Zonder ongelukken staat een van hen in mei onder de lat op de Heizel. Bram Verbist en Jurgen Sierens, vanavond tegenstanders in de halve finale van de beker, vertellen over hun turbulent seizoen en over het lot van een doelman. ‘Fouten worden uitvergroot.’

Door een speling van het lot ontmoeten Cercle Brugge en Roeselare elkaar twee keer in vier dagen tijd. Na de competitiewedstrijd van afgelopen weekend, volgt ook vanavond weer een clash tussen de twee West-Vlaamse clubs. Cercle, vorig jaar al halvefinalist, en Roeselare, de voorbije drie jaar telkens gestrand in de kwartfinale, mogen onder elkaar uitmaken wie bekerfinalist wordt. Sport/Voetbalmagazine zette de doelmannen van de twee ploegen ook nog een dérde keer tegenover elkaar, maar de echte strijd spaarden ze duidelijk voor op de grasmat. Verbist steekt zijn collega Sierens zelf een hart onder de riem in de degradatiestrijd: “Ik hoop echt dat gulle erin blijft.”

Zowel Cercle als Roeselare lijkt meer dan tevreden elkaar te hebben uitgeloot in de halve finale. Klopt dat?

Bram Verbist: “De grote kleppers liggen er intussen uit, dus alles kan. Als je het verloop van de bekercompetitie bekijkt, kun je alleen maar vaststellen dat iedereen echt van iedereen kan winnen.”

Jurgen Sierens: “En doordat we elkaar in de halve finale treffen, staat er sowieso een West-Vlaamse club in de finale. Dat is leuk, we mogen wel een beetje chauvinistisch zijn. Een derby is ook altijd goed voor de kassier, denk ik.”

Hoe kijken jullie terug op het bekerparcours dat jullie team tot nog toe heeft afgelegd?

Verbist: “Het sleutelmoment was natuurlijk de overwinning thuis tegen Anderlecht. Ze speelden misschien niet op volle kracht en hadden een aantal geblesseerden, maar toch. Het viel me vooral op dat onze wilskracht zo veel groter was. Door die ingesteldheid zijn we erin geslaagd om het verschil te maken.”

Sierens: “Ook wij hebben met Genk een grote club uitgeschakeld. En het feit dat we Kortrijk, dat thuis 3-0 voorstond, toch nog konden uitschakelen, is ook wel bijzonder. In de heenmatch slikken we drie tegengoals en dan maakt het plots niet meer uit of je fouten maakt of niet. De stress viel van ons af en dan spelen we altijd beter. Op karakter, maar ook door een foutje van GlennVerbauwhede, brengen we de stand terug naar 3-2. We mogen van geluk spreken dat Leekens het tactisch kwam spelen in de terugmatch en louter speculeerde op een 0-0. In de heenmatch speelde Kortrijk ons bij momenten van het kastje naar de muur. Komen ze ook aanvallend voetballen op Schiervelde, dan krijgen we het zeer moeilijk, denk ik.”

Vlag aan het Atomium

Zonder stress voetballen én een kwaliteitsinjectie in de winterstop. Het intussen beproefde recept van Roeselare?

Sierens: “Bwa … De voorlopige succesjes worden nu weer volledig aan de vier nieuwkomers gewijd, maar het is uiteraard de hele ploeg die het doet. Ook Provoost is de laatste wedstrijden bijvoorbeeld heel sterk bezig. Hij verzet enorm veel werk op het middenveld. Maar de wintertransfers zijn jongens met meerwaarde, dat is wel duidelijk. Ze stuwen het niveau omhoog en iemand als Tomou laat ook andere spelers beter voetballen.”

Ook bij Cercle kwam er de voorbije weken een kentering. Jullie pakten negen op negen tegen niet de minste ploegen: Standard, Beerschot en KV Mechelen.

Verbist: “Ook voordien speelden we goed, maar het geluk stond niet altijd aan onze kant. De voorbije maand viel alles in zijn plooi: we gaven achterin amper kansen weg en werkten efficiënt af. Daardoor staat Cercle intussen al wat meer op zijn juiste plaats in het klassement. En eigenlijk hadden we nog hoger moeten staan. Het is zoals Glen De Boeck zegt: tel daar nog eens de zes rechtmatig verworven punten van tegen Moeskroen bij: dan staan we op drie punten van de top zes! Maar het belangrijkste is nu dat we niet meer naar beneden hoeven te kijken.”

Kortom: voor Cercle is de beker de voornaamste ambitie …

Verbist: “Het is natuurlijk een unieke kans. Twee matchen scheiden ons van de finale. Maar dat geldt voor Roeselare ook natuurlijk.”

Sierens: “Voor ons primeert in de eerste plaats de competitie, dat spreekt. De wedstrijd tegen Cercle in de competitie was eigenlijk belangrijker dan de twee confrontaties in de beker. Maar eerlijk gezegd moet ik toegeven dat het wel een zeldzame kans is om in je carrière eens een prijs te pakken. Als speler van Roeselare of Cercle krijg je niet ieder jaar de gelegenheid om iets op je palmares te zetten. ( lacht) En ik vind de beker eigenlijk wel een mooie prijs. Wie in de finale raakt, heeft dat nooit gestolen. Je hebt alle rondes overleefd en schakelt daarbij ook meestal een topper uit.”

Bram, jij weet alvast hoe het voelt om het ererondje in het Koning Boudewijnstadion te lopen. Hoe denk je vandaag terug aan de bekeroverwinning van Germinal Beerschot in 2005?

