AA Gent maakt kennis met de jongeren Dries Bernaert, Wim De Decker, Jimmy Hempte en Brecht Verbrugghe. Wie zijn ze en vanwaar komen ze ?

Nog tijdens het vorige seizoen speelde AA Gent kort op de bal in het vastleggen van transfervrije jonge talenten elders : er was niet alleen Patrick Dimbala, die werd losgeweekt bij Eendracht Aalst, maar ook Jimmy Hempte (20) bevrijd uit een hachelijke situatie bij Moeskroen, en Wim De Decker (20) weggehaald bij Beveren. De komst van een nieuwe trainer, Jan Olde Riekerink, met een boontje voor de jeugd, leidde ondertussen ook tot de lang verhoopte doorbraak van Brecht Verbrugghe (20) en de ontbolstering van Dries Bernaert (18).

De keuze

Brecht Verbrugghe : “Moet ik de spits afbijten ? Allez dan, omdat ik al aan mijn derde jaar bij de eerste ploeg begin. Op mijn zeventiende speelde ik nog voor tweedeklasser SV Roeselare. Ik kon ook naar Moeskroen en Eendracht Aalst, maar koos voor AA Gent omdat het met het meest concrete voorstel kwam, een degelijke subtopper was en Europees speelde. Ik kreeg bovendien te horen dat het een familieclub was, met een vriendschappelijke sfeer. Scout Gilbert De Groote hield mij ook altijd voor dat er zich na een inloopperiode wel speelkansen zouden aandienen.”

Wim De Decker : “Gent is een ambitieuze ploeg, op amper twintig minuten rijden van waar ik woon. Al tijdens de eerste gesprekken ontstond er wederzijds een goed gevoel, ook omdat ik vooraf goed was ingelicht door Gunter De Meyer. Als je de kans krijgt om van een staartploeg als Beveren naar een vaste waarde in de topvijf te vertrekken, moet je niet twijfelen. Ik was er me wel van bewust dat de overstap niet vanzelfsprekend zou verlopen : grotere concurrentie betekent misschien minder speelkansen. Maar ik was bereid om in mezelf te investeren.”

Dries Bernaert : “Ik ben nog een van de Boskampboys, zoals ze dat hier zeggen. Vijf jaar geleden ben ik door Piet Demol naar Gent gelokt, ik ben afkomstig van Oostrozebeke. Ik kwam terecht in een bijna uniek Belgisch jeugdproject, waar er zeer sterk aan de individuele kwaliteiten van de jongeren werd gewerkt. Ik heb me de keuze nooit beklaagd, want heb enorm veel opgestoken van de individuele trainingen met Jan Van Troos en Charly Musonda. Dankzij hen werd mijn linkervoet beter en ook mijn snelheid en techniek. Dat de doorstroming er pas nu doorkomt, is logisch : je hebt altijd een inloopperiode nodig. Samen met Spencer Verbiest, Thomas De Meyer en Frederique Autekie vervul ik nu een soort voorbeeldfunctie. Jongens als Frederik Pruyt, en Jurgen Spileers weten nu dat ook zij kunnen doorgroeien. Er is nog genoeg jong talent op komst.”

Jimmy Hempte : “Ik ben een product van Futurosport in Moeskroen. In december kreeg ik van hen een contractvoorstel om prof te worden, maar we werden het niet eens over de duur. Zij wilden drie jaar geven, ik stuurde aan op een kortere duur met uitzicht op meer speelkansen. Hugo Broos, die niet echt veel vertrouwen in mij had, wilde mij twee jaar laten rijpen en pas in het laatste jaar speelkansen geven. Omdat het te lang aansleepte naar hun zin, werd ik op 1 januari naar de B-kern verwezen en mocht ik geen wedstrijden meer spelen. Toen AA Gent zich aandiende, moest ik niet lang twijfelen. De laatste twee maanden van vorig seizoen kon ik hier al meetrainen met de invallers en wedstrijdritme opdoen. Dat vergemakkelijkte de aanpassing.”

