Wout Wijsmans en Frank Depestele zitten aan de internationale volleytop : de eerste al acht jaar in Italië, de tweede een jaar in Griekenland en straks in Rusland. In september heeft daar ook het EK plaats. ‘Diep in mijn hart hoop ik dat Wout meegaat.’
Al toen ze nog bij de jeugd speelden, kwamen Wout Wijsmans en Frank Depestele elkaar geregeld tegen. De ene was “dat lange supertalent”, de andere “die lawaaierige met de blonde lok in zijn haar.” Bij de nationale selecties stonden ze voor het eerst aan dezelfde kant van het net.
Er groeide in de loop der jaren een band tussen beiden. “We groeiden samen op in het volleybal”, zegt Wijsmans, “en nu is Frank een van mijn beste kameraden.” Frank repliceert direct : “En vice versa.”
De twee kennen elkaars hartsgeheimen, gingen al samen op reis en zoeken elkaar op telkens de mogelijkheid zich aandient. Zo stapte Depestele in november nog op een vliegtuig richting Italië om er Wijsmans te bezoeken in zijn idyllische huis aan het Comomeer. Vandaag zitten ze op een zonnig terrasje in Hasselt.
Rochelende hooligans
Wout, dat jij gelukkig bent met je prinsenleven in Italië, dat is geweten. Frank, vertel jij eerst eens hoe jouw overstap van Roeselare naar Iraklis Thessaloniki is verlopen.
Depestele : “Het was even aanpassen. Ik had in het begin een betere ploeg verwacht, zeker voor de Champions League. Aanvankelijk was het misschien wel een ontgoocheling. Het team was niet van de beste kwaliteit, er waren een paar spelers die niet in het plaatje pasten. Die zijn dan ook doorgestuurd. Maar daarna had ik er wel een heel goed gevoel bij : de supporters, de mensen, hoe het daar leefde. Wij hadden op het einde één heel goede maand, waarin we de titel konden pakken. De mindere sportieve prestaties van voordien waren snel vergeten. Het was een heel mooie ervaring. Dat is het enige dat Wout ook nog wil : eens kampioen spelen in Italië.”
Zag je in Griekenland de vurigheid die je vooraf verwachtte ?
Depestele : “Enkele matchen zijn stilgelegd omdat de supporters het te bont maakten, op het terrein kwamen, met stoeltjes begonnen te gooien. De fans kennen er niet zoveel van volleybal, het zijn allemaal hooligans. Soms was het echt heel erg. Voetbaltoestanden. Maar oké, dat hoort erbij. Ik vond het altijd plezant. Tegenstanders hadden het wel moeilijk om bij ons te spelen. De rochels vlogen langs hun gezicht.
“In Griekenland mogen bij competitiematchen geen fans van de bezoekende partij in de zaal. Dat maakt het al iets veiliger. Bij de bekerfinale bij de vrouwen, toen het wel mocht, viel er een dode.”
Heb je qua niveau je ogen opengetrokken ?
Depestele : “Het lag iets hoger dan in Roeselare. De topploegen zijn natuurlijk heel goed, maar daaronder …”
Waar eindigt Roeselare in die competitie ?
Depestele : “Zeker in de top vier.”
Wijsmans : “In Italië zouden Roeselare en Maaseik het heel moeilijk hebben. Daar moet je elke week presteren : je concentreert je minder op de Champions League en meer op de competitie, omdat die het belangrijkste is. Naar CL-wedstrijden komt niemand kijken. Misschien 1500 man. Voor competitiematchen zijn er bij Cuneo gemiddeld 4000 à 4500 toeschouwers.”
Depestele : “In Griekenland had je ook nog wel eens van die dagen dat je een competitiematch rustig kon spelen en toch winnen.”
Wijsmans : “In Italië mag je nooit een dipje hebben. En dat zou het moeilijkste zijn voor die Belgische ploegen : ze zijn dat niet gewoon. Ik denk niet dat ze hoog zouden eindigen in Italië.”
Depestele : “Dat blijft het volleyballand bij uitstek.”
Wijsmans : “Er zit meer geld in de sport, daardoor kan je betere omstandigheden creëren. Onze zaal telt 6000 zitplaatsen. Allemaal vaste tribunes. Je krijgt geen bal tegen het plafond gestampt. Je moet daar geleefd hebben, dat gezien hebben om te weten wat het is. Alleen wij komen in die zaal en die kleedkamers, perfecte omstandigheden om in te trainen. Dat heb je in België niet. Hier speel je in gemeentelijke sporthallen, waar massa’s lijnen op de grond getekend zijn, waar je dikwijls in de breedte moet trainen, omdat er ook andere ploegen bezig zijn.”
Depestele : “Wij hadden met Thessaloniki een van de kleinste zalen van de liga, vergelijkbaar met die van Menen. Tegenover de hal van Roeselare was het heel klein. Ik was daar een beetje van geschrokken maar ik heb geen spijt dat ik bij Thessaloniki gespeeld heb. Ik zou er direct teruggaan.”
Poen scheppen in Rusland
Waarom ben je dan niet gebleven ?
