Tien jaar geleden was België erbij op het WK in de Verenigde Staten. Aflevering één van een terugblik.

De schone

“Ik ben nog niet in topvorm,” zegt Josip Weber lachend, “vandaag lukte gewoon alles.” Het is 4 juni 1994, zes dagen voor de oversteek naar het WK in de Verenigde Staten, en in de striemende regen heeft België zopas tien Zambianen (één was al vroeg uitgesloten) doorgespoeld met 9-0. Vijf doelpunten van Weber, drie van Marc Degryse en één van Luc Nilis – zijn eerste in zijn 25e interland. Enkele dagen later, in de laatste oefengalop op Belgische bodem tegen Hongarije (3-1), scoort Weber één keer.

Twee interlands, zes doelpunten : de naturalisatie van de Kroaat tot Belg is een schot in de roos. Het Gouden Vierkant – drie aanvallers plus Enzo Scifo – is geboren. Aangekomen in het Indigo Lakes Resort, de Belgische uitvalsbasis in Daytona Beach, trakteert Weber op champagne voor zijn transfer van Cercle Brugge, waar hij voor de derde keer op rij Belgisch topschutter is geworden, naar Anderlecht. Bondscoach Paul Van Himst wil breken met het schijterige imago van het Belgisch elftal. “De artiesten spelen van voor”, verklaart hij daags voor de Belgische openingspartij tegen Marokko. “De lijn is getrokken.”

Tegen Marokko opent Degryse al vroeg de score, maar daarna is het pompen en net niet verzuipen. “De ene Marokkaanse aanvalsgolf volgde op de andere”, schrijft de krant van toen. En : “Weber raakte bijna de hele wedstrijd geen bal”. Het blijft 1-0.

… de boze…

Vooral Nilis houdt een immense kater over aan de zege tegen Marokko. Al in de 52e minuut wordt hij gewisseld. Weg Gouden Vierkant, weg euforie, weg prettige sfeer. Nilis heeft geen begrip voor het verraad van Van Himst aan zijn aanvallende intenties na nauwelijks één uur WK-voetbal. Zijn toernooi, beseft de nukkige aanvaller, staat op de helling.

Ook Weber waart als een schim door het Belgenkamp. De extreme mediabelangstelling van de laatste maanden is hem te veel geworden. Op meer dan één perscontact laat hij zich niet zien en Van Himst zoekt hem op voor een gesprek. “Moeilijke momenten maken Josip altijd beter”, doorbreekt de speler de stilte voor de wedstrijd tegen Nederland. “Deze wereldbeker is zo’n moment.”

België wint, weer met 1-0. Weber is blij. “Alleen de afwerking ontbrak,” zegt hij, “maar daarvoor heb je altijd dat tikkeltje geluk nodig.” Omdat België al zeker is van kwalificatie voor de tweede ronde, laat Van Himst Georges Grün en Weber, allebei met geel, op de bank tegen Saudi-Arabië. Vijf minuten ver maakt Saïd Owairan het enige doelpunt na een historische wandeling door de Belgische defensie. Aan de overzijde wordt kans op kans de nek omgewrongen. Marc Wilmots, de vervanger van Weber, is de gebeten hond. Nog voor het uur haalt Van Himst hem naar de kant en brengt alsnog Weber in. Tevergeefs. Terug in België zal Wilmots bedanken voor de nationale ploeg, net als Nilis.

… de intrigant…

De wildste geruchten doen ondertussen de ronde in Daytona. Een aantal spelers zou te kennen hebben gegeven dat Weber zich niet aanvaard weet in de groep. Eén speler zou zelfs aan Van Himst hebben gezegd dat hij niet langer met Weber wil spelen. In de media wordt Degryse, zijn aanstaande ploegmaat bij Anderlecht, met de vinger gewezen, maar die wuift de aantijgingen weg. Weber reageert als opgejaagd wild en Van Himst houdt louter nog gefrustreerde aanvallers over.

… en het beest

In de achtste finale tegen Duitsland weigert Kurt Röthlisberger in de 71e minuut en bij een 3-1-stand een strafschop te fluiten voor een fout van Thomas Helmer op de doorgebroken Weber. Het wordt nog 3-2, maar België is uitgeschakeld. In een Zwitserse krant erkent de scheidsrechter achteraf zijn fout. Te laat voor Weber, die zich tegen Nederland ook al afgestopt zag door een hands van doelman Ed de Goey ver buiten de zestien meter. Geland in Zaventem zegt hij : “Geen scorende Weber, tja, wat moet ik daarop zeggen ?”

Na het WK speelt Josip Weber nog twee interlands : tegen Armenië en, een maand voor zijn dertigste verjaardag, tegen Denemarken. Scoren doet hij niet meer. De teller valt stil op acht caps en zes doelpunten, allemaal gescoord in zijn eerste twee interlands. Een zware knieblessure luidt dan al het einde in van zijn carrière.

door Jan Hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content