Met de terugkeer van Alin Stoica en Darko Anic op de Belgische velden mogen de supporters zich weer opmaken voor twee authentieke nummer 10-spelers, echte spelmakers van het zuiverste soort. Maar is er in het huidige moderne voetbal nog wel plaats voor dergelijke balartiesten, die vaak uitblinken door hun afwezigheid bij balverlies ?

Georges Heylens : “Naast soldaten heb je ook een chef nodig, anders gaat heel je leger dood. Paul Van Himst speelde ook geen dertig wedstrijden op absoluut topniveau, maar was toch de beste Belgische voetballer aller tijden. Echt voetbaltalent moet je koesteren en goed omringen met dienende spelers. Rond hen moet er gewerkt worden. Je mag van een Stoica en Anic geen robotten maken. Die jongens moeten het van hun intuïtie hebben en zorgen voor het spektakel. Dergelijke spelers moeten altijd hun plaats hebben in een elftal, omdat ze met een determinante actie – mannetje uitschakelen, beslissende pass geven of scoren – een wedstrijd kunnen openbreken. Een Stoica moet geen negentig minuten aanwezig zijn in het spel, zolang hij maar het verschil maakt. Romario zag je bij PSV bijna nooit, maar hij zorgde wel telkens voor een goal. Dat zijn de echte klasbakken, die je op handen moet dragen. Je kan maar moeilijk met elf karakterspelers à la Vanderhaeghe spelen, hé.”

Jacky Mathijssen : “Ik kan me maar moeilijk mengen in andermans werk en heb zelf genoeg zorgen. Het probleem moet zich heel specifiek stellen, zoals ik bij Sint-Truiden ervaar. Wij spelen dit seizoen immers zonder uitgesproken nummer tien. Creatieve spelers als Danny Boffin en Kris Buvens, jongens die voor die centrale positie in aanmerking komen, worden doelbewust op de flank uitgespeeld omdat daar meer vrijheid ligt. In het moderne voetbal zit een nummer tien immers quasi altijd gevangen tussen de twee centrale verdedigers en de twee verdedigende middenvelders. Als je ze dan aan de zijkant laat spelen, kunnen ze de achterspelers uit hun zone lokken, waardoor het defensieve systeem ontregeld geraakt. Stoica en Anic zijn rastalenten, dat staat buiten kijf. Vanaf het moment dat hun rendement in verhouding tot hun inbreng positief is, dan kan of mag de ploeg of trainer hen veel vrijheid geven. Maar dat blijft een kwestie van dialoog in groep.” (FV)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content