Tsjech, geboren op 14 maart 1981

in Brno. 1,81 meter – 77 kilo.

Profiel: de prof.

J an Polák: “Ik kan me nog geen leven zonder voetbal voorstellen. Ik heb ook geen idee van wat ik anders was geworden. Van klein af droomde ik ervan professioneel voetballer te worden. Daar heb ik ook alles voor gedaan. Dit is mijn werk, dit is mijn leven en ik hou ervan. Ik ben perfect gelukkig. Ik mis niets.

“Ik heb een fijne jeugd gehad. Mijn broer is vier jaar jonger, we speelden samen buiten met de andere kinderen uit het appartement waar we woonden. En ik was een goede leerling op school. Dat heb ik van mijn moeder. Ik lijk het meest op haar, denk ik. Zij volgde het voetbal niet zo en hield meer een oogje op mijn schoolresultaten. Mijn moeder was – tussen aanhalingstekens – ‘slimmer’ dan mijn vader. Hij werkt met zijn handen. Een soort klusjesman. En een perfectionist. Hij was een uitstekende voetballer in de Tsjechische tweede klasse. In het begin was hij zelfs mijn trainer.

“Ik ben graag op mijn gemak. Relaxed, samen met mijn gezin, met vrienden. Ik heb geen behoefte aan speciale dingen. Ik probeer altijd positief ingesteld te zijn, ook als ik problemen heb. En als ik kan, zal ik mensen helpen. Een negatief trekje misschien is dat ik dingen soms uitstel. Morgen, weet je wel. Maar sinds ik ben getrouwd, is dat verbeterd. Ik wil orde hebben in mijn leven. Alles mooi een plaats geven. Gezin en voetbal – iets anders is er niet.

“Wie mij kent, zal zeggen dat ik dezelfde ben gebleven. Ik speel maar voetbal: waarom zou ik moeten veranderen? Ik heb nog altijd contact met enkele schoolvrienden. Anderzijds, door de aandacht die je krijgt, houden mensen zich graag in je buurt op. Toen ik geblesseerd was, zag ik ze zo wegvallen. Dat is ook levenservaring: je merkt op wie je kunt vertrouwen. Meer dan een paar goede vrienden en mijn familie heb ik niet nodig.

“Mijn ouders waren niet religieus, ik evenmin. Ik geloof niet in God. Wel in een voetbalgod. Daarom maak ik een teken voor de wedstrijd, omdat ik geloof dat hij me zal helpen op het veld. Beter kan ik het niet uitleggen. Voetbal is mijn leven en in dat leven geloof ik in het bestaan van een voetbalgod. In mijn privéleven is er geen god.

“Men zegt: geld verandert een mens. Voetballers hebben geld, maar wat stelt dat voor? Het allerbelangrijkste in het leven is je gezondheid, want zonder ben je niks. Ook niet in mijn beroep, trouwens. En nee, ik vind niet dat ik iemand iets moet teruggeven. Waarom zou ik? Iedereen heeft de kans om voor deze job te kiezen. Natuurlijk is niet iedereen met evenveel talent geboren, maar dat gold ook voor mij. Maar dit was mijn droom en geloof me: ik heb er hard voor gewerkt. Mijn eerste contract was erg mager, maar als je beter bent dan de rest, raak je hogerop en ga je meer verdienen. Zo werkt het, overal.

“Een voetballer zwerft, als een indiaan. Maar als jij van Brussel naar Brugge zou moeten verhuizen voor een betere baan, dan waag je het er toch op? Misschien vertrek ik wel naar Engeland, maar dan moet ik het er wel nog waarmaken. Mijn kans grijpen. Doe je dat niet, dan keer je maar terug.

“Ik weet nu al dat ik na mijn carrière niet thuis zal kunnen stilzitten. Kinderen naar school doen, krantje lezen, koffietje drinken: niks voor mij. Ik moet mijn energie kwijt kunnen.

“Op dit moment is voetbal nog het belangrijkste, dus ik moet gefocust blijven. De politiek, de wereldproblemen, de toekomst van deze wereld: ik denk daar niet te veel over na. Trouwens, hoe kan ik de wereld veranderen? Er zijn al genoeg mensen met ideeën. En tenzij je een dictator bent, kan je toch niets veranderen in je eentje.” S

door jan hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content