Gastheer Oostenrijk komt met veel jonge spelers en weinig zelfvertrouwen aan de start. Om te stunten moet het rekenen op zijn weinige routiniers en zijn jonge aanvoerder.

In de Oostenrijkse voetbalgeschiedenis zal 21 juni 1978 voor altijd een gedenkwaardige feestdag blijven. Op die dag won de nationale ploeg tijdens het WK in Argentinië immers met 3-2 tegen toenmalig wereldkampioen Duitsland, die zo vervroegd uit het toernooi werd gekegeld. Maar de vreugde om die zege van 30 jaar geleden is ondertussen al helemaal weggeëbd. Dat de media de overwinning in Córdoba echter nog altijd oprakelen, begint stilaan wel iedereen die bij het Oostenrijkse voetbal betrokken is de keel uit te hangen. “Het is tijd dat we de mensen eens een nieuwe gebeurtenis cadeau doen”, verklaarde teammanager Andreas Herzog daarover.

Het team

Maar de vraag is of het huidige Oostenrijkse team daar wel toe in staat is. Bondscoach Josef Hickersberger benadrukt al sinds zijn aantreden in januari 2006 dat hij in juni een van de meest onervaren teams van het hele toernooi in de wei moet sturen. Enerzijds heeft de noodgedwongen verjonging het voetballend vermogen van het team wel opgekrikt, maar de keerzijde van de medaille is dat er in de hele kern eigenlijk maar drie ervaren veldspelers zitten: Martin Stranzl, René Aufhauser en Ivica Vastic. Zij moeten er in feite samen met de nog jonge aanvoerder Andreas Ivanschitz voor zorgen dat de rest van de kern niet bezwijkt onder de zware druk die automatisch op de schouders rust van een land dat als gastheer in een groot toernooi aantreedt. De jonge kern is echter niet het enige probleem waarmee Hickersberger af te rekenen krijgt. Hij beseft als geen ander dat het Oostenrijkse publiek extreem kritisch en erg ongeduldig is, en bij tijd en wijle bijzonder cynisch uit de hoek komt. De fans achter het team krijgen en zo een aanstekelijk enthousiasme losweken, dat zich daadwerkelijk kan vertalen in een heus thuisvoordeel, zal enkel kunnen als Oostenrijk in het eerste duel in zijn groep tegen Kroatië sterk presteert. Maar het zelfvertrouwen brandt op een laag pitje na een desastreus verlopen voorbereiding: Oostenrijk speelde 22 oefenwedstrijden. Het won er daarvan slechts vier, speelde zeven keer gelijk en beet elf keer in het zand.

Tactiek

Ook in de oefenwedstrijden tegen Duitsland (0-3) en Nederland (3-4) liep het allesbehalve goed. Het enige pluspunt was dat bleek dat Hickersberger met verschillende systemen kan spelen en zich niet op één vast stramien laat vastpinnen. Achteraan kan Oostenrijk naargelang van de aanvallende keuzes bij de tegenstander voor drie of vier verdedigers kiezen en in het offensieve compartiment speelde het team al met één en met twee spitsen.

Sterke punten

Belangrijk is ook dat de Oostenrijkers al sinds eind april geen competitiewedstrijden meer moesten spelen, zodat ze fysiek helemaal klaar zullen zijn. Misschien wordt dat wel een belangrijke troef bij hun spel, dat gebaseerd is op loopvermogen, permanente positiewissels en hoge pressing. Een andere belangrijke troef van Oostenrijk is dat het team bij stilstaande fasen een sterke ‘luchtmacht’ in stelling kan brengen.

Zwakke punten

Bij voorzetten vanop de flanken maakt het defensieve compartiment niet altijd de meest zelfverzekerde indruk. Hickersberger bleef in de voorbereiding op het EK dan ook tot op het laatste ogenblik proberen om een en ander bij te schaven, want er zijn nog andere mankementen: de verstandhouding tussen de twee centrale verdedigers is niet altijd optimaal en ze zouden ook sneller moeten oprukken als ze de bal hebben weggewerkt. In de wedstrijd tegen Nederland schoof de defensie bij een 3-1-voorsprong veel te ver vooruit. Dat duel was ook niet het enige waarin sprake was van zware concentratieproblemen die tot belangrijke individuele fouten leidden. Voorts viel op dat Oostenrijk naarmate de wedstrijd vorderde er steeds minder goed in slaagde om druk te zetten op de tegenstander in balbezit, maar toen was de sterk op fysiek geënte voorbereiding nog niet even ver gevorderd als nu. Een niet onbelangrijke factor van onzekerheid is ook dat Hickersberger nog niet voor een vaste doelman heeft gekozen. Slechts luttele dagen voor het EK van start gaat, wil hij beslissen wie uiteindelijk een vaste plaats tussen de palen zal krijgen: Jürgen Macho of Alex Manninger. Toch is tijdens de lange voorbereiding gebleken dat al die problemen achterin uiteindelijk nog minder zorgen baren dan het gebrek aan scorend vermogen. Nog erger is dat het team het ook bijzonder moeilijk heeft om kansen te creëren. Enkel in het duel tegen Nederland was de prestatie op dat vlak hartverwarmend. S

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content