Als Ivan Leko de passie preekt, is niemand veilig. Over passie gaat het de hele tijd, en over respect. Twijfel lijkt de jonge Kroatische coach van STVV niet te kennen. ‘Ik geloof in mijn voetbal, ik geloof in mezelf als persoon. De tijd zal uitwijzen of het terecht is.’

Ivan Leko (38) komt het trainerslokaal binnen gewerveld en zoals het een wervelwind betaamt, gebeurt dat niet onopgemerkt. Lachsalvo’s schieten door de kamer, assistent Patrick Van Kets duikt weg. ‘Dank u wel voor het komen’, zegt hij vijf minuten later nadat hij zich eerst in trainingspak heeft gestoken, en steekt van wal.

‘We zijn bezig met het bouwen van een nieuwe ploeg. Góéd bezig: alle transfers die we deden, waren gepland. Het zijn spelers die we nodig hadden, met de juiste mentaliteit, het juiste karakter, de juiste kwaliteit. Iedereen in de club weet op welke posities er nog iets bij moet. We hebben dringend een linksback nodig, want die hebben we niet. Voorin is Yohan Boli misschien nog een maand out, waardoor we met Nick Proschwitz maar over één aanvaller beschikken. Daar kun je het seizoen niet mee beginnen. Ook Fabien Tchenkoua is nog geblesseerd, waardoor Iebe Swers de enige winger is. Toch ben ik tevreden. Ik zie elke dag progressie in het voetbal waarop we trainen. Ik zie mentaliteit, ambitie, passie en ideeën, maar we missen nog ervaring en certitudes. Dat komt nog. In een voorbereiding gaat het altijd zo. Ik focus me ondertussen op de trainingen en het voetbal dat we willen brengen.’

Welke ambitie sprak STVV uit tegenover jou?

IVAN LEKO: ‘Er is nooit gesproken over een plaats in de rangschikking. We willen een nieuwe ploeg die durft te voetballen, met passie en zonder overdreven veel respect voor de tegenstander. Een ploeg die van iedereen kan winnen. Over welke plaats dat moet opleveren, hebben we het nooit gehad. Ik weet welke club dit is. Ik weet ook wat de supporters willen: passie. Daarom vind ik me erg goed passen in dit project.’

Na je ontslag bij OHL anderhalf jaar geleden verdween je uit beeld. Waar zat je?

LEKO: ‘Ik had plots veel tijd en ben in drie, vier landen naar trainingen gaan kijken om te observeren hoe andere trainers werken. Ik ging langs bij Fiorentina en Genoa, omdat voor mij Italiaanse coaches de beste van de wereld zijn. Op het EK hebben we kunnen zien tot wat Antonio Conte in staat is. Zonder sterspelers heeft hij van Italië een topploeg gemaakt. Ik was ook in Spanje, bij Real Madrid en Deportivo. Al die indrukken heb ik nadien naast mijn visie en manier van werken gelegd. Na zeven maanden werd ik assistent van mijn vriend Igor Tudor bij PAOK Saloniki. Dat was een mooie ervaring, ondanks de druk, bij een van de mooiste clubs in Griekenland. Ik verdeelde mijn tijd tussen Griekenland en België. Mijn familie was niet meegereisd en ik moest toch elke maand hier zijn voor mijn UEFA Pro Licencediploma. Zo bleef ik ook op de hoogte van het voetbal in België. Misschien was ik wat uit beeld, maar weg was ik niet.’

MODERNE TRAINER

STVV is je tweede club als hoofdcoach. Je mist nog ervaring in de selectie, zeg je. Geldt dat ook niet voor jezelf?

LEKO: ‘Misschien ben ik wat snel hoofdcoach geworden, dat kan. Ik speelde bij Beerschot toen ik in 2009 aan het UEFA B-diploma begon. Dat was het moment waarop ik wist: ik wil trainer worden. Ik heb het geluk gehad dat ik bijna vijf jaar onder Peter Maes heb gewerkt in Lokeren. Als ervaren speler herken ik een succesvolle trainer. Ik ben 38 jaar, maar wel al 21 jaar bezig op het hoogste professionele niveau. Ik heb veel gezien en heb een duidelijk idee van wat ik wil.’

Je assistent Patrick Van Kets is elf jaar ouder. Hij begon als jeugdtrainer, was nadien hoofdcoach van kleine ploegjes op Corsica, coachte de U21 van Standard en is nu T2. Zo leer je ’t vak.

LEKO: ‘Kijk, ik was altijd al een andere speler dan veel anderen. Altijd 200 procent met voetbal bezig, altijd aan het nadenken. Eigenlijk was ik al een coach als speler. Ik volg misschien niet de normale weg, maar je hebt ook de weg van Pep Guardiola of Zinédine Zidane. Iedereen is anders en zoekt zijn eigen weg. Bovendien is het in het hedendaagse voetbal misschien interessanter een moderne trainer te hebben dan iemand die al twintig jaar meedraait met ideeën van twintig jaar geleden. Voetbal is voortdurend in evolutie. Wie niet bereid is bij te leren, kan niet meer mee. Spelers van nu zijn ook niet meer dezelfde als twintig jaar geleden. Ze zitten op Facebook, Twitter, Instagram. Een trainer van zestig begrijpt dat niet. Dat voordeel hebben jonge trainers: wij weten perfect wat er in de hoofden van onze spelers omgaat.’

