Wil Genk Europees blijven voetballen, dan zal iederéén vanavond in Athene moeten tonen dat hij uit de voorbije wedstrijden heeft geleerd.

Nadat AEK Athene op Genk 0-0 kwam spelen, koesterde KRC de voorzichtige hoop dat het wel wat kon worden in de Champions League. Edoch. De 6-0-pandoering die in Madrid volgde en de thuiswedstrijd tegen AS Roma die in extremis nog met 0-1 werd verloren, lieten een roemloze afgang vermoeden. Maar zie, in Roma hield Genk niet alleen de thuisploeg in bedwang, het dwong ei zo na een overwinning af, waardoor nog alle kansen open blijven.

In Athene zal Genk vanavond evenwel vol aan de bak moeten, want willen de Limburgers ook nog aanspraak blijven maken op de derde plaats, die hen toegang verschaft tot de Uefacup, dan zal er gewonnen moeten worden. En bijgevolg gescoord, iets waarin de ploeg in de vorige vier wedstrijden niet slaagde. Al heeft het in Rome niet veel gescheeld, maar Dagano, nog steeds op zoek naar vertrouwen, trapte een opgelegde kans te zwak op doel. Zo goed als de verdediging dit keer stand hield – Zokora had de les duidelijk begrepen en bleef gedisciplineerd achterin – zo jammerlijk slaagde het er niet in een van de vele aanvallen succesvol af te ronden. Kreeg in Madrid en thuis tegen Roma Didier Zokora de volle laag, in Roma was Moumouni Dagano dus kop van jut en werd hij door onder andere een erg geïrriteerde WesleySonck tot in de kleedkamer toe de mantel uitgeveegd. Dagano : “De trainer had ons gevraagd om als spitsen af te haken en dan diep te gaan. Bij bepaalde fasen lukte dat niet altijd. Maar ik wou echt scoren.”

Genk in de Champions League, het blijft de puike collectieve prestatie ten spijt ook na AS Roma een verhaal van pijnlijke individuele missers. Sef Vergoossen : “Als je praat over ervaring opdoen… Juist in dergelijke wedstrijden zie je bij ons het gebrek daaraan doordat spelers zich willen bewijzen en dan fouten gaan maken. Didier bijvoorbeeld wou in Madrid laten zien dat hij een man kan uitspelen. Nou ben ik er, in die Champions League, en nou zal ik het eens tonen. Terwijl je dat nu juist niet moet doen : organisatie blijft op dit niveau het allerbelangrijkste. Als je het zoals in Madrid loslaat en na de 3-0 te snel de 3-1 wil maken, dan zie je meteen wat de gevolgen zijn. Met die ingesteldheid heeft het op dit niveau meer te maken volgens mij dan met concentratieverlies. Eens je die ervaring hebt, ga je die dingen niet meer doen, want die wedstrijden heb je dan al gehad. Maar in wedstrijden als tegen Beveren of zelfs Anderlecht merk je wel dat we snel de neiging vertonen achterin fouten te maken en de concentratie dreigen te verliezen.”

Waarmee Vergoossen het wel niet met zoveel woorden zegt, maar toch aangeeft dat de weerslag van de Champions League op de competitie niet weggecijferd kan worden. Dat ondervindt ook BerndThijs – tegen Roma een van de beteren op het veld – die in de tweede helft een vrije trap onbesuisd en hoog over het doel trapte. Dat, weet Thijs, is dan ook geen toeval. Bernd Thijs : “Met de Champions League krijg je minder tijd om op vrije trappen te trainen en dat voel je. Niet dat je het kwijtraakt, maar de gedachte dat hij binnen het kader zal zitten, valt wat weg. Je loopt aan en je denkt : hoe was het ook weer ? Daarom blijft die herhaling op training heel belangrijk.”

Vergeten we te midden alle terechte lof die Genk kreeg en alle lessen die uit de voorbije wedstrijden mogen zijn geleerd evenwel ook niet uit het oog dat Roma zonder Totti speelde, toch meer kansen afdwong dan Genk en op het middenveld ruimte weggaf, want een ploeg is op zoek naar zichzelf. “Want we zijn vermoeid”, gaf Candela aan. “Maar dat zal dan wel vooral mentaal zijn”, oordeelde FabioCapello, die tijdens de rust zijn ploeg zodanig de levieten las dat het tot in de Genkse kleedkamer te horen viel.

