Belg, geboren 5 januari 1982 in Genk. 1,80 m, 84 kg. Geanalyseerd door Julien Cools.

J ulien Cools: “Ik ben verrast dat Karel dit seizoen zo sterk is kunnen terugkomen. “Als je in het systeem past en als de trainer je vertrouwen geeft, ga je groeien. Omdat hij geen luierik is, krijgt hij ook de supporters mee. Bij Club is het nog altijd zo dat je moet laten zien dat je voorop wilt gaan in de strijd en bereid bent om de kop ervoor te leggen. Iemand die zich volledig geeft, zien ze er graag.

“Karel is ook nog een ‘normale’ speler, denk ik, niet zo een van die mannen van tegenwoordig van wie je broek afzakt. Je zult hem niet betrappen op dikkenekallures, hij probeert eerder te relativeren. Als hij niet speelt, zal hij zich wel afvragen hoe dat komt en hij is een type dat niet rond de pot draait, maar daarom zal hij nog niet alles overhoop zetten. Hij blijft vrij gedisciplineerd en probeert de opdrachten van de trainer uit te voeren. Karel weet goed wat hij kan en wat hij niet kan, hij is een speler die past bij Club Brugge.

“Ik begreep wel niet goed waarom ze iemand terughaalden die ze drie à vier jaar daarvoor eerst op uitleenbasis lieten vertrekken naar Lokeren en daarna definitief naar Standard. Dat Karel toen niet was doorgebroken kwam misschien omdat hij technisch te weinig kon bieden, maar zeker omdat hij geblokkeerd werd door middenvelders als Timmy Simons en Gaëtan Englebert en alleszins omdat hij in die tijd zijn been brak. Bij Standard maakte hij wel een goede beurt. In zijn spel vond ik hem niet zo denderend, hij werd ook niet zo veel in de opbouw betrokken, maar als je vanuit de tweede lijn geregeld beslissende doelpunten maakt, ben je belangrijk. Zijn grootste kwaliteit bleek daar zijn infiltratievermogen zonder bal te zijn: op het juiste moment in de zestien meter opduiken.

“Toen hij bij Club weer niet rendeerde en zelfs diende om een gat op de positie van rechtsachter te vullen, was mijn onbegrip voor zijn transfer nog groter. Maar uiteindelijk gaf Adrie Koster hem de functie die hem het beste ligt en die ze nu een box-to-box noemen. Ik vind hem nu ook wat beter in de opbouw, maar zo moeilijk is dat in het huidige Club niet: het is nogal veel tikken en breien zonder diepgang. In elk geval vond hij zijn plaats in de ploeg. Met zijn werkkracht en balrecuperatie zorgt hij in een elftal met veel technisch onderlegde spelers mee voor het evenwicht. Hij verschijnt daardoor niet zo vaak meer voor doel en scoort wat minder, maar hij schikt zich in die rol.

“Ondertussen werd hij ook alweer opgeroepen voor de nationale ploeg. Daar zie je dat mee naar voren voetballen nog altijd niet zijn sterkste punt is en dat hij toch meer een breker blijft die af en toe voor een doelpunt kan zorgen. Eens Steven Defour en co terugkeren, zal hij het moeilijk krijgen om zich in de selectie van de Rode Duivels te handhaven, verwacht ik. Maar ook deze comeback kunnen ze hem alleszins al niet meer afnemen. Tenslotte zijn hij en Wesley Sonck momenteel de enige Belgische internationals die Club telt. Hij voelt zich hoe dan ook weer belangrijk.”

door christian vandenabeele

‘Hij is een speler die past bij Club Brugge. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content