De trainer

Verbrugghe : “Pas nu voel ik me een volwaardige eersteklasser. De omschakeling is veel groter dan je denkt. Onder Henk Houwaart voelde ik me totaal niet klaar. Ik begreep heel goed waarom hij me niet opstelde. Bij Patrick Remy werd ik al snel het alternatief voor Edin Ramcic, Eric Joly en Matthieu Verschuere, de gevestigde namen. Maar hij had het niet voor mij, bleek al snel in zijn tweede jaar. Samen met Carrez, Kharif, Laamers en Olcese werd ik naar een veredelde B-kern gestuurd. Een grote teleurstelling was dat. Even was er zelfs sprake van een verhuur aan RC Gent-Zeehaven. Gelukkig is Herman Vermeulen altijd in mij blijven geloven. Hij wilde me vorig seizoen de laatste vier wedstrijden nog wat speelkansen geven, maar door ziekte kwam het daar niet van.

“De nieuwe trainer huldigt het principe dat de beste altijd speelt. Hij houdt geen rekening met namen. Dat doet deugd, het is een zegen voor de jeugd. Zonder te twijfelen dropte hij voor de openingswedstrijd tegen Antwerp vier jonge gasten in de ploeg. Vooral zijn gedrevenheid valt me op. Hij spoort je voortdurend aan initiatief te nemen, niet passief toe te kijken. Als hij eens meedoet in een onderling partijtje, merk je verbaal dat hij een echte Nederlander is. Dan durft hij wel eens deftig vloeken bij een verkeerde pass. Hij gaat dan echt op in het spel. Het is een echte winnaar.”

Bernaert : “Al van toen ik bij Waregem voetbalde, speelden we in een 4-3-3-veldbezetting. Daar speelde ik nog vaak als offensieve middenvelder of diepe spits, terwijl ik bij AA Gent net als bij de nationale ploeg onder negentien meestal werd gebruikt als buitenspeler aan de rechtse kant. Ik voel me zelf heel goed in een offensief concept. Dan kan ik me uitleven. Het is ook iets wat de trainer blijkbaar heeft opgemerkt. Al vanaf het begin stimuleert hij me acties te maken. Ik mag geen faalangst hebben en moet altijd proberen. Wie niet waagt, niet wint, hé (lacht).

“Ik merkte al dat de trainer ernaar streeft met iedereen een even goed vriendschappelijk contact wil houden. Elke speler is voor hem van gelijke waarde, hij maakt geen onderscheid tussen oud of jong. Hij streeft constant naar een juiste mentaliteit en eist op elk moment scherpte. Wie droomt tijdens een oefening zal het wel horen. Voor hem kan het ook niet dat je op training op tachtig procent van je mogelijkheden speelt. Honderd procent is de maatstaf. Zelf is hij technisch heel onderlegd. Tijdens of na de training kunnen we regelmatig eens zijn traptechniek bewonderen. Het is de moeite hoor.”

De Decker : “Het is een man met persoonlijkheid, die heel goed zijn ideeën op de groep kan overbrengen. Hij pakt alles rustig aan, weet dat er tijd nodig is om zijn systeem onder de knie te krijgen. Het viel me ook op dat hij vanaf de eerste training elke speler met de voornaam aanspraak. Dat duidt toch op een grote professionele ingesteldheid. Ik schrok er ook van dat alles op training met bal gebeurt. Alles is gericht op een snelle circulatie, wat heel aangenaam is en de concentratie alleen maar bevordert. Tijdens de wedstrijd moeten we de actie durven maken.”

Hempte : “Iedereen wordt op gelijke voet behandeld en krijgt vertrouwen. Dat zag je ook meteen bij de terugkeer van Darko Anic. Hij kende hem niet. Maar iemand die een kwalitatieve meerwaarde kan betekenen voor de kern, neemt hij er graag bij. De trainer hecht veel belang aan het creëren van een groeps- en thuisgevoel. Iedereen moet zich op zijn gemak voelen bij AA Gent. Je merkte ook snel dat de meeste spelers zich kunnen vinden bij zijn offensieve aanpak.”