Sef Vergoossen : “Maar het moeilijke van zo’n ploeg blijft natuurlijk dat je niet alles kan uitschakelen. Je krijgt wel eens het gevoel dat je grip op de wedstrijd hebt, maar één verkeerd moment kan fataal zijn. Madrid heeft ons geleerd dat je op dit niveau heel veel discipline in je spel moet hebben. Laat je dat los, dan word je én kwetsbaar én slachtoffer.”

“Er is er één”, grijnsde Vergoossen op de persconferentie, “die het niveau van Spanje of Italië kan halen, maar wie, dat durf ik niet te zeggen ( lacht). Sonck en Skoko laten zien dat ze op Europees niveau meekunnen en er zijn er een aantal andere die in die richting gaan, maar nog moeite hebben met het tempo. Daarom heb ik de voorzitter al vaker gevraagd of er wat bij kan, maar dat gaat niet ( grijnst). In alle ernst : Genk heeft niet het vermogen om oudere spelers te kopen die veel meer voor de ploeg kunnen betekenen; ik weet dat wij jongeren moeten laten groeien.”

Een van hen kreeg dankzij de schorsing van JanMoons tegen AS Roma alweer een kans. DavySchollen deed in Rome alweer wat hij moest doen. Je vraagt je af hoe lang hij het met zijn talent blijft volhouden op de bank. Door zijn trainer bij Sint-Truiden een carrière bij de nationale ploeg voorspeld – “Anders hebben ze bij Genk slecht gewerkt.”- en ook in de voorbereiding heel sterk gepresteerd tegen onder andere PSV, heeft Schollen redenen genoeg om ambitieus te zijn. Maar verder dan zeggen dat hij dat is, gaat Schollen niet. “Jan en ik, we hebben elk onze stijl : hij misschien wat meer op techniek, ik misschien wat meer op kracht, maar of ik speel of niet dat is de keuze van de trainer. Ik probeer ondertussen zoveel mogelijk op te steken. Het verschil met de competitie is : het gaat in de Champions League veel sneller én je moet ook als keeper de hele wedstrijd bezig zijn, want die ploegen zijn in staat om uit geen kans toch een doelpunt te maken. Daarnaast moet je, omdat we bij Genk toch een hoge speelstijl proberen aan te houden, de ruimte die je als keeper voor je krijgt zoveel mogelijk trachten te bespelen zodat je als ploeg niet constant achteruit hoeft te lopen.”

Ook daarin leek de ploeg in Roma rijper geworden. Hoewel het voorin vooral met Dagano niet goed klikte en Sonck zich ergerde dat hij te weinig in het spel werd betrokken, durfde Genk bij balbezit de ruimte op het middenveld wel offensief te benutten. Bovendien hield Genk op het middenveld de ruimte klein, waardoor de druk op de verdediging een stuk lager lag dan in de voorgaande wedstrijden. IgorTomasic : “Het tempo ligt uiteraard hoger en je weet dat je veel meer kracht moet tonen en veel meer moet lopen. Als je zoals Roma speelt met twee spitsen en, in de wedstrijd op Genk, met Totti tussen de linies erachter is het zaak voortdurend te kijken waar hij loopt. Ploegen in de Champions League spelen tactisch gevarieerder dan wij gewend zijn : zelfs als ze altijd éénzelfde systeem merk je dat ze toch zomaar van de ene naar de andere kant kunnen lopen zonder dat de structuur uit de ploeg valt. Tegen Real liep Figo, bijvoorbeeld, op links en op rechts en zakte Raul geregeld naar het midden uit.”

Het is dus zaak altijd geconcentreerd te blijven, “want eens ze scoren is dat voor ons nog moeilijk recht te zetten. Tegen pakweg Beveren lukt dat nog wel, maar tegen Europese toppers is het moeilijk om compact te blijven voetballen omdat je te graag wil laten zien dat je geen makkelijke tegenstander bent door te snel de aansluiting te willen zoeken. Maar het lukt ons steeds beter om daarmee om te gaan omdat de stress minder wordt. Kijk, in de eerste wedstrijd die je in zo’n Champions League speelt, loop je nerveuzer dan we nu zijn. Dat voel ik ook aan mezelf. Tegen AEK thuis bijvoorbeeld liep ik de hele tijd na te denken en dat is inmiddels toch wel veel minder het geval. Dus dat bewijst dat je stilaan toch wat leert uit die partijen tegen topploegen. Je went eraan en dat geeft een heel goed gevoel. Maar, denk ik, om echt een hoger niveau te bereiken moet je al een paar jaar Champions League spelen.”