Je bent in twee jaar tijd twee keer ontslagen, telkens na amper negen maanden: in november 2014 als hoofdcoach bij OHL, in maart 2016 als assistent bij PAOK Saloniki. Dat oogt niet fraai.

LEKO: ‘Met OHL won ik de eerste periodetitel in de tweede klasse, maar had ik het ongeluk dat er net op dat moment een nieuwe voorzitter kwam. Hij alleen kent de reden van mijn ontslag. De ploeg waarmee ze nadien de eindronde wonnen, was de ploeg die ik nog had samengesteld. Ik ben trots op wat ik in Leuven heb neergezet.’

Men vond er dat je als prille ex-speler te dicht bij de spelers stond. Het was van ‘amigo’ hier en een pintje daar. Er was geen afstand. Da’s leuk, zolang het goed gaat. Maar het bleef niet goed gaan.

LEKO: ‘Bij mijn komst was de situatie in de kleedkamer dramatisch. Allemaal ego’s, niemand sprak nog met iemand. Na drie dagen met mij – en elke speler zal dit getuigen – was er direct discipline en respect voor iedereen. Van een ploeg die drie, vier doelpunten per wedstrijd slikte, werd OHL een ploeg die won zonder tegendoelpunt. Ik ben iemand die mijn spelers alles geeft, maar daar ook alles voor terug verwacht. Wie mij kent, weet dat ik je beste vriend kan zijn, maar ook je grootste vijand. Toen de nieuwe voorzitter mij ontsloeg, had ik juist 7 op 9 gepakt en in die drie wedstrijden, waarvan twee op verplaatsing, nul doelpunten geïncasseerd. Het probleem was dat de mensen die de beslissingen namen, zich nooit op de trainingen lieten zien en geen idee hadden van het voetbal dat je moet spelen in de tweede klasse om wedstrijden te winnen.’

COLA DRINKEN

Bewaarde je te weinig afstand tot je spelers?

LEKO: ‘Kijk… Of je respect geniet of niet: dat voel je. Ik heb van het eerste tot het laatste moment het respect van elke speler gehad. Het liep er vol ego’s – Bailly, Ruytinx, Croizet, Kostovski, Bostock, Reynaud – maar nooit heb ik met één speler een probleem gehad. Als Yohan Croizet in de rust komt zeggen dat hij wel linksback zal staan omdat onze twee linksbacks geblesseerd zijn, dan zegt dat veel over het respect dat hij had voor mij als persoon en als trainer.’

Je zou je lievelingetjes hebben gehad in de kleedkamer.

LEKO: ‘Da’s echt niet waar. Wie dat beweert, beseft niet hoe dramatisch de situatie was bij OHL. Met mijn positivisme en enthousiasme zijn we erin geslaagd er weer een ploeg van te maken. Na mijn ontslag ontving ik achttien berichtjes van spelers om me te bedanken en succes te wensen. Achttien! Dat zegt veel. Ik heb zelf ik-weet-niet-hoeveel trainers meegemaakt, maar heb in heel mijn carrière maar twee keer een bericht gestuurd. Ik zeg altijd: de spelers zijn de beste makelaar voor een trainer. Als ze voelen dat je er niets van kent of niet eerlijk bent, heb je na drie weken afgedaan.’

Je werd wat smalend ‘Disco Leko’ genoemd omdat je weleens in het uitgaansleven werd gesignaleerd met een speler.

LEKO: ‘Na een overwinning is het normaal dat je dat samen viert. Wij zijn allemaal mensen. Als ik een van mijn spelers zie op de Grote Markt in Antwerpen of in Brussel, vind ik het normaal dat ik hem dag zeg en dat we een koffie of een cola gaan drinken. Ik geloof in menselijk contact.’

Het ontslag van Mo Messoudi was een dieptepunt. Hij sloeg een tegenstander het ziekenhuis in tijdens een oefenduel en ging in de clinch met jou, enkele dagen nadat jullie samen nog waren gaan stappen.

LEKO: ‘Ik geef alles aan mijn spelers, maar als je geen respect hebt voor mij of voor de ploeg, wat moet ik dan doen? Messoudi was onze beste speler in de tweede klasse, maar er was niet het minste dilemma over wat ik moest doen: ik moet mijn ploeg beschermen. Dat heb ik gedaan.’

INITIATIEF NEMEN

Je degradeerde met OHL en pakte vervolgens direct de eerste periodetitel in tweede. Met meer geluk dan wijsheid, vonden sommige spelers. Misschien heeft dat wel tot je ontslag geleid.

LEKO: ‘Geluk? We waren in bijna elke wedstrijd de beste ploeg, met de meeste kansen. Als we nog maar vijftig procent van onze kansen hadden afgemaakt, hadden we elke wedstrijd met 3-0 gewonnen.’

Wat liep er dan mis na die periodetitel?

