Een jaar geleden ruilde Jonas De Roeck Germinal Beerschot voor AA Gent om sportief een stap vooruit te zetten. Uiteindelijk eindigde zijn ex-ploeg net voor zijn nieuwe club. Na een aarzelende start – door een blessure moest hij lang wachten op een kans – werd hij titularis in een vaak met de vinger gewezen verdediging. Van de achttien wedstrijden die hij speelde, kwam hij ook een aantal keer als verdedigende middenvelder uit. Net voor zijn vertrek met vakantie hoorde De Roeck dat Michel Preud’homme straks zijn nieuwe trainer wordt.

Jonas De Roeck: “Ik was echt verbaasd. Nooit gedacht dat Gent zo iemand zou kunnen binnenhalen. Een aangename verrassing. Onder de spelers praatten we vorig jaar veel over wat Preud’homme bij Standard realiseerde. Er was toen ook bij ons al veel respect voor hem. Ik dacht dat Preud’homme bij Standard zou blijven of naar een Europese topploeg gaan. Dat zijn wij toch nog niet.”

Wat moet Preud’homme bij Gent doen?

“Verdergaan op ons elan: het aanvallende voetbal aanhouden, en verdedigend wat meer organisatie brengen. Het vorige seizoen was er één met té veel hoogtes en laagtes. Belangrijk is om daar een constante in te brengen.”

Wat mag de nieuwe trainer vooral niet doen?

“Hij mag niet over zich heen laten lopen door de spelers. Sollied liet ook niet over zich heen lopen, maar spelers hebben toch een zekere controle nodig. Ze moeten ook bewust gemaakt worden van hun plichten. Bij Gent ging het er op dat vlak losser aan toe dan bij Germinal Beerschot. Sollied is iemand die de spelers veel ruimte gaf. Sommigen konden daar niet mee om. Ik denk dat wij als geheel vorig seizoen nog niet rijp genoeg waren voor die aanpak. Maar ik heb veel van hem geleerd.

Wat, bijvoorbeeld?

“Hij gaat altijd uit van de eigen kracht, heel on-Belgisch. Hij past zich zelden aan de tegenstander aan. Daarbij geeft hij zijn spelers veel vertrouwen. Ik hield van die aanpak, maar dat werkt maar als je spelers zelf goed weten wat mag en wat niet.”

Hebben jullie er afgelopen seizoen alles uitgehaald?

“Dat denk ik niet, maar dat lag meer aan het gebrek aan rijpheid van de groep dan aan de aanpak van de trainer. We hadden best vierde kunnen worden.”

De verdediging heette het zwakke punt. Akkoord?

“Ja. Voor onze kwaliteiten slikten we te veel en te domme doelpunten. Het had ook met de 4-3-3-opstelling te maken: aanvallend brachten we veel, verdedigend kon het beter. Het was een hele aanpassing om als verdedigers zo hoog te spelen. We waren ook met vier nieuwe verdedigers die nog niet samengespeeld hadden. Het tweede jaar gaat dat meestal veel beter.”

Nu verliezen jullie ook Fadiga.

Khalilou was een persoonlijkheid in de groep. Hij kwam met iedereen goed overeen, naar zijn mening werd altijd geluisterd. Als we naar buiten traden, nam hij vaak het woord. Op het veld zag je dat hij twee jaar had stilgelegen, maar in de matchen waarin hij goed was, merkte je dat hij nog het verschil kon maken.”

Wat heb je afgelopen seizoen zelf geleerd?

“Dat, als je honderd procent blijft werken, je op een bepaald moment ook je kans krijgt. Sollied is niet iemand die je na twee weken goed werken een basisplaats geeft, maar als je doorzet, komt die kans wel. In ruil verwacht hij van zijn spelers dat ze échte profs zijn.”

Heb je sportief die stap vooruit gezet die je wilde vooruit zetten?

“Het was een aanpassingsjaar voor mij. Ik heb het gevoel dat ik tevreden mag zijn over mijn tweede ronde, maar dat ik straks meer moet doen dan bevestigen. Ik moet een steunpilaar vormen voor de ploeg. Nu heb ik alleen maar mijn steentje bijgedragen. Ik had wel de indruk dat Sollied tevreden was over mij, ook over mijn inzet toen ik geblesseerd was.”

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content