Ondanks de opvallend veel Indonesische miljoenen doet tweedeklasser CS Visé het al even opvallend slecht. Met dank aan een Italiaanse makelaar. De miljoenen verhuizen nu naar Milaan, het Luikse stamnummer wie weet naar Metz. Welkom in het voetbal zonder grenzen van de 21e eeuw.

Tribune Roosniah Bakrie. In grote letters staat het boven de zittribune in het Stade de la Cité de l’Oie van CS Visé in Wezet. Een eerbetoon aan de vorig jaar overleden weduwe van Ahmad Bakrie,de founding father van Bakrie & Brothers, het Indonesische conglomeraat dat de Luikse tweedeklasser in april 2011 overnam. Dik twee jaar later is dat het enig zichtbare dat nog verwijst naar de overname. Van de elf basisspelers in het thuisduel tegen Moeskroen-Péruwelz hebben er negen een Belgisch paspoort. De massaal ingevoerde buitenlanders zijn bijna allemaal verdwenen. Alleen Ioannis Masmanidis is gebleven, de Duits-Griekse aanvaller die met zijn dertig jaar de gemiddelde leeftijd van het nieuwe Visé net boven de 23 jaar tilt. Zelfs de trainer is opnieuw een Belg. Philippe Medery was al sportief coördinator in de club. Zijn promotie belichaamt de nieuwe politiek om jongens uit de eigen opleiding te laten doorstromen. Van de boude ambitie om binnen de drie jaar naar de Jupiler Pro League te promoveren, is geen sprake meer. Noch van de plannen voor een nieuw stadion. Zelfs met al zijn vreemde vogels ontweek Visé vorig seizoen maar ternauwernood de degradatie. Ook nu parkeert het weer stijf onderin.

Samen met het verdwijnen van de exotische import op het veld laten ook de nieuwe eigenaren zich van langsom minder zien in hun businessseats. Voorzitter AdikaNuraga AgaBakrie – een prille dertiger – was de voorbije tweeënhalf jaar slechts een handvol keren in België. De dagelijkse leiding berust bij algemeen directeur Federico Molinari, een Uruguayaan wiens vader CarlosMolinari sinds 2011 de financieel directeur is. De sportieve zaken worden waargenomen door de Italiaan Giuseppe BeppeAccardi, nota bene een spelersmakelaar. Zijn landgenoot Roberto Regis Milano is, samen met Molinari senior, gedelegeerd bestuurder. Van dit kwartet is alleen Federico Molinari vandaag een vertrouwd gezicht in het kleine stadje aan de Maas. Hij woont er ook. De anderen vliegen af en toe in – Accardi zowat een keer per maand, beide gedelegeerd bestuurders nog minder vaak. Opgeteld bij de sportieve bocht van 180 graden voedt dit het vermoeden dat de Indonesiërs bezig zijn de aftocht te blazen.

Op tv in Indonesië

Een blik in de boeken van CS Visé doet met de ogen knipperen. De these van de aftocht lijkt plots zeer aannemelijk. In 2011 – het jaar van de overname – blijkt in drie stappen kapitaal te zijn opgetrokken. Van 725.000 euro gaat het naar 6,214 miljoen euro. De post bezoldigingen schiet door het plafond: van 600.000 euro naar 3,4 miljoen euro. Van vijf werknemers groeit het personeelsbestand in een klap aan tot 37 (!) voltijdsen. Met de ambities is ook een rist Indonesische, Italiaanse en Uruguayaanse spelers in Visé neergestreken. Allemaal met een profcontract. Spelers ook voor wie ongeveer 25 appartementen moeten worden gehuurd. Ook het Web TV-team is nieuw. Vier mensen worden aangeworven om zich voltijds bezig te houden met het filmen van de wedstrijden en het inblikken van reportages voor TV One, het televisiekanaal van de Bakries in Indonesië.

Cijfers om van te duizelen. Zeker voor een tweedeklasser met een omzet van maar 1,2 miljoen euro in 2010. Dit heeft veel weg van een kamikazeverhaal. Vooral ook omdat sinds de overname het sportieve succes niet is gevolgd. De toeschouwersaantallen zijn mee gekelderd. Van ruim 1000 bezoekers in het kampioensjaar in derde klasse met topschutter Hamdi Harbaoui naar met moeite 250 nog in het huidige seizoen. Zelfs met een verdubbeling van de omzet zou de club verlies blijven draaien. De netto brutomarge in 2012 laat weinig ruimte voor interpretatie: minus 1,7 miljoen euro.

