Kevin Mirallas en Urko Pardo maakten zich onsterfelijk in Griekenland. De twee Belgen met Spaans bloed hadden een groot aandeel in de 38e landstitel van Olympiacos.

De gelijkenissen tussen Kevin Mirallas (23) en Urko Pardo (28) zijn treffend. Alle twee zijn ze gevormd bij een Belgische topclub: de eerste bij Standard, de tweede bij Anderlecht. Vervolgens hebben ze hun opleiding in het buitenland voortgezet. Mirallas ging naar Rijsel, Pardo naar FC Barcelona. Zowel de Luikenaar als de Brusselaar speelde vorig jaar ietwat in de vergetelheid: Mirallas ontgoochelde bij Saint-Etienne terwijl Pardo het doel van godbetert Rapid Boekarest verdedigde. Dit seizoen namen ze allebei sportieve revanche door met Olympiacos de titel binnen te rijven. De veertien doelpunten van Mirallas en de prestaties van Pardo -de minst geklopte doelman van de Griekse eerste klasse -hielpen daarbij een stevig handje.

Jullie ploeg werd kampioen met 73 punten, dat zijn er 13 meer dan Panathinaikos en 20 meer dan AEK Athene. Het lijkt wel of Olympiacos over de tegenstand heen walste?

Urko Pardo: “De mensen hier vergelijken de Griekse eerste klasse met een tomaat. In het begin is hij groen, de kleur van Panathinaikos. Die ploeg staat er altijd in het begin van het kampioenschap. Mettertijd krijgt de tomaat de gele kleur van AEK Athene, dat soms eens komt piepen en het de andere topploegen heel lastig maakt. Maar uiteindelijk wordt de tomaat rood: de kleur van Olympiacos.”

Kevin Mirallas: “Op de vierde speeldag kwamen we aan de leiding om die positie dan niet meer af te geven. De enige minpunten dit jaar waren onze Europese uitschakeling tegen Maccabi Tel-Aviv en het feit dat PAOK Saloniki ons uit de Griekse beker wipte. Maar die twee wanprestaties werden gecompenseerd door een overwinning tegen Panathinaikos in de competitie. Dat vinden de supporters veel belangrijker.”

Kevin maakte het enige doelpunt in de met 2-1 verloren stadsderby tegen Panathinaikos. In de terugwedstrijd maakte je dan weer de openingstreffer die de 2-1-zege inleidde. Twee verwezenlijkingen die kunnen tellen?

Pardo: “Die doelpunten zorgden ervoor dat Kevin hier waarlijk een levende god is. In het begin van het seizoen was die status weggelegd voor Marko Pantelic. Dat veranderde voor de wedstrijd tegen Volos. Coach Ernesto Valverde bracht enkele ultieme wijzigingen aan op training in ons Georgios Karaiskakisstadion. Normaal gezien doen we dat nooit, trainen in het stadion. Het was alsof de trainer Kev optimaal wilde voorbereiden op de wedstrijd. Tot dan was hij voortdurend op de flank terug te vinden, maar nu mocht hij als diepe spits spelen – iets wat tot dan toe enkel voor onze Servische aanvaller was weggelegd.”

Mirallas: “Urko verdient ook zeker alle lof voor zijn prestatie om een Grieks voetbalmonument als Antonis Nikopolidis uit het doel te spelen. De wedstrijd tegen Larissa, onze laatste van het seizoen, werd trouwens gewijd aan het afscheid van Nikopolidis: 30.000 fans maakten er een groots moment van. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik eraan denk. Maar Urko heeft echt ongelofelijk weinig doelpunten geïncasseerd. Op vlak van aantal tegentreffers zijn we top in Europa.”

FC Barcelona en Real Madrid

Wat houdt het leven van een doelman en een aanvaller van Olympiacos in?

Pardo: “Mijn tijd hier verschilt dag en nacht met mijn passage bij mijn vorige Griekse club, Iraklis Saloniki. Als keeper van een middelmatige ploeg kreeg ik toen ongelofelijk veel werk. Hier moet ik slechts twee of drie keer per wedstrijd ingrijpen. Dat wil weliswaar niet zeggen dat ik op mijn lauweren kan rusten. Concentratie primeert, terwijl bij Iraklis het echte keepen vooropstond.”

