Dat zingen de supporters van Dender om hun ploeg aan te moedigen. En dat is nodig. Vreemd genoeg heeft de interne verscheurdheid in Denderleeuw geen invloed op het sportieve. En de gemeente gaat bijspringen.

D insdag 7 april. De prijs voor de meest originele clubsong krijgen die van Dender alvast. Een paar keer per wedstrijd gaat het zo: Kadavers! Kadavers! Da zen doei biesten, dij goan na de Rendac. Kadavers! Kadavers! Lalalala… FC Dender lalalalala!!! enz., op de tonen van het door veel fans inmiddels geadopteerde Pippi Langkouslied.

Rendac is het lokale vilbeluik, dat dierlijke restmaterialen en – juist – kadavers ophaalt, verwerkt en vernietigt. In handen van Nederlanders, die vroeger gul de lokale sport steunden. Tot in tijden van dioxinecrisis de gemeente dacht een graantje mee te mogen pikken van de bedrijfswinst. Er kwam een speciale belasting op vrachtwagens die van het lokale wegennet gebruikmaakten. Een pesttaks, vonden ze bij Ren-dac, dat de lokale geldkraan prompt sloot. Zelfs de kleinste vogelpikclub moest niet meer om centen vragen. Ook FCV Dender niet. Maar dat belet de fans niet om nog wat te refereren aan het bedrijf dat vlakbij het oude stadion ligt en van wie de stank vroeger (vooral bij zwoel weer) de adem van de tegenstander afsneed…

Het is dinsdag, iets over drie en de training begint. De opwarming wordt geleid door Jan Boskamp. Op zijn manier, met de nodige verbale uithalen als hem iets niet zint. Assistent-trainer Patrick Asselman en physical coach François De Jonghe kijken toe. Boskamp heeft de touwtjes weer stevig in handen. Ongeveer halverwege de training komt beloftecoach Jan Vanderweeën langs, een van de weinige inwoners van Denderleeuw die het ooit tot in eerste klasse schopte. Hij voetbalde voor Cercle en coacht nu de tweede ploeg. Hij zoekt? “Mijn ballen. Straks match op Union en ik had een zak met ballen klaargelegd. Maar ze zijn weg.” Ze liggen verspreid over het oefenveld, bij de A-ploeg. Ook dat is Dender.

William duikt op. William is de materiaalman, die half januari verdween en nu de privéchauffeur van Boskamp is. William werd opgevolgd door Nestor, die een paar dagen geleden boos naar de overkant stapte, zijn sleutels op het bureau van de manager gooide, en het afbolde. Ruzie. Ook dat is Dender. Groeipijnen in de organisatie.

Na de training blijft Boskamp buiten nog wat babbelen. Over René, de technische commissie is net diens lot aan het bezegelen; over Hannes en andere jonge talentjes die hij weet zitten. Maar ook over zijn vader en diens plotse dood. En die scout van Juventus, die net langs is geweest, tot grote verrassing van Fred en Smajkie… Scout, makelaar, het loopt allemaal wat door mekaar, er is een doelman beschikbaar, weet hij. Boskamp is strijdvaardig, heeft een schaduwelftal voor volgend seizoen, maar mist duidelijkheid. Gaat hij blijven? Aan de knie ligt het niet, hij kan al heel veel, vermagerde, fietst veelvuldig, vooralsnog binnen, want dat ene uitje was geen succes. “Ik reed een rondje, maar raakte niet uit die klikpedalen. Gelukkig vingen ze me op.”

Investeren in beton

Woensdag 8 april.

Iets voor elf. Op de terreinen van het oude stadion, waar nu de jeugd traint, is de paasstage bezig. Ze worden gekoesterd, jongeren zijn de fans van de toekomst. Dus komt de eerste ploeg langs, als verrassing. In het nieuwe secretariaat groet André Van Roy de troepen. Samen met de voorzitter sprong hij onlangs nog eens bij, om de kosten tot het einde van het seizoen te overbruggen. Dit is het moment waarop het bij iedereen nijpt, ook in Denderleeuw. Khaled Kharroubi komt zijn contract afhandelen. De Fransman van Algerijnse afkomst is al lang werkonbekwaam en krijgt zijn vrijheid.

