Jorge Teixeira

© belgaimage

STVV

Onze druiven

Jorge Teixeira (32): ‘Heb je de Portugese vinho verde al eens geproefd, onze groene wijn? Zeker eens doen. Superlekker, zeker bij vis. De Portugese vis mis ik hier enorm. Kom ik terug thuis, dan is dat altijd het eerste wat ik eet: een dagverse dorade met enkel wat zout en een salade. Qua wijn drink ik het liefst rode wijn uit Alentejo, in het zuidoosten van Portugal. Maar ook in het noorden maken ze wijn. Als kind ging ik daar zelf nog druiven plukken. Dat deden we telkens we op bezoek waren in Cumeeira, waar mijn vader vandaan komt. Dat ligt in de buurt van Vila Real, op vier uur rijden van Lissabon. Met de hele familie trokken we dan per fiets naar de wijngaard, de vindim. Onderweg werden traditionele Portugese liederen gezongen die ik niet kende. Ik amuseerde me, omdat mijn neven en nichten er ook waren. Allemaal liepen we met een grote mand op onze rug en wanneer die vol was, kieperden we die in de vrachtwagen. Was ook die helemaal gevuld, dan werden de druiven naar de adega gebracht, waar er wijn van gemaakt werd. Ik hou goede herinneringen over aan die vakanties daar in het noorden, waar het eten gewéldig is. Als je er in de buurt bent, probeer dan zeker eens arroz de cabidela, konijn dat gekookt is in zijn eigen bloed en gemengd wordt met rijst. Héérlijk!’ ( lacht)

Onze varkens

‘Mijn moeder komt uit Casais de Santa Helena, in de buurt van Caldas da Rainha. Dat ligt al een pak dichter bij Lissabon. In haar dorpje werden veel dieren verhandeld. De mensen hielden er kippen, eenden, varkens en konijnen. Bij mijn grootouders liepen er meestal twee varkens. Het ene werd verkocht, het andere werd geslacht door mijn oom wanneer het groot en vet en jammie was. ( lacht) Dan hielden we een grote barbecue voor de hele familie. Dat vlees was altijd zó lekker, man. Portugezen houden van stevig eten. Ook de patisserie in Portugal is megalekker, omdat ze bomvol crème en suiker zit. De taartjes bij de Belgische bakkers, die zien er vooral lekker uit. In Portugal zijn ze lekker.’

Jorge Teixeira
© Getty Images/iStockphoto

Onze straat

‘Ik groeide op in in Catujal, samen met mijn zus en onze ouders. Catujal is een kleine buurt in de gemeente Loures, niet ver van Lissabon. Rondom ons leefden ook veel mensen met roots in voormalige kolonies van Portugal, zoals Angola en Mozambique. Het leven was goed in Catujal. We voetbalden er vaak op straat. Met stapels steentjes maakten we doelen. Maar het was een hellende straat, dus wilde iedereen graag het doel bovenaan. We gingen door tot ’s avonds laat, ook mij moest mijn moeder om tien uur soms naar binnen sleuren.’ ( lacht)

Onze held

‘De beste Portugese voetballer ooit is Cristiano Ronaldo. Bij Sporting speelde ik nog met hem, toen ik twaalf was en hij veertien. Ik herinner me de eerste dag dat hij daar binnen waaide. Hij begon te dribbelen en wij vroegen direct: ‘Wie is die kerel?’ Je zag meteen dat hij hoog zou eindigen, ook omdat hij toen al keihard zwoegde. Cristiano maakte graag grapjes en gooide weleens met waterballonnen, maar niét als er gewerkt moest worden. En hij trainde extra: vóór, tussen en na de trainingen haspelde hij oefeningen af met gewichten aan zijn enkels, zodat de rest van de tijd alles licht aanvoelde. Cristiano leefde op de academie en soms, wanneer alles daar al was afgesloten, sloop hij toch naar de fitnesszaal om nog wat bij te trainen, tot hij betrapt werd. Maar omdat iedereen merkte dat hij een topper in wording was, begonnen ze snel individueel met hem te werken. Op één jaar veranderde zijn lichaam al gigantisch.’

Onze uitgaansbuurt

‘Lissabon is ideaal voor een citytrip van drie dagen. Zeker de wijk Bairro Alto moet je dan meepikken, waar de straten op en neer gaan en waar voor de mensen van Lissabon ieder avondje uit begint. De smalle steegjes puilen er uit van de bars. Je koopt er een liter caipirinha voor vijf euro, die neem je mee naar buiten en daar drink en keuvel je met je vrienden. Op donderdag, vrijdag en zaterdag staat er altijd zoveel volk dat geen auto er nog voorbij kan. Om twee uur sluiten de bars en trekken de mensen naar de clubs.’

Roots – Portugal

– Waar konijnen in hun eigen bloed gekookt worden

– Waar de taartjes bij de bakker er niet enkel lekker uitzien

– Waar je vijf euro neertelt voor een liter caipirinha

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content