Verbist: “Hoewel ik toen bankzitter was, houd ik er fantastische herinneringen aan over. Heel de week voorafgaand aan de finale was er twijfel of Luciano wel zou kunnen spelen. Hij zat met een gebroken rib, dus er was wel een sprankeltje hoop voor mij. Maar de dokters hebben hem toen een spuit gegeven tegen de pijn en hij heeft de volledige match gespeeld. Luciano was heel het seizoen eerste keuze, dus het was logisch dat hij onder de lat stond. Toch vond ik het een geweldige ervaring. Alleen al de weg van Antwerpen naar Brussel in de bus was een kippenvelmoment. Aan bijna alle bruggen over de A12 hingen spandoeken om ons aan te moedigen. En aan het Atomium hing een vlag van Beerschot in plaats van de Belgische vlag!”

Lachwekkende owngoal

Een Antwerpenaar en een West-Vlaming, een twintiger en een dertiger, 1m83 tegenover 1m91, … Hebben jullie ook iets gemeen?

Sierens: “Eigenlijk kun je zeggen dat we allebei een beetje hetzelfde parcours hebben afgelegd. Er zijn een aantal raakvlakken in onze carrière. Bram zat een paar jaar terug bij Germinal Beerschot op de bank, gebarreerd door Luciano, een goede eerste keeper. Ik maakte op die leeftijd hetzelfde mee bij Lokeren, waar Zítka in de goal stond. Allebei zijn we toen wat gezakt, ik naar Oostende in derde klasse, Bram via Tienen naar Aalst in vierde. We hebben dus gemeen dat we ons in de lagere klassen in de kijker hebben moeten spelen, maar vandaag wel eerste doelman zijn bij een eersteklasser.”

Wat jullie ook delen, is dat het dit seizoen niet altijd even vlot liep. Bram stond een tijdje naast de ploeg en Jurgen toonde zich niet meer de puntenpakker die hij het vorige seizoen wel was …

Sierens: “Ik zit in een mindere periode, de dingen slaan wat tegen, dat is waar.”

Verbist: “Fouten van keepers worden ook altijd uitvergroot. Een foutje maken bij een ploeg als Cercle of Roeselare, is bovendien vaak bepalend voor het resultaat.”

Sierens: “Inderdaad, bij een topploeg kan het aanvallend compartiment de situatie soms nog rechtzetten. Het enige wat je kunt doen na een blunder, is gewoon verder doen en met jezelf bezig zijn. Bram heeft dit seizoen ook een slag in zijn gezicht gehad, hij zal ook wel beseffen dat je gewoon moet rechtstaan en hard blijven werken.”

Verbist: “Dat is de enige manier.”

Sierens: “Het heeft geen zin om na een blunder in een hoekje te blijven zitten en te wachten tot je helemaal afgeschreven bent. Ik maak er ook nooit een probleem van om voor de camera’s te komen, ook als ik slecht gespeeld heb.”

Dat het filmpje van je ongelukkige owngoal tegen Anderlecht intussen via het internet de wereld rondgaat, dat moet toch een klotegevoel zijn?

Sierens: “Tja, klotegevoel … Het is een lachwekkende fase, dat besef ik zelf ook wel. De competitie gaat verder, maar ik ben er intussen al op voorbereid dat het wel nog een paar keer terug zal keren. Bij de Gouden Schoen is het al getoond, en aan het einde van het seizoen zal het wel nog een paar keer opduiken. En wie weet ook aan het eind van mijn carrière, en dan zal ik er eens goed om lachen.” ( lacht)

Verbist: “Toen ik het zag, vond ik dat echt erg in zijn plaats. Ik weet wat het is als je zoiets stoms tegenkomt. Je wilt dan echt in de grond zakken, hé …”

Kerstspel in Blankenberge

Jurgen, jij wordt dit jaar 34, wat zijn jouw ambities nog?

Sierens: “De voorbije jaren zijn er mogelijkheden geweest om Roeselare te verlaten, maar ik hoop toch dat ik mijn carrière hier kan afsluiten. Er was vage interesse van Cercle, maar vooral Beerschot heeft aan mijn mouw getrokken. De clubs zijn uiteindelijk niet overeengekomen en ik ben gebleven. Het bestuur heeft toen wel een inspanning gedaan om mijn contract aan te passen en dat apprecieer ik. Als geboren en getogen inwoner van Roeselare beschouw ik het ook wel als een eer om in mijn eigen stad op het hoogste niveau te kunnen voetballen. Het ideale scenario is dat ik nog een paar seizoenen onder de lat sta en dan als afsluiter een jaartje op de bank, om te helpen met de begeleiding van een jonge gast. Met SörenDutoit hebben we iemand met veel talent in huis, al moet hij nog veel leren. Het is aan hem om zich te manifesteren.”

Ik neem aan dat jij Cercle nog lang niet als een eindpunt beschouwt, Bram?

Verbist: “Na dit seizoen loopt mijn contract nog twee jaar. Het is mijn ambitie om met Cercle mee te groeien, dat zou al een mooie stap zijn. Ik voel me hier echt goed. Het is misschien ironisch, maar zelfs toen ik op de bank zat, voelde ik me eigenlijk niet slecht bij Cercle. Dat komt omdat de groep zo hecht is. Niemand laat elkaar vallen, of je nu speelt of niet. Als je ziet wat we gepresteerd hebben op stage in Blankenberge …”

Als ik me niet vergis, was jij Jozef in het kerstspel?

Verbist: “De mensen mogen dat kerstspel voor mijn part belachelijk vinden, maar we hebben het met onze groep toch maar gedaan. En het was heel plezant.” ( lacht)

door bregt vermeulen

Zelfs toen ik op de bank zat, voelde ik me goed bij Cercle. Bram Verbist

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content