Depestele : “Ik kon voor twee jaar bijtekenen, maar ze kwamen iets te laat.”
Het Russische Belgorod strikte je. Waarom hapte je toe ?
Depestele : “Ten eerste zal het op het sportieve vlak weer een verbetering zijn. De Russische competitie wordt samen met de Italiaanse tot de sterkste kampioenschappen gerekend. Veel van de beste spelers van de wereld trekken ernaartoe, niet in het minst om die andere reden : het financiële aspect. Anders ga je niet naar ginder.”
Wout, jij sloot het vorig jaar ook niet uit dat je “in Rusland poen zou gaan scheppen”.
Wijmans : “Nu wel. Mijn leven is intussen veranderd : ik word vader. Dat verlegt je prioriteiten. Ik ben niet ingegaan op aanbiedingen uit Rusland en heb vier jaar bijgetekend bij Cuneo, omdat dat me een beetje meer zekerheid biedt.”
Depestele : “Tja, Wout verdient al tien jaar heel goed (lacht).”
Wijsmans : “Ik vind Franks beslissing geen slechte, maar ik zou het niet doen. Vroeger zou ik er misschien wel op ingegaan zijn. Op het sportieve vlak is het een heel goede keuze. Belgorod is altijd een van de betere clubs in Europa geweest. Maar voor mij is de kwaliteit van leven belangrijk. Ik zou een beetje schrik hebben voor het leven daar.”
Depestele : “Dat is ook het enige wat mij remde, omdat ik ook heel graag leef. Maar oké, het is voor twee jaar. Het zal ook heel aangenaam zijn nadien. Dan kies ik weer meer voor het leven.”
Wijsmans : “Je moet een beetje een middenweg zoeken tussen leven en geld verdienen.”
Depestele : “Na die twee jaar Rusland zou ik graag eens naar Italië gaan. Dat is misschien de volgende stap.”
Wout, wat motiveerde jou op het sportieve vlak om vier jaar bij te tekenen bij Cuneo ?
Wijsmans : “Ik wil sowieso in Italië blijven. En Cuneo is altijd een club geweest die bovenaan meedraaide. Op het sportieve vlak is het moeilijk om iets beters te vinden. Ik zou naar Treviso kunnen gaan, maar dat is voor mij … Vroeger wou ik er alles voor doen om kampioen te worden in Italië. Als ik daar nu nog in slaag, zal het met Cuneo zijn. Lukt het niet, dan kan ik daar wel mee leven.
“Ik zie niet in waarom ik van ploeg zou veranderen. Ik denk niet dat je ergens anders beter kunt zitten, zowel op het sportieve vlak als privé.
“Ik besef dat ik heel veel geluk heb gehad dat ik zoiets heb kunnen uitbouwen. Ik denk dat weinig spelers daarin slagen. Het heeft sowieso te maken met mijn prestaties op het veld, maar ook met de manier waarop ik met mensen omga. Dat is een beetje toeval, een beetje geluk, maar ik werk er ook aan. Ik wil dat voor niks opgeven. Ik besef dat ik in een luxepositie zit.”
Wachten op gestruikel
Wout, jij hebt vroeger de Champions League al gewonnen. Frank, jij gaat nu naar Belgorod, dat zich regelmatig bij de Final Four schaart. Wat komen Roeselare en Maaseik nog te kort om daarbij te raken ?
Depestele : “Geld.”
Wijsmans : “Geld en kwaliteit. Maar zover zitten Maaseik en Roeselare er niet vandaan.”
Depestele : “Het verschil is minder groot dan dat tussen Anderlecht en AC Milan.”
Is er hier een draagvlak om het budget van ploegen als Roeselare en Maaseik naar een hoger niveau te tillen ?
Depestele : “Dat is moeilijk, denk ik. Omdat hier zo weinig mediabelangstelling voor het volleybal is.”
Wijsmans : “In Italië wordt elke week over volleybal gepraat : op tv, in de krant, overal. Er komen ook veel meer bekende mensen naar het volleybal kijken. Als je in Rome speelt, zit FrancescoTotti in de zaal, in Treviso alle basketbalspelers van Treviso, in Milaan de vicevoorzitter van AC Milan.
“In Italië is sport veel belangrijker dan hier. Ik ben nu vijf, zes dagen in België. Als ik naar tv kijk, zie ik heel weinig sport. Ze zeggen wel : ‘Je doet de krant open en het gaat over voetbal, wielrennen, tennis …’ Maar zelfs die sporten krijgen hier veel minder aandacht dan in Italië.”
Depestele : “We hebben in België geen sportcultuur. Guy Verhofstadt zei onlangs nog dat we iets te weinig chauvinistisch zijn. Ik denk dat hij gelijk heeft. Wij zijn nooit fier op prestaties. Of het duurt twee minuten en dan is het gedaan.”
Wijsmans : “In Italië, en in Griekenland waarschijnlijk ook, zijn de mensen fier dat je voor hun dorp, hun stad, hun land speelt en het ook goed doet. In België zie je dikwijls afgunst : die gasten verdienen eigenlijk toch wel veel geld … Mensen wachten tot je struikelt, een dipje kent, om dan te kunnen zeggen : ah ja !”
