Vijf mediawatchers geven beurtelings hun mening over de voetbalactualiteit : Peter Vandenbempt (VRT-radio), Gui Polspoel (Canal+), Dirk Deferme (VTM), Frank Raes (VRT-tv) en Marc Delire (RTBF-tv). Deze week is Gui Polspoel aan de beurt.

Welk beeld houd je over van de overleden Raymond Goethals ?

Gui Polspoel : “Het zat er al een tijdje aan te komen, hé. Ik liet me vertellen dat hij op de begrafenis van Guy Thijs al had aangekondigd dat hij de volgende zou zijn. Ik mocht Raymond Goethals wel, had een beetje een boon voor hem. Misschien omdat ik ook Brusselaar ben en zijn taal op een andere manier apprecieer, want daar werd nogal eens om gelachen in Vlaanderen. Ik vond dat wel wat jammer. Die man was bezeten van voetbal. Ooit, na een wedstrijd op Anderlecht jaren geleden, kwam Raymond naar me toe met een grote bruine omslag. Hij was net terug uit Brazilië en had een hele reeks foto’s mee van grootheden, waaronder Pelé. Net als een kind was hij daar ongelooflijk fier op, hij stond echt te blinken. Maar van zodra we over de match begonnen, ging hij met zijn balpen – zoals hij anders deed op een bierviltje – enorm geweldig tekeer. Raymond plooide die omslag, maakte volop aantekeningen en had niet door dat hij die foto’s kapotmaakte. Dat tekende hem. Hij kon zo opgaan in zijn verhaal dat al de rest bijzaak werd. Raymond stond op met voetbal en ging ermee slapen. Het was tegelijk zijn lief, maîtresse, vrouw en moeder.”

In het stadion van FC Brussels wordt een tribune naar hem vernoemd. Een mooi eerbetoon ?

“Ach, ik vind dat ze het hele stadion naar hem moeten vernoemen. Van mij mogen ze dat zelfs doen met de basiliek van Koekelberg. Raymond was van Molenbeek en begon te voetballen op een veld waar de basiliek nu staat. Hoewel hij niet katholiek was, wilde hij daar toch begraven worden. Dat was toch zijn vurigste wens, hé.”

Anderlecht behaalde geen enkel punt in de Champions League. Bij het 3-0-verlies bij de B-ploeg van Inter vielen opnieuw de defensieve blunders op, vooral van Lamine Traore.

Traore is eigenlijk een pure mandekker. Hij kan, met zijn atletisch vermogen, perfect een spits uit de match houden en hem het scoren beletten. Maar zodra het wat ingewikkelder wordt en hij moet doordekken, inschuiven of posities overnemen, raakt hij heel snel zijn hoofd kwijt. Dat zou hij eigenlijk geleerd moeten hebben in de opleiding. Ook Vincent Kompany en Anthony Vanden Borre laten dat soort steken vallen. Ik vrees dat die jongens daarmee de tol van hun talent betalen. In de jeugd waren ze zo sterk dat het tikkeltje extra allemaal niet hoefde en daar minder aandacht aan werd besteed. Dan verkies ik toch een Olivier Deschacht. Veel minder getalenteerd en iemand die weet dat hij moet compenseren met concentratie, soberheid en tactische sterkte.”

Welke conclusies trek je uit de topper tussen Anderlecht en Club Brugge ?

“Ik zag een wedstrijd die volledig kantelde. Plots aarzelde Club Brugge, nam het dezelfde ziektes van Anderlecht over : onzekerheid in plaats van zelfvertrouwen. Ik begreep de keuze niet voor Birger Maertens als verdedigende middenvelder. Bij Brugge blijft dat toch een sleutelpositie. Als Anderlecht kwam, kroop die gewoon tussen de centrale verdedigers. Dan kan je geen druk zetten, stelde ook Trond Sollied vast. Maertens mag dan wel goed bezig zijn op training, Philippe Clement leek me toch een betere keuze. Bij Anderlecht zag je ook meer rust. Is dat dan de inbreng van Hannu Tihinen, die inderdaad voor meer organisatie zorgt en beter stuurt ? Als de onderbouw goed zit, dan volgt de rest wel. De verdediging oogde alleszins veel solider.”

Gevolg is dat de titelstrijd weer volledig open is ?

