‘Italië was niet altijd het paradijs’

© BELGAIMAGE - LAURIE DIEFFEMBACQ

Op 20 augustus speelde hij nog met Crotone tegen Milan, maar sinds vorig weekend is hij voetballer van AA Gent. Noë Dussenne (25) blikt terug op zijn jaar Italië en duidt wat het betekent, vechten tegen de degradatie.

Noë Dussenne en niet Jelle Van Damme noch Dennis Odoi, dat is uiteindelijk de Belgische verdediger naar wie AA Gent de hele zomer op zoek was om dat compartiment te versterken. Danzkij Mogi Bayat, die al met de 25-jarige verdediger uit Bergen werkte tijdens diens periode bij RAEC Mons en die hem vervolgens naar een andere manager zag overstappen in de periode van Cercle en Mouscron. Dussenne kwam ongeveer een jaar geleden terug bij Bayat aankloppen, toen hij na een goed seizoen voor Les Hurlus een stap hogerop wilde.

Dussenne was het vechten tegen de degradatie beu. Hij had het gedaan met Mons, met Cercle én met Mouscron. Dussenne: ‘Na wat bij Cercle gebeurde (Mechelen scoorde op de slotspeeldag drie keer en hij kreeg rood, nvdr), dacht ik: dit is het dieptepunt uit mijn carrière. Op den duur riskeer je een opeenstapeling van steeds hetzelfde en dat kan psychologisch delicaat beginnen te werken. Je riskeert op het veld te komen met de verkeerde gedachte. Proberen niet te verliezen in plaats van proberen je match te winnen.’

Het waren controversiële maanden, die eerste zes, zeven van 2016. Glen De Boeck, de trainer die Excel redde, zei op een gegeven moment zelfs dat hij de indruk had dat Dussenne, nota bene zijn aanvoerder, zich geen honderd procent meer gaf voor de club. Betrokkene nuanceert een en ander: ‘Ik was niet de enige die zich vragen stelde omtrent de leefbaarheid van het Henegouwse project. En bovendien wilde ik profiteren van mijn goed seizoen daar, om hogerop te kijken. Ik kon niet tevreden zijn met opnieuw een seizoen Mouscron, puur omdat ik daar zeker was van mijn plaats. Daarom speelde ik in het begin van het nieuwe seizoen inderdaad een beetje met de handrem op. Ik vond dat logisch, het was duidelijk dat ik wilde vertrekken. Misschien zorgde dat op dat moment voor spanningen bij de trainersstaf, maar achteraf denk ik: hij zal me wel hebben begrepen. Ik deed het ook in alle openheid, de staf wist van mijn wensen.’

Hij veranderde in die periode van manager. In de winter van 2016 had Inter naar hem geïnformeerd. Dussenne: ‘Toen ik later in Italië belandde, bevestigde iemand van Crotone, die bevriend was met een verantwoordelijke van Inter, een en ander.’ Inter polste evenwel rechtstreeks bij de club, zonder dat die informatie aanvankelijk tot bij hem raakte. Hij hoorde nog andere verhalen, kreeg telefoontjes, speelde in de zomer oefenwedstrijden, werd gevraagd waarom hij hier niet tekende, of daar, maar als hij dan zijn manager belde, wist die nergens van. Daarom bedankte hij de man en keerde hij terug naar Mogi Bayat. Die kwam af met twee, drie aanbiedingen. Uit dat lijstje koos hij voor Crotone, een stad in het zuiden van Italië, aan de Ionische Zee. Daar tekende hij een contract voor drie seizoenen.

