het eind van de jaren tachtig en het begin van de nineties. “Anderlecht had in die wedstrijd tegen Betis niks meer te winnen of te verliezen en voetbalde zichtbaar bevrijd. En met een paar jongens die nog in allerlaatste instantie werden opgevist zoals Walter Baseggio, Oleg Iachtchouk en Grégory Pujol. Helaas was die wedstrijd de uitzondering die de regel bevestigt. In alle andere matchen van de Champions League acteerde Anderlecht beneden peil. De enige ambitie bestond er telkens in een pak slaag te vermijden. Daar slaagde het meestal in, maar zelf iets tonen was er nooit bij. En hebben de spelers íéts uit de Champions League geleerd ? Volgens mij boekt Anderlecht al sinds een jaar geen vooruitgang meer. Noch de ploeg, noch de spelers. Het spijt me zeer, maar ik zie geen stempel van een coach op dit team. Vroeger bezat Anderlecht een huisstijl. Nu pakt de ploeg uit met een veelvoud van benaderingen, telkens aangepast aan de tegenstander. Ik denk dat de spelers al die richtlijnen niet kunnen verwerken. Laat staan dat ze zelf correcties zouden aanbrengen. Het bewijs van dat laatste werd schrijnend geleverd in de match op Standard. Niemand die eraan dacht om Moreira beter te bewaken. Ik vind dat onbegrijpelijk. Een profvoetballer met wat ervaring heeft toch zijn coach niet nodig om op het veld dingen bij te sturen. Terwijl in het huidige Anderlecht zelfs de meest ervaren spelers wachten op een signaal van de trainer in plaats van zelf te reageren. Dat was toch even anders in mijn tijd, moet ik zeggen. Kerels als Graeme Rutjes, Marc Degryse en Luc Nilis grepen zelf wel in. Die feeling bezit de huidige lichting voetballers van Anderlecht niet. Ik denk niet dat de coach hier schuld treft. Het is gewoon een gebrek aan intelligentie en gezond verstand bij de spelers.”

Domme spelers

Frank Vercauteren manifesteert zich duidelijk niet als de trainer van één systeem. Qua tactische schema’s varieert hij voortdurend. Hij ving aan met een 4-3-3 tegen Oostende en later probeerde hij het met een 3-4-3, een 4-4-2, een 3-5-2 en, in een oefenpot tegen Westerlo, zelfs met een 4-2-3-1. Deze methodiek contrasteert schril met de aanpak van Broos en Anthuenis. Die getuigden tijdens hun mandaat van tactische rechtlijnigheid.

Waarom al die veranderingen ? Uit noodzaak, zei Vercauteren onlangs in het clubblad (editie van november, nr. 15, p. 34). “Natuurlijk houden de echte topteams vast aan een herkenbare aanpak. Daar kan een coach een beroep doen op 22 volkomen inwisselbare spelers. Die luxe heb ik bij Anderlecht niet. Als bijvoorbeeld Olivier Deschacht uitvalt, heb ik in de spelerskern geen kopie van Deschacht voorhanden. Ik kan dan wel Michal Zewlakow of Fabrice Ehret op die plaats inzetten, maar dat zijn geen voetballers van hetzelfde type. Bijgevolg wordt flexibiliteit in mijn ogen zeer belangrijk. Niet toevallig zijn de jongeren die de laatste maanden in de ploeg verschenen, van Vincent Kompany tot Mark De Man, allen polyvalent. Voorts ben ik van mening dat door trouw aan één systeem te zweren, te veel routine in het team dreigt te sluipen, waardoor zowel de ploeg als de spelers op hun lauweren gaan rusten. Terwijl voetballers net altijd scherp moeten blijven.”

