Het leven zoals het is als profvoetballer. Yves Van der Straeten, doelman en aanvoerder van Lierse SK : ‘Mijn vrouw heeft me nooit anders gekend’.

“Wat ik was geworden zonder profvoetbal ? Bij RC Mechelen had ik net mijn eerste jaar als industrieel ingenieur aangevat, maar het zag er niet goed uit : ik had al een paar onvoldoendes omdat Mechelen om drie uur ’s middags trainde en ik de lessen niet kon bijwonen. Toen Antwerp me een profcontract aanbood, was de keuze snel gemaakt. Mijn ouders waren daar toen niet blij mee, want op dat moment leek dat nog een onzekere keuze. Vrij snel wist ik dat ik goed had gekozen, ook al moest je in die tijd nog tevreden zijn met wat je aangeboden kreeg. Als je daar bij Antwerp tien procent meer kon bij bedingen, was je een straffe gast.

“Of ons het gezinsleven in het teken van het voetbal staat ? ( Mevrouw Van der Straeten knikt heftig, nvdr. ) Ik ontken dat niet, vooral in de dagen die aan een wedstrijd vooraf gaan. Ook al probeer ik zo veel mogelijk te helpen in het huishouden ( Mevrouw Van der Straeten bevestigt, nvdr. ) Ik haal wanneer mogelijk de kinderen van school, doe boodschappen, help met kuisen, al vindt mijn vrouw dat ik niet zie wat er moet gebeuren. Als je de kans hebt te helpen, waarom zou je dat als man niet doen ? Als voetballer ben je toch niet meer dan iemand anders. Waarom je neus ophalen voor de gewone dagdagelijkse dingen ?

“Vroeger thuis hielp ik nooit : ik ben enig kind, alles werd voor mij gedaan. Later leerde ik wel koken. Niet zo goed als mijn vrouw, maar eenvoudige boerenkost lukt me wel. Mijn vrouw werkt nog deeltijds, voor ons vertrek naar Portugal zelfs voltijds. Dan is het maar normaal dat ik de kinderen van school haal en zorg dat het eten klaar staat wanneer ze thuis komt.

“Hoe korter bij de wedstrijd, hoe minder ik doe. Gans mijn loopbaan hanteer ik als regel dat ik na woensdag nergens meer naartoe ga. Donderdag en vrijdag zie je me nergens. Als er die dagen een concert plaatsvindt van onze lievelingsgroep, gaan we niet. Een familiediner op restaurant met één glaasje rode wijn ? Kan volgens mij niet na woensdag. Een sportman heeft rust nodig. Niet dat ik om acht uur ’s avonds al in bed lig, maar ik blijf wel rustig thuis. Zaterdag slaap ik tot een uur of tien. Daarna lig ik op de zetel, tot ik moet vertrekken.

“Die periode in Portugal versterkte nog het besef dat afzonderingen en rusten bij profvoetbal horen. Voor thuiswedstrijden kwamen we de avond voordien samen, voor sommige uitwedstrijden vertrokken we vrijdagochtend om pas zondagavond terug te keren. Iedereen vond dat normaal. Op dat vlak waren Portugezen meer prof dan de Belgen. Af en toe kregen we ’s middags vrij als de trainer zag dat we moe waren. Niemand die dan de stad in trok, de meeste ploegmaats gingen slapen. Zij leven meer voor de sport. Op dat vlak heeft Sergio Brio een punt, het ontbreekt Belgische voetballers wel eens aan zelfdiscipline. Alleen beging hij de fout dat via een strenge structuur op te vangen. Hoe kan je spelers na training op de club houden en ze verplichten te slapen ? Dan lijkt het alsof je een crèche runt. Voetballers laten trainen van acht tot vijf is onmogelijk, dan ben je na een paar weken kapot. Qua aantal uren op het veld scoren wij met Paul Put heel hoog, maar omdat de trainer veel varieert, voelen we dat niet als dusdanig aan.

“Of het familiaal geen problemen geeft als voetbal je sociaal leven beperkt ? Mijn vrouw heeft me nooit anders gekend. Ik vind : je hebt een mooi beroep, je krijgt er veel voor, dan moet je er ook iets kunnen voor laten. Je moet er principes op na houden. Ik ga heel graag op stap, maar dan ná de wedstrijd. Als je zaterdagavond wint, heb je de zaterdagavond én de zondag vrij. Alleen als je op zondag speelt, heb je geen weekend. Ik ga graag met mijn vrouw winkelen, maar als we op zondag spelen, winkelen we op maandag. In feite maak ik van maandag mijn zaterdag. Naar een andere manier van leven snak ik niet. Vroeger riep ik dat ik tevreden zou zijn als ik tot mijn vijfendertigste in eerste klasse kon keepen. Naarmate die datum dichterbij komt (nog twee jaar) zou ik ontgoocheld zijn als het dan al afgelopen is.

