‘Kijk’, zegt Marko Suler, en hij toont het resultaat van skiën zonder helm. Hij was er goed in, maar voetballen lukte nog beter. ‘De laatste zes maanden waren: boem!’

K waliteiten: complementair met de andere Gentse verdedigers. Integratie: vlot verlopen. Prestaties: zeer sterk begonnen, daarna een paar middelmatige wedstrijden. Mentaliteit: oké. Conclusie: Marko Suler (25) staat er. Je bent sinds je komst in de winter opgevallen in Gent: iedereen heeft het erover dat je een uitstekende transfer bent.

Marko Suler: “Voor het ogenblik gaat het redelijk goed, maar je moet dóórgaan. Je kan, zoals ze in ons land (Slovenië, nvdr) zeggen, niet leven op oude trofeeën. Ik weet dat ik nog niet het beste van mezelf heb laten zien. Voor België loopt het seizoen naar zijn einde, maar voor mij is dit eigenlijk pas het begin van de competitie. Met elke wedstrijd zou mijn conditie beter moeten worden. Ik moet nog wat sterker, agressiever worden in de duels, vooral in de lucht. Als een verdediger moet je die ballen allemaal hebben. De automatismen moeten ook nog groeien. Maar cruciaal voor het feit dat ik het goed doe, is dat ik heel goed aanvaard ben door de groep. Van heimwee heb ik geen last: ik communiceer graag met anderen en ik wil de wereld zien.”

De Sloveense media herinneren zich van jou wel korte interviewtjes over een wedstrijd of de tegenstander, maar voor de rest waren ze eigenlijk niet in je geïnteresseerd, zeggen ze. Ze hadden vooral oog voor spelers als Zlatan Ljubijankic.

“Inderdaad. Eén journalist belde mij een paar dagen geleden en hij vroeg me wat het verschil was met Slovenië. Ik zei: ‘Dat ik nu in twee maanden al meer interviews heb gegeven dan in drie jaar bij Gorica.’ Slovenië is een funny country. Ik vond het goed, want ik sta niet graag in de belangstelling. Een trainer zei mij ooit: ‘Als je aan de top staat, hou je hoofd naar beneden gericht en zwijg; als je down bent, steek dan je hand uit naar boven.’ Je kan niet elke wedstrijd briljant zijn: er zullen ups en downs zijn. Ik probeer constant te zijn en dat is mij het laatste jaar gelukt. Maar de laatste zes maanden waren: boem! Echt heel goed. De pers heeft in Slovenië een beetje zijn eigen spelers. Ik respecteer dat, ik neem het niemand kwalijk.”

Slovenië staat voor technisch voetbal, terwijl jij juist niet de grootste stilist bent. Is het daarom dat je hier meer naar waarde wordt geschat dan ginder, denk je?

“Dat kan. Ik probeer zo simpel mogelijk te spelen. In de verdediging moet je niet voor het publiek spelen. Verdedigers worden niet altijd geadoreerd. Er zijn er maar een paar die ook nog scoren. Dat is waarschijnlijk een van de redenen.”

Darko Milanic, je trainer bij Gorica, zegt: ‘Hij moet beter leren uitvoetballen, zeker als hij in België wil spelen.’

“Er is veel waarin ik nog kan verbeteren. Je mag nooit tevreden zijn met jezelf. Ik ben niet realistisch over mijn prestaties, eigenlijk bijna negatief zelfs. Je kan van iedereen leren, je moet alleen weten wat.”

In Slovenië ligt de competitie tijdens de winter een paar maanden stil. Jij hebt je in die periode anders voorbereid dan je landgenoot Zlatan Ljubijankic. Gevolg: jij speelt, hij niet.

“Ik weet niet of hij geblesseerd was of gewoon vrij heeft genomen, maar ik heb in elk geval maar veertien dagen vrij genomen en daarna heb ik doorgetraind met het tweede elftal van Gorica, dat vroeger begon. Zo heb ik ook een paar wedstrijden kunnen spelen. Dus ik kwam niet optimaal, maar wel goed voorbereid naar Gent. Ik was niet zeker of ik kon komen, maar ik wou op zeker spelen. Anders had ik nu niet veel gespeeld, terwijl ik nu al wat heb kunnen opsteken met het oog op volgend seizoen. Het was, denk ik, een goede keuze om mij zo voor te bereiden.”

Adem happen

Je schrikt er niet voor terug om in het strafschopgebied te tackelen en je doet dat hard en zuiver.

“Ik gebruik mijn tackle omdat ik vertrouwen heb. In mijn hele carrière heb ik nog maar één penalty veroorzaakt. Het was tijdens mijn slechtste wedstrijd ooit: vier goals op mijn rekening. We verloren met 4-1. Tegen AS Monaco in de Champions League heb ik mijn enige rode kaart opgelopen. Ik kreeg twee keer geel omdat ik aan het truitje van Adebayor trok.”

Dé reden waarom Gent je wilde, is je snelheid. Is dat altijd al een troef geweest?

“In het begin gebruikte ik mijn snelheid niet goed. Tot we in Gorica een physical trainer kregen die ook met sprinters werkte. Ik heb veel met hem samengewerkt. Negentig procent van je snelheid krijg je van Moeder Natuur, de rest kan je aanleren. Ik heb veel meegekregen. Snelheid is belangrijk in voetbal. Daar zoekt iedereen naar. Arsenal zoekt alleen maar spelers die heel snel zijn. Maar je kan dat, zeker in een verdediging, opvangen met ervaring. De assistent van Milanic bij Gorica bijvoorbeeld had zo veel ervaring, dat hij niet snel hoefde te zijn.”