De slotsom is ondubbelzinnig. CS Visé kijkt in het seizoen 2011/12 aan tegen een verlies van 5,3 miljoen euro en een eigen vermogen dat ondanks de forse kapitaalverhogingen van 1,8 miljoen euro keldert naar 152.000 euro. Een bedrag waarmee je nauwelijks een maand overleeft. Als 2012/13 even slecht was, zit het eigen vermogen inmiddels ver onder nul. Dan resten er volgens specialisten slechts drie scenario’s: nog eens bijpassen, de boeken neerleggen of proberen de club opnieuw te verkopen.

Weg met de noorderzon

Het neerleggen van de boeken wordt door insiders uitgesloten. Het gezichtsverlies voor de Bakries in eigen land zou te groot zijn. Dat kunnen zij zich niet veroorloven. Bijpassen deden ze wel al. In 2012 werd 3,69 miljoen euro opgevraagd toen het overgedragen verlies was opgelopen tot ruim 6 miljoen euro. In het verslag van de Algemene Vergadering van 28 december 2012 staat te lezen dat de Indonesische aandeelhouders zich te allen tijde verbinden tot hun “onvoorwaardelijke steun”.

Aan die steun blijken nu toch grenzen te zijn. Het budget voor dit seizoen is in vergelijking met vorig jaar meer dan gehalveerd. Naar de precieze cijfers is het voorlopig gissen. Afgelopen weekend was een van die zeldzame keren dat Roberto Regis Milano dan toch in België was. Praten deed hij echter niet. De Italiaan had vrijdag een afspraak met de Antwerpse bedrijfsrevisor van de club om de rekeningen te controleren en het budget op te stellen dat ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de algemene vergadering in november. Tot zolang verkiest hij niet openlijk op de cijfers in te gaan. Een verzoek tot interview wordt per e-mail afgewezen.

Dat the sky niet langer the limit is in Wezet, is ook merkbaar in de kleedkamer. Daar zitten nog maar 22 spelers. Hoofdzakelijk jonge jongens uit de eigen, uitstekend aangeschreven academie, onder wie Jonathan Benteke, de jongere broer van Rode Duivel Christian Benteke. Een schril contrast met vorig seizoen toen alles bij elkaar 40 spelers werden opgesteld. Daaronder zeven Italianen, drie Indonesiërs en twee Uruguayanen. Allemaal met de noorderzon verdwenen nu. Alleen Ioannis Masmanidis sloft er nog rond, vedette van de ploeg met een Bundesligaverleden, maar afgegleden naar het niveau van een zaalvoetballer op noppen. Zijn loon is zo hoog dat hij niet wegraakte. Toch werd met deze exotische mix maar nipt de degradatie ontweken. Met een budget dat in de buurt komt van dat van de eersteklassers Waasland-Beveren en Mons, en dat van Charleroi en KV Oostende zelfs vlotjes overtreft. Bizar.

Sportgekke familie

De familie Bakrie gaat door voor sportgek. Alle drie de kinderen van de grondlegger van het familie-imperium Ahmad Bakrie zijn actieve sporters en bekleden topfuncties in diverse bonden. Tegenstanders verdenken hen ervan de populariteit van onder meer het voetbal te gebruiken om hun zakelijke en politieke belangen veilig te stellen. Sinds 1986 laat Bakrie & Brothers zijn gulle investeringen in de Indonesische sport verlopen via de door het bedrijf opgerichte Pelita Jaya Sports Association. Pelita Jaya is ook de naam van hun eigen lokale voetbalclub.

Jongste zoon Irwan Bakrie wordt beschouwd als de sterke man binnen de Indonesische voetbalbond. Zelf was hij assistent-bondscoach van de U23. Op zijn initiatief werd in 2007 binnen de bond Deportivo Indonesia opgericht. Een opleidingsprogramma zonder A-ploeg dat de grootste Indonesische talenten ervaring wil laten opdoen in het buitenland. Dankzij oude contacten van Regis Milano met Carlos Molinari (zie kader) slaagde Deportivo Indonesia erin een plaats te bemachtigen in de U17-competitie van Uruguay. Een eerste groep van 25 Indonesische jongeren reisde af in 2008. Bedoeling van het project, dat ook schools onderwijs omvat, is om tegen 2022 de basis van de Indonesische nationale ploeg te leveren.

