Ooit speelde hij voor Club Brugge, maar dat is zogoed als vergeten.

Jens Naessens: “Natuurlijk had ik een paar jaar geleden niet gedacht dat ik nu zou staan waar ik sta. Ik was bij de jeugd niet een van de grootste talenten, ook door veel blessures. Elk seizoen was ik twee, drie maanden out. Veel gesukkeld met mijn bekken. Bij de beloften hebben ze me iets beter opgevolgd, heb ik ernaar kunnen trainen, en vanaf dan had ik minder blessures.

“In de jeugd heb ik nog twee jaar bij Club Brugge gezeten, op mijn veertiende en vijftiende . Daarvoor drie jaar Moeskroen, begonnen ben ik in Deinze. Moeskroen had met zijn Futurosport de beste jeugdopleiding na Anderlecht. Maxime Lestienne was een jaar jonger, ik kende hem er alleen van zien. Na drie jaar kwam Club Brugge. Het eerste jaar daar was zeer goed, ik speelde en scoorde veel. Het tweede jaar geloofde de trainer minder in mij. Ik stond niet op mijn positie, mocht vaak niet spelen, had op de duur geen vertrouwen meer en wilde liever elders voetballen. Thibaut Van Acker stond in mijn ploeg, Colin Coosemans was een jaar jonger, maar speelde ook vaak met ons mee. Brecht Dejaegere was toen nog onze keeper. Een goeie, maar wat klein… (lacht) Van de ploeg bij Moeskroen voetbalt niemand meer op het hoogste niveau. Eigenlijk wel opmerkelijk, ja. En wellicht zal niemand het van mij hebben gedacht. Talent is duidelijk niet het enige wat de doorstroming bepaalt. Ook het mentale, wat je wilt doen en opgeven. En de geluksfactor.

“Niet veel zelfvertrouwen, dat is mijn probleem. De trainer hamert daar vaak op. Eén slechte match en ik begin na te denken. Ook op het veld: ik zou kunnen dribbelen, maar ik durf het gewoon niet, omdat ik twijfel aan mezelf. Sommigen hebben te veel overtuiging, ik misschien net iets te weinig. (lacht) De Franse of de Nederlandse mentaliteit, dat is écht een wereld van verschil. De Nederlandstaligen zijn altijd als eersten op de club, en dan komen de Franstaligen, soms iets te laat. Zo zijn ze in alles, zich minder dingen aantrekken. De trainer die vies is op hen… Die mannen trekken zich daar allemaal niks van aan. Ik reageer daar helemaal anders op. Een werkpunt.

“Ik voel me nu wel een eersteklasser, maar dat heeft lang geduurd. Toen ik in het begin bij de groep kwam, was het moeilijk om me te laten gelden. Er waren ook zo veel ouderen. Ik denk dat het nu, met al die jongeren, wat gemakkelijker is. Destijds was ik alleen als belofte. Op wie werd er gezaagd op training bij een slechte pass? Op mij natuurlijk, terwijl elke jongere weleens een slechte bal geeft.

“Ik heb op school handel en administratie gedaan. Mijn diploma gehaald, maar dan bijna direct mijn contract kunnen tekenen. Toen heb ik even zitten denken of ik niet verder zou studeren, maar studeren zit niet echt in mij. Ik ben blij dat ik hier een kans kreeg, dat ik niet direct moest gaan werken.

“Ik ben veel bij mijn vriendin, of zij bij mij. Ze studeert nu voor leerkracht lager onderwijs, later veel kinderen waarschijnlijk… (lacht) En verder ga ik weleens weg met vrienden en is er veel rust, leven als een prof. Een film kijken. Of PlayStation. Niet met Jens Naessens, neen, niet goed genoeg. Ik speel liever met de grote ploegen. (lacht) Dat eeuwige zelfvertrouwen, he…” ?

BEELDEN CHRISTOPHE KETELS / IMAGEGLOBE

“Op wie werd er gezaagd bij een slechte pass? Op mij natuurlijk.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content