Jij doet het omgekeerde: je compenseert soms fout positiespel door snelheid.

“Ik probeer soms medespelers te redden door mijn snelheid, waardoor ik niet altijd mijn aanvaller dek omdat ik mijn zone verlaten heb. Ik speel niet alleen, ik probeer altijd naar de ploeg te kijken. Misschien kom ik daardoor af en toe zelf in moeilijkheden, maar dat compenseer ik dan met mijn snelheid.”

Zoals tegen Germinal Beerschot en Dosunmu bleek.

“Maar ik maakte een fout bij die wedstrijd: mijn warming-up was niet zoals het hoorde. Ik weet niet hoe het kwam, maar het was een goede les voor de volgende keer. Na de eerste sprint stond ik naar adem te happen. De eerste vijftien minuten stond ik er niet.”

Jij bent de enige centrale verdediger met zuivere snelheid, wat je bijna zeker een basisplaats oplevert.

“We zijn competitief met elkaar. Ik met Smoje en hij met mij. Boban ( Grncarov, nvdr), Jonas (De Roeck , nvdr), Djordje (Svetlicic , nvdr) … zijn ouder, meer ervaren en kennen de tegenstanders en zij komen mij voor de wedstrijd vaak waarschuwen. Dat maakt het makkelijk voor mij om mij te integreren. Dat is méér dan ik vooraf verwacht had. Want je voelt als profs en concurrenten toch altijd wat spanning onder elkaar, maar dat is in Gent helemaal niet het geval.”

Ploegmaats omschrijven je als sociaal en open.

“Ik probeer zo veel mogelijk voor iedereen open te staan. De sfeer in de groep is op dit moment heel goed. We zijn ook samen naar een Champions Leaguewedstrijd gaan kijken in een Ierse pub. Arsenal tegen AC Milan. Foley’s. Ik dacht eerst dat het familie van onze Foley was, maar dat bleek niet zo ( lachje).”

Slalommen

Je hebt je hier snel aangepast en je hebt geen last van heimwee. Heb je dan ooit al buiten Slovenië gevoetbald?

“Ik ben pas rond mijn dertiende beginnen te voetballen. Ik ben bijna op de grens met Oostenrijk geboren en ik ben daar eigenlijk opgegroeid in een skifamilie. Mijn vader was trainer van het Sloveense jeugdteam. Dus het begin van mijn sportieve carrière stond helemaal in het teken van skiën. Mijn vader en anderen vonden het beter dat ik zou blijven skiën. Ik doe het nog altijd heel graag. Maar als ik zie hoe ik in het voetbal ook een steeds hoger niveau haal, heb ik geen spijt van mijn keuze.”

Had je een specialiteit?

“Ik deed vooral aan slalom. De Super G ging iets te snel voor mij. Ik heb één tand die naar achteren staat omdat ik een keer zonder helm heb geslalomd en ik kreeg een vlag terug in mijn gezicht. Nasty injury. Maar ik besef dat voetbal mijn job is, dus ik neem het serieus.

“Ik heb drie jaar in Oostenrijk gevoetbald. Ik speelde bij New Generation in de jeugd en bij de eerste ploeg van FC Kärnten. De afgelopen vier jaar zat ik in Slovenië, waarvan drie bij Gorica, waarmee ik twee keer kampioen werd. De laatste jaren waren echt amazing.

“Ik heb met Gorica ook twee keer de bekerfinale gespeeld, maar we verloren. Ik wou een beker voor ik naar het buitenland vertrok. Dus ik hoop dat ik dat hier kan compenseren.

“Ik wil verder. Ooit wil ik in een van de vijf grote competities uitkomen. Maar niet naar een club voor het geld en dan moeten zeggen: dit is wat ik gedaan heb. Ik wil goed kunnen spelen en hopelijk ooit eens de Champions League halen. Ik ben 25, niet jong, niet oud, ik zit in het midden.”

Gorica ligt vlak bij de Italiaanse grens. Hoe komt het dat je ginder niet in een competitie terechtgekomen bent?

“In Gorica zitten altijd twee, drie Italiaanse clubs te scouten. Maar veel spelers maken de overstap niet. Het is een grote stap en Italië schat Slovenië erg laag in. Voor ik naar Gent kwam, had ik contracten van twee Italiaanse clubs: een topper in tweede klasse, Triestina, en een uit de eerste klasse, Napoli. Napoli was financieel beter dan Gent, maar sportief een stap te hoog voor mij, denk ik. Soms moet je niet alleen naar het geld kijken. Triestina lag vlakbij, was een heel goede optie, maar mijn vriendin had een grote invloed in mijn keuze: zij kon in Gent verder studeren. Bovendien ligt België centraal en kunnen ze van overal komen kijken. Ik had vier gelijkwaardige contracten, twee Italiaanse, een uit Turkije, van Sivas-spor, en Gent.

FC Groningen bood ook, maar ik had toen al in Gent getekend.

“Ik heb nu interessante contacten met Engeland en Italië. Ik kreeg twee telefoontjes van sportief directeurs en een mail van twee ploegen die mij een voorbeeldcontract stuurden. Ik weet niet eens of het mogelijk is om in zes maanden twee keer van ploeg te veranderen. Ik heb hen gezegd: het is te vroeg. Ze moeten eerst Gent contacteren.”

Dus je kan eigenlijk op het eind van het seizoen alweer weg zijn?

“Je weet nooit. Maar het is te snel om nu al te speculeren. Het is alleen positief dat ze in mij geïnteresseerd zijn. Dat wil zeggen dat ik op de goeie weg ben.” S

door raoul de groote – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content