Heeft heel Genk de mond vol over hoeveel er sportief bijleren, extrasportief is dat veel minder het geval. Om niet te zeggen niet het geval. Algemeen directeur PaulHeylen : “Organisatorisch, qua omzetcijfer uit de horeca en de uitbating van het stadion, hebben ze ons op Europees vlak nog niks moeten leren. Ga het rijtje maar af : Duisburg en Mallorca, daar was niks, Maribor had zelfs nog geen kantine, Zürich, mooi stadion, maar verder niks, Bremen, Sparta Praag, Madrid, waar een half uur na het einde van de wedstrijd het stadion helemaal leeg is, Roma, heeft geen business seats…”

Een en ander maakt dat ongeacht het eindresultaat de Champions League voor KRC een winstgevende onderneming zal zijn geweest. Heylen : ” Verschueren zei : als je ongeveer 180 à 200 miljoen netto overhoudt, dan heb je heel goed gewerkt. Maar zelfs als we geen punten meer halen, houden we 150 à 160 miljoen over, dat is een bedrag dat via de Uefacup nooit te winnen valt. Want tegen Lens in de Uefacup bijvoorbeeld, haal je volgens mij geen 15000 man, zó belangrijk is dus de uitstraling van de Champions League geworden.”

Heylen kan verder niet anders dan vaststellen dat Westerlo tegen La Louvière een dieptepunt van 2700 toeschouwers bereikte terwijl “Virton voor de bekerwedstrijd tegen ons 2300 man meebrengt. De eerste keer dat zoveel volk van de tegenstander komt, terwijl voor een wedstrijd naar Dessel bijvoorbeeld maar 250 man van Virton meegaat. Iedereen komt nu eenmaal graag naar Genk.”

Jos Vaesen ten slotte trekt vooral lessen uit de omgang met de pers – al wil hij zich nog altijd wel eens op een onbehouwen uitspraak laten – én uit de omgang met de clubbesturen. Jos Vaesen : “Het woord vista wordt daarbij wel eens gebruikt. Want leren, wat is dat ? Luisteren en datgene gebruiken wat je organisatie iets kan bijbrengen. Uit de manier waarop wij in Madrid zijn behandeld – niet als zomaar een ploegje, dat heeft mij gefrappeerd – heb ik de conclusie getrokken dat als wij in België oefenwedstrijden spelen tegen kleinere clubs, wij die ook met respect en honneurs moeten behandelen. Want dat is wat Madrid ook heeft gedaan, zij het in een andere dimensie. Het is nog wat prematuur om daar iets over te zeggen, maar we hopen dat we in de toekomst tot een samenwerking kunnen komen. In twee gevallen hebben we daarvoor dus met een club gepraat. Bij Heusden-Zolder geeft het sommige spelers de kans meer speelgelegenheid te krijgen op competitief niveau en zoiets zou misschien ook met Madrid kunnen op een hoger niveau. Maar ach, van de andere kant krijgen die mensen vijf keer per jaar die vraag gesteld en wijzen ze ons uit beleefdheid niet direct af.”

Net als in Madrid en Roma zal ook in Athene het bestuur traditiegetrouw met de nodige honneurs worden ontvangen, zoals dat trouwens ook in Genk het geval is voor de tegenstanders, wanneer er relatiegeschenken worden uitgewisseld en dure wagens ter beschikking worden gesteld. Jos Vaesen : “Maar ik heb al heimelijk gedroomd om in Athene uit protest niet naar de lunch met hun bestuur te gaan. Naar de officiële lunch in Genk hadden ze namelijk twee van die snotbellen, mensen van derde garnituur, gestuurd en dat vond ik een affront.”

door Raoul De Groote

‘Sonck en Skoko lieten zien dat ze op Europees niveau meekunnen.’ (Sef Vergoossen)

‘Zelfs als we geen punten meer halen, houden we 150 à 160 miljoen over’ (Paul Heylen)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content