“Vroeger was ik nog fanatieker in die dingen. Eén jaar lang maakte mijn vrouw altijd dezelfde maaltijd voor de wedstrijd. Ze had eens chipolata’s met bloemkool bereid en ik speelde zo goed dat ik haar dat elke week liet overdoen. De invoering van de verplichte sportmaaltijden door de clubs verloste haar van die taak.

“Dit is zo’n mooie job, met vier jaar Madeira als hoogtepunt. Daarom zal ik Patrick Asselman eeuwig dankbaar zijn. Toen hem gevraagd werd of hij in België geen goeie doelman kende, noemde hij mijn naam. Ik moest niet eens testen, zijn voorspraak volstond. Natuurlijk moet je met je gezin rekening houden. Daarom ging ik ook niet in op een aanbieding uit Seoel. Mijn vrouw werkte voltijds op het ministerie toen ik op een avond dat telefoontje van Maritimo kreeg. De volgende ochtend moest ik al het vliegtuig nemen. Allemaal hadden we het op Madeira enorm naar onze zin.

“Na vier jaar kreeg ik een nieuw, verbeterd contract aangeboden, maar we keerden terug omdat we gezinsuitbreiding planden. De ziekenhuizen ginder zijn oké, maar Belgen beseffen té weinig hoe goed de gezondheidszorg in ons land wel uitgebouwd is. Komt die gezinsuitbreiding er niet, dan teken ik ginder zeker bij. Of ik aanpassingsproblemen kende bij de verhuis naar Madeira ? Minder dan na onze terugkeer naar België. Vooral de eerste twee winters na onze terugkeer waren heel moeilijk. Een paar weken geleden logeerde een ex-ploegmaat bij me. Die merkte meteen op dat het hier na de middag snel donker werd. Net voor we op Madeira vertrokken, kreeg ik ook aanbiedingen van Oviedo en Celta de Vigo. Eén jaar voor mijn contract afliep, benaderde ook Porto me, tot Victor Baia terugkeerde van Barcelona. Maar zelfs toen ik al bij Lierse zat, was Portugal me niet vergeten.

“Ik zal eens iets verklappen wat nog nooit de pers haalde. Een half jaar na mijn transfer kwam Benfica naar Lierse in het kader van de transfer van Pepa. Ik was toen out met een schouderblessure. Je moet weten dat de toenmalige financieel directeur van Benfica, mijnheer Simoes, drie jaar hulptrainer was bij Maritimo nadat hij door de nieuw verkozen voorzitter van Benfica weggestuurd was. Onze trainer was zijn beste vriend. Na een volgende presidentsverkiezing keerde hij terug in zijn vorige functie bij Benfica. Op Lierse klampte hij me aan. Of ik niet voor Benfica wilde tekenen ? Later kreeg mijn manager een telefoontje met dezelfde vraag. Ik vroeg niet eens bedenktijd, zei vlakaf nee. We hadden immers een keuze gemaakt om familiale redenen, ik wilde daar niet op terugkomen. Misschien krijg ik daar later wel spijt van. Want Benfica is toch een échte topclub. Soms vraag ik me af of ik dat had aangekund.

“Wat ik niet snap, is dat Belgische clubs vaak klagen dat hun spelers veel te duur zijn. Bij mijn weten is nog nooit een voorzitter gedwongen om een speler meer te betalen dan hij zelf kon of wilde. Eerst jubelen ze omdat ze een nieuwe speler hebben, een jaar later noemen ze hem te duur. Die logica ontgaat me. Je vraagt als speler toch ook geen opslag als je tien keer gescoord hebt ?

“Twee jaar geleden gaf ik het voorbeeld door flink in te leveren. Nu ben ik blij dat ik dat toen deed, want in de tussentijd slonken de contracten nog flink. Op financieel vlak waren het bewogen maanden bij Lierse. Als kapitein en bewust lid van de spelersvakbond Sporta was het mijn plicht voor iedereen op te komen. Het voetbal zelf kan ik thuis makkelijk van me af zetten, maar van de financiële problemen toen lag ik soms wakker. Hoe vaak ben ik niet naar de trainer gestapt om hem te waarschuwen dat de groep een beetje down was als er weer een betaling uitbleef, of naar de voorzitter als er weer iemand in moeilijkheden kwam. Nooit werd ik door het bestuur op mijn engagement aangekeken. Omdat ik besefte dat zodra er geld binnenkwam, dat aan ons betaald werd. Het voordeel van de situatie ? De fantastische sfeer onder de spelers. Bij tegenslag hebben mensen de neiging om dichter bij mekaar te kruipen.”

door Geert Foutré

‘Later zal ik me misschien beklagen dat ik niet naar Benfica ben gegaan.’

‘Gans mijn loopbaan hanteer ik als regel dat ik na woensdag nergens meer naartoe ga.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content