De lezers van Sport/Voetbalmagazine verkozen, samen met een vakjury, Jean-Pierre Papin tot beste van de 100 buitenlandse voetballers die ooit het shirt van Club Brugge droegen in een officiële wedstrijd. Portret van een onvergetelijke spits.

Zijn tanende krullen zitten weggedoken onder een pots, op zijn brede borst staan zijn initialen: JPP. ” Aucun but est facile.” Aan de zestienmeterlijn houdt Jean-Pierre Papin schietoefeningen met zijn spitsen. Het is de laatste training voor de competitiewedstrijd in Rennes en op de aansluitende persconferentie betrekt Loïc Rémy (21), uitblinker en auteur van een knappe goal tegen Marseille, de trainer bij zijn succes. “Met Jean-Pierre Papin werken we heel veel op doel af”, verklaart de sinds 31 januari van Lyon gehuurde Franse belofte-international zijn rake trap.

De trainer zelf wordt door de pers met ‘de paradox’ van zijn ploeg geconfronteerd. Het RC Lens van Papin is tot het beste en het slechtste in staat. Tegen Marseille stond het in het eigen Stade Felix Bollaert na een halfuur al 0-2. Na de rust ging het in twintig minuten naar 3-2, kort voor affluiten werd het nog 3-3. Tegen leider Lyon werd begin dit jaar met 3-0 gewonnen. Toch staat le Racing Club de Lens slechts zestiende.

In de beker doet zich hetzelfde fenomeen voor. Voor de Coupe de France ging Lens er in de 32ste finale uit op eigen veld tegen Niort, achttiende in de Ligue 2. Maar in de Coupe de la Ligue speelt het zaterdag in het Stade de France de finale tegen PSG. In de kwartfinale klopte het Nancy, derde in de Ligue 1, met 3-0; in de halve finale ging het winnen bij Le Mans met 4-5.

“Spektakel is goed,” besluit Papin de persbriefing, “maar voortaan is voetbal voor ons wiskunde. Ik wil punten.” Waarna hij eindelijk een kwartiertje kan gaan zitten voor Sport/Voetbalmagazine en het feit dat de lezers van dit blad hem verkozen tot beste buitenlanders ooit van Club Brugge.

“Bedankt, het raakt mij zeer”, zegt hij met een glimlach. “Het betekent ook dat de club zich niet vergiste in mij, maar voor mij is het allerbelangrijkste wat het hart van het volk zegt.

“Nu ik weer in Noord-Frankrijk woon, kom ik binnenkort zeker eens af naar Brugge. Van zodra ik tijd vind, wil ik mijn familie de regio tonen waar het voor mij allemaal is begonnen.”

Bouillon in Valenciennes

Het prille begin ligt in Boulogne-sur-Mer, hoofdplaats van de Opaalkust waar Jean-Pierre Papin op 5 november 1963 werd geboren. Hij was pas zes maanden oud toen zijn ouders scheidden en hij naar zijn grootouders in Jeumont (nabij Maubeuge, op 35 kilometer van Charleroi) moest verhuizen.

Voetbal zat hem in de genen. Vader Papin speelde met Boulogne ooit in de Franse tweede klasse, maar moest na een ongeval en een operatie, waarbij hij een nier verloor, stoppen met voetballen.

AS Jeumont werd de eerste club van Jean-Pierre Papin. Hij was in die tijd eens negen maanden out toen hij bij het dwarsen van de straat werd gegrepen door een auto en een gecompliceerde breuk aan zijn linkerbeen opliep. Toen hij elf jaar was, werd hij toegewezen aan zijn moeder en ging hij bij haar wonen in Trith-St-Léger, een dorpje aan de rand van de Noord-Franse industriestad Valenciennes. Hij werd er snel opgemerkt en aangetrokken door de toenmalige tweedeklasser US Valenciennes-Anzin. Studeren interesseerde de kleine Papin niet. Op zijn zestiende werd hij geselecteerd voor de gereputeerde voetbalschool van Vichy in de Auvergne. Na een stage van drie jaar keerde hij terug naar US Valenciennes, kreeg er een stagiairscontract en debuteerde er in het eerste elftal. Hij scoorde veertien keer, maar een fijne periode was het niet. Papin was pas gehuwd en vader geworden en verdiende slechts een goede 30.000 frank per maand. Het gezin woonde op een studio waarin niet veel meer stond dan een groot bed en kende financiële problemen. Hun maaltijd, zou Papin later in France Football verklaren, bestond toen vaak slechts uit een bord bouillon.