“Met die jongeren heeft Frank inderdaad zijn kennis en zijn kunde bewezen”, beweert Bertrand Crasson, tussen 1989 en 2003 speler bij Anderlecht. “Toen hij ze in de ploeg bracht, bleken ze daar telkens ook klaar voor te zijn. Dat danken ze aan hun intrinsieke kwaliteiten maar net zo goed aan de man die hen gevormd heeft : Frank Vercauteren zelf. Ik heb jongens als Junior, Deschacht en Goran Lovre persoonlijk meegemaakt toen ze debuteerden. Dat ze intussen carrière hebben gemaakt, is in grote mate de verdienste van Vercauteren. Als opleider van jonge spelers is Vercauteren een crack. Het is dan ook niet met de jonge spelers dat hij problemen heeft in zijn hoedanigheid van hoofdcoach. Die trekken redelijk goed hun plan. Het zijn de gevestigde waarden die voor de problemen zorgen. Met hun ervaring zou je van die spelers toch meer tactische flexibiliteit verwachten. Maar die soepelheid hebben ze kennelijk niet. Bij de geringste correctie die de coach aanbrengt, lijken ze uit hun lood geslagen. Is het de fout van de trainer dat de spelers zijn richtlijnen niet kunnen assimileren ? Ik geloof het niet. Ook Broos wreef de voetballers van Anderlecht een gebrek aan intelligentie aan. Diezelfde mening heeft ook Vercauteren al in de mond genomen. Vergeet niet dat hij nu nog altijd met dezelfde spelers werkt als Broos een jaar geleden. Alleen Bart Goor en Nicolas Frutos zijn erbij gekomen. Sommigen zullen aanvoeren dat hij met Marius Mitu en Laurent Delorge meer mogelijkheden heeft dan Broos. Maar zijn die spelers wel op vraag van Vercauteren gekomen ? Of zag het bestuur er een goede opportuniteit in ? De vraag stellen is ze beantwoorden. Het probleem is dat Anderlecht eens te meer voor kwantiteit in plaats van kwaliteit heeft gekozen.”

Onverenigbare karakters

Niet alleen varieert Frank Vercauteren voortdurend met zijn tactisch stramien, hij wisselt ook constant de ploegopstelling. “In 20 wedstrijden stelde hij 20 verschillende teams op”, observeert Gilles De Bilde. “Hoe kan je zo als ploeg tot een eenheid komen ? De spelers raken daardoor in de war, ze weten niet meer waaraan ze zich moeten houden.”

Een voorbeeld : de tegendoelpunten die Anderlecht incasseert bij stilstaande fasen zijn niet bij te houden. “Het is niet dat we er niet op trainen”, onderstreept assistent-coach Daniel Renders. “Ook op dat vlak bereiden we iedere match minutieus voor. In mijn carrière van 25 jaar heb ik nooit een coach meegemaakt die zoals Frank oog heeft voor alle details. Men moet niet Vercauteren met de vinger wijzen, maar wel de spelers die de boodschap niet begrijpen of die niet optimaal geconcentreerd zijn. Is het de schuld van Frank dat Mbo Mpenza de dekking op Djibril Cissé verwaarloost bij het doelpunt van Liverpool ? Volgens mij niet. Wel tien keer heeft Frank tegen elke speler herhaald wat er hem te doen stond. Dan is het om te sterven als je toch zulke goals om de oren krijgt. Maar wat dit aspect betreft, ligt de bal in het kamp van de spelers.”

Deugt de psychologische aanpak van Vercauteren wel ? Allicht niet, aangezien de psycholoog Johan Desmadryl aan de technische staf werd toegevoegd. “Vercauteren kan de juiste toon niet vinden”, zegt zijn gewezen ploegmaat Gille Van Binst. “Met Vercauteren is het altijd hetzelfde : het klikt of het breekt. Kijk naar het geval van Lukas Zelenka. Vercauteren wilde niet van hem weten en de Tsjech mocht zijn koffers pakken.”

De laatste speler in het rijtje van de bij Vercauteren in ongenade gevallen voetballers : Goran Lovre. Diens commentaar : “De trainer heeft zijn voorkeuren en ik hoor daar niet bij.” De Serviër weigert in die omstandigheden een contractverlenging ook maar in overweging te nemen, al is het bestuur hem behoorlijk genegen. Anderen zijn al vertrokken op basis van de onverenigbaarheid met het karakter van de trainer : Nenad Jestrovic en Walter Baseggio. En er volgen er straks meer, want jongens als Serhat Akin en Marius Mitu zijn de stiefmoederlijke behandeling van hun coach zat.

Een krant heeft het al becijferd. Van het ene seizoen op het andere dreigen 27 spelers Anderlecht te verlaten. Tja, dan zal het volgende zomer veel tijd vergen om de mayonaise te doen pakken. Alleen al daarom zou een rechtstreekse kwalificatie voor de Champions League welkom zijn. Want voor een kwalificatiewedstrijd in volle zomer riskeert het nieuwe Anderlecht niet klaar te geraken.

BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content