Als een echte gentleman nam de Schot John Collins (41) afscheid van Charleroi, dat hij afgelopen seizoen op een teleurstellende twaalfde plaats parkeerde en waar de oud-international moest werken in surrealistische omstandigheden.

“Ik vertrek zeker niet met spijt”, zegt hij. “Het was gewoon een moeilijke ervaring. Voor het eerst moest ik vechten tegen de degradatie. Onophoudelijk moest ik de groep motiveren, wat nooit echt eenvoudig is.”

Was de opdracht veel zwaarder dan je vooraf had ingeschat?

John Collins: “Heel eerlijk: ja. Ik wist niet echt waar ik terechtkwam en waar ik aan begon.”

Zou je meer inlichtingen nemen alvorens te tekenen, mocht je alles kunnen herdoen?

“Ja, zelfs al had ik de installaties van de club bezocht en wist ik heel goed in welke staat ze zich bevonden. Charleroi beschikt over de infrastructuur van een tweede- of derdeklasser. Maar dat is algemeen gekend.”

Wat ontgoochelde je het meest?

“Het veld. Toen ik merkte dat niemand zich daar fulltime mee bezighield, kon ik dat moeilijk geloven.”

Maakte je daarover je beklag tegenover de clubleiding?

“Na de eerste wedstrijd vroeg ik hen dat probleem op te lossen.

En?

“Ik kreeg het antwoord dat er een zoekertje in de krant zou worden geplaatst. Waar ik woon, is het nochtans niet moeilijk om een tuinier te vinden.”

Enkele jongens kozen wedstrijden uit en speelden à la carte?

“Om te spelen bij een topclub moet je constant presteren. Dat was de zwakheid van de groep. Alleen talent volstaat niet. Inzet en ijver zijn ook nodig om te slagen.”

Sommigen konden zich blijkbaar alles veroorloven?

“Het klopt dat een gedeelte van de groep nogal dicht bij Mogi Bayat staat.”

Dat is een probleem voor een trainer?

“Voor mij was het alleszins niet normaal dat spelers zich zo vaak in het bureau van de sportief directeur bevonden. Na twee weken meldde ik dat aan Mogi. In geen enkele club bestaat zoiets. Die situatie was totaal niet gezond voor Charleroi. Maar Mogi zal nooit veranderen. Hij zegt dat het zijn managementstijl is.”

Had je dan de indruk de sportieve baas te zijn?

“Nee. Mogi is de patron van de club. Ik was de baas van het veld.”

Kon je je eigen mening inzake de sportieve beslissingen doordrukken?

“Dat vroeg heel wat energie. Voor Mogi en Abbas gaat het om hun club! Als jij me zegt dat ze de vorige coaches beïnvloed hebben, verwondert me dat niet. Maar ik werd nooit echt gecontroleerd. Nooit vertelden ze dat ik speler x of y moest opstellen. Ze zouden het ongetwijfeld wel gewild hebben, maar ze wisten dat zoiets bij mij niks zou uithalen. Ze hadden altijd over van alles en nog wat hun mening. Dat is hun stijl.”

Bij je aanstelling verklaarde je dat je nog nooit een zo gepassioneerde voorzitter had ontmoet.

“Dat is hij ook, maar geen trainer noch een voetbalkenner. Hij kent het voetbal niet door en door. Hij was nooit een speler. Dat moet de volgende coach absoluut weten.”

STéPHANE VANDE VELDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content