Strand

Een jaar later staat hij terug in België, dit keer niet om tegen de degradatie te strijden (het overkwam hem opnieuw bij Crotone), maar voor een plaats in play-off 1. Wat liep er fout in Italië? Begin april stond Crotone nog op acht punten van een niet-degradatieplaats, maar na zeven zeges en twee gelijke spelen in tien wedstrijden wist het zich alsnog te redden. Dussenne: ‘Het was een lang jaar, ik was blij dat ik vrienden en familie kon gaan opzoeken. Je bent je er eigenlijk niet van bewust als je hier zit, hoe moeilijk het leven is aan de andere kant van de wereld. Mensen denken soms dat wij een droombestaan hebben, maar een jaar lang alleen leven in Crotone is niet altijd het paradijs. Niemand hebben om tegen te praten als je thuiskomt van training. Ik had niet verwacht dat ik er zo op mezelf teruggeworpen zou worden. De club organiseerde geen cursussen, Italiaans sprak ik niet. Ik moest dus alleen de taal leren. Dat zijn allemaal kleine dingetjes die je moreel ondermijnen. Crotone was ook klein. Geen cinema, geen commercieel centrum. Buiten het strand valt er niet veel te beleven. In de zomer krioelt het er van de toeristen, maar de winters zijn vrij saai.’

Bovendien viel het sportief tegen. Van aanvoerder (bij Excel) werd hij joker. Dussenne: ‘Eén keer was me dat ook al overkomen, in het seizoen 2013/14 bij Mons. Daar pendelde ik tussen bank en basis. In Crotone begon ik slecht. Ik moest een paar dagen na mijn komst al meteen spelen tegen Empoli, begreep geen woord Italiaans, liep verloren en liet me uitsluiten. Stom. Vijftien dagen later was het tegen Atalanta. In Pescara, voor 200 supporters, want ons stadion was nog volop in verbouwing. Ik zat zonder gevoel in mijn benen, het leek wel een oefenmatch, zo zonder volk. De band met de coach was er ook niet. Een schuchtere buongiorno ’s ochtends, meer wisselden we niet uit. Achteraf bleek dat minder een taalprobleem. Na een tijdje sprak ik veel meer Italiaans, maar het contact veranderde niet. Blijkbaar is het vaak zo met Italiaanse coaches, die afstand. En wellicht de belangrijkste reden was een sportieve. Ik werd gebarreerd door twee goeie, jonge verdedigers, Gianmarco Ferrari en Federico Ceccherini, die een goed seizoen afsloten met een selectie voor de nationale ploeg.’

Lange ballen

In Gent, dat hem voor één seizoen leende van de Italianen, moet hij een gestrande carrière weer vlot trekken. Wat leerde hij in Italië? Dussenne: ‘Tactisch veel. Ik heb gespeeld in Napels, tegen Roma, tegen Fiorentina. Ik heb in de gang wat woorden gewisseld met Radja Nainggolan. Dan denk je toch: dit is niet stom, je zit hier tussen de groten. Die slotfase van het kampioenschap, toen we de laatste tien wedstrijden alleen maar verloren van Juventus, zal ik nooit vergeten. De sfeer op de tribunes in die laatste match was magisch.’

Maar feit blijft, en dat bewijst ook het moeilijke eerste jaar van jongens als Dennis Praet, Jordan Lukaku of Sven Kums én het zijne: de overstap van de Jupiler League naar de Serie A is voor niemand makkelijk. Waaraan ligt dat? Dussenne: ‘Het voetbal is er helemaal anders en je kunt dat hier eigenlijk niet leren. Van een verdediger vragen ze niks in de opbouw. Een pass in de breedte in de achterste lijn is verboden. Het gaat er boem naar voren. Toen ik Kums kruiste, vertelde ik daar wat over en hij zei dat het bij Udinese net hetzelfde was. In zijn geval, een speler die graag voetbalt, is dat een trieste zaak. Defensief speelde voor mij nog wat anders: ik was gewoon aan mandekking en moest plots zone spelen. Er was geen marge, je had geen recht op een foutje. Maakte je er toch eentje, dan vloog je uit de ploeg. Dat zijn de regels, ik kende die op voorhand. Ik denk dat ik er op acht wedstrijden meer leerde dan op twee jaar in België.’

DOOR MARTIN GRIMBERGHS – FOTO BELGAIMAGE – LAURIE DIEFFEMBACQ

‘Tactisch heb ik veel geleerd in Italië. Ik heb gespeeld in Napels, tegen Roma, tegen Fiorentina.’ Noë Dussenne

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content