LEKO: ‘Le Postollec was drie maanden out en we hadden niemand anders voor zijn positie. Ook Bostock viel uit. Twee sleutelspelers. Na een tijdje hervonden we onze vechtlust en begonnen we weer te winnen, op de manier zoals het moet in tweede klasse. Goed voetballen en met 3-5 verliezen: dat is dom. Mijn ploeg was en wil nooit een sympathieke ploeg zijn, waarvan de tegenstander achteraf zegt: mooi gevoetbald, maar toch verloren. Zo’n ploeg zal ook STVV niet zijn. Zeker niet.’

Hoe ziet je ideale voetbal eruit?

LEKO: ‘Met passie, snelheid, acties, doelgerichtheid en agressiviteit. Niet afwachtend. Op training werken we aan automatismen om altijd drie, vier oplossingen te hebben. Ik zie dat nu al terug in de wedstrijden. Dat maakt me blij. In veel ploegen gebeurt er gewoon maar wat. In mijn ploeg niet.’

In Leuven hoorden ze je vaak bezig over Barcelona en tikitaka

LEKO: ‘Dat is niet mijn voetbal.’

… maar op het veld zette je een defensieve organisatie met vier verdedigers en twee controlerende middenvelders neer. Dat blok wilde je altijd terugzien.

LEKO: ‘Da’s echt niet waar. Ik ben geen fan van Barcelona, nooit geweest. Alleen Bayern en Barcelona zijn in staat om tikitaka te spelen. Verder niemand. De defensie is belangrijk. Balbezit ook, maar niet om het balbezit, wel om doelkansen te creëren. Wij namen altijd het initiatief, in tegenstelling tot veel andere ploegen in tweede klasse. Ik wilde altijd vooruit spelen, maar niet met lange ballen door de lucht en dan maar gokken op de tweede bal. Dat is niet mijn idee van voetbal. Echt niet.’

En dat defensieve blok?

LEKO: ‘Mijn blok bestaat uit tíén spelers. Aanvallen met zes, verdedigen met tien. Daar geloof ik in.’

NUL HOUDEN

Wie hebben jou geïnspireerd?

LEKO: ‘Juande Ramos, die mijn trainer was bij Málaga. Hij heeft me twintig procent beter gemaakt. Ik hou van het Spaanse voetbal: het is snel en doelgericht, met acties en veel techniek. Het voetbal van Borussia Dortmund onder Jürgen Klopp is het beste wat ik in jaren heb gezien. Ik heb ook veel respect voor het Bilbao van Marcelo Bielsa enkele jaren geleden, en voor hun huidige trainer, Ernesto Valverde. Aan de basis van wat je doet, ligt altijd het spelersmateriaal waarover je beschikt. Wie daar geen rekening mee houdt, is een domme trainer.’

In Leuven zijn er die de indruk hebben dat je veel van Emilio Ferrera opstak. Je hebt nog onder hem gewerkt.

LEKO: ‘Twee keer zelfs (bij Club Brugge en Lokeren, nvdr). Ik heb veel respect voor Emilio, maar ik geloof in mijn aanpak. Zie hoeveel doelpunten OHL onder Emilio slikte en hoeveel toen ik er was. Voetbal is soms ook simpel. Al van bij mijn eerste wedstrijden als trainer in eerste klasse zag je hoe ik OHL kon laten verdedigen. Het is een kenmerk van alle winnende ploegen. Neem Juventus vorig seizoen: van zijn laatste 18 wedstrijden hield het er 16 of 17 de nul.’

De nul houden: je blijft erop terugkomen. Is dat dan toch het belangrijkste voor jou?

LEKO: ‘Neen, neen! Wat is de bedoeling in het voetbal? Zo veel mogelijk kansen creëren, en zo weinig mogelijk kansen weggeven. Als die balans 7-1 is, ben je een goede trainer. Op korte termijn kun je door het geluk gediend worden, maar op middellange of lange termijn gaat het altijd om visie en kwaliteit van je werk.’

LACHEN

Bij je voorstelling op Stayen werd je ‘een topcoach in wording’ genoemd, die ‘passie en ambitie uitstraalt’. Exact wat er ook in Leuven bij je presentatie werd gezegd.

LEKO: ‘Ik geniet meer als trainer dan als speler. Ik geloof in mijn voetbal, ik geloof in mezelf als persoon. De tijd zal uitwijzen of het terecht is.’

Een nieuw ontslag zou wel erg slecht staan op je cv als jonge trainer.

LEKO: ‘Mensen in het voetbal weten wel hoe het in elkaar zit. Ik ben trots op wat ik heb gepresteerd bij OHL. Eén dag voor onze volgende wedstrijd werd ik opgebeld: mijn manier van voetballen was zogezegd niet goed. Dat kwam dan van iemand die ik nooit op mijn trainingen zag en die niets af weet van wat voetballen in tweede klasse betekent. Eerst was ik triest. Nu kan ik er alleen maar om lachen.’

DOOR JAN HAUSPIE – FOTO’S BELGAIMAGE – BRUNO FAHY

‘Als spelers voelen dat je er niets van kent of niet eerlijk bent, heb je na drie weken afgedaan.’ IVAN LEKO

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content