De ambities (1)

Verbrugghe : “Het is het eerste jaar dat er zoveel met de jeugd wordt gewerkt. Dat is een pluspunt en laat zich merken : in ons enthousiasme gaan we ons willen bewijzen, maar ook fouten begaan. In vergelijking met de voorgaande seizoenen is de concurrentie voor sommige posities ook niet zo scherp. Verschuere is natuurlijk een groot verlies, maar hij was niet allesbepalend voor het spel van AA Gent. We moeten gewoon proberen de aansluiting met de topploegen te behouden.”

Bernaert : “Het is echt moeilijk te zeggen hoe ver we kunnen komen. Ik heb weinig zicht op de mogelijkheden van de andere ploegen.”

De Decker : “De meeste mensen binnen de club speculeren toch op een vijfde plaats. Het moet haalbaar zijn. Club Brugge, Anderlecht, RC Genk en Standard beschikken normaal gezien over een sterkere kern beschikken. Het zal dus een gevecht worden met Lokeren, GBA, Moeskroen en een uitschieter als Lierse, bijvoorbeeld.”

Hempte : “We moeten proberen de prestatie van het vorige jaar te evenaren, zeker ? Dat betekent binnen de eerste vijf eindigen. Volgens mij is dat goed mogelijk, want we beschikken over een goede mix van jeugdig enthousiasme en ervaring. Alleen mogen we niet te veel punten verliezen tegen de zogenaamd kleinere clubs.”

De ambities (2)

Verbrugghe : “Ik moet nog wat body kweken. Blijkbaar kan ik het gebruiken om de duels goed aan te gaan. (lacht, maar dan kordaat) Ik wil dit seizoen definitief het etiket van eeuwige belofte van me afgooien. Misschien moet ik inderdaad wel ietske meer een smeerlap zijn en verbaal sterker van me afbijten. De trucjes van Karagiannis kunnen me wel van pas komen. Op mijn positie is dat blijkbaar nodig. Maar ik kan mezelf moeilijk veranderen, hé.”

Bernaert : “Ik wil nog zoveel mogelijk wedstrijden meepikken en nuchter blijven. Het gaat heel snel, weet je. De kansen die ik nu krijg, wil ik ten volle grijpen. Maar ik besef even goed dat er een terugval kan komen, wanneer de velden wat zwaarder worden. Ik probeer dit seizoen vooral mijn ogen de kost te geven en goed te luisteren. Van Gunther Schepens kan ik nog veel leren, van voorzetten geven tot het doseren tijdens een wedstrijd. Maar ik heb vertrouwen en geen schrik. Het moet ook niet per se dit seizoen gebeuren. Ik mag mezelf zeker niet forceren.”

De Decker : “Ik zou graag zo veel mogelijk vertrouwen opdoen. Ik mag tot nu toe niet klagen, maar besef dat de weg nog lang is. Het gaat allemaal razendsnel : van degradatievoetbal met Beveren tot een eerste selectie met de beloften. Ik laat alles een beetje op me afkomen in plaats van nu te gaan dromen van meer. De kansen die ik als twintigjarige nu al krijg, kunnen ze me niet meer afpakken. Die ervaring is van onschatbare waarde.”

Hempte : “Het is pas mijn eerste jaar als profspeler. Ik moet de knepen van het vak nog leren, hé (knipoogt). Yattara van Antwerp bezorgde me alleszins wel wat hoofdpijn. Dat ik nu al volop speelkansen krijg en ook werd opgeroepen voor het oefenduel van de beloften in Polen, is een mooie bonus. Het zorgt voor de motivatie om op dezelfde manier verder te werken. Ik kan hier alleen maar beter worden. Het komt erop aan je eigen limieten wat te verleggen en je grenzen af te tasten. Als ik dit seizoen een basisplaats kan afdwingen, zal ik tevreden zijn.”

door Frédéric Vanheule

‘De nieuwe trainer houdt geen rekening met namen, hij huldigt het principe dat de beste altijd speelt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content