Toen was het dat Club Brugge Jean-Pierre Papin via makelaar en ex-Clubspits Fernand Goyvaerts op het spoor kwam. De jonge, onbekende Fransman werd veelvuldig gescout en het was uiteindelijk het oordeel van Raoul Lambert, een andere ex-Clubspits, dat doorslaggevend werd. Het boegbeeld van het Club Brugge van de jaren 70 en 80 herkende tijdens Reims-Valenciennes zichzelf in Jean-Pierre Papin. Club betaalde voor de explosieve midvoor zeven miljoen frank en gaf hem een contract van drie jaar. Korte tijd later bood Racing Club de Paris al 35 miljoen.

Jean-Pierre Papin (1,77m; 70kg) was technisch geen kraan, maar hij was zeer snel, soepel, krachtig en agressief in duel en had een verschroeiend schot in zijn rechter. Hij scoorde in haast elke oefenwedstrijd en was al een idool toen de competitie begon. Liefst 32 officiële doelpunten zou hij in het seizoen 1985/86 maken voor Club Brugge: 20 in de competitie, zeven in de beker van België en vijf in de UEFA Cup. Beklijvend was vooral zijn hattrick tegen Boavista (3-1). Hij scoorde toen met een kopbal, met een rechtstreekse en met een onrechtstreekse vrije trap. In de bekerfinale tegen Cercle Brugge in het Olympiastadion (3-0) zette hij twee strafschoppen om.

Vodka in Moskou

Jean-Pierre Papin kwam naar Brugge om te slagen en liet dat ook blijken. Hij kon buitengewoon goed focussen en ging niets of niemand uit de weg. Marc Degryse vertelde ooit in Sport/Voetbalmagazine dat Papin hem zo’n tien wedstrijden voor het einde van de competitie tijdens de rust van een wedstrijd was komen vragen hoeveel doelpunten hij tot dan precies al gemaakt had. Dat bleken er een paar meer te zijn dan hij er zelf achter zijn naam had, waarop Papin Degryse liet weten dat hij hem nog wel zou inhalen.

Jan Ceulemans woonde toen in Veldegem en ging Papin voor de training ophalen in Zedelgem. Ook hij zou later getuigen over ‘een egoïstisch baasje’, ‘een buitenstaander’, een ploegmaat wiens devies ‘ik en niemand anders’ was.

Papin moet er nu om glimlachen. “Ik heb echt wel geprobeerd om mij te integreren, hoor”, benadrukt hij. “Ik sprak toen zelfs enkele woorden Nederlands, wat voor een Fransman niet gemakkelijk is. Maar ik was toen nog een snotneus die zijn weg probeerde te maken en toch ook wel onder de indruk van bepaalde spelers. Jan Ceulemans, René Verheyen, Birger Jensen.

Willy Wellens blesseerde zich meteen, ik kwam in de ploeg en ben er nooit meer uit gegaan. Ik had één voordeel: ik maakte doelpunten ( glimlacht). Ik heb ze nog allemaal op video en ik bekijk ze soms nog. Ik heb in mijn leven aan niets anders gedacht dan aan doelpunten maken. Tant mieux ( schiet in een lach)!”

De boezemvriend van Jean-Pierre Papin was toen tweede doelman Philippe Vande Walle. “Omdat ik Frans sprak, groeiden we naar elkaar toe”, vertelt Vande Walle. “We waren altijd samen, zeker ook op de fameuze supportersavonden, om achteraf de stouteriken uit te hangen. Eén anekdote uit de duizend is die keer dat we na de wedstrijd in Spartak Moskou met ons Clubkostuumtje op een Russisch trouwfeest verzeild waren geraakt en er nogal veel vodka hadden dronken. Toen we daar eindelijk wegraakten, vroeg Jean-Pierre zich plots af waar hij zijn auto had gezet ( lacht). ‘ D’ abord on va chercher ma voiture!” In Moskou!

“Jean-Pierre was verschrikkelijk ambitieus. Hij had een zekere naïviteit in zich en nam daardoor zijn droom bijna voor werkelijkheid. Het hielp hem om de ene droom na de andere te realiseren, want hij was absoluut niet bang om er ook voor te werken. Hij was nog maar een maand in Brugge of hij praatte al over Marseille.