Alweer een dossier afgehandeld voor die andere Patrick Asselman, de manager. Iets over elf meldt voorzitter Patrick De Doncker zich. Hij weet dat zijn club voor cruciale weken staat. Winst in Kortrijk betekent dat de rechtstreekse redding speelbaar is. Lukt dat niet, dan moet het via de eindronde, en in dat licht wordt het duel van nu zaterdag tegen Roeselare cruciaal. De Doncker: “We moeten thuis nog tegen drie rechtstreekse concurrenten spelen. Roeselare, Bergen en Charleroi. Lukt winnen niet, dan verdien je de redding niet.”

In een competitie met twee dalers was Dender nu al quasi safe. Hebben ze nu geen spijt dat ze vorig jaar voor de afslanking van eerste klasse hebben gestemd?

De Doncker: “We hebben dat gedaan…”

Patrick Asselman: “… onder dwang. Mocht ik dat verhaal doen….”

De Doncker: “In de profliga heb je geen stem. En petit comité hebben de kleine clubs gezegd dat ze zich niet zouden laten doen, maar in de vergadering keurden ze alles goed. Met als lokmiddel de tv-gelden. Maar ik blijf erbij, het is niet omdat je met zestien bent, dat je volgend jaar een betere competitie krijgt. En vier keer tegen Genk of vier keer Standard, zal het volk dat op termijn ook niet moe worden?”

En de eerste ronde, vóór de play-offs, kan hij in één woord samenvatten: speeltijd.

De Doncker heeft geen moeite om toe te geven dat Dender dit seizoen onder de verwachtingen bleef. Dat heeft zijn redenen.

Eén: er werd de voorbije twee jaar vooral geïnvesteerd in beton, om de licentie te krijgen, maar het ging wel ten koste van de sportieve uitbouw. De Doncker: “De totale investering was 3,7 miljoen euro. Daarvan hebben we 2,5 miljoen van de gemeente gekregen. De rest hebben we zelf geïnvesteerd. Tien jaar geleden heeft de club ook al eens 2,2 miljoen euro geïnvesteerd.”

Asselman: “In februari 2012 is de enige nog lopende lening uit die periode afbetaald.”

De Doncker: “We moesten daarom transfervrije én goedkope spelers zoeken. Vandaar: we hebben soms een risico genomen.”

Asselman: “Kharroubi is een uitstekend voorbeeld. Daar droomden we al twee jaar van, maar zijn contract konden we niet betalen. Pas nadat hij een jaar geblesseerd raakte en hij zich weer wilde bewijzen, konden we hem pakken. Alleen: hij heeft maar een paar wedstrijden meegespeeld. Hervallen.”

De Doncker: “Dat zijn de risicotransfers die je moet doen, omdat je geen geld hebt. Idem met Christophe Copel, de topschutter in tweede klasse. Van hem hoop je dat hij een stap hogerop zet. Dat gebeurde niet.”

Toen in het najaar de ploeg niet draaide en hij veel kritiek kreeg op zijn beleid, dreigde de voorzitter even met opstappen. De Doncker: “Vooral gedreigd, om de club wakker te schudden. De structuur is hier wel degelijk aanwezig, er is elke week een raad van bestuur en elke stoel in dit zaaltje is dan bezet. Maar het is niet voldoende om alleen maandag aanwezig te zijn, je moet er in de week ook mee bezig zijn. Alles aan Patrick en Patrick laten, kon niet.”

En de rest is wakker. Om een lening bij de gemeente los te weken, staat een aantal beheerders voor een stuk persoonlijk borg. En ook gewezen voorzitter RikBeeckman zie je nu nog meer dan anders in het stadion dat naar zijn vader is genoemd.

Communicatie-problemen

De juiste spelersmakelaars leren kennen, ook daarin betaalde De Doncker leergeld. Maar het moeilijkste probleem in zijn tweede jaar eerste klasse was ongetwijfeld dat van Jan Boskamp.

Allereerst was er een botsing van filosofie.

De Doncker: “We willen best werken met jonge Belgen. Maar daar zaten we met het fenomeen dat de spelers die wij wilden, zelf niet wilden komen. Club Brugge wilde ons helpen, maar als de spelers geen belangstelling hebben… En heb je wel de tijd voor jongeren, in een seizoen waarin er drie of vier zakken? Dat was ook onze vraag toen Boskamp met al die namen kwam. Coppens van Cercle, De Pauw van Lokeren, Phiri van Gent nu. Jongens met capaciteiten, maar allemaal tieners. Wij twijfelden, Jan niet.”