Mirallas: “Dat is het exacte tegengestelde van wat ik meemaakte bij Saint-Etienne. Daar kreeg ik vaak maar een kans per wedstrijd. Met Olympiacos krijg ik er heel wat. Als ik bij Les Verts een kans miste, dan kon ik mij daar niet overzetten. Hier is dat anders. Tijdens mijn eerste match in de basiself – tegen Volos – miste ik al meteen een enorme kans, maar in mijn achterhoofd wist ik dat er nog zouden komen. Dat gebeurde en ik scoorde nog twee keer.”

Met je 14 doelpunten voor Olympiacos heb je betere statistieken dan in twee seizoenen Saint-Etienne. Waaraan ligt dat?

Mirallas: “Dat heeft te maken met een verschil in voetbalfilosofie. Met Rijsel en Saint-Etienne speelden we vooral om niet te verliezen, hier spelen we altijd om te winnen. In Frankrijk moet je bij balverlies meteen terugsnellen. Dat was echt overal het geval. Onlangs zag ik Lyon-Lens, een wedstrijd tussen een titel- en een degradatiekandidaat. Eerlijk gezegd: ik kon het verschil tussen die twee ploegen niet zien.”

Pardo: “Alle proporties in acht genomen: Olympiacos is ietwat geïnspireerd door FC Barcelona als het op de tegenstander opjagen aankomt. Onze trainer speelde ooit nog voor Barça en dat merk je wel. Die periode heeft hem duidelijk gevormd. Vergelijken heeft geen zin, maar ik denk dat Olympiacos een beetje het Barcelona van Griekenland is. Panathinaikos doet mij dan weer denken aan Real Madrid.

Urko is gevormd in het vermaarde La Masía van FC Barcelona, en Kevin kreeg zijn opleiding bij Rijsel. Welke bagage hebben jullie vandaaruit meegenomen?

Pardo: “Het contrast met wat ik gewoon was bij Anderlecht was enorm. Om mijn voetenwerk te perfectioneren werd ik op training meer als libero dan als doelman uitgespeeld. Mijn ploegmaats moesten immers blindelings op mij kunnen vertrouwen als ik de bal terug in het spel moest brengen. Mijn leeftijdsgenoot Víctor Valdés blonk uit in die wedstrijdjes. Op die manier heeft hij zijn excellente techniek en voetenwerk ontwikkeld. Met een uittrap of een uitworp kon hij de bal perfect in de voeten spelen.

Mirallas: “Soms vraag ik me af wat er van mij zou zijn geworden, mocht ik bij Standard gebleven zijn. Ik betreur enkel dat ik er niet kon doorgroeien tot het hoogste niveau. Dat was een vurige wens, maar het was indertijd niet mogelijk. Van alle jongeren kreeg Jonathan Walasiak er toen een kans en – met alle respect – je kan niet zeggen dat hij die heeft gegrepen. Er waren amper kansen voor jonge gasten en daardoor zochten de meest getalenteerde jongeren andere oorden op. Zo ging Sébastien Pocognoli naar Racing Genk en Jonathan Legear naar Anderlecht. Persoonlijk zou ik bij Standard zijn gebleven, mocht ik op vijftienjarige leeftijd bij de reserven hebben mogen trainen. Maar het bestuur had daar geen oren naar en zei me dat het de U18 of niets zou zijn. Het draaide op ‘niets’ uit en ik vertrok naar Rijsel, waar ik wél met de reserven mocht meetrainen. Werkelijk een formidabele verdere opleiding heb ik er genoten. Hetzelfde geldt nu voor Eden Hazard.”

Volgend seizoen

Denken jullie dat het mogelijk is om volgend jaar een mooi parcours af te leggen in de Champions League?

Pardo: “Als we hier tenminste volgend jaar nog steeds zijn … In tegenstelling tot Kevin, van wie de aankoopoptie in januari is gelicht, ben ik nog altijd bezig aan een soort testperiode.”

Mirallas: “Ik heb ook nog niet met het bestuur kunnen onderhandelen over een nieuw contract.”

Klopt het dat Panathinaikos je in de winterstop wilde binnenhalen?

Mirallas: “Ja, maar het is uitgesloten dat ik naar daar zou gaan. Het is Olympiacos dat mijn hart wegdraagt.”

Pardo: “Naar de aartsvijand trekken is niet echt een goed idee. Sommigen zijn van Panathinaikos naar Olympiacos getrokken of vice versa, maar soms is het gewoon de bedoeling van de ene ploeg om de andere de loef af te steken of te verzwakken. Sebastián Leto ging van ons naar Pana en van de weeromstuit moest hij uit Glyfada verhuizen: de fans konden het immers niet zo goed verkroppen. Glyfada, Vouliagmeni, Voula en Vari zijn de steden waar bovenal spelers van Olympiacos resideren, terwijl de huizen van de spelers van Panathinaikos veeleer in het noorden van de hoofdstad te vinden zijn, bijvoorbeeld in de wijken Kifissia, Halandri of Massouri. Het leven is er toch niet zo eenvoudig.

Jullie zijn alle twee van Spaanse afkomst. Lijkt de Primera División iets voor jullie?

Mirallas: “Ja. We hebben het er elke dag over.”

Pardo: “Het Spaans is aardig vertegenwoordigd in de kleedkamer: wij, David Fuster, Raúl Bravo, Albert Riera en Moisés Hurtado. Ik heb nog steeds contact met de mensen van FC Barcelona. Als ik ooit Sandro Rosell(voorzitter van Barcelona, nvdr) tegenkom, dan zal ik het niet laten de naam van Kevin eens te noemen. Dat heb ik hem beloofd.”

Mirallas: “Ik ben meer een fan van Real, maar mocht Barça aankloppen, zou ik zeker geen neen zeggen.” (lacht)

Turken en trouwen

Bondscoach Georges Leekens zag jullie spelen tijdens de laatste derby. Hij was niet alleen getuige van het doelpunt van Kevin maar ook van het feit dat Urko uitstekend presteerde tussen de palen.

Pardo: “Ik heb Spaans bloed maar voel mij Belg. Word ik opgeroepen, dan kom ik met veel plezier af. Maar de concurrentie met Simon Mignolet, Silvio Proto en Logan Bailly is hard.”

Mirallas: “Hetzelfde geldt in de spits. Het is vechten om een plaatsje.”

Tegen Azerbeidzjan moest Kevin in de tribune plaatsnemen.

Mirallas: “Dat was een bittere pil. Ik was met Olympiacos in een goede flow en hoopte op hetzelfde elan door te gaan bij de Duivels. Tegen Oostenrijk zat ik wegens al die aanvallende weelde op de bank, en dat kan ik aanvaarden. Maar ik begrijp niet dat ik tegen Azerbeidzjan op de tribune moest gaan zitten. Anderen waren ook verbaasd. Neem nu de situatie rond Tom De Sutter, die net hersteld was van een blessure en meteen opgevist werd voor de wedstrijd tegen de Azeri’s. Terwijl ik de hele voorbereiding meemaakte en niet eens op de bank mocht zitten.”

Misschien is het wel een manier om je eens op je plaats te zetten? De bondscoach kon je uitspraken over het gebrek aan leiderschap bij de Duivels maar matig appreciëren.

Mirallas: “Sorry hoor, maar hadden we echt zulke spelers in onze rangen gehad, dan zouden we onze 4-3-voorsprong tegen Oostenrijk nooit uit handen hebben gegeven. Vandaag de dag heeft België superspelers, maar niemand klopt met de vuist op tafel. Dat gezegd zijnde, er is een positieve evolutie te merken. We zijn de goede weg ingeslagen.”

België speelt op 3 juni zijn match van alles of niets tegen de Turken.

Mirallas: “Aangezien ik op 4 juni trouw met Christelle zal ik des te gemotiveerder zijn. Plus, op mijn laatste vrijgezellenavond gaat er niets boven een overwinning.” (lacht)

DOOR BRUNO GOVERS IN ATHENE – BEELDEN: REPORTERS

“Bij Barcelona werd ik op training meer als libero dan als doelman uitgespeeld. Om mijn voetenwerk te perfectioneren.” Urko Pardo

“Met Rijsel en Saint-Etienne speelden we vooral om niet te verliezen, hier spelen we altijd om te winnen.” Kevin Mirallas

“Ik begrijp niet dat ik tegen Azerbeidzjan op de tribune moest gaan zitten.” Kevin Mirallas

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content