“Ik leerde hem kennen als een gewone, joviale jongen die ook zeer goed kon relativeren. Als het nodig was, kon hij ook een rotzak zijn. Dat was een manier om zich te laten respecteren. Op het veld was hij – wat ik noem – gezond egoïstisch. Dat moet ook voor een spits. Doelpunten maken was het enige dat hem interesseerde en hij had de kwaliteit om ook vanuit scherpe hoeken en van op grote afstand te scoren. Hij vertrouwde daarop en durfde het.

“Jean-Pierre kreeg in zijn privéleven al veel klappen, maar is altijd recht gekropen. Door de simpele manier waarop hij denkt en zich uitdrukt, is er zelfs op de Franse tv vaak de spot met hem gedreven, maar hij zei altijd: ‘Laat ze maar lachen. ‘ Niemand zag ooit een toekomstige trainer in hem, maar wat doet hij nu?”

Papinade in Marseille

Na een half seizoen bij Club Brugge debuteerde Jean-Pierre Papin al in de Franse nationale ploeg. Nooit eerder was het gebeurd dat een Franse voetballer international werd nog voor hij één wedstrijd in de Franse eerste klasse had gespeeld. In de zomer van 1986 maakte Papin ook deel uit van de Franse ploeg die derde werd op het WK in Mexico (na een 4-2-zege tegen België, met één goal van Papin). Hij had toen al getekend voor het Olympique Marseille van Bernard Tapie. Club ving voor hem 86 miljoen frank. Papin kocht in Cassis een huis met een zwembad en groeide uit tot een spits van wereldklasse.

In Marseille werd de term papinade geboren, een spectaculaire omhaal met rechts waar Papin patent op bleek te hebben. Raymond Goethals, toenmalig trainer van L’ OM, noemde het een papinette. Iemand met de traptechniek van Papin had hij nooit eerder gezien, maar in dit blad liet hij zich destijds ook lyrisch uit over andere kwaliteiten van de doelpuntenmachine JPP. “Jean-Pierre is uitzonderlijk”, vond Goethals. “Ook op training is hij niet bij te houden. Het maakt niet uit of je dan op snelheid of uithouding traint. Hij gaat in de 85ste minuut even snel en hard door als in de vijfde minuut. Il tue une défense.”

Na zes jaar Marseille volgden nog twee jaar AC Milan, twee jaar Bayern München, twee jaar Girondins Bordeaux en een half jaar En Avant Guingamp, waar hij in 1999 een punt zette achter zijn profcarrière.

Het palmares van Jean-Pierre Papin is indrukwekkend. Bij Marseille won hij de beker (1989) en vier landstitels (1989, 1990, 1991, 1992), werd hij vijf keer topschutter (1988, 1989, 1990, 1991, 1992), twee keer Speler van het Jaar (1989, 1991) in de Franse competitie en ook drie keer topscorer in de Champions League (1990, 1991, 1992). In 1991 won hij er de Ballon d’ Or, de prestigieuze trofee van Europees voetballer van het jaar die wordt uitgereikt door het Franse tijdschrift France Football. Met AC Milan werd hij twee keer Italiaans kampioen (1993, 1994), won hij de Italiaanse supercup (1992) en de Champions League (1994). Met Bayern München veroverde hij in 1996 de UEFA Cup. Hij speelde 54 wedstrijden voor Frankrijk en scoorde daarin 30 keer. Elfmaal was hij aanvoerder van Les Bleus.

Het seizoen bij Club, waar het succesverhaal begon, gaf hem een boost van energie en zelfvertrouwen voor de rest van zijn carrière, liet hij al noteren. Daarvoor, zei hij, lachte iedereen met hem, in Brugge kon hij voor het eerst zelf lachen.

“In Brugge leerde ik de speciale wereld van het profvoetbal kennen”, vertelt hij. “Regelmatig leven, je voorbereiden op een wedstrijd, leren van ploegmaats met ervaring. De uitdaging was groot en zo heb ik het graag: iedereen had mij afgeraden om naar België te komen, omdat daar toen nog nooit een Fransman was geslaagd. Ik kwam er terecht in een club die enkele jaren daarvoor de finale van de Europacup I had gespeeld en waar de sfeer mij beviel. Ik voelde er mij meteen een deel van de familie. Ik was er omringd door grote voetballers en door goede jonge spelers als Marc Degryse en Franky Van der Elst. Philippe Vande Walle was mijn tolk. Ik was net gehuwd en vader geworden en naar mijn familie in Frankrijk was het niet ver rijden. Mijn pa woonde in Boulogne, mijn moeder in Duinkerke. Als ik in een dip zat, ging ik erheen. Het zijn allemaal factoren die mij hielpen.