“Gelukkig maar. Nenad Jestrovic was toch weer een bepalende factor. Hij zégt het niet alleen, maar dóet het ook. In deze sfeer komt hij het best tot zijn recht. Twee pogingen, evenveel keer tegen de paal. Hij was voortdurend aanwezig in de zestien meter, trekt gaten en maakt het ook nog eens zelf af. Dat is een gave.”

Alin Stoica werd vorige week in alle stilte 25 jaar. Verwacht je nog iets van zijn carrière ?

“Ik begreep nooit zijn keuze voor Club Brugge. Die jongen heeft gewoon behoefte aan een ander soort voetbal. Het strak geleide systeem van Club past niet bij zijn frivoliteit. Bovendien is het een eenzaat, iemand die gepamperd moet worden. Dat past niet bij de mentaliteit van Club Brugge. Hij betaalt daar nu wat de tol voor. Bovendien is hij veelvuldig geblesseerd. Het wordt de hoogste tijd dat hij daar verandering in brengt. De twijfels overwegen toch, niet aan zijn talent, maar wel aan zijn rendement voor een langere periode.”

Roger Lambrecht blijft druk zetten op Franky Van der Elst, wiens krediet stilaan op lijkt. Terecht ?

“Ik rekende Lokeren met hun potentieel voor de competitiestart tot de mogelijke revelaties. De afwezigheid van Runar Kristinsson woog zwaar door. Veel, zoniet alles, draait rond hem. Als je een dergelijke spelbepalende figuur ziet wegvallen, waarrond je hele concept is opgebouwd, dan is het niet evident om een waardige vervanger te zoeken. Mannen als Roger Lambrecht willen winnen én ook nog eens spektakel zien. Dat valt niet uit de lucht. Het zogenaamde invallerselftal van Inter speelt, met de kwaliteit die daar loopt, met een straat voorsprong kampioen bij ons. Bij ons bestaan goede doublures niet meer. Dat legt onze leemtes goed bloot.”

Na Jos Verhaegen treft Franky Van der Elst een tweede voorzitter die kort op de bal speelt ?

“Misschien ook de twee die het best het voetbalspelletje kennen. Ik geloof zelfs dat Lambrecht over een trainersdiploma beschikt. Dat zijn de mannen met het geld die de trainer als eerste op de vingers tikken. Zij denken vaak : het moet hier, net zoals in mijn bedrijf, rap gaan. Geen tijd verliezen en zoveel mogelijk winst maken. Maar zo werkt dat niet in het voetbal. Franky Van der Elst kent dat soort gabbers natuurlijk, blijft daar goed rustig bij. Hij denkt waarschijnlijk geregeld : ach, laat maar waaien, ik doe mijn werk wel. Het is niet zoals met een luxewagen waar je op het gaspedaal duwt en meteen 150 kilometer per uur haalt. Door omstandigheden verloor Lokeren ook Davy De Beule. Lambrecht moet misschien ook maar eens in eigen boezem kijken. Als je hard op het rempedaal duwt, stopt je auto ook vanzelf, hé.”

Georges Leekens blijft met een noodelftal meedraaien bij de eerste vijf, maar roept ook al weken om versterking. Een kaakslag voor de Gentse jeugd, die goed depanneert ?

“Als Philippe Buyssens en Erdinç Kurtulus nuchter zijn, dan weten ze ook wel dat ze nu unieke kansen krijgen en er doorgroeimogelijkheden bestaan. Maar Georges Leekens kent heel goed zijn opdracht en wil daar niet voor de rest van het seizoen op verder bouwen. Daar zit geen Kompany tussen, hé. Buyssens en Kurtulus vullen gewoon een gat. Dat is een groot verschil met Mbark Boussoufa. Die zorgt echt voor een toegevoegde waarde, is technisch sterk, maar ook een harde werker. Een heel slimme speler, bij wie je duidelijk ziet dat hij zijn basisscholing genoot bij Ajax. Gent is bezig met een groot project, met een nieuw stadion, maar er moet ook een ploeg komen die aansprekende resultaten boekt. Het is dansen op een slappe koord : enerzijds verder saneren, maar ook een goede klassering voorleggen. Leekens is een sluwe vos. Als hij roept om versterking en hij krijgt die niet, dan heeft hij straks een argument om zich te verdedigen.”

door Frédéric Vanheule

‘Stoica heeft behoefte aan een ander soort voetbal dan dat van Club Brugge.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content