Volgens het plan moeten de talenten vanuit Uruguay de stap naar Europa zetten. Roberto Regis Milano en Beppe Accardi trokken met een mandaat van Irwan Bakrie op prospectie. Hun oog viel op België, naar verluidt wegens de financieel gunstige regelgeving voor buitenlandse voetballers. Zeker is dat zij contacten legden met clubs uit de Jupiler Pro League. Met Standard, waar ze het moesten afleggen tegen Roland Duchâtelet, en ook met Anderlecht. Maar het werd het zo al Italiaans getinte CS Visé, vlak bij Luik en op een boogscheut van Maastricht. Een halfjaar later nam Bakrie & Brothers ook de Australische club Brisbane Roars over. Eerder verwierf het via Cronus Sports Management al een aandeel van 20 procent in Leicester City, de Engelse tweedeklasser met op dat moment Sven-Göran Eriksson als coach. Dat minderheidsaandeel is ondertussen alweer van de hand gedaan.

B-ploeg van Metz

Alles samen werden de voorbije twee jaar zeven Indonesische en drie Uruguayaanse spelers vanuit Montevideo naar Wezet doorgesluisd. Naar een hoger niveau tilden ze CS Visé niet. Ook de door Beppe Accardi massaal ingevoerde Italianen deden dat niet. Eén speler – een bankzitter nota bene – versierde zowaar een test bij Benfica, maar verhuisde nadien geruisloos naar het Marokkaanse Rabat. Elke link met het Indonesische opleidingsprogramma is vandaag verdwenen. Het Frans is weer de voertaal op de training, en niet langer het Italiaans van de integraal Italiaanse, door Accardi aangestelde technische staf.

Het vermoeden wint steeds meer veld dat de familie Bakrie aan een uitstapscenario werkt. Zeker is dat Visé afgelopen zomer al werd benaderd door Bernard Serin, de voorzitter van het Franse FC Metz. Die is de eigenaar van het in Seraing gevestigde metaalbedrijf Cockerill Mechanical Industries. Enkele maanden geleden redde hij de Luikse eersteprovincialer FC Seraing van de ondergang. Uit sympathie, maar ook omdat hij met de tweede ploeg van Metz in België wil komen voetballen, zoals Lille al doet via Moeskroen-Péruwelz. Door het stamnummer van Visé op te kopen kan hij met Seraing (ofte Metz B) meteen aantreden in de tweede klasse. Tegelijk zou daarmee de basis worden gelegd voor een nieuwe grote club op de resten van de in verval geraakte Traditionsverein Club Luik, met wie FC Seraing het oude Le Pairay deelt voor zijn thuismatchen. De plannen voor een nieuw stadion in 2016 liggen klaar.

Maar Serin houdt nóg een ijzer in het vuur. Vorige maand liet hij Boussu Dour financieel doorlichten, nog zo’n naar adem happende Waalse tweedeklasser. Die piste lijkt momenteel het meest concreet, ook al is de fysieke afstand tot de provincie Henegouwen groter. Vooral omdat met Visé het risico op degradatie naar derde klasse te groot is. Bovendien zou Roberto Regis Milano de locals in Wezet hebben verzekerd dat het bod van Serin door Bakrie naast zich is neergelegd.

Vizier op Inter

Toch is waakzaamheid geboden, daar hoog in de heuvels op de Maasoever. De nieuwste wending in het verhaal voert ons terug naar Italië. Daar verwierf de Indonesische mediamagnaat Erick Thohir twee weken geleden een meerderheidsaandeel van 70 procent in Inter Milaan. Thohir is al even sportgek als Aga Bakrie. Hij bezit twee basketbalclubs en een voetbalclub in zijn land, was betrokken bij de overname van de Philadelphia 76ers in de Amerikaanse NBA en is meerderheidsaandeelhouder van DC United, de club waar Anderlecht de Hondurese flankaanvaller Andy Najar weghaalde. Volgens diverse bronnen participeren de Bakries voor 30 procent in Thohirs overname van Inter. Of dat betekent dat zij CS Visé straks definitief de rug toekeren dan wel een samenwerking met de Italiaanse Champions Leaguewinnaar van 2010 opzetten, is een vraag waar voorlopig niemand het antwoord op kent. Wel zeker is dat Beppe Accardi goed zijn weg kent in Milaan. Hij droeg ooit het Intershirt, echter zonder een wedstrijd te hebben gespeeld. En hij is de makelaar van Ibrahima Mbaye, een door Inter aan Livorno uitgeleende Senegalese verdediger. Business as usual.

DOOR JAN HAUSPIE

Van Indonesië leidt de spelersroute over Uruguay via een Italiaanse makelaar naar België.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content