“Ik leerde veel in Brugge ( lacht). Snookeren, barman spelen in het spelershome, Kriek drinken! Mijn passie voor films is er ook begonnen. Ik vond in Moeskroen een winkel met Franstalige videofilms. Ondertussen heb ik er thuis 8000 verzameld.”

Neuf de Coeur

Jean-Pierre Papin heeft twee kinderen uit zijn eerste huwelijk en drie uit zijn tweede. Bij Emily werd enkele maanden na de geboorte een hersenletsel vastgesteld. Ze werd in de Verenigde Staten behandeld voor problemen met de zuurstoftoevoer. Het inspireerde Papin om in 1996 Neuf de Coeur te stichten, een organisatie die zich tot doel stelt informatie te verspreiden over en geld in te zamelen voor revalidatiemethoden voor kinderen met een hersenletsel. Neuf, negen, was het fetisjrugnummer van JPP.

De derde vrouw van Papin is een airhostess die hij leerde kennen op een vlucht van de Seychellen naar Parijs. Na zijn terugkeer naar Frankrijk ging hij met haar en zijn vijf kinderen in de streek van Bordeaux wonen. In de baai van Arcachon had hij toen een boot liggen waarmee hij graag op dorade en tong viste. Hij speelde er in de buurt, bij US Cap-Ferret uit Lège-Cap-Ferret, ook nog amateurvoetbal tot hij bijna 41 jaar was. Daarvoor, net nadat hij was gestopt bij Guingamp, ging hij ook twee maanden voor het plezier voetballen bij Jeunesse Sportive Saint-Pierroise uit La Réunion.

Na zijn spelerscarrière behaalde Jean-Pierre Papin de in Frankrijk vereiste trainersdiploma’s en werd hij in 2004 trainer van FC Bassin d’ Arcachon. Onder zijn leiding promoveerde de amateurclub voor het eerst in zijn geschiedenis naar de CFA2 (bevordering in België) en eindigde daar meteen als vierde. Na twee succesvolle seizoenen in Arcachon praatte Papin in 2006 met Sporting Charleroi. Hij was toen de kandidaat-trainer van een Franse investeringsgroep die met voorzitter Abbas Bayat onderhandelde over de overname van de Waalse club. De zaak ging niet door en Papin verhuisde naar de Elzas. Hij werd er hoofdtrainer van RC Straatsburg, club waarmee hij meteen naar de Ligue 1 steeg. Toch stopte de samenwerking daar na een seizoen. Sinds 27 augustus traint Papin de Noord-Franse eersteklasser RC Lens. Hij volgde er Guy Roux op.

De trainer Papin leerde het meest van Fabio Capello (bij AC Milan) en van Giovanni Trapattoni (bij Bayern München). “Ik heb graag dat mijn ploeg veel scoort, maar ik pak niet graag doelpunten”, zegt hij. “Als trainer houd ik van defensieve onverzettelijkheid. Volgens mij is dat de basis.”

Zijn huis in Arcachon heeft hij nog, zijn boot niet meer. Als proftrainer leidt hij weer het nomadenbestaan dat hij vroeger als profvoetballer leidde. JPP woont momenteel met zijn gezin in een dorpje in de buurt van Lens. Hij gelooft in cyclussen. Het idee dat hij ooit nog trainer van Club zal worden, schoot hem al door het hoofd. “Ik geloof dat ik op een dag zal terugkeren naar de plek waar alles begon”, zegt Papin, die onlangs voor het eerst grootvader werd. “Ik zit al terug in Noord-Frankrijk, Brugge is niet meer veraf ( lacht). Het zou in elk geval mooi zijn.”

In de lounge van het trainingscomplex La Gaillette brengt Aruna Dindane (ex-Anderlechtspits) ons terug naar de realiteit. Hij komt ons de hand schudden. Vedran Runje (ex-Standarddoelman) en technisch directeur Daniel Leclercq (ex-La Louvièretrainer) lopen er ook rond. Zaterdag kan Jean-Pierre Papin met RC Lens een eerste prijs pakken. “Mijn ambitie nú,” besluit hij, “is met deze club het behoud te verzekeren, zaterdag in Parijs de ligabeker te winnen en hier volgend seizoen Champions League te spelen.” S

door christian vandenabeele beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content