Depestele : “Mij herkenden ze in Thessaloniki na twee weken meer dan in België. Je krijgt er ook meer erkenning, zelfs van buitenstaanders die je niet kennen. Op restaurant hoef je vaak niet eens te betalen, terwijl je die mensen nooit eerder gezien hebt.”
Wijsmans : “Je wordt veel meer gerespecteerd en op handen gedragen. Je gaat na een match iets eten in een bomvol restaurant, je komt binnen en iedereen begint te klappen.”
Depestele : “Je moet je goden maken.”
Wijsmans : “Ervoor zorgen dat je bij elke ploeg drie à vier Belgen op het veld krijgt. Dan komen de mensen graag kijken. Ze zeggen toch dat er een goede lichting op komst is ? Met zes buitenlanders op het veld lukt het niet om interesse op te wekken, dat is duidelijk. Probeer dan iets anders. Zo creëer je ook betere spelers.”
Depestele : “Wat ook voor de nationale ploeg interessant zou zijn.”
Schoenen zoeken
Die nationale ploeg is voor het eerst sinds lang geplaatst voor het EK in september in Rusland. Wout, jij stuurt je kat. Frank, jij doet wel mee en je neemt ook elke gelegenheid te baat om Wout alsnog te overtuigen.
Depestele : “Wout zal er niet bij zijn omdat hij rond half augustus, in volle voorbereiding, vader wordt. Dat is natuurlijk heel belangrijk. Maar diep in mijn hart hoop ik dat hij na de geboorte toch nog meegaat.”
Wijsmans : “Hij gelooft nog altijd dat ik op het laatste moment … (lacht)”
Depestele : “Ik denk dat hij diep in zijn hart naar Moskou zou willen gaan.”
Wijsmans : ” (lacht luid) Ik ben vanaf mijn achttiende altijd naar de nationale ploeg geweest. Ik heb er altijd in geloofd, zelfs toen velen er niet meer in geloofden. Maar nu is even genoeg geweest. Ik zei eerder al dat er niet genoeg kwaliteit is, dat er geen profspelers zijn. Ik zeg dat met alle respect voor wie er is, maar … ik denk dat er meer uitgehaald kan worden.”
Je zei eerder dat je vindt dat het niet professioneel wordt aangepakt.
Wijsmans : “Als ik als buitenlander bij Cuneo aankom, dan wordt ervoor gezorgd dat ik onderdak heb, eten, dat ik kan leven. Als ik nu naar België kom, heb ik geen huis, geen auto, niks. Ik verwacht dan dat iemand dat regelt voor mij. Ik vind niet dat ík voor drie maanden (de voorbereiding van het EK, nvdr) een huis of een appartement moet zoeken, en een auto, en dat allemaal zelf betalen. Ik moet er geen geld aan verdienen, maar het moet me ook geen geld kosten. Dat is overal zo : in Maaseik, in Thessaloniki, in Cuneo. Bij de nationale ploeg niet. Het is nooit een probleem geweest, maar nu begint mij dat soms wel te storen. Als je professioneel bezig wil zijn … En dan zeggen ze : ‘Je moet met je hart voor je land spelen.’ Nu ja, ik heb dat twaalf jaar gedaan.”
Depestele : “Wout is natuurlijk ook al heel lang weg uit België. Ik heb hier nog lang gezeten, ook bij onprofessionele clubs waar je je eigen schoenen moest kopen.”
Wijsmans : “Toen ik nog in Maaseik speelde, was de nationale ploeg ongeveer de ploeg van Maaseik. Dat was veel makkelijker te organiseren. Nu zitten een paar jongens in het buitenland : Frank, MatiasRaymaekers, StephenShittu, KristofHoho, ik. Spelers die andere eisen stellen dan vroeger. De nationale ploeg heeft die stap nog niet kunnen zetten.
Depestele : “Het is al beter dan vroeger. En als alles in orde zou zijn wanneer de huidige juniorenploeg op zijn top is, zou dat heel goed zijn. Ik hoop over vijf jaar, als we toch naar de Olympische Spelen van 2012 willen kijken.”
Wat mogen we verwachten op het EK ?
Depestele : “Zonder Wout erbij denk ik dat we de tweede ronde moeten trachten te halen. We spelen tegen Rusland, Polen en Turkije, en de eerste drie gaan door. Dus moeten we Turkije proberen te kloppen. Ik denk dat de European League (die komend weekend wordt afgerond, nvdr) al een goede voorbereiding is geweest. Maar we zijn nog niet stabiel : we kunnen heel goed spelen, maar ook heel slecht. Dat is de onervarenheid. Mochten Wout en bijvoorbeeld ook Steve Roelandt er straks in Moskou bij zijn, zouden we, denk ik, de top tien kunnen halen. (kijkt naar Wijsmans) Ik blijf proberen, je weet nooit dat hij plots ‘ja’ zegt (lacht).” S
door Kristof De Ryck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier