Australië opent en sluit het wielerjaar.

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER

Toen een paar jaar geleden de Tour Down Under gebombardeerd werd tot openingsproef van de UCI ProTour haalde de wielerwereld laatdunkend de schouders op. Van die zes ‘veredelde kermis-koersen’ in South Australia lag geen kat wakker, zo leek het. De Omloop Het Nieuwsblad (toen nog Het Volk) was voorbestemd om eeuwig de enige echte seizoensopener te blijven.

In geen tijd is het echter vanzelfsprekend geworden dat onze tegenvoeters het wielerjaar op gang schieten, in januari al. Het ontbreekt de Tour Down Under dan nog wel aan traditie maar alle initiële kritiek smolt als sneeuw onder de Australische zon.

De organisatoren kunnen uitpakken met ronkende namen. Lance Armstrong uiteraard, die zijn dieselmotor net als vorig jaar tijdig op gang wil trekken. Maar ook Cadel Evans, Alejandro Valverde en Oscar Pereiro toppen de affiche. Met André Greipel en Allan Davis, de winnaars van de voorbije twee jaar, komt een deel van het sprintersgild in actie. Hun concurrenten Robbie McEwen en Gert Steegmans maken in de straten van en rond Adelaide hun wederoptreden.

Over het parcours hoeft evenmin schande te worden gesproken, vindt wedstrijddirecteur Mike Turtur. De Tour Down Under profileert zich als een openingsdans voor snelle mannen. Elke koers moet zijn eigen karakter hebben.

Dat er buiten de traditionele kern in West-Europa nauwelijks belangstelling voor de wielersport zou bestaan, weerleggen de cijfers. Vorig jaar werd down-under een recordaantal van 760.500 toeschouwers geteld, wat de toeristische sector in totaal ruim 320.000 bijkomende overnachtingen opleverde en de economie van South Australia een injectie gaf van 39 miljoen dollar. Van de wedstrijd werd tweehonderd uur tv-beelden de wereld in gestuurd.

De Aussies weten voor wie te supporteren. Hun renners maakten een kangoeroesprong voorwaarts. Phil Anderson, in 1981 de eerste Australische geletruidrager in de Tour, en andere pioniers waren nog aangewezen op zichzelf om de weg naar het succes te vinden. Hun erfgenamen, onder wie veel ex-pistiers, kunnen terugvallen op de opleidingsstructuur die het vermaarde Australian Institute of Sport op poten zette. De kersverse Australische kampioen, de neoprof Travis Meyer (20), is een product van die talentenmachine.

In het landenklassement van de UCI stonden de Australiërs eind 1999 op de veertiende plaats. Ze hadden toen recht op twaalf WK-gangers, maar vonden er maar zeven. De beste gaf drie ronden voor het einde op. Tien jaar later is Australië opgeklommen naar de derde plek en kan het pronken met de regenboogtrui van Cadel Evans. De man die in 1999 tot beste jongere werd uitgeroepen in de allereerste Tour Down Under.

Eind dit seizoen ontvangt de Australische stad Geelong, nabij Melbourne, de WK’s wielrennen. Verwacht wordt dat dit evenement de Australische wielersport een nieuwe boost zal geven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content