Boskamp kreeg zijn jeugdcoördinator niet geplaatst, zijn transfers niet gedaan, en de relatie verzuurde. Escaleerde zelfs, tot er een heel groot probleem ontstond tussen hem en de clubgetrouwen. De Doncker: “Het probleem is er vandaag nog steeds. Er zijn twee kampen in de club. Dat valt alleen op te lossen door een keuze te maken, maar dat doen we pas op het einde van dit seizoen. Nu kan dat niet. En het hoeft ook niet, want ik heb niet het gevoel dat het sportieve gevolgen heeft. Iedereen doet professioneel zijn best. Jan drong wel eens aan op een beslissing, maar ik heb duidelijk gezegd dat het niet kon.”

En waar dan de schuld ligt… De fouten zijn gemaakt door de drie partijen, zegt de voorzitter diplomatisch. Fouten in de communicatie. Eigenlijk had hij het vorige zomer al zien aankomen.

De Doncker: “Vorig jaar rond deze tijd, in maart-april, hebben we Jan zwaar moeten overtuigen om te blijven. Ik hoopte dat hij ons een stap verder ging brengen in het professionaliseren van de club, maar hij was fysiek moe. We hebben hem evenwel kunnen overhalen om te blijven. Maar al op het einde van het seizoen zijn de problemen begonnen. Aan de spelers was een reisje naar Spanje beloofd, en de dag voor de afreis meldde Jan af. Daarna was hij tien dagen spoorloos en vervolgens zat hij op het EK. We hebben geen communicatie meer kunnen hebben en eigenlijk is die nooit teruggekomen. Boskamp praatte nog met twee mensen, met Patrick en met mij. Daarna is hij ziek geworden en is het helemaal verkeerd gelopen. Vooral door achterklap. Het had zo niet gemoeten, maar we zitten er wel mee.”

Een gebrek aan communicatie? Vreemd toch voor de open Nederlander. De Doncker: “Ik heb Jan altijd geïnformeerd, over alle transfers. Maar van zijn kennis van het voetbal en zijn relaties hebben we niet kunnen profiteren. Iedereen heeft het recht met vakantie te gaan, maar neem tenminste de telefoon op. Of bel terug. Op een bepaald moment hebben we nog tegen mekaar hier gezegd: kom, we gaan naar Oostenrijk, dan zíen we hem tenminste. Dat van die scout van Juventus gisteren, dat is typisch Boskamp. In plaats van mij daarvan te verwittigen. Dan kan ik naar hier komen. Maar ik weet van niks. Hij heeft een heel rare manier van werken. Een groot voetbalkenner, maar hij werkt niet gestructureerd.”

Vier transferperiodes in eerste klasse heeft hij nu achter de rug en ook daar heeft De Doncker leergeld betaald. “Ik heb het gisteren nog tegen Boskamp gezegd: hadden we eerder geweten hoe eerste klasse was, dan hadden we na de promotie GunterThiebaut nooit laten vertrekken.”

Asselman knikt: “Wij dachten dat we qua loon de hemel op aarde gaven. Daarin waren we echt bleu. Wij betaalden goed in tweede klasse en dachten: ‘Als we daar gewoon wat bij doen,… ‘”

De Doncker: “De goeie lonen van tweede worden in eerste klasse verdriedubbeld. En dan heb je nog maar een gemiddeld loon. Als we een stap terug zouden moeten zetten, denk ik dat daar voor ons het grootste gevaar schuilt. Alles terugdraaien, zou een zeer zware opdoffer zijn.”

Donderdag 9 april.

De basisploeg traint met het oog op de match tegen Kortrijk. Patrick Asselman is scheidsrechter, Boskamp kijkt toe vanaf zijn bankje langs het oefenveld. Achter het hek staat een lid van de gemeenteraad, samen met zijn kleinzoon. Hij bevestigt dat de vraag om steun die de club indiende, op het punt staat goedgekeurd te worden. “Wellicht eind april.” Het gaat om een lening van 1 miljoen euro. De club nu niet helpen, heeft geen zin, klinkt het. “Dan zitten we hier met zo’n stadion.”

Kadavers? Neen, voor de gieren is